A Algemene doelstelling
De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.
De Grondwet en de Comptabiliteitswet 2001 vormen het wettelijke kader voor het onderzoek van de Algemene Rekenkamer.
De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in de Grondwet (artikel 76 en artikel 105.3) en in de Comptabiliteitswet 2001. Hierin ligt enerzijds de basis van de klassieke wettelijke taak om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële basis, die de ruimte om in vrijheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.
De Algemene Rekenkamer heeft daarmee een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Zij dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.
Twee keer per jaar actualiseert en publiceert de Algemene Rekenkamer haar lopende onderzoeksagenda. De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een Minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke onderzoeken zij openbaar maakt.
De Algemene Rekenkamer doet onderzoek bij de rijksoverheid, bij zelfstandige organisaties die met publiek geld een publieke taak uitvoeren en bij particulieren, bedrijven en overheden die Europese subsidies ontvangen. Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland.
B Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer bestaan afspraken (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie2.
C Beleidsconclusies
Strategie en onderzoeksprogramma’s
Op grond van de strategie «Inzicht als basis voor vertrouwen» kiest de Algemene Rekenkamer er nadrukkelijk voor publiek geld scherp te volgen. Daarbij ligt de focus op terreinen waar de functie van de Rekenkamer de meeste toegevoegde waarde heeft.
Dit heeft de laatste jaren geresulteerd in twee Rekenkamerbrede regieprogramma’s en drie thematische programma’s, namelijk:
-
– Doorontwikkeling Verantwoordingsonderzoek; «Uitbouwen moderne en adequate verantwoording»
-
– DOEN; «Investeren in methoden & technieken»
-
– Premiesectoren Zorg en Sociale Zekerheid (ZSZ)
-
– Toekomstbestendige Overheidsfinanciën (TOF)
-
– Ontvangsten ontcijferd
De programma’s «Ontvangsten», «Toekomstbestendige overheidsfinanciën» en «DOEN» zijn in 2018 geëvalueerd. Besloten is dat deze programma’s voorlopig doorlopen, de inbedding ervan binnen lopend onderzoek wordt geborgd en dat er voorstellen voor nieuwe onderzoeksprogramma’s worden geformuleerd.
Organisatieverandering
In 2018 is aansluitend op de reorganisatie in 2017 gewerkt aan een verdere organisatievernieuwing, met een cultuur en gedrag passend bij een moderne organisatie. In 2018 zijn diverse initiatieven genomen, zowel binnen de directies als Rekenkamerbreed om beter in verbinding te staan met onze omgeving, meer in gesprek te zijn met elkaar en meer helderheid en duidelijkheid te creëren in onze interne werkafspraken en regels. Tevens is er gewerkt aan verdere professionalisering van de ondersteunende functies (staf) en is er in 2018 geïnvesteerd in kwaliteit en innovatie. Zo is er geïnvesteerd in expertise op het terrein van beeld- en data-analyse en op het terrein van de overheidsfinanciën.
Beleidsdoelen
Door de reorganisatie in 2017 en de aanzienlijke gevolgen van de personeelsreductie en onderzoekscapaciteit was 2018 een transitiejaar. Tegen deze achtergrond is de Algemene Rekenkamer er grotendeels in geslaagd haar beleidsdoelen voor 2018 te realiseren. In 2018 heeft de Algemene Rekenkamer in totaal 58 publicaties opgeleverd3:
-
• 36 rapporten waarvan 21 verantwoordingsonderzoeken;
-
• 1 update van een webdossier
-
• 21 brieven aan de Tweede Kamer, waarvan 13 brieven aan de Tweede Kamer met aandachtspunten bij de begroting 2018 (Begrotingsbrieven).
Verder is de toetsing van de kwaliteit van het onderzoek geïntensiveerd, onder andere door meer externe toetsing van onderzoeken. Ook is een peer review door buitenlandse rekenkamers in voorbereiding genomen. Voorts is de beheersing van de planning en doorlooptijd van projecten verbeterd. De formatie-opbouw voor de komende jaren is op hoofdlijnen vastgesteld en de P&C-cyclus is verder ontwikkeld. Ook is een organisatieontwikkelingstraject in gang gezet voor het realiseren van meer «wendbaarheid», «zakelijkheid» en «kwaliteit» in de praktijk.
D Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2018 | 2018 | ||
Art.nr | Verplichtingen: | 29.947 | 28.531 | 29.159 | 28.555 | 31.088 | 28.541 | 2.547 |
Uitgaven: | 30.028 | 28.714 | 28.868 | 28.576 | 30.574 | 28.541 | 2.033 | |
2.1 | Recht- en doelmatigheidsbevordering | 30.028 | 28.714 | 28.868 | 28.576 | 30.574 | 28.541 | 2.033 |
Ontvangsten: | 977 | 1.137 | 802 | 1.153 | 1.592 | 1.217 | 375 |
E Toelichting op de financiële instrumenten
Uitgaven
2.1 Recht- en doelmatigheidsbevordering
De oorspronkelijke begroting 2018 bedroeg € 28,5 mln. Bij eerste- en tweede suppletoire begroting 2018 is extra budget toegevoegd voor reorganisatiekosten in 2018. Daarnaast is de loon- en prijsbijstelling toegevoegd. De stand na de 2e suppletoire begroting bedroeg € 31,1 mln.
Het begrotingsartikel van de Algemene Rekenkamer bevat alleen apparaatsuitgaven. In de volgende tabel zijn deze gespecificeerd.
Apparaat | 2018 |
---|---|
Personeel | |
Eigen personeel | 23.054 |
Externe inhuur1 | 3.158 |
Overig personeel | |
Materieel | |
Materieel | 4.362 |
Totaal apparaat | 30.574 |
De financiële onderuitputting van € 684.000 is vooral het gevolg van de hiervoor genoemde personele onderbezetting in 2018 (ca. 4 à 5 fte). Verder komen middelen voor een aantal aan huisvesting gerelateerde posten pas in 2019 tot besteding.
Door de forse uitstroom van medewerkers tijdens de reorganisatie (ook doorwerkend naar 2018) is er bij de start van het jaar sprake geweest van een aanzienlijke onderbezetting.
Deze onderbezetting is door forse wervingsinspanningen tijdens het jaar (instroom van meer dan 50 medewerkers) gedeeltelijk ingelopen. De werving van grote aantallen medewerkers kost echter tijd, terwijl ook het absorptievermogen van de organisatie begrensd is. De onderbezetting is deels gecompenseerd door externe inhuur van medewerkers. In de loop van 2018 zijn de wervingsinspanningen verder geïntensiveerd.
Ontvangsten
De ontvangstenbegroting voor 2018 bedroeg € 1.217.000. De gerealiseerde ontvangsten waren € 375.000 hoger dan begroot. Dit kwam vooral door het realiseren van meer ontvangsten voor internationale projecten en voor de detachering van medewerkers.