A. Apparaat kerndepartement
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2016 | 2016 | |
Verplichtingen | 182.512 | 198.523 | 205.091 | 231.903 | 222.645 | 242.985 | – 20.340 |
Uitgaven | 189.009 | 198.490 | 202.238 | 229.684 | 221.938 | 242.985 | – 21.047 |
Personeel Kerndepartement | 123.624 | 136.284 | 140.023 | 152.171 | 155.780 | 149.912 | 5.868 |
waarvan eigen personeel | 118.331 | 126.960 | 130.878 | 141.261 | 144.572 | 143.584 | 988 |
waarvan externe inhuur | 4.990 | 9.127 | 8.844 | 10.399 | 10.610 | 5.527 | 5.083 |
waarvan overige personele uitgaven | 303 | 197 | 301 | 511 | 598 | 801 | – 203 |
Materieel Kerndepartement | 65.385 | 62.206 | 62.215 | 77.513 | 66.158 | 93.073 | – 26.915 |
waarvan ICT | 10.321 | 9.756 | 7.714 | 6.245 | 5.432 | 9.631 | – 4.199 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 27.716 | 30.699 | 38.790 | 44.910 | 37.342 | 43.181 | – 5.839 |
waarvan overige materiële uitgaven | 27.348 | 21.751 | 15.711 | 26.358 | 23.384 | 40.261 | – 16.877 |
Ontvangsten | 36.539 | 36.211 | 38.909 | 69.490 | 51.786 | 61.018 | – 9.232 |
Uitgaven
Personeel kerndepartement (+ € 5,9 miljoen)
Bij de subcategorieën Eigen personeel en Externe inhuur is meer uitgegeven dan geraamd. Bij het ramen is de scheidslijn tussen de categorieën Externe inhuur en ICT soms moeilijk te maken, waardoor achteraf bezien de raming op externe inhuur te laag is en de raming van de uitgaven aan ICT juist te hoog.
Daarnaast is bij de ADR extra inhuur geweest als gevolg van vraag naar controlecapaciteit en is meer ingehuurd voor ICT in verband met digitalisering van de werkstromen op het kerndepartement. In totaal is een overschrijding van de personele uitgaven van het kerndepartement gerealiseerd.
Materieel kerndepartement (– € 26,9 miljoen)
Er is sprake van vertraging van ICT-projecten in 2016. Dit heeft een technische oorzaak, zoals bij de digitale documenthuishouding. De bijdrage aan SSO’s is lager dan geraamd vanwege de overgang van dienstverlening op het gebied van huisvesting naar SSO’s. Dit heeft geleid tot lagere uitgaven voor SSO’s. Daarnaast zijn de uitgaven op overige materiële uitgaven lager bij met name DRZ. In 2016 zijn minder hennepkwekerijen geruimd, waardoor er minder kosten zijn voor het ontmantelen en vernietigen. Tevens zijn geplande zonnepanelen niet geplaatst. Bij de Rijksacademie zijn kostenbesparingen gerealiseerd. Op het gebied van huisvesting zijn de facturen vanuit Safire incidenteel lager door boetes in verband met het niet naleven van de overeenkomst. Op diverse kleinere posten is minder uitgegeven dan begroot. Door terughoudendheid bij bijna alle directies is tevens minder uitgegeven aan onder andere uitbesteding, vergaderlocaties, voorlichting en boeken en tijdschriften. Per saldo zijn er minder uitgaven aan materieel dan geraamd.
Ontvangsten
Ontvangsten (– € 9,2 miljoen)
De ontvangsten zijn vooral lager door de overgang naar het nieuwe rijkshuisvestingsstelsel, waardoor medebewoners van het Korte Voorhout rechtstreeks aan het Rijksvastgoedbedrijf betalen (circa – € 8 miljoen). Daarnaast is een andere methodiek gebruikt bij het verrekenen van de kosten van trainees, waardoor geen ontvangsten van andere departementen meer gekomen zijn.
Er zijn kleine meerontvangsten bij onder andere DRZ (totaal circa + € 0,6 miljoen).
B. Totaaloverzicht apparaat Financiën
Vanaf 2015 is DRZ geen baten-lastendienst meer, maar een directie onder het Ministerie van Financiën. De uitsplitsing op het niveau van DRZ komt daarmee in onderstaande tabel vanaf 2015 te vervallen.
Bij de AFM, DNB en de Waarderingskamer wordt de volledige overheidsbijdrage gebruikt voor het apparaat. De onderstaande tabel geeft de totale apparaatuitgaven voor Financiën weer. Hierbij zijn de gerealiseerde apparaatuitgaven voor het kerndepartement, de Belastingdienst en de ZBO’s bij elkaar opgeteld.
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaat Financiën IX | 3.093.674 | 3.212.145 | 3.266.228 | 3.253.309 | 3.427.671 |
Departement | 3.012.807 | 3.143.630 | 3.182.954 | 3.220.090 | 3.409.293 |
Kerndepartement | 189.009 | 198.490 | 202.238 | 229.684 | 221.938 |
Belastingdienst | 2.823.798 | 2.945.140 | 2.980.716 | 2.990.406 | 3.187.355 |
Baten-lasten agentschap 1 | 17.631 | 18.099 | 19.998 | N.v.t. | N.v.t. |
DRZ | 17.631 | 18.099 | 19.998 | N.v.t. | N.v.t. |
ZBO’s en RWT’s | 63.236 | 50.416 | 63.276 | 30.976 | 18.378 |
AFM2 | 29.721 | 20.500 | 24.552 | 181 | 397 |
DNB | 27.710 | 23.701 | 20.443 | 2.125 | 1.676 |
Waarderingskamer | 555 | 1.196 | 1.181 | 1.250 | 1.305 |
NLFI3 | 5.250 | 5.019 | 17.100 | 27.420 | 15.000 |
Bron: financiële administratie.
In onderstaande tabel worden de apparaatuitgaven per Directoraat-Generaal (DG) van het kerndepartement vermeld.
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
---|---|---|---|---|---|
Kerndepartement | 189.009 | 198.490 | 202.238 | 229.684 | 221.938 |
GT | 23.985 | 23.051 | 24.552 | 23.772 | 22.670 |
DGRB | 22.390 | 20.384 | 20.443 | 20.954 | 21.364 |
SG-cluster | 128.294 | 141.251 | 143.618 | 171.900 | 164.112 |
DGFZ | 14.340 | 13.804 | 13.625 | 13.058 | 13.792 |
Bron: financiële administratie.
C. Taakstelling
De taakstelling die het kerndepartement opgelegd heeft gekregen voor de apparaatuitgaven, liep in 2016 volgens schema.
Voor de Belastingdienst geldt de volgende tabel:
2014 | 2015 | 2016 | |
---|---|---|---|
Coalitieakkoord 2010 (Rutte I) | – 124.275 | – 165.459 | – 172.484 |
Coalitieakkoord 2012 (Rutte II) | – 46.248 | ||
Versterking toezicht en invordering | |||
Intensiveringsmiddelen | 169.000 | 157.000 | 157.000 |
Opbrengstentaakstelling | 533.000 | 533.000 | 566.000 |
2016 | 2017 | 2018 | Structureel | |
---|---|---|---|---|
Departementale taakstelling | 50 | 112 | 136 | 136 |
Kerndepartement | 3,5 | 7,7 | 9,4 | 9,4 |
Belastingdienst | 46,2 | 103,6 | 125,7 | 125,7 |
Agentschap | 0 | 0 | 0 | 0 |
ZBO’s | 0 | 0 | 0 | 0 |
In bovenstaande tabellen zijn alleen de taakstellingreeksen uit de regeerakkoorden van de kabinetten Rutte I en II opgenomen. De totale taakstelling op het budget van de Belastingdienst ligt fors hoger. Dit komt doordat aan het kabinet Rutte I voorafgaande kabinetten ook taakstellingen hebben opgelegd en daarnaast zijn (onder andere) een aantal keren de loon- en prijscompensatie niet uitgekeerd, wat als een taakstelling wordt beschouwd. De totale taakstelling bij de Belastingdienst loopt dan op tot structureel € 543 miljoen vanaf 201828.
De Belastingdienst heeft zijn deel bijgedragen aan de realisatie van de rijksbrede taakstellingen. Zoals met de Tweede Kamer afgesproken worden de taakstellingen vanuit de kabinetten Rutte I (en voorgaande kabinetten) en Rutte II – oplopend tot € 543 miljoen vanaf 2018 – langs twee sporen ingevuld. Spoor 1 betreft efficiency/versobering, waarmee € 410 miljoen wordt ingevuld. Spoor 2 betreft een aanpassing van de (fiscale) wetgeving die leidt tot vereenvoudiging in de uitvoering of taakvermindering bij de Belastingdienst. Spoor 2 draagt € 133 miljoen bij aan de invulling. De afgesproken efficiency en versobering is meerjarig ingevuld en belegd met maatregelen op het terrein van staf/overhead, procesverbeteringen en versoberingen op het gebied van huisvesting. Met onder andere het maatregelenpakket Belastingplan 2017, is Spoor 2 nu structureel ingevuld.