Base description which applies to whole site

1. Agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (aCBG)

Staat van baten en lasten

Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap aCBG over het jaar 2017 (bedragen x € 1.000)
 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

(1)

Realisatie

(2)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting

(3 = 2–1)

Realisatie 2016

Baten

       

Omzet moederdepartement

225

3.341

3.116

3.209

Omzet overige departementen

612

826

214

700

Omzet derden

41.663

45.151

3.488

44.421

Rentebaten

0

1

1

2

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

210

210

233

         

Totaal baten

42.500

49.529

7.029

48.565

         

Lasten

       

Apparaatskosten

38.250

47.405

9.155

41.442

– Personele kosten

25.500

32.891

7.391

29.390

Waarvan eigen personeel

23.500

26.090

2.590

23.990

Waarvan inhuur externen1

2.000

4.912

2.912

3.929

Waarvan overige personele kosten

0

1.889

1.889

1.471

– Materiële kosten

12.750

14.514

1.764

12.052

Waarvan apparaat ICT

2.500

5.351

2.851

3.495

Waarvan bijdrage aan SSO's

0

0

0

0

Waarvan overige materiële kosten

10.250

9.163

– 1.087

8.557

ZBO College

750

806

56

713

Rentelasten

0

0

0

0

Afschrijvingskosten

3.500

871

– 2.629

1.074

– immaterieel

1.000

74

– 926

188

– materieel

2.500

797

– 1.703

886

Overige lasten

0

41

41

0

– dotaties voorzieningen

0

0

0

0

– bijzondere lasten

0

41

41

0

         

Totaal lasten

42.500

49.123

6.623

43.229

Saldo van baten en lasten

0

406

406

5.336

1

Het begrip inhuur externen in dit overzicht heeft een ruimere definitie dan het begrip van inhuur externen dat gehanteerd wordt voor de berekening van de procentuele norm «maximaal toegestane inhuur externen».

Toelichting op de staat van baten en lasten

Resultaat

Het aCBG heeft over 2017 een positief resultaat behaald van € 0,4 miljoen. De omzet bij Centrale procedures via het European Medicines Agency (EMA) is substantieel hoger uitgevallen dan begroot. Daarnaast is de omzet moederdepartement substantieel hoger uitgevallen dan begroot, mede door een bijdrage Brexit en een bijdrage ten behoeve van ICT-ontwikkelingen. Hoewel ook de kosten hoger zijn uitgevallen dan begroot, is de toename van de kosten achtergebleven bij de toegenomen omzet.

Baten

De omzet moederdepartement bestaat uit een aantal verschillende onderdelen. Het moederdepartement verstrekt een vergoeding voor werkzaamheden van het aCBG als bevoegde instantie. Deze werkzaamheden betreffen het marginaal toetsen van klinische studies inzake geneesmiddelen in die gevallen waarin de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) de eerste beoordelende instantie is. Op verzoek van het Ministerie van VWS voert het aCBG dan de wettelijk verplichte taak van tweede beoordelende instantie uit. Daarnaast verstrekt het moederdepartement een vergoeding voor werkzaamheden inzake nieuwe voedingsmiddelen ad € 0,24 miljoen en een bijdrage aan twee onderzoeksprojecten ad € 0,25 miljoen.

Het aCBG heeft in 2016 een bedrag van € 3 miljoen, overgeheveld uit het resultaat 2015, ontvangen van VWS mede ten behoeve van het oplossen van de problemen op ICT-gebied. Hiervan is € 2,4 miljoen besteed in 2016, en het resterende deel van € 0,4 miljoen heeft aCBG in 2017 besteed aan ICT-uitgaven.

Bij de tweede suppletoire wet is een bedrag toegekend aan het aCBG ad € 1,8 miljoen ten behoeve van ICT investeringen. Het volledige bedrag is besteed in 2017.

Naar aanleiding van het besluit van Groot-Brittannië om uit de Europese Unie te willen stappen verwacht het aCBG dat er in de nabije toekomst veel extra centrale werkzaamheden verricht zullen moeten worden. Doordat de aanloopkosten voor een uitbreiding van de productiecapaciteit hoog zijn heeft het moederdepartement het aCBG een bedrag toegekend van maximaal € 1 miljoen. In 2017 is daarvan € 0,6 miljoen daadwerkelijk besteed. Het resterende bedrag zal worden teruggestort aan het moederdepartement in 2018.

De omzet overige departementen betreft werkzaamheden die door het aCBG op grond van afspraken met het Ministerie van Economische Zaken zijn verricht. Het gaat hierbij om specifieke activiteiten die het Bureau Diergeneesmiddelen van het aCBG verricht op het terrein van veterinaire geneesmiddelen.

Daarnaast heeft het aCBG een aantal beoordelingswerkzaamheden uitgevoerd voor het RIVM.

De post omzet derden bestaat uit jaarvergoedingen en de vergoedingen voor de beoordeling van geneesmiddelen. Jaarvergoedingen bestaan uit vergoedingen voor instandhouding van de inschrijving van een humaan of veterinair farmaceutisch product in het register. Voor het beoordelen van nieuwe geneesmiddelen en het beoordelen van wijzigingen op bestaande geneesmiddelen brengt het aCBG op basis van de Geneesmiddelenwet en de regeling Diergeneesmiddelen daarvoor vastgestelde tarieven in rekening.

De omzet derden is per saldo hoger dan begroot, met name door de hiervoor bij het resultaat al genoemde hogere baten uit centrale procedures voor met name Scientific Advice en Annual Fees vanuit EMA.

De rentebaten hebben betrekking op de rente over deposito’s, rekening-courantsaldi Rijkshoofdboekhouding en betaalde rente door debiteuren met achterstallige betalingen.

Lasten

De personele kosten zijn € 7,39 miljoen hoger dan begroot. Dit is het gevolg van een gestegen aantal medewerkers, zowel intern als extern, benodigd voor de uitvoering van de toegenomen beoordelingswerkzaamheden, alsmede voor extra werkzaamheden in het kader van ICT-ontwikkelingen. Onder de personele kosten zijn tevens de kosten van uitzendkrachten, werving en selectie, scholing, reiskosten en wachtgelden opgenomen.

De materiële kosten zijn per saldo € 1,7 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. De ICT-kosten vallen € 2,85 miljoen hoger uit dan begroot door een inhaalslag op het gebied van ICT. Tegenover een groot deel van deze extra kosten staat een bijdrage van het moederdepartement, zie de eerdere toelichting bij de baten. De materiële kosten hebben betrekking op automatisering, bureaukosten, huur- en servicekosten voor het pand in Utrecht, onderzoek RIVM en de bijdrage aan de subsidie voor de Stichting Lareb (€ 2,9 miljoen).

De afschrijvingskosten blijven als gevolg van de eerder uitgestelde investeringen lager dan begroot.

De directe kosten over het boekjaar 2017 voor Bureau Diergeneesmiddelen bedragen € 2,22 miljoen.

De kosten van het ZBO College bestaan uit een schadeloosstelling, vacatiegelden, vergaderkosten en reis- en verblijfkosten voor de leden van het College.

Balans

Balans per 31 december 2017 van het baten-lasten agentschap aCBG (bedragen x € 1.000)
 

Balans per

Balans per

 

31-12-2017

31-12-2016

Activa

   

Immateriële vaste activa

720

12

Materiële vaste activa

1.994

2.337

Grond en gebouwen

409

545

– Installaties en inventarissen

1.585

1.792

– Overige materiële vaste activa

0

0

Vlottende activa

20.632

22.587

– Voorraden

0

0

– Debiteuren

5.712

4.653

– Overige vorderingen en overlopende activa

1.224

657

– Liquide middelen

13.696

17.277

     

Totaal activa

23.346

24.936

     

Passiva

   

Eigen vermogen

2.646

7.388

– Exploitatiereserve

2.240

2.052

– Onverdeeld resultaat

406

5.336

Voorzieningen

0

0

Leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Kortlopende schulden

20.700

17.548

– Crediteuren

1.871

1.212

– Overige verplichtingen en overlopende passiva

18.829

16.336

     

Totaal passiva

23.346

24.936

Toelichting op de balans

De investering in immateriële vaste activa betreft aanpassingen in het primaire registratiesysteem.

Onderlinge vorderingen/schulden ministeries en agentschappen

Per 31-12-2017 hebben de volgende vorderingen/schulden betrekking op ministeries en agentschappen: debiteuren € 0,12 miljoen (VWS € 0,03 miljoen), overige vorderingen € 0,43 miljoen (VWS € 0,23 miljoen), liquide middelen € 13,7 miljoen, crediteuren € 0,09 miljoen en overige verplichtingen en overlopende passiva € 1,34 miljoen (VWS € 0,40 miljoen).

Debiteuren

De debiteuren worden gewaardeerd tegen nominale waarde, waarbij rekening is gehouden met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid (€ 0,232 miljoen) welke in het saldo is opgenomen.

Het debiteurensaldo is met ruim € 1 miljoen gestegen.

Eigen vermogen

Bij de eerste suppletoire wet heeft er een afroming door het moederdepartement plaats gevonden ter hoogte van € 5,15 miljoen.

Het resultaat over 2017 van € 0,4 miljoen is aan het eigen vermogen toegevoegd. Het eigen vermogen ultimo 2017 komt daarmee op € 2,65 miljoen.

Het maximaal toegestane eigen vermogen ultimo 2017 bedraagt circa € 2,41 miljoen (5% van de gemiddelde omzet over 2015 tot en met 2017). Het teveel aan toegestane eigen vermogen zal uiterlijk bij de eerste suppletoire begroting worden teruggestort.

Overige verplichtingen en overlopende passiva

Het aCBG ontvangt de verschuldigde vergoeding voor aanvragen voordat alle werkzaamheden verricht zijn. Dit leidt tot een onderhandenwerk positie op de balans van € 10,9 miljoen. Het resterende saldo bestaat uit reserveringen voor nog te ontvangen facturen, vakantiegeld en eindejaaruitkering voor het personeel en overige schulden.

Kasstroomoverzicht

Kasstroomoverzicht van het baten-lastenagentschap aCBG 2017 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

1. Rekening-courant RHB 1-1-2017+ stand depositorekeningen

17.070

17.277

207

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

42.500

52.575

10.075

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-)

41.000

49.731

8.731

2. Totaal operationele kasstroom

1.500

2.844

1.344

Totaal investeringen (-/-)

– 1.500

– 1.277

223

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

3. Totaal investeringskasstroom

– 1.500

– 1.277

223

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

– 5.148

– 5.148

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

0

0

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

4. Totaal financieringskasstroom

0

– 5.148

– 5.148

5. Rekening-courant RHB 31-12-2017+ stand depositorekeningen (=1+2+3+4)

17.070

13.696

– 3.374

Toelichting op het kasstroomoverzicht

De liquiditeitspositie is afgenomen ten opzichte van vorig jaar en ten opzichte van de begroting. Dit is met name te danken aan de afroming van het eigen vermogen door het moederdepartement.

Doelmatigheidsindicatoren

Overzicht doelmatigheidsindicatoren van het baten-lastenagentschap aCBG per 31 december 2017
 

2014

2015

2016

2017

Oorspronkelijke begroting 2017

Generiek

         

1. Tarieven/ uur

83

85

78

87

85

2. Omzet per productgroep (bedragen * € 1.000)

         

– Beoordelen van nationale aanvragen

1.922

1.554

1.786

1.771

2.000

– Beoordelen van Europese aanvragen: centraal

7.079

8.769

9.256

9.711

7.300

– Beoordelen van Europese aanvragen: MRP

251

496

740

725

400

– Beoordelen DCP’s

7.448

12.762

9.821

9.824

10.513

– Beoordelen van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen

70

49

62

46

250

– Bureau diergeneesmiddelen

2.819

2.740

2.450

2.297

2.300

– Jaarvergoedingen en bijdragen

18.594

19.414

20.146

20.749

18.900

– Overig

83

83

4.304

4.406

837

Totaal omzet

38.266

45.867

48.565

49.529

42.500

3. Totaal aantal fte (exclusief externe inhuur)

262

288

308

340

290

4. Saldo van baten en lasten (% van de baten)

1,79%

11,11%

11,40%

0,82%

0%

           

Kwaliteitsindicatoren

         

1. Aantal gegronde klachten

27

14

19

13

25

2. Aantal zaken per fte

87

85

68

76

86

Toelichting doelmatigheidsindicatoren

Tarieven per uur

Het gemiddelde uurtarief wordt bijgehouden om de kostenefficiency aan te tonen. Deze indicator is een gemiddelde over alle functies waarbij naar het primaire proces wordt gekeken (exclusief onderzoekskosten). Het aCBG hanteert product tarieven en geen uurtarieven.

Het uurtarief is in 2017 toegenomen ten opzichte van 2016, echter in lijn met de jaren daarvoor.

Omzet per productgroep

De omzet per productgroep geeft inzicht in de samenstelling van de omzet derden van het aCBG. Er is sprake van een structurele verschuiving van beoordelingen op nationaal niveau naar beoordelingen op Europees niveau. De verwachting is dat deze trend zich in de komende jaren zal voortzetten.

Totaal aantal fte

Het totaal aantal fulltime-equivalenten (fte) werkzaam bij het aCBG per 31 december van het jaar, exclusief externe inhuur.

Saldo van baten en lasten (% van de baten)

De ontwikkeling van het procentuele saldo is een weergave van de realisatie, zoals de afgelopen jaren in de jaarrekening gepresenteerd.

Aantal gegronde klachten

Het aantal gegronde klachten wordt bijgehouden om inzicht te krijgen in de geleverde kwaliteit van de productie. In 2017 zijn 14 klachten binnengekomen. Hiervan zijn 13 klachten gegrond verklaard. De klachten betreffen voornamelijk opmerkingen van registratiehouders over het reguliere/primaire proces van het aCBG.

Aantal zaken per fte

Het aantal zaken per fulltime-equivalent wordt bijgehouden om de efficiency van de productie inzichtelijk te maken.

Het aantal zaken per fte is gedaald ten opzichte van het gecorrigeerd aantal zaken per fte 2016. Zowel het aantal zaken als het aantal fte is in 2017 gestegen ten opzichte van 2016, echter is het aantal fte in 2017 relatief meer gestegen.

Licence