Base description which applies to whole site

3. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Staat van baten en lasten

Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap RIVM over het jaar 2017 (bedragen x € 1.000)
 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3 = 2–1)

Realisatie 2016

Baten

       

Omzet moederdepartement

252.600

252.831

231

247.393

Omzet overige departementen

70.000

81.381

11.381

80.471

Omzet derden

27.800

20.179

– 7.621

21.478

Rentebaten

– 

– 

– 

Vrijval voorzieningen

– 

702

702

2.464

Bijzondere baten

– 

– 

– 

 
         

Totaal baten

350.400

355.093

4.693

351.806

         

Lasten

       

Apparaatskosten

346.800

354.816

8.016

340.662

– Personele kosten

137.200

146.353

9.153

133.043

Waarvan eigen personeel

117.700

124.071

6.371

115.333

Waarvan externe inhuur

13.100

15.121

2.021

9.035

Waarvan overige personele kosten

6.400

7.161

761

8.675

– Materiële kosten

209.600

208.463

– 1.137

207.619

Waarvan apparaat ICT

15.000

22.698

7.698

18.036

Waarvan bijdrage aan SSO's

9.700

2.760

– 6.940

5.472

Waarvan overige materiële kosten

184.900

183.005

– 1.895

184.111

Rentelasten

– 

1

1

0

Afschrijvingskosten

3.600

3.135

– 465

2.977

– Immaterieel

– 

3

3

7

– Materieel

3.600

3.132

– 468

2.970

Overige lasten

– 

2.893

2.893

7.956

– Dotaties voorzieningen

– 

2.893

2.893

7.956

– Bijzondere lasten

– 

– 

– 

– 

         

Totaal lasten

350.400

360.845

10.445

351.595

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen

– 

– 5.752

– 5.752

211

Agentschapsdeel Vpb lasten

– 

22

22

38

Resultaat na belastingen

– 

– 5.774

– 5.774

173

Toelichting op de staat van baten en lasten

Resultaat

Over 2017 is een negatief resultaat behaald van € 5,8 miljoen. De belangrijkste elementen die tot dit resultaat hebben geleid zijn:

  • het resultaat uit de normale bedrijfsvoering van per saldo € 0,2 miljoen negatief;

  • een positief resultaat op projecten van € 0,9 miljoen;

  • per saldo mutaties in de voorzieningen van € 2,2 miljoen negatief;

  • het negatieve resultaat uit overige activiteiten binnen het RIVM van € 4,3 miljoen.

Het resultaat overige activiteiten hangt voornamelijk samen met het «bewust» interen op het eigen vermogen door het RIVM en een aantal andere mee- en tegenvallers. Het eigen vermogen is onder andere aangesproken voor de programma’s Vernieuwd Praeventis (€ 1,2 miljoen) en Digitale Document Huishouding (€ 2,5 miljoen).

Het negatieve resultaat na belastingen wordt ten laste van de exploitatiereserve gebracht. Het RIVM stuurt op een sluitende dekking vanuit de normale bedrijfsvoering. Het realiseren van de met de eigenaar afgesproken declarabiliteitsnorm en voldoende dekking voor de laboratoriumactiviteiten is hiervoor een voorwaarde. Het huidige resultaat 2017 uit de normale bedrijfsvoering van € 0,2 miljoen negatief komt vooral voort uit de structurele toename van ICT-kosten. Met opdrachtgevers en eigenaar is het gesprek geopend over het aanpassen van de tarieven op dit punt, aangevuld met (incidentele) eigenaarsbijdragen waarvoor bij voorjaarsnota 2018 een claim is ingediend.

Baten

Omzet moederdepartement

De gerealiseerde omzet moederdepartement omvat de bijdrage van VWS als eigenaar (€ 21,9 miljoen) en de bijdrage van VWS-opdrachtgevers (€ 230,9 miljoen) inclusief de bijdrage voor het rijksvaccinatieprogramma. De gerealiseerde omzet moederdepartement wijkt niet substantieel af van hetgeen dat is begroot voor 2017 en gerealiseerd in 2016. De bijdrage van de eigenaar bestaat voor € 13,1 miljoen uit het Strategisch Programma RIVM en daarnaast enkele specifieke eigenaarsbijdragen voor: huur gerelateerde zaken (€ 2,1 miljoen), organisatie en ontwikkeling (€ 1,0 miljoen), cofinanciering internationale projecten (€ 1,0 miljoen), informatiebeveiliging (€ 2,3 miljoen) en overige exploitatieproblematiek waaronder compensatie voor de stijging van loonkosten door nieuwe cao-afspraken (€ 2,4 miljoen).

Opbrengst overige departementen

In de opbrengst van overige departementen is begrepen:

  • de bijdragen van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (nu Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat), voor de reguliere onderzoeks- en adviesprogramma’s en voor verstrekte additionele opdrachten (€ 58,9 miljoen);

  • de bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken (nu Ministerie van Economische Zaken en Klimaat) eveneens voor het reguliere onderzoeks- en adviesprogramma en voor verstrekte additionele opdrachten (€ 14,0 miljoen);

  • de bijdrage van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het reguliere onderzoeks- en adviesprogramma (€ 4,4 miljoen);

  • de bijdrage van het Ministerie van Defensie voor het reguliere onderzoeks- en adviesprogramma en voor verstrekte additionele opdrachten (€ 1,3 miljoen);

  • de bijdrage van overige departementen (€ 2,8 miljoen).

Binnen de genoemde bedragen aan omzet overige departementen is een bedrag van circa € 10,4 miljoen gerelateerd aan diensten verricht door SSC-Campus voor onder andere KNMI, CPB en PBL. De gerealiseerde omzet overige departementen is € 11,4 miljoen hoger dan geraamd, voornamelijk door een hogere omzet vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (€ 8,0 miljoen). In de begroting was rekening gehouden met de omvorming van de ANVS tot ZBO per 1 januari 2017 (is 1 augustus geworden). De omzet overige departementen ligt circa € 0,8 miljoen lager dan de gerealiseerde omzet 2016. Hiervoor is geen specifieke oorzaak anders dan dat in alle programma’s de activiteiten zijn teruggelopen (mogelijk ook door de beleidsarme periode van de kabinetsformatie).

Omzet derden

Naast werkzaamheden in opdracht van de primaire opdrachtgevers en overige departementen worden projecten en werkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van derden:

  • projecten voor en gefinancierd door andere nationale en internationale opdrachtgevers zoals de EU en de WHO (gezamenlijk € 7,6 miljoen);

  • vaccinaties ten behoeve van de Centrale Registratie Entingen Asielzoekers (€ 1,1 miljoen);

  • overige projecten uitgevoerd voor derden (€ 11,5 miljoen).

De omzet derden valt lager uit dan begroot, doordat de omzet ANVS in 2017 is toegerekend aan de omzet overige departementen (zie ook toelichting daar).

Vrijval voorzieningen

De vrijval uit hoofde van voorzieningen is niet begroot in verband met het incidentele karakter van de betreffende posten. Voor de toelichting op vrijval voorzieningen wordt verwezen naar de verloopstaat voorzieningen onder de toelichting op de balans.

Lasten

Personele kosten

De personele kosten (€ 146,4 miljoen) komen in 2017 € 9,2 miljoen hoger uit dan opgenomen in de begroting, vooral door de toename van kosten voor eigen personeel. Naast de stijging van 1,4% in de CAO, is sprake van een toename van het aantal werkzame fte (van 1.554 naar 1.615 fte) binnen het RIVM. De toename in fte is deels voorzien in de begroting en hangt samen met de ontwikkeling op verschillende kennisgebieden zoals ICT, nanotechnologie en internationaal. De kosten voor inhuur van externen liggen boven verwachting (circa € 2,0 miljoen meer dan begroot) en zijn € 6,1 miljoen hoger dan in 2016. Vooral de inhuur van ICT gerelateerd personeel is sterk toegenomen, mede als gevolg van de toename van de ICT activiteiten en de inspanningen op het gebied van informatiebeveiliging. Het percentage externe inhuur komt uit op 10,9% van de totale loonkosten. De overige personele kosten zijn gedaald ten opzichte van 2016, toen werd meer ingeleend van andere overheidsorganisaties.

Materiële kosten

De materiële kosten van € 208,5 miljoen liggen in lijn met het kostenniveau van 2016 en de begroting 2017. Binnen de materiële kosten zijn de kosten voor ICT toegenomen door de toename van ICT gerelateerde activiteiten zoals de informatiebeveiliging en het ICT intensiever geworden werkveld van het RIVM. Het aandeel SSO’s waar diensten van worden afgenomen is gedaald doordat meer gebouw gebonden diensten worden afgenomen van niet SSO’s, waaronder de terreineigenaar in Bilthoven.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten van € 3,1 miljoen liggen in lijn met de realisatie 2016. Afschrijvingskosten vallen lager uit dan begroot doordat investeringen later zijn gepleegd dan voorzien was.

Dotaties voorzieningen

De dotatie voorzieningen heeft betrekking op aangegane en herberekende verplichtingen voor (voormalige) werknemers (€ 1,8 miljoen) en een dotatie voor ingeschatte toekomstige verliezen op projecten (€ 1,1 miljoen). De dotaties aan de voorzieningen zijn niet begroot. Zie voor het verloop van de voorzieningen de toelichting onder de balans per 31 december 2017.

Balans

Balans van het baten-lastenagentschap RIVM per 31 december 2017 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 31-12-2017

Balans 31-12-2016

Activa

   

Immateriële vaste activa

35

2

Materiële vaste activa

7.247

4.263

– Grond en gebouwen

– 

– 

– Installaties en inventarissen

114

181

– Overige materiële vaste activa

7.133

4.082

Vlottende activa

94.004

101.701

– Voorraden en onderhanden projecten

26.298

24.220

– Debiteuren

7.449

8.962

– Overige vorderingen en overlopende activa

20.606

18.801

– Liquide middelen

39.651

49.718

Totaal activa

101.286

105.966

     

Passiva

   

Eigen vermogen

8.922

14.696

– Exploitatiereserve

14.696

14.523

– Onverdeeld resultaat

– 5.774

173

Voorzieningen

12.001

12.439

Langlopende schulden

– 

– 

– Leningen bij het Ministerie van Financiën

– 

– 

Kortlopende schulden

80.363

78.831

– Crediteuren

3.854

1.491

– Overige verplichtingen en overlopende passiva

76.509

77.340

Totaal passiva

101.286

105.966

Toelichting op de balans

Activa

Voorraden en onderhanden projecten

De voorraden in bovenstaande opstelling betreffen voornamelijk de voorraad vaccins binnen RIVM ten behoeve van het Rijksvaccinatieprogramma (€ 25,3 miljoen). Ten opzichte van 2016 zijn de voorraden met € 2,1 miljoen gestegen. De voorraadpositie per balansdatum is een momentopname en afhankelijk van zowel verbruik als levering van vaccins.

Debiteuren

De daling van de debiteurenpositie van € 1,5 miljoen is vooral te relateren aan de mutatie in openstaande rekeningen gericht aan Rijksopdrachtgevers, waarvan het Ministerie van IenM de grootste is.

De overige vorderingen en overlopende activa bestaan grotendeels uit vooruitbetaalde kosten en onderhanden projecten.

Liquide middelen

Zie voor analyse van de liquide middelen het kasstroomoverzicht 2017.

Per 31-12-2017 hebben de volgende vorderingen betrekking op het moederdepartement, andere ministeries (inclusief agentschappen) en derden:

  • Debiteuren: € 0,1 miljoen moederdepartement, € 2,9 miljoen overige departementen en € 4,5 miljoen derden.

  • Nog te ontvangen posten: € 8,0 miljoen moederdepartement, € 3,1 miljoen overige departementen en € 9,5 miljoen derden.

  • Liquide middelen: n.v.t.

Passiva

Eigen vermogen

Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:

Eigen vermogen per 31-12-2017 (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2017

31-12-2016

Exploitatiereserve

14.696

14.523

Onverdeeld resultaat

– 5.774

173

Totaal

8.922

14.696

Het resultaat 2017 van € 5,8 miljoen negatief bevat het saldo van baten en lasten over het exploitatiejaar 2017. Dit saldo wordt onttrokken aan de exploitatiereserve. Op basis van de gemiddelde omzet van het RIVM over de afgelopen 3 jaar bedraagt het maximaal toegestane eigen vermogen € 17,3 miljoen. Het RIVM heeft daarmee per ultimo 2017 een lager eigen vermogen dan maximaal toegestaan.

Voorzieningen

Het verloop van de post voorzieningen is als volgt:

Verloopstaat voorzieningen (bedragen x € 1.000)
 

Personeel

Reorganisatie

Projecten

Herstelkosten

Totaal

Stand voorzieningen per 31-12-2016

1.148

780

4.789

5.722

12.439

Kortlopende schuld

650

– 

– 

– 

650

Totaalstand per 31-12-2016

1.798

780

4.789

5.722

13.089

           

Dotatie t.l.v. exploitatie

1.769

– 

1.124

– 

2.893

Onttrekkingen

– 625

– 

– 1.421

– 

– 2.046

Vrijval

– 115

– 87

– 500

– 

– 702

Mutaties

1.029

– 

– 797

– 

145

           

Totaalstand per 31-12-2017

2.827

693

3.992

5.722

13.234

Waarvan verantwoord onder overlopende passiva

1.235

– 

– 

– 

1.235

Stand voorzieningen per 31-12-2017

1.592

693

3.992

5.722

11.999

  • De voorziening voor personeel omvat de toekomstige verplichtingen als gevolg van rechten (zoals WW, wachtgelden, pensioentoelagen) op balansdatum van voormalige werknemers.

  • De voorziening voor reorganisatiekosten betreft het voorziene bedrag vanwege de kosten voor overdracht van pensioenrechten van overgenomen medewerkers in 2008 van de voormalige ent-administraties. Vanwege de ontoereikende dekkingsgraad van de betrokken pensioenfondsen heeft tot op heden geen overdracht en afrekening kunnen plaatsvinden. Wel heeft in 2016 en 2017 een herijking plaatsgevonden van de voorziening. Op basis van ontvangen informatie van ABP en rekening houdend met medewerkers die geen pensioen meer opbouwen bij ABP is de voorziening naar beneden bijgesteld.

  • De voorziening ten behoeve van projecten betreft het bedrag aan voorziene tekorten op in uitvoering zijnde projecten.

  • Tot slot is de voorziening voor herstelkosten ongewijzigd opgenomen in de jaarrekening 2017. De voorziening hangt samen met de verplichting om bij het verlaten van het terrein en de gebouwen te Bilthoven, de huisvesting in oorspronkelijke staat en bezemschoon op te leveren.

Kortlopende schulden

Onder de overlopende passiva is een bedrag van € 1,2 miljoen opgenomen voor het kortlopende deel van de in totaal € 13,2 miljoen aan voorzieningen.

De kortlopende schulden muteren per saldo nauwelijks. De crediteuren die in 2016 historisch laag waren zijn in 2017 gestegen naar € 3,9 miljoen (zonder specifieke reden). Daarnaast is er voor circa € 6,2 miljoen minder aan project/programma gerelateerde vooruitontvangen termijnen. Belangrijkste oorzaak is dat het RIVM in 2017 circa € 5,2 miljoen aan vooruitontvangen bedragen heeft terugbetaald aan de eigenaar.

De overlopende passiva zijn met € 5,6 miljoen gestegen, onder andere door het ophogen van de rechten van medewerkers op verlof (€ 1,0 miljoen) en verrichte prestaties door leveranciers waar nog geen factuur voor is ontvangen op balansdatum (€ 4,3 miljoen).

Per 31-12-2017 hebben de volgende schulden betrekking op het moederdepartement, andere ministeries (inclusief agentschappen) en derden:

  • Crediteuren: € 0,1 miljoen overige departementen en € 3,8 miljoen derden.

  • Nog te betalen posten: € 26,1 miljoen moederdepartement, € 7,2 miljoen overige departementen en € 43,2 miljoen derden.

Kasstroomoverzicht

Kasstroomoverzicht van het baten- lastenagentschap RIVM over 2017 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil

(3) = (2)-(1)

1. Rekening-courant RHB 1–1–2017 + stand depositorekeningen

57.226

49.718

– 7.508

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

350.400

354.392

3.992

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 347.211

– 358.306

– 11.085

2. Totaal operationele kasstroom

3.179

– 3.915

– 7.094

Totaal investeringen (-/-)

– 3.600

– 6.152

– 2.552

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

– 

– 

– 

3. Totaal investeringsstroom

– 3.600

– 6.152

– 2.552

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

– 

– 

– 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

– 

– 

– 

Aflossing op leningen (-/-)

– 

– 

– 

Beroep op leenfaciliteit (+)

– 

– 

– 

4. Totaal financieringskasstroom

– 

– 

– 

5. Rekening-courant RHB 31-12-2017 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 miljoen.

56.805

39.651

– 17.154

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Opgenomen zijn de standen van de rekeningcourant met de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën.

Operationele kasstroom:

De operationele kasstroom wordt in basis verklaard door het negatieve resultaat 2017 van € 5,8 miljoen. Gecorrigeerd voor afschrijvingen en de mutatie van de voorzieningen, stijgt de operationele kasstroom met € 2,7 miljoen tot € 3,1 miljoen negatief. Daarnaast is er sprake van een mutatie van het werkkapitaal van € 0,8 miljoen waarmee de operationele kasstroom uitkomt op € 3,9 miljoen negatief. De operationele kasstroom bestaat voor € 354,4 miljoen uit ontvangsten en € 358,3 miljoen uit uitgaven.

Investeringskasstroom:

De investeringen van € 6,2 miljoen zijn ongeveer twee maal zo hoog als de investeringen opgenomen in de begroting. Het gaat hierbij vooral om investeringen op het gebied van ICT door toename van ICT activiteiten en investeringen ten behoeve van informatiebeveiliging.

Financieringskasstroom:

In 2017 hebben zich geen eenmalige stortingen of uitkeringen van of naar het moederdepartement voorgedaan. Er is in 2017 (conform voorgaande jaren) geen gebruik gemaakt van de leenfaciliteit. De gedane investeringen zijn betaald uit eigen beschikbare liquide middelen.

Doelmatigheidsindicatoren

Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2017 van de baten-lastendagentschap RIVM
         

Vastgestelde begroting

 

2014

2015

2016

2017

2017

Generiek

         

1. Tarieven/uur

         

– Gewogen uurtarief in €

98,5

104,25

105,37

105,37

105,00

– Ontwikkeling uurtarief (2015 = 100)

94,5

100

101,07

100,00

100,00

2. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)

1.380

1.487

1.554

1.615

1.618

3. Saldo van baten en lasten (% van de baten)

– 0,2%

1,7%

0,0%

– 1,6%

0,0%

           

Specifiek

         

1. Liquiditeit (current ratio; norm: >1,5)

1,3

1,2

1,3

1,2

1,2

2. Solvabiliteit (debt ratio)

0,8

0,9

0,9

0,9

0,9

3. Rentabiliteit eigen vermogen

– 10,2%

34,8%

1,2%

– 48,9%

0,0%

4. Percentage externe inhuur t.o.v. totale personele kosten

13,5%

8,1%

7,3%

10,9%

9,0%

5. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen

94,9%

93,4%

93,4%

94,2%

95,0%

6. Declarabiliteit % primair proces

63,4%

63,7%

64,2%

64,8%

65,0%

7. Fte overhead als % totaal aantal fte

19,3%

17,3%

16,8%

17,7%

20,0%

8. Ziekteverzuim

3,3%

3,4%

4,0%

4,1%

4,0%

9. % F-gesprekken gevoerd

76,2%

66,2%

72,0%

81,7%

80,0%

Toelichting doelmatigheidsindicatoren

Tarieven/uur

De uurtarieven worden jaarlijks vastgesteld door de eigenaar. Per 1 januari 2015 is het kostprijsmodel van het RIVM met goedkeuring van de eigenaar herzien. Dit heeft geleid tot aanpassing van de samenstelling van de uurtarieven. Hierbij is een onderscheid gemaakt naar een regulier uurtarief van toepassing voor alle medewerkers van het RIVM en een Basisfinanciering voor de Essentiële Infrastructuur van het RIVM (BEI). Door herijking van het tarief, dat voor 2015 was gesplitst in een basisuurtarief en een labuurtarief, zijn tarieven over de jaren heen niet één op één te vergelijken. Voor 2017 is in het Opdrachtgevers-Eigenaar-Beraad (2016) besloten om de tarieven 2017 niet te indexeren gezien de positieve resultaten van 2015.

Aantal fte totaal (exclusief inhuur externen)

De omvang van de personele bezetting per 31-12-2017 bedraagt 1.615 fte (inclusief AIO). Zie voor verklaring op dit punt de toelichting onder de lasten.

Saldo van baten en lasten (% van de baten)

De ontwikkeling van het procentuele saldo is een weergave van de realisatie zoals de afgelopen jaren in de jaarrekening gepresenteerd.

Liquiditeit/Solvabiliteit/Rentabiliteit

Voor wat betreft de doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren liquiditeit, solvabiliteit en de rentabiliteit van het eigen vermogen. De current ratio geeft aan in hoeverre de kortlopende schulden kunnen worden voldaan vanuit de kortlopende activa. Een waarde van boven de 1 wordt over het algemeen als gezond gekenmerkt. Het RIVM voldoet hieraan met een waarde van 1,2. De daling van het eigen vermogen in combinatie met een daling van het balanstotaal maakt dat het de debtratio t.o.v. 2016 niet substantieel wijzigt. De rentabiliteit van – 48,9% op het eigen vermogen is het gevolg van het negatieve resultaat dat in 2017 is gerealiseerd.

Percentage inhuur externen ten opzichte van de totale personele kosten

De totale inhuur externen bedroeg in 2017 € 15,1 miljoen, dit ligt hoger dan het niveau van 2016 (€ 9,0 miljoen). Vooral de inhuur van ICT gerelateerd personeel is sterk toegenomen, mede als gevolg van de toename van ICT activiteiten en de inspanningen op het gebied van informatiebeveiliging. Het inhuurpercentage over 2017 komt uit op 10,9%. In 2016 bedroeg het percentage 7,3%. De norm uit de begroting is 9,0%.

Percentage facturen betaald binnen 30 dagen

Het percentage facturen dat in 2017 is betaald binnen 30 dagen bedraagt 94,2% en ligt daarmee onder de norm/begroting van 95%. Het percentage is iets hoger dan in 2016.

Declarabiliteit % primair proces

De declarabiliteitsnorm van 65% is nagenoeg gehaald en ligt boven de realisaties van afgelopen jaren. Dit komt mede doordat t.o.v. 2016 meer medewerkers van het RIVM zijn gaan tijdschrijven en door het verkleinen van de werkvoorraad op de balans.

Fte overhead als % totaal aantal fte

Het percentage overhead uitgedrukt in fte is in 2017 gestegen van 16,8% in 2016 naar 17,7% in 2017. Daarmee ligt het percentage overhead wel ruim onder de intern gestelde norm van 20%. Dit komt doordat de afgelopen jaren het primair proces van het RIVM harder is gegroeid dan de bedrijfsvoering (onder andere door het aannemen van AIO’s).

Ziekteverzuim

Het % ziekteverzuim is in 2017 gestegen tot 4,1% en ligt daarmee boven de Verbaannorm van 4,0%. Het stijgende ziekteverzuim is een zorgpunt en heeft de volle aandacht van het management.

% F-gesprekken gevoerd

Het percentage F-gesprekken (gestarte en afgeronde gesprekscyclussen met medewerkers) dat is gevoerd in 2017 komt uit op 81,7% en ligt daarmee boven de norm/begroting van 80%.

Licence