M&O
Het bestrijden van M&O vraagt om goede rechtshandhaving, waar het tegengaan van fraude bij de uitvoering van fiscale wet- en regelgeving en de toeslagenregelingen integraal deel van uitmaakt. Voor het heffen en innen van belastingen en het betalen van toeslagen is de Belastingdienst afhankelijk van gegevens die belastingplichtigen en toeslaggerechtigden zelf verstrekken en van beschikbare contra-informatie. De uitvoerings- en toezichtstrategie van de Belastingdienst is beschreven in de Handhavingsbrief Belastingdienst 2018.115 In de situatie waarin het personeelsbestand nog niet op het gewenste peil is, moeten er keuzes worden gemaakt in het toezicht. Voor de uitkomsten van het gevoerde M&O-beleid in 2018 wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting in hoofdstuk 4, beleidsartikel 1 Belastingen, paragraaf F2 van dit jaarverslag. Daarnaast is tussentijds aan de Tweede Kamer gerapporteerd in onder meer de 21e 116 en 22e 117 halfjaarsrapportage Belastingdienst.
Grote lopende ICT-projecten
Bij de Belastingdienst loopt een aantal grote ICT-projecten waarover in het Rijksdashboard door BZK wordt gerapporteerd. Voor 2018 geldt dat een aantal ICT-projecten, zoals schenk- en erfbelasting, btw op grensoverschrijdende diensten, de invoering van MRB-toeslag op oude vervuilde dieselauto’s en stroomlijning van de invorderingsregelgeving voor belastingen en toeslagen, niet overeenkomstig planning zijn verlopen. Hieronder worden deze projecten verder toegelicht. Het niet tijdig realiseren van de (mijlpalen van) deze grote projecten wordt onder meer veroorzaakt doordat er een kwantitatieve en kwalitatieve mismatch bestaat tussen gevraagde en beschikbare resources en omdat deze projecten in belangrijke mate afhankelijk zijn van de tijdige oplevering van (generieke) ICT-voorzieningen door andere grote projecten.
Schenk- en erfbelasting
In 2017 is melding gemaakt van ernstige vertraging in de ontwikkeling van de nieuwe automatisering bij de schenk- en erfbelasting. Dit zorgde ook voor vertraging in de (definitieve) aanslagoplegging. Op 31 januari 2018 heeft de Staatssecretaris de Tweede Kamer hierover uitvoerig geïnformeerd.118 De Belastingdienst heeft het afgelopen jaar veel stappen gezet om het proces van de schenk- en erfbelasting weer op orde te brengen. Het gaat onder meer om de inzet van extra capaciteit voor zowel de bouw van systemen als het inlopen van de vertraging in de aanslagoplegging, het met voorrang behandelen van burgers die ernstige hinder ondervinden van de vertraging bij de erfbelasting (knelgevallenregeling) en het aanscherpen van het uitnodigingenproces en het verduidelijken van de communicatie met de burger. De Staatssecretaris heeft de Tweede Kamer opnieuw via de halfjaarsrapportage119 en bij brief van 29 november 2018120 en 13 februari 2019121 geïnformeerd over het inlopen van de vertraging in het opleggen van aanslagen schenk- en erfbelasting.
Btw op grensoverschrijdende digitale diensten
De btw-regels voor ondernemers die diensten verlenen aan particulieren in andere lidstaten op het gebied van elektronische dienstverlening, telecommunicatie en/of radio- en televisie-uitzendingen zijn vanaf 1 januari 2015 gewijzigd. De ondernemers moeten sindsdien de in rekening gebrachte btw aangeven en afdragen in de lidstaat waar de afnemer gevestigd is. De ondernemer kan hierbij gebruik maken van de regeling MOSS, zodat hij niet in iedere lidstaat afzonderlijke aangiften en betalingen hoeft te doen. Bij de bouw van het MOSS-systeem heeft de Belastingdienst, vanwege de urgentie en de snelle ingangsdatum van de wetgeving, een minimale variant van de benodigde applicaties ingevoerd.
De Belastingdienst past het systeem nu aan, om per 1 januari 2021 te kunnen voorzien in de beoogde uitbreiding van het MOSS-regime voor goederentransacties en overige diensten. Daarnaast kijkt de dienst in een apart project welke voorzieningen in het toezicht nodig zijn voor een robuuste handhaving van nieuwe regelgeving. Dit naar aanleiding van de aanbeveling van de AR in het rapport «Btw op grensoverschrijdende digitale diensten» van 28 november 2018122 om het toezicht en de handhaving op de naleving van btw-verplichtingen te versterken.
Invoering MRB-toeslag op oude vervuilende dieselauto’s
De MRB-toeslag op oude vervuilende dieselauto’s zou per 1 januari 2019 ingaan. Dit is vertraagd doordat het daarvoor te ontwikkelen MRB-systeem in samenhang met andere systemen (met name het invorderingssysteem) complexer bleek dan vooraf was ingeschat. Bij de fiscale vergroeningsmaatregelen 2019 is besloten dat er een nieuwe datum komt waarop de maatregel ingaat, te bepalen bij Koninklijk Besluit (KB). De aanpak van de MRB-toeslag is erop gericht deze op 1 januari 2020 te implementeren.
Stroomlijning van de invorderingsregelgeving voor belastingen en toeslagen
In de Fiscale vereenvoudigingswet 2017 is opgenomen dat Belastingdienst de regimes voor invordering van belastingen en toeslagen heeft gestroomlijnd per 1 januari 2019. Deze planning bleek niet haalbaar doordat de vervanging van het huidige invorderingssysteem (Enterprise Tax Management, ETM) vertraagd is. Dit zorgt ook voor vertraging bij de invoering van de Wet vereenvoudiging belastingvrije voet, die per 1 januari 2019 was voorzien. De Belastingdienst kan de stroomlijning van de invorderingsregelgeving voor belastingen en toeslagen op zijn vroegst na 2021 realiseren.
Kwaliteit en kwantiteit van de financiële functie
In 2018 is een recordaantal financial trainees geworven voor de financiële functie van het Rijk. Daarnaast is gestart om de belangrijkste financiële opleidingen van de Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering te moderniseren en nieuwe opleidingen te ontwikkelen op het terrein van onder andere data-analyse.
De ADR is in 2018 gevraagd onderzoek te doen naar de financiële functie. Het onderzoek bevat naast kwantitatieve gegevens (fte’s naar organisaties en taakgebieden) ook kwalitatieve gegevens over de financiële functie. Het onderzoeksrapport zal een beschrijving bevatten van de inrichting en de taakinvulling van de financiële functie bij alle departementen, met als doel inzicht te verkrijgen in de wijze van invulling van de FEZ-verantwoordelijkheden, de motivatie achter de gemaakte keuzes om die verantwoordelijkheid waar te kunnen maken en als gevolg daarvan de slagkracht van de financiële functie. Deze inzichten worden gebruikt om gesprekken over de inrichting en taakinvulling binnen en tussen departementen te faciliteren, zowel in de huidige situatie als in toekomstige situaties. De verwachting is dat de ADR in de zomer van 2019 dit beschrijvend onderzoek afrondt.
Audit Committee (AC)
Het AC is in 2018 drie keer bijeengekomen. Belangrijke thema’s in 2018 waren onder andere het risicomanagement (zowel het kader als de operationalisering ervan in de departementale P&C-cyclus), de voortgang en aanpak van de onvolkomenheden en bevindingen die zijn voortgekomen uit de controle van de AR en ADR over 2017 en een aantal meer strategische beleidsonderwerpen (waaronder de gevolgen van de Brexit). Daarnaast hebben de producten van de P&C-cyclus een vaste plek op de agenda gekregen. Het AC heeft óók in 2018 een substantieel deel van zijn tijd besteed aan de Belastingdienst.
Met de nieuwe opzet van het AC in 2017 is in 2018 vooral ruimte gegeven voor de inbreng van de externe leden. Tevens is de deelname van de ambtelijke top aan het AC verruimd tot alle leden van de Bestuursraad, vooral in relatie tot de permanente agendering van het onderwerp risicomanagement.