Base description which applies to whole site

6.1 Uitzonderingsrapportage

a. Rechtmatigheid

Op basis van de beschikbare informatie bevatten:

  • de departementale verantwoordingsstaten over 2018 met de toelichtingen daarbij en

  • de departementale saldibalansen per 31 december 2018 met de toelichtingen daarbij geen zodanige onrechtmatigheden en/of onzekerheden, dat deze op grond van de rapporteringstoleranties of vanwege in het bijzonder te signaleren risico’s vermeld dienen te worden, behoudens het onderstaande.

Overzicht overschrijdingen rapporteringstoleranties fouten en onzekerheden Ministerie van Financiën (IXB) (bedragen x € 1.000)

Rapporteringstolerantie

Verantwoord bedrag

Rapporteringstolerantie voor fouten en onzekerheden

Bedrag aan fouten

Bedrag aan onzekerheden

Bedrag aan fouten en onzekerheden

Percentage aan fouten en onzekerheden t.o.v. verantwoord bedrag

Totaal artikelen verplichtingen

1.878.990

162.166

374.005

12.161

386.166

20,55%

Artikel 1 verplichtingen

3.347.387

162.166

356.457

12.020

368.477

11,01%

Artikel 4 ontvangsten en uitgaven

507.460

25.373

145.361

0

145.361

28,64%

Toelichting op de verplichtingen in de tabel

a.1 Naleving van de wet- en regelgeving bij het aangaan van verplichtingen

Verplichtingmutaties na de tweede suppletoire begrotingswet mogen niet beleidsmatig van aard zijn. Is dit wel het geval, dan dient dit bij veegbrief voor het kerstreces te worden gemeld aan beide Kamers. Bij het opstellen van de departementale verantwoording is gebleken dat het verplichtingenkader op beleidsartikel 1 Belastingen met ca. € 156 mln. aan beleidsmutaties is overschreden. Dit is alsnog begin 2019 aan de Eerste en Tweede Kamer gemeld.111

a.2 Naleving van de Europese aanbestedingsregels

Binnen het Ministerie van Financiën wordt gewerkt met een zogenaamde «waiverprocedure». Het doel van deze procedure is dat wordt aangegeven op welke wijze het departement omgaat met afwijkingen van de Europese aanbestedingsregels en dat de besluiten eenduidig, transparant en gemotiveerd worden genomen en verantwoord.

Op beleidsartikel 1 Belastingen is ten aanzien van de naleving van de aanbestedingsregels voor ca. € 106 mln. aan fouten en onzekerheden geconstateerd. Voor het grootste deel (ca. € 82 mln.) is de waiverprocedure toegepast.

a.3 Naleving van verscherpt toezicht (VT)

De Minister van Financiën heeft in 2016 de Belastingdienst onder VT geplaatst. Over 2018 is gebleken dat de Belastingdienst een tweetal raamcontracten ter waarde van ca. € 106 mln. is aangegaan, zonder dat deze in het VT zijn betrokken. De twee contracten zijn via de procedure «Verplichtingen buiten het VT om aangegaan» begin 2019 alsnog aangemeld en goedgekeurd.

Toelichting op de ontvangsten en uitgaven in de tabel

a.4 IDA

Eind 2018 is een betaling aan de IDA gedaan van € 145,4 mln., welke gepland stond voor begin 2019. De verplichting voor deze betaling is in 2017 geautoriseerd door de Kamer. Het gevolg hiervan is dat het begrotingsbedrag op beleidsartikel 4 Internationale financiële betrekkingen met € 146,6 mln. is overschreden, evenals de rapporteringstolerantie. Het totaalbedrag aan betalingen dat voortvloeit uit de in 2017 aangegane verplichting verandert hiermee niet.

Overig

a.5 Naleving van de wet- en regelgeving voor de huurtoeslag

De uitgaven en ontvangsten voor de huurtoeslag worden door BZK verantwoord op beleidsartikel 03 Woningmarkt van het begrotingshoofdstuk VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De RBV schrijven voor dat, indien bij statistische steekproeven de maximale fout (inclusief de geconstateerde onzekerheid) de tolerantiegrens overschrijdt, de som van de meest waarschijnlijke fouten en/of onzekerheden wordt gerapporteerd in de bedrijfsvoeringsparagraaf van het ministerie verantwoordelijk voor de uitvoering.

Voor de toeslagregelingen geldt een tolerantiegrens van 5%, behalve voor de huurtoeslag vanwege de geringe omvang van het desbetreffende begrotingshoofdstuk. Voor de huurtoeslag geldt voor 2018 een tolerantiegrens van € 146,4 mln. (2,7%). De maximale fout (inclusief de geconstateerde onzekerheid) in de uitgaven en ontvangsten voor de huurtoeslag overschrijdt de rapporteringstolerantie. De meest waarschijnlijke fout voor de huurtoeslag bedraagt € 36,0 mln. en de meest waarschijnlijke onzekerheid bedraagt € 56,7 mln. en blijft daarmee in totaliteit onder de tolerantiegrens.

b. Totstandkoming niet-financiële verantwoordingsinformatie

Er zijn geen bijzonderheden te melden met betrekking tot de ordelijke totstandkoming van de in dit jaarverslag opgenomen niet-financiële verantwoordingsinformatie.

c. Financieel en materieel beheer

c.1 Afgehandelde bezwaren binnen de Awb-termijn

Het percentage afgehandelde bezwaren dat binnen de Awb-termijn is behandeld is in 2018 gedaald van 88% naar 78%. Daarmee is de doelstelling van 90–95% niet gehaald. De achterstanden zijn ontstaan door een tekort aan personeel, gebreken in de ICT-voorzieningen en tekortschietende managementinformatie. De Belastingdienst heeft voor de korte en lange termijn maatregelen getroffen om deze problemen aan te pakken, bijvoorbeeld door tijdelijk externen in te huren en de personele formatie te versterken. In de toelichting in hoofdstuk 4, beleidsartikel 1 Belastingen, paragraaf F2, wordt hier nader op ingegaan.

c.2 Belastingtelefoon

Door de uitstroom van ervaren uitzendkrachten en een te scherpe planning van de capaciteit, was de Belastingtelefoon het afgelopen jaar minder goed bereikbaar. Ook de kwaliteit van de beantwoording van ingewikkelde en minder vaak gestelde vragen stond onder druk, omdat het moeilijk is daarin expertise op te bouwen. Om de bereikbaarheid en de kwaliteit van de beantwoording te verbeteren, zet de Belastingdienst extra medewerkers in en worden medewerkers opgeleid in specialisaties. Ook wordt onderzocht hoe de Belastingdienst zich meer proactief kan opstellen in contacten met burgers, bedrijven en hun intermediairs. Dit is, in lijn met de bij brief van 8 juli 2018112 naar de Kamer gestuurde interactiestrategie.

c.3 Rulings

Begin 2018 is onderzocht of ruim 4.000 rulings met een internationaal karakter zijn afgegeven volgens de daarvoor bestemde procedures. Uit het onderzoek bleek dat het volgen van de interne procedures voor het afgeven van rulings niet in alle gevallen foutloos is verlopen. Om te voldoen aan de Europese richtlijnen en de kwaliteit van het afgifteproces nog verder te borgen, zal de Belastingdienst de rulingpraktijk herzien. Deze herziening zal naar verwachting op 1 juli 2019 ingaan.

c.4 Brexit

Begin 2018 heeft het kabinet extra geld aan de Douane ter beschikking gesteld om zich voor te kunnen bereiden op een Brexit. Omdat na 29 maart 2019 nog niet alle voor een «no-deal» benodigde 928 fte's inzetbaar zijn, is de inzet van de Douane er allereerst op gericht om de directe gevolgen daarvan op te vangen. Bijvoorbeeld door te zorgen dat de bestaande douaneprocessen gewoon door kunnen gaan en economisch oponthoud te voorkomen. In onderdeel B. Beleidsverslag, hoofdstuk 3.1 onder beleidsprioriteit 10, is dit nader toegelicht.

c.5 Kindgebonden budget

Volgens de Wet op het kindgebonden budget wordt een ouder geacht een aanvraag voor het kindgebonden budget te hebben gedaan als hij aanspraak heeft op kindgebonden budget en reeds zorgtoeslag, huurtoeslag of kinderopvangtoeslag ontvangt. Op grond hiervan kent de Belastingdienst/Toeslagen het kindgebonden budget toe, nadat van de SVB het signaal wordt ontvangen dat een ouder recht heeft op kinderbijslag en deze ouder al een andere toeslag ontvangt. Gebleken is dat de toekenning over 2018 en eerdere jaren niet goed is verlopen wanneer het kindgebonden budget eerder is stopgezet en de ouder op een later moment opnieuw aan de voorwaarden voor toekenning voldoet. Voor die situatie is ten onrechte aangenomen dat voor het herstarten van het kindgebonden budget het initiatief bij de ouder ligt. Als deze ouders niet zelf opnieuw kindgebonden budget hebben aangevraagd, hebben zij als gevolg daarvan ten onrechte geen kindgebonden budget ontvangen. De Belastingdienst/Toeslagen, noch het Ministerie van Financiën en SZW hebben indicaties gehad die erop wezen dat de wijze van toekenning van het kindgebonden budget systematisch niet correct was. De Tweede Kamer is door de staatsecretaris van SZW samen met de Staatssecretaris van Financiën op de hoogte gebracht per brief van 21 januari 2019113 en nader door hen geïnformeerd met beantwoording van Kamervragen naar aanleiding van deze brief.114

c.6 Interne fiscale beheersing

Op 27 januari 2017 heeft de Staatssecretaris de Tweede Kamer geïnformeerd over de noodzaak om de beheersing van de fiscale processen binnen de Belastingdienst te verbeteren. De Belastingdienst richt in dit verband een Tax Control Framework in. In 2018 is een «gateway review» uitgevoerd om vast te stellen of de gekozen aanpak toereikend is. Daaruit bleek dat aan het eind van het eerste kwartaal van 2019 de belangrijkste risicovolle processen zodanig zijn beschreven, dat sprake is van een voldoende niveau van opzet en bestaan van beheersmaatregelen. Daarmee is het beoogde niveau van beheersing voor de hele Belastingdienst nog niet gerealiseerd. Het implementatieplan wordt herijkt en toegespitst op de beheersing van de fiscale risico’s. Als onderdeel van de activiteiten wordt de fiscale administratie doorgelicht. Wanneer daarbij onregelmatigheden blijken, wordt de belastinginspecteur hiervan op de hoogte gesteld en wordt alsnog door de Belastingdienst aan zijn belastingplicht voldaan.

c.7 Financieel beheer Agentschap

De afgelopen jaren heeft het Agentschap van de Generale Thesaurie de controlfunctie en de toegangsbeveiliging van ICT-systemen verder ontwikkeld en verbeterd. Ook in 2018 heeft het Agentschap op dit gebied vorderingen geboekt. Zo zijn procesbeschrijvingen vernieuwd, procedures aangescherpt en zijn maatregelen getroffen om de toegang tot ICT-systemen beter te beveiligen. Een aantal maatregelen, met name de uitwerking van de geprogrammeerde controles en een nieuw systeem van logging en monitoring, zal in 2019 verder vorm krijgen.

c.8 Claims SNS Reaal

Sinds enkele jaren loopt een rechtszaak van de Staat over de onteigening van effecten en vermogensbestanddelen van SNS Reaal N.V. en SNS Bank N.V. De Ondernemingskamer buigt zich momenteel over het vaststellen van de schadeloosstelling. De uitkomst daarvan is nog niet bekend, net zoals de omvang van de claims die daar mogelijk uit kunnen volgen.

c.9 Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst (BIR)

Het Ministerie van Financiën heeft een managementsysteem voor informatiebeveiliging op basis van risicobeheer, met voldoende maatregelen ter borging van de vertrouwelijkheid, integriteit en de beschikbaarheid van informatie. De interne beheersing heeft over 2018 zodanig gefunctioneerd dat er voldoende zekerheid is verkregen dat de bedrijfsvoering voldoet aan het VIR 2007/BIR:2012 en/of BIR2017 en, waar nodig, aanvullende maatregelen zijn getroffen, behoudens de verderop behandelde onvolkomenheden van de AR inzake informatiebeveiliging bij het kerndepartement en bedrijfscontinuïteitsbeheer van de Belastingdienst. De ambitie voor 2019 is om een hoger volwassenheidsniveau dan het huidige te realiseren op gebied van informatiebeveiliging. Hierbij wordt aangesloten bij het toetsingskader op gebied van het integraal beveiligingsbeleid.

c.10 DRZ

In opdracht van het Ministerie van Financiën heeft onderzoeksbureau Pinkerton onderzoek gedaan naar beveiliging- en integriteitsrisico’s van DRZ. DRZ heeft naar aanleiding van de aanbevelingen uit dit onderzoek een plan voor verbetering van de risicobeheersing opgesteld. In 2018 is door DRZ, deels naar aanleiding van de aanbevelingen uit het Pinkerton-rapport en deels naar aanleiding van gesprekken met de Beveiligingsautoriteit (BVA) van het ministerie, gestart met het nemen van maatregelen. Deze maatregelen hadden vooral betrekking op aanpassingen aan het buitenhekwerk, aanpassing van de toegangscontrole, het verhogen van het cameratoezicht, het bewaren van beelden en andere Organisatorisch-Bouwkundig-Elektronisch (OBE) aspecten. Daarnaast zijn onder meer afspraken gemaakt met de Marechaussee en de Nationale Politie over de politietaken, waarbij men bij incidenten direct op zal treden, is er een incidentenregistratie en -procedure opgestart en zijn met het Centraal Justitioneel Incassobureau (CJIB) en ketenpartners afspraken gemaakt om het aanleveren van voertuigen met persoonlijke eigendommen te beperken tot een minimum. Bij de herinrichting van het terrein, door de uitbreiding van werkzaamheden per 1 april 2019, wordt de veiligheid verder geoptimaliseerd. In 2019 wordt een nieuwe beveiligingsorganisatie ingeregeld.

d. Overige aspecten van de bedrijfsvoering

In 2018 is aandacht besteed aan de onvolkomenheden in de bedrijfsvoering die door de AR zijn geconstateerd in het Rapport bij het Jaarverslag IX Financiën 2017.

Onvolkomenheden kerndepartement

d.1 Informatiebeveiliging

Het niveau van de informatiebeveiliging bij het kerndepartement heeft zich in 2018 verder ontwikkeld en de personele tekorten zijn opgelost. Daarnaast is in oktober 2018 het informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld, waardoor er voor het ministerie in zijn geheel een inhoudelijk kader is. Het centrale inzicht in en de sturing op risico’s is hiermee verder vergroot en verbeterd. Ook is in 2018 een Roadmap privacy & (cyber)security 2018–2021 opgesteld. Aan de hand van de koers die daarin is beschreven zijn diverse activiteiten en projecten opgestart en uitgevoerd, zoals het vergroten van de bewustwording van informatiebeveiligingsrisico’s bij medewerkers. De activiteiten en projecten lopen door in 2019. Een volgende stap is het versterken van de centrale monitoring (kerndepartement en Belastingdienst) op informatiebeveiliging.

d.2 Aansturing van en toezicht op de Belastingdienst

De meeste maatregelen die nodig waren om de aansturing van en het toezicht op de Belastingdienst te verbeteren en te versterken, zijn in 2018 ontwikkeld, ingevoerd of al in werking. Voor een nadere toelichting op de hoofdlijnen waarlangs dat is gebeurd wordt verwezen naar onderdeel B. Beleidsverslag, hoofdstuk 3.1, beleidsprioriteit 6.

Onvolkomenheden Belastingdienst

De bedrijfsvoering van de Belastingdienst kent zes onvolkomenheden. Voor vier ervan, te weten Legacy-problematiek, Managementinformatie, Strategisch personeelsbeleid en Sturing en beheersing Investeringsagenda/vernieuwingsopgave, geldt dat de maatregelen die in 2018 zijn genomen in het kader van Beheerst vernieuwen, vooral ook zijn bedoeld om de onvolkomenheden op deze gebieden aan te pakken. In onderdeel B. Beleidsverslag, hoofdstuk 3.1, is hier onder beleidsprioriteit 4 uitgebreid op ingegaan. De overige onvolkomenheden, M&O-beleid kleine belastingmiddelen en Bedrijfscontinuïteitsbeheer, hebben een specifieke aanpak en worden hieronder kort toegelicht.

d.3 M&O-beleid kleine belastingmiddelen Belastingdienst

In 2018 is het handhavingsbeleid en de organisatie met betrekking tot de kleine belastingmiddelen verder verbeterd. De Belastingdienst heeft in 2018, met uitzondering van de autobelastingen en de schenk- en erfbelasting, voor alle middelen handhavingsplannen 2018 opgesteld en heeft een aantoonbaar proces ingericht om de uitvoering van die plannen te monitoren door middel van kwartaalrapportages. Voor de autobelastingen geldt dat de in 2017 door de AR geconstateerde onduidelijkheid wie binnen de Belastingdienst overkoepelend verantwoordelijk is voor het toezicht op en handhaving van de automiddelen, met de nieuwe topstructuur is weggenomen. Voor 2018 zijn voor de autobelastingen geen nieuwe handhavingsplannen opgesteld; de handhavingsplannen uit 2016 zijn in 2018 nog van toepassing geweest. Inmiddels is een nieuw handhavingsplan voor 2019 opgesteld. Ook voor schenk- en erfbelasting was geen integraal handhavingsplan 2018 opgesteld. Vanaf medio 2018 is voor de schenk- en erfbelasting in weekrapportages ingegaan op de voorraden te behandelen aangiften en acties om deze voorraden terug te dringen, onder meer door het inzetten van extra capaciteit.

d.4 Bedrijfscontinuïteitsbeheer Belastingdienst

De Belastingdienst werkt aan het implementeren van Business Continuity Management (BCM). De implementatie van BCM gebeurt met behulp van een volwassenheidsmodel en moet op termijn zeker stellen dat bij ernstige calamiteiten de continuïteit van de uitvoerings- en toezichtsprocessen bij de Belastingdienst niet in gevaar komt. Het afgelopen jaar heeft de Belastingdienst veel personele capaciteit ingezet op het voldoen aan de eisen van Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), waardoor er minder capaciteit dan gewenst beschikbaar was voor het orde brengen van het bedrijfscontinuïteitsbeheer. Wel is de Belastingdienst inmiddels vergevorderd met het opzetten van een crisismanagementorganisatie en bestaat een volledig beeld van het volwassenheidsniveau van onderdelen van de Belastingdienst op het vlak van bedrijfscontinuïteitsbeheer. Ook is een roadmap gemaakt om de invoering van BCM verder inhoud te geven. In 2019 wordt ingezet op de invoering van herstelstrategieën en daarop aansluitende herstelplannen en het uitvoeren van business impact analyses.

111

Kamerstukken II 2018–2019, 35 000-IX, nr. 17.

112

Kamerstukken II 2017–2018, 31 066, nr. 421.

113

Kamerstukken II 2018–2019, 35 010, nr. 6.

114

Kamerstukken II 2018–2019, 35 010, nr. 7.

Licence