Base description which applies to whole site

12. Rijksbijdragen

Artikel

Algemene doelstelling

De overheid borgt voldoende dekking in sociale fondsen.

De financiering van de sociale fondsen loopt hoofdzakelijk via premie-inning. In een aantal gevallen acht de overheid premieheffing niet wenselijk, bijvoorbeeld om te voorkomen dat premiepercentages blijvend toenemen en daarmee een evenwichtige koopkrachtontwikkeling in de weg staan. In andere gevallen acht de overheid financiering van een regeling via de algemene middelen passender, maar wordt wel gekozen voor uitvoering via de sociale fondsen. De sociale fondsen worden in dat geval via rijksbijdragen voorzien van voldoende financiering.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister financiert de sociale fondsen uit de algemene middelen, al dan niet in aanvulling op premieheffing. Hij is in deze rol verantwoordelijk voor:

  • de vaststelling van de hoogte van de rijksbijdragen aan de desbetreffende sociale fondsen;

  • het betalen van de rijksbijdragen aan de sociale fondsen.

Beleidsconclusies

In 2017 zijn er geen belangrijke wijzigingen geweest, conform de begroting.

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4.12.1 Begrotingsgefinancierde uitgaven en ontvangsten artikel 12 (x € 1.000)

Artikelonderdeel

Realisatie 2013

Realisatie 2014

Realisatie 2015

Realisatie 2016

Realisatie 2017

Begroting 2017

Verschil

2017

Verplichtingen

8.041.464

11.353.370

13.207.236

12.806.406

12.420.196

13.957.930

– 1.537.734

Uitgaven

8.041.464

11.353.370

13.207.236

12.806.406

12.420.196

13.957.930

– 1.537.734

               

Bijdrage aan sociale fondsen

8.041.464

11.353.370

13.207.236

12.806.406

12.420.196

13.957.930

– 1.537.734

Kosten heffingskortingen AOW

1.659.300

2.000.000

1.963.200

2.033.300

2.114.100

2.088.700

25.400

Vermogenstekort Ouderdomsfonds

5.999.500

9.073.100

11.003.900

10.525.800

10.083.600

11.657.100

– 1.573.500

Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

315.260

208.480

173.802

175.574

147.471

145.404

2.067

Tegemoetkoming Anw-gerechtigden

12.904

9.336

8.318

7.075

6.643

6.968

– 325

Zwangere zelfstandigen

54.500

62.454

58.016

64.657

68.382

59.758

8.624

               

Ontvangsten

510

169

0

1.747

423

0

423

A. Bijdrage aan sociale fondsen

Toelichting financiële instrumenten

A1. Rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen (BIKK) AOW

Deze rijksbijdrage compenseert de gewijzigde premieopbrengst die het gevolg is van de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001. De hoogte van deze rijksbijdrage wordt jaarlijks aangepast aan de geraamde kosten van de heffingskortingen en wijzigingen van de belasting- en premietarieven in de eerste schijf.

Budgettaire ontwikkelingen

De realisatie van de uitgaven komt nagenoeg overeen met de begrote uitgaven.

A2. Rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds

De uitgaven uit het Ouderdomsfonds worden grotendeels gedekt door de premie-inkomsten. De hoogte van de AOW-premie is echter wettelijk gemaximeerd om te voorkomen dat de groeiende AOW-uitgaven leiden tot een alsmaar stijgende AOW-premie en een onevenwichtige koopkrachtontwikkeling. Dit leidt tot een jaarlijks exploitatietekort in het Ouderdomsfonds. De rijksbijdrage Ouderdomsfonds is bedoeld om het exploitatietekort in het Ouderdomsfonds aan te vullen zodat er een neutrale kaspositie voor dit fonds bestaat.

Budgettaire ontwikkelingen

De Rijksbijdrage aan het Ouderdomsfonds valt € 1,6 miljard lager uit dan voor 2017 werd geraamd. Dat komt met name door de verrekening van een vermogensoverschot uit 2016 van ruim € 1 miljard. Daarnaast waren in 2017 de premie-inkomsten ruim € 630 miljoen hoger dan in de begroting was geraamd. Dat komt met name door de doorwerking van vaststellingen uit eerdere jaren.

A3. Rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten

De Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en Gehandicapten (Wtcg) is vanaf 2014 afgeschaft. De regeling van de tegemoetkoming arbeidsongeschikten is overgeheveld van de Wtcg naar de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De tegemoetkomingen voor de categorieën WAO, WAZ, IVA en WGA worden gefinancierd uit een rijksbijdrage die in het Toeslagenfonds wordt gestort. In deze rijksbijdrage zijn daarnaast de uitvoeringskosten van het UWV opgenomen. De tegemoetkomingen voor arbeidsongeschikten worden verantwoord op de beleidsartikelen 3 en 4.

Budgettaire ontwikkelingen

De realisatie van de uitgaven komt nagenoeg overeen met de begrote uitgaven.

A4. Rijksbijdrage tegemoetkoming Anw-gerechtigden

Deze rijksbijdrage dient ter financiering van de in beleidsartikel 9 verantwoorde tegemoetkoming Anw.

Budgettaire ontwikkelingen

De realisatie van de uitgaven komt nagenoeg overeen met de begrote uitgaven.

A5. Rijksbijdrage zwangere zelfstandigen (ZEZ)

De regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ) voorziet in een uitkering aan zelfstandigen voorafgaand aan en volgend op de bevalling (zie ook beleidsartikel 6). Deze regeling wordt gefinancierd via een rijksbijdrage aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Ook de uitkeringen voor zwangere alfahulpen worden via deze rijksbijdrage gefinancierd. In deze rijksbijdrage zijn daarnaast de uitvoeringskosten van het UWV opgenomen.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven zijn € 8,6 miljoen hoger dan begroot. De laatste jaren waren de uitvoeringskosten te laag geschat. Vanaf 2017 wordt € 1 miljoen meer aan uitvoeringskosten betaald. In 2017 is ook € 1 miljoen nabetaald voor de uitvoeringskosten over 2016. Daarnaast is zowel het aantal uitkeringsjaren als de gemiddelde uitkering hoger dan bij begroting is geraamd.

B. Ontvangsten

De ontvangsten zijn het gevolg van afrekeningen over voorgaande jaren van de rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten.

Licence