Algemene doelstelling
Het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland schoon (drink)water heeft.
(Doen) uitvoeren
Rol en Verantwoordelijkheden
Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit worden verantwoord op dit artikel. De rol «(doen) uitvoeren» heeft betrekking op taken binnen het volgende onderdeel:
-
• Het (doen) uitvoeren van aanlegprojecten, zoals het Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijkswateren.
-
• Het (doen) uitvoeren van beheer en onderhoud.
In 2014 is uitwerking gegeven aan het amendement-Jacobi (Kamerstukken II, 2013/14, 33 503, nr. 8) om met ingang van 1 januari 2015 de uitgaven op het gebied van waterkwaliteit, ook wanneer deze uitgaven geen relatie hebben met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, te verantwoorden op het Deltafonds. Voor de resterende opgave waterkwaliteit vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water voor de tweede en derde planperiode tot en met 2027, waarvoor aanvullend circa € 474 miljoen benodigd was, zijn middelen vrijgemaakt ten behoeve van het Verbeterprogramma Waterkwaliteit Rijksbesluitvorming.
Regisseren
De Minister is verantwoordelijk voor de vormgeving van het integrale waterbeleid en het toezicht op de uitvoering van de wet- en regelgeving. Ook is de Minister verantwoordelijk voor het verbeteren van de doeltreffendheid en de doelmatigheid van de bestuurlijke organisatie en het instrumentarium ten behoeve van het waterbeleid. Daarnaast regisseert de Minister de afstemming van het waterbeheer rondom de Noordzee en met de buurlanden bovenstrooms gelegen in de stroomgebieden van Rijn, Maas, Schelde en Eems.
De rol «regisseren» heeft in dit artikel betrekking op taken binnen de volgende onderdelen:
-
• Beleidsontwikkeling ten behoeve van het bereiken van een goede ecologische en chemische kwaliteit van de oppervlaktewateren in de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde, Eems en het bereiken van een goede chemische en kwantitatieve toestand van de grondwateren in de vier stroomgebieden, conform de voorschriften zoals opgenomen in de Kaderrichtlijn Water (KRW), om in 3 planperiodes uiterlijk in 2027 aan de Europese verplichtingen te voldoen.21
-
• Beleidsontwikkeling ten behoeve van het nemen van de nodige maatregelen om een goede milieutoestand te bereiken en te behouden in het Nederlandse deel van de Noordzee, in samenwerking en samenhang met de andere Noordzeelanden, conform de vereisten zoals opgenomen in de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM).22
-
• Ten aanzien van de KRW en Kaderrichtlijn Mariene Strategie geldt dat de coördinerende verantwoordelijkheid ligt bij de Minister van IenM, tezamen met de Minister van EZ voor zover het aangelegenheden betreft die mede tot zijn verantwoordelijkheid behoren.
Tenslotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en toezicht).
Indicatoren en kengetallen
Hieronder zijn de beleidsmatige indicatoren en kengetallen voor waterkwaliteit opgenomen. In productartikel 3 van het Deltafonds zijn de aan dit beleidsartikel gerelateerde productindicatoren en/of -kengetallen opgenomen. In het rapport «Water in Beeld»23 zijn de overige indicatoren weergegeven en is op 20 mei 2014 aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2013/14, 27 625, nr. 317).
Aantal KRW projecten per projectfase
Bron: Programmabureau Verkenning en Planuitwerking (PVP), Uitvoering Kader Richtlijn Water (KRW), T3 2014
Toelichting
De indicator hierboven geeft informatie over de stand van zaken van de uitvoering van de KRW-maatregelen ter verbetering van de waterkwaliteit. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende projecten. De beleidsinspanningen van de Minister van IenM op dit artikel richten zich op de regie en realisatie van deze projecten. In het figuur is te zien dat de programma’s voortvarend worden aangepakt en de voortgang van maatregelen in voorbereiding via realisatie naar gereedheid volgens plan verloopt. De projecten Inrichting IJssel en natuurvriendelijke oevers Vreugderijkerwaard zijn administratief samengevoegd. Hierdoor zijn er nu nog 49 KRW projecten, in plaats van 50.
Over de ecologische en chemische kwaliteit van de oppervlaktewateren in de stroomgebieden van de Rijn, Maas, Schelde, Eems en het bereiken van een goede chemische en kwantitatieve toestand van de grondwateren in de vier stroomgebieden wordt de Tweede Kamer jaarlijks geïnformeerd via «Water in Beeld» (laatste publicatie: Kamerstukken II, 2013/14, 27 625, nr. 317). Ook presenteert PBL de tussenresultaten in het Milieucompendium. De ecologische en chemische kwaliteit is een gevolg van de genomen inrichtingsmaatregelen en het beleid voor nutriënten en chemische stoffen. Specifiek voor de rijkswateren geldt dat daarbij de belasting van bovenstroomse landen ook een rol speelt.
Beleidsconclusies
Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals vermeld in de begroting. Er zijn geen grote afwijkingen of noodzaak tot bijstelling aan het licht gekomen.
In de brief van d.d. 20 juni 2013 inzake waterkwaliteit (Kamerstukken II, 2012/13, 27 625, nr. 292) is aangegeven wat de ambities van IenM zijn op dit gebied. In de brief van d.d. 11 juni 2014 is de voortgang inzake de waterkwaliteit geschetst (Kamerstukken II, 2013/14, 27 625, nr. 318). In deze brief is aangegeven dat de uitvoering goed op schema ligt en de kwaliteit van het oppervlaktewater verbetert.
Budgettaire gevolgen van beleid
12 | Waterkwaliteit | Realisatie | Begroting | Verschil | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2014 | 2014 | |||
Verplichtingen | 70.389 | 85.651 | 83.393 | 2.258 | |||
Uitgaven | 78.565 | 84.827 | 85.558 | – 731 | |||
12.01 | Waterkwaliteit | 78.565 | 84.827 | 85.558 | – 731 | ||
12.01.01 | Opdrachten | 4.729 | 3.978 | 3.815 | 163 | ||
12.01.02 | Subsidies | 94 | 277 | 36 | 241 | 1) | |
12.01.03 | Bijdrage aan agentschappen | 65.861 | 78.946 | 78.944 | 2 | ||
– waarvan bijdrage aan RWS | 65.861 | 78.946 | 78.944 | 2 | |||
* Verbeterprogramma Waterkwaliteit rijkswateren | 52.791 | 67.970 | 67.968 | 2 | |||
* Natuurcompensatie Perkpolder | 7.325 | 7.372 | 7.372 | 0 | |||
* Natuurlijker Markermeer/IJ'meer | 4.485 | 3.153 | 3.153 | 0 | |||
* Verruiming vaargeul Westerschelde | 1.260 | 451 | 451 | 0 | |||
12.01.04 | Bijdrage aan medeoverheden | 6.557 | – 0 | 1.453 | – 1.453 | 2) | |
12.01.05 | Bijdrage aan internationale organisaties | 1.324 | 1.626 | 1.310 | 316 | ||
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 |
12.01 Waterkwaliteit
Toelichting op de financiële instrumenten
12.01.01 Opdrachten
Kaderrichtlijn Water
Jaarlijks wordt de Kamer met de «Water in Beeld» geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van maatregelen uit de stroomgebiedbeheersplannen van 2009.
Kaderrichtlijn Mariene strategie
De Europese Kaderrichtlijn Mariene strategie (KRM) kent, net als de KRW, een zesjarige plancyclus. In 2013 en 2014 is op basis van de Mariene Strategie Deel I, in samenwerking met het Ministerie van EZ, een aantal stappen in de implementatie voorbereid. Een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) maakte hier onderdeel van uit. Vervolgens heeft in 2014 besluitvorming plaatsgevonden over Mariene Strategie Deel II, het KRM-monitoringsprogramma. Daarnaast heeft een beleidsverkenning plaats gevonden naar de betekenis van kunstmatige harde substraten (zoals wrakken) en beleidsontwikkeling op het gebied van onderwatergeluid. Uitbestedingen hebben plaatsgevonden voor het opstellen van een concept-monitoringprogramma, de uitwerking daartoe van indicatoren en kennisontwikkeling op het gebied van zwerfvuil en onderwatergeluid.
12.01.02 Subsidies (ad 1)
Medio 2014 zijn twee niet eerder in de begroting voorziene subsidies verstrekt waarop betalingen zijn verricht. Het betreft de subsidie inzake Kenniscoaches aan Stichting RIONED en de subsidie aan de coöperatie Gastvrij Randmeren ten behoeve van een pilot inzake maaien van waterplanten op de Randmeren.
Binnen het onderzoeksprogramma Kennis voor Klimaat is een subsidie verstrekt aan een consortium onder leiding van Deltares voor het thema zoetwatervoorziening en waterkwaliteit. In 2014 is dit onderzoek afgerond.
12.01.03 Bijdrage aan agentschappen
Maatregelen in het hoofdwatersysteem op het gebied van waterkwaliteit die niet verbonden zijn aan waterkwantiteit en waterveiligheid, zijn als servicepakket waterkwaliteit van RWS verantwoord op dit artikel.
Verbeterprogramma waterkwaliteit Rijkswateren
Het KRW pakket betreft 300 maatregelen die zijn onderverdeeld over 49 projecten, waaronder de realisatie van natuurvriendelijke oevers, nevengeulen, vispassages en waterbodemsaneringen. De projecten Inrichting IJssel en natuurvriendelijke oevers Vreugderijkerwaard zijn administratief samengevoegd, waardoor het totaal aantal projecten van 50 naar 49 is gegaan. Op het project Oevergeul Bovenrijn na, zijn alle projecten in realisatie of al gerealiseerd. Het project Oevergeul Bovenrijn kent een KRW doelstelling en een waterveiligheidsdoelstelling. De locatie van dit project, vlak voor het splitsingspunt van de Boven-Rijn in de Waal en het Pannerdensch Kanaal, zorgt ervoor dat het maken van een vergunbaar ontwerp complex is. De KRW doelstelling van het project (1,0 km nevengeul) zal uiterlijk 2015 gerealiseerd worden via omwisseling met het Ruimte voor de Rivier project bij Lent. Daarmee ligt de uitvoering van het KRW pakket als geheel goed op schema.
Natuurcompensatie Perkpolder
Het project Natuurcompensatie Perkpolder maakt onderdeel uit van het wettelijk verplichte natuurcompensatieprogramma voor de tweede verdieping van de Westerschelde. De realisatie is in 2013 gestart. De oplevering van het project is voorzien in 2015.
Verruiming vaargeul Westerschelde
In 2014 is aan de hand van de door het project ingewonnen monitoringsgegevens gewerkt aan het tweede voortgangsrapport over de eventuele effecten van de derde verruiming. Dit rapport zal begin 2015 worden opgeleverd. Tevens zijn in 2014 uit hoofde van het verdrag Ontwikkelingsschets Schelde-estuarium 2010 (OS2010), samen met het Vlaams Gewest, werkzaamheden aan de geulwandverdediging in het Gat van Ossenisse uitgevoerd, bestaande uit het aanvullen van de erosiekuil aan de teen van de geulwandverdediging met onderhoudsspecie. De uitvoering daarvan is in november 2014 afgerond en de ontwikkeling van het aangebrachte zandpakket zal in 2015 worden geëvalueerd op basis van aanvullende monitoring.
Natuurlijker Markermeer / IJmeer
In 2014 zijn de meeste proefprojecten van het onderzoeksprogramma Natuurlijk(er) Markermeer / IJmeer (NMIJ) afgerond. De monitoringsresultaten van de projecten zijn verwerkt in een aantal rapportages. De eindrapportage moet nog plaatsvinden en zal vorm krijgen van een toegankelijk kennissysteem. Eind 2015 zal het onderzoeksprogramma NMIJ klaar zijn en het kennissysteem volledig operationeel.
12.01.04 Bijdrage aan medeoverheden (ad 2)
In het kader van de Regeling voor Stedelijke synergieprojecten zijn in 2014 per saldo geen uitgaven gedaan. Het toekennen van subsidies hebben vertragingen opgelopen in de uitvoering van de onderliggende projecten.
12.01.05 Bijdrage aan internationale organisaties
In het OSPAR24-verdrag zijn afspraken vastgelegd voor de internationale samenwerking en afstemming over vraagstukken op gebied van mariene milieu, ecologie en biodiversiteit in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan, inclusief de Noordzee. Voor OSPAR is jaarlijks contributie verschuldigd.
UNESCO wordt ondersteund door twee Memoranda of Understanding (MOU’s). Het gaat om ondersteuning van het grondwaterinstituut «IGRAC» en om capacity building door UNESCO-IHE. De bijdrage aan «IGRAC» bedroeg in 2014 € 0,5 miljoen en de bijdrage aan UNESCO-IHE bedroeg € 0,3 miljoen in 2014.
Extracomptabele verwijzingen
2014 | ||
---|---|---|
Bijdrage uit artikel 26 van Hoofdstuk XII aan artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening van het Deltafonds | 3.577 | |
Andere ontvangsten van artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening van het Deltafonds | 1.049 | |
Totale uitgaven op artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening van het Deltafonds | 4.626 | |
waarvan | ||
2.01 | Aanleg waterkwantiteit | 0 |
2.02 | Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening | 1.435 |
2.03 | Studiekosten | 3.191 |