Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3 = 2–1) | Realisatie 2014 | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet moederdepartement | 178 | 192 | 14 | 215 |
Omzet overige departementen | 612 | 683 | 71 | 713 |
Omzet derden | 39.210 | 45.867 | 6.657 | 38.266 |
Rentebaten | 0 | 7 | 7 | 16 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 40.000 | 46.749 | 6.749 | 39.210 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 35.750 | 39.097 | 3.347 | 35.430 |
– personele kosten | 23.500 | 26.110 | 2.610 | 24.579 |
Waarvan eigen personeel | 21.500 | 22.961 | 1.461 | 21.246 |
Waarvan externe inhuur1 | 2.000 | 3.149 | 1.149 | 3.333 |
– materiële kosten | 12.250 | 12.987 | 737 | 10.851 |
waarvan apparaat ICT | 2.000 | 3.750 | 1.750 | 2.541 |
waarvan bijdrage aan SSO | 0 | 0 | 0 | 0 |
ZBO College | 750 | 710 | – 40 | 727 |
Afschrijvingskosten | 3.500 | 1.749 | – 1.751 | 2.353 |
– immaterieel | 1.000 | 568 | – 432 | 1.037 |
– materieel | 2.500 | 1.181 | – 1.319 | 1.316 |
Overige lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
– dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
– rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
– bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 40.000 | 41.556 | 1.556 | 38.510 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 5.193 | 5.193 | 700 |
Toelichting op de staat van baten en lasten
Resultaat
Het aCBG heeft over 2015 een positief resultaat behaald van € 5,2 miljoen. Zowel de omzet bij Centrale procedures via het European Medicines Agency (EMA) als bij Decentrale procedures (DCP’s) zijn substantieel hoger uitgevallen dan verwacht. Een belangrijk deel hiervan is incidenteel i.v.m. een administratieve inhaalactie bij het primair proces die vooral de vrijval van de DCP’s heeft beïnvloed. Verder zijn ook de effecten van de prijsverhoging van de jaarvergoedingen merkbaar. Hoewel ook de kosten hoger zijn uitgevallen dan begroot, is de toename van de kosten substantieel achtergebleven bij de toegenomen omzet. Wat uiteindelijk het genoemde resultaat over 2015 heeft opgeleverd.
Baten
De omzet moederdepartement bestaat uit de bijdrage van het moederdepartement voor werkzaamheden inzake nieuwe voedingsmiddelen en een vergoeding voor werkzaamheden als bevoegde instantie. Dit laatste betreft het marginaal toetsen van klinische studies inzake geneesmiddelen in die gevallen waarin de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) de eerste beoordelende instantie is. Op verzoek van het Ministerie van VWS voert het aCBG dan de wettelijk verplichte taak van tweede beoordelende instantie uit.
De omzet overige departementen betreft werkzaamheden die door het aCBG op grond van afspraken met het Ministerie van Economische Zaken zijn verricht. Het gaat hierbij om specifieke activiteiten die het Bureau Diergeneesmiddelen van het aCBG verricht op het terrein van veterinaire geneesmiddelen.
De post omzet derden bestaat uit jaarvergoedingen en de vergoedingen voor de beoordeling van geneesmiddelen. Jaarvergoedingen bestaan uit vergoedingen voor instandhouding van de inschrijving van een humaan of veterinair farmaceutisch product in het register. Voor het beoordelen van nieuwe geneesmiddelen en het beoordelen van wijzigingen op bestaande geneesmiddelen brengt het aCBG op basis van de Geneesmiddelenwet en de regeling Diergeneesmiddelen daarvoor vastgestelde tarieven in rekening.
De omzet derden is per saldo hoger dan begroot door de hiervoor bij het resultaat al genoemde hogere baten uit Centrale procedures, decentrale procedures en jaarvergoedingen.
De rentebaten hebben betrekking op de rente over deposito’s, rekening-courantsaldi Rijkshoofdboekhouding en betaalde rente door debiteuren met achterstallige betalingen.
Lasten
De personele kosten zijn € 2,6 miljoen hoger dan begroot. Dit is met name het gevolg van toegenomen structurele werkdruk en met de eigenaar afgesproken verdere verambtelijking. Onder de personele kosten zijn tevens de kosten van uitzendkrachten, werving en selectie, scholing, reiskosten en wachtgelden opgenomen.
De materiële kosten zijn per saldo € 0,7 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. Met name het onderhoud op automatisering is substantieel hoger uitgevallen. Daarnaast zijn alle data- en communicatiekosten toegenomen als gevolg van de uitbreiding van de bezetting. De materiële kosten hebben betrekking op automatisering, bureaukosten, huur- en servicekosten voor het pand in Utrecht, onderzoek RIVM en de bijdrage aan de subsidie voor de Stichting Lareb (€ 2,2 miljoen).
De afschrijvingskosten blijven als gevolg van de eerder uitgestelde investeringen nog lager dan begroot.
De kosten van het ZBO College bestaan uit een schadeloosstelling, vacatiegelden, vergaderkosten en reis- en verblijfkosten voor de leden van het College.
Balans per 31-12-2015 | Balans per 31-12-2014 | |
---|---|---|
Activa | ||
Immateriële vaste activa | 200 | 768 |
Materiële vaste activa | 2.146 | 3.273 |
– grond en gebouwen | 1.072 | 1.992 |
– installaties en inventarissen | 1.074 | 1.281 |
– overige materiële vaste activa | 0 | 0 |
Voorraden | 0 | 0 |
Debiteuren | 4.307 | 4.039 |
Nog te ontvangen/vooruitbetaald | 631 | 1.389 |
Liquide middelen | 17.070 | 11.309 |
Totaal activa | 24.354 | 20.778 |
Passiva | ||
Eigen vermogen | 6.926 | 1.733 |
* exploitatiereserve | 1.733 | 1.033 |
* onverdeeld resultaat | 5.193 | 700 |
Voorzieningen | 0 | 0 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Crediteuren | 1.062 | 1.216 |
Vooruit gefactureerd /Nog te betalen | 16.366 | 17.829 |
Totaal passiva | 24.354 | 20.778 |
Toelichting op de balans
Onderlinge vorderingen/schulden
Per 31-12-2015 hebben de volgende vorderingen/schulden betrekking op ministeries en agentschappen: debiteuren € 0 miljoen, nog te ontvangen € 0,2 miljoen, liquide middelen € 17,1 miljoen, crediteuren € 0,04 miljoen (VWS € 0,01 miljoen) en vooruit gefactureerd /nog te betalen € 0,7 miljoen (VWS € 0,5 miljoen).
Debiteuren
Het debiteurensaldo is met 6,6% toegenomen. Dit is een relatieve verbetering gezien de omzetstijging van 19%.
Eigen vermogen
Het resultaat over 2015 van € 5,2 miljoen is aan het eigen vermogen toegevoegd. Het eigen vermogen ultimo 2015 komt daarmee op € 6,9 miljoen.
Het maximaal toegestane eigen vermogen ultimo 2015 bedraagt circa € 2,1 miljoen (5% van de gemiddelde omzet over 2013 tot en met 2015). Het overschot aan eigenvermogen wordt volgens de agentschapsregels afgeroomd door het moederdepartement (VWS).
Vooruit ontvangen / Nog te betalen
Het aCBG ontvangt de verschuldigde vergoeding voor aanvragen voordat alle werkzaamheden verricht zijn. Dit leidt tot een onderhandenwerk positie op de balans van € 12,2 miljoen. Het resterende saldo bestaat uit reserveringen voor nog te ontvangen facturen, vakantiegeld en eindejaaruitkering voor het personeel en overige schulden.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving | Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) – (1) | |
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1-1-2015+ stand depositorekeningen | 6.717 | 11.309 | 4.592 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 3.500 | 5.872 | 2.372 |
Totaal investeringen (-/-) | – 500 | – 111 | 389 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | ||
3. | Totaal investeringskasstroom | – 500 | – 111 | 389 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 |
5. | Rekening-courant RHB 31-12-2015+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 9.717 | 17.070 | 7.353 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
De liquiditeitspositie is sterk toegenomen ten opzichte van vorig jaar en ten opzichte van de begroting. Dit is te danken aan het positieve jaarresultaat, de lagere investeringen en adequaat debiteurenbeheer.
De operationele kasstroom bestaat uit een inkomende kasstroom van € 44,6 miljoen en een uitgaande kasstroom van € 38,7 miljoen.
Doelmatigheidsindicatoren
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | Oorspronkelijke begroting 2015* | |
---|---|---|---|---|---|
Generiek | |||||
1. Tarieven/ uur | 90 | 85 | 83 | 85 | 87 |
2. Omzet per productgroep (bedragen x € 1.000) | |||||
– Beoordelen van nationale aanvragen | 1.913 | 2.118 | 1.922 | 1.554 | 2.000 |
– Beoordelen van Europese aanvragen: centraal | 5.438 | 4.789 | 7.079 | 8.769 | 6.000 |
– Beoordelen van Europese aanvragen: MRP | 511 | 328 | 251 | 496 | 400 |
– Beoordelen DCP’s | 11.010 | 9.783 | 7.448 | 12.762 | 10.260 |
– Beoordelen van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen | 57 | 47 | 70 | 49 | 250 |
– Bureau diergeneesmiddelen | 2.398 | 2.252 | 2.819 | 2.740 | 2.300 |
– Jaarvergoedingen en bijdragen | 17.559 | 17.411 | 18.594 | 19.414 | 18.000 |
– Overig | 239 | – 593 | 83 | 83 | 0 |
Totaal omzet | 39.125 | 36.135 | 38.266 | 45.867 | 39.210 |
3. Totaal aantal fte (exclusief externe inhuur) | 259 | 261 | 262 | 288 | 275 |
4. Saldo van baten en lasten (% van de baten) | – 4,53% | – 5,54% | 1,79% | 11,11% | 0% |
Kwaliteitsindicatoren | |||||
1. Aantal gegronde klachten | 40 | 24 | 27 | 14 | 32 |
2. Aantal zaken per fte | 86 | 93 | 87 | 85 | 86 |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
Tarieven per uur
Het gemiddelde uurtarief wordt bijgehouden om de kostenefficiency aan te tonen. Deze indicator is een gemiddelde over alle functies waarbij naar het primaire proces wordt gekeken (exclusief onderzoekskosten). Het aCBG hanteert product tarieven en geen uurtarieven.
Omzet per productgroep
De omzet per productgroep geeft inzicht in de samenstelling van de omzet derden van het aCBG. Er is sprake van een structurele verschuiving van beoordelingen op nationaal niveau naar beoordelingen op Europees niveau. De verwachting is dat deze trend zich in de komende jaren zal voortzetten.
Totaal aantal fte
Het totaal aantal fulltime-equivalenten (fte) werkzaam bij het aCBG per 31 december van het jaar, exclusief externe inhuur.
Saldo van baten en lasten (% van de baten)
De ontwikkeling van het procentuele saldo is een weergave van de realisatie, zoals de afgelopen jaren in de jaarrekening gepresenteerd.
Aantal gegronde klachten
Het aantal gegronde klachten wordt bijgehouden om inzicht te krijgen in de geleverde kwaliteit van de productie. In 2015 zijn 23 klachten binnengekomen. Hiervan zijn 14 klachten gegrond verklaard, dit is een sterke afname in vergelijkbaar met 2014. De klachten betreffen voornamelijk opmerkingen van registratiehouders over het reguliere/primaire proces van het aCBG.
Aantal zaken per fte
Het aantal zaken per fulltime-equivalent wordt bijgehouden om de efficiency van de productie inzichtelijk te maken.