Artikel
Algemene doelstelling
De overheid borgt voldoende dekking in sociale fondsen.
De financiering van de sociale fondsen loopt hoofdzakelijk via premie-inning. In een aantal gevallen acht de overheid premieheffing niet wenselijk, bijvoorbeeld om te voorkomen dat premiepercentages blijvend toenemen en daarmee een evenwichtige koopkrachtontwikkeling in de weg staan. In andere gevallen acht de overheid financiering van een regeling via de algemene middelen passender, maar wordt wel gekozen voor uitvoering via de sociale fondsen. De sociale fondsen worden in dat geval via rijksbijdragen voorzien van voldoende financiering.
Rol en verantwoordelijkheid
De Minister financiert de sociale fondsen uit de algemene middelen, al dan niet in aanvulling op premieheffing. Hij is in deze rol verantwoordelijk voor:
-
• de vaststelling van de hoogte van de rijksbijdragen aan de desbetreffende sociale fondsen;
-
• het betalen van de rijksbijdragen aan de sociale fondsen.
Beleidsconclusies
In 2018 zijn er geen belangrijke wijzigingen geweest, conform de begroting.
Budgettaire gevolgen van beleid
Artikelonderdeel | Realisatie 2014 | Realisatie 2015 | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Begroting 2018 | Verschil 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 11.353.370 | 13.207.236 | 12.806.406 | 12.420.196 | 13.852.630 | 11.596.718 | 2.255.912 |
Uitgaven | 11.353.370 | 13.207.236 | 12.806.406 | 12.420.196 | 13.852.630 | 11.596.718 | 2.255.912 |
Bijdrage aan sociale fondsen | 11.353.370 | 13.207.236 | 12.806.406 | 12.420.196 | 13.852.630 | 11.596.718 | 2.255.912 |
Kosten heffingskortingen AOW | 2.000.000 | 1.963.200 | 2.033.300 | 2.114.100 | 2.165.400 | 2.153.900 | 11.500 |
Vermogenstekort Ouderdomsfonds | 9.073.100 | 11.003.900 | 10.525.800 | 10.083.600 | 11.462.600 | 9.221.900 | 2.240.700 |
Tegemoetkoming arbeidsongeschikten | 208.480 | 173.802 | 175.574 | 147.471 | 154.140 | 147.082 | 7.058 |
Tegemoetkoming Anw-gerechtigden | 9.336 | 8.318 | 7.075 | 6.643 | 0 | 6.335 | – 6.335 |
Zwangere zelfstandigen | 62.454 | 58.016 | 64.657 | 68.382 | 70.490 | 67.501 | 2.989 |
Ontvangsten | 169 | 0 | 1.747 | 423 | 2.472 | 0 | 2.472 |
A. Bijdrage aan sociale fondsen
Toelichting financiële instrumenten
A1. Rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen (BIKK) AOW
Deze rijksbijdrage compenseert de gewijzigde premieopbrengst die het gevolg is van de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001. De hoogte van deze rijksbijdrage wordt jaarlijks aangepast aan de geraamde kosten van de heffingskortingen en wijzigingen van de belasting- en premietarieven in de eerste schijf.
Budgettaire ontwikkelingen
De ontwikkeling van de bijdrage volgt de ontwikkeling van de heffingskortingen.
A2. Rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds
De uitgaven uit het Ouderdomsfonds worden grotendeels gedekt door de premie-inkomsten. De hoogte van de AOW-premie is echter wettelijk gemaximeerd om te voorkomen dat de groeiende AOW-uitgaven leiden tot een alsmaar stijgende AOW-premie en een onevenwichtige koopkrachtontwikkeling. Dit leidt tot een jaarlijks exploitatietekort in het Ouderdomsfonds. De rijksbijdrage Ouderdomsfonds is bedoeld om het exploitatietekort in het Ouderdomsfonds aan te vullen zodat er een neutrale kaspositie voor dit fonds bestaat.
Budgettaire ontwikkelingen
De Rijksbijdrage aan het Ouderdomsfonds valt € 2,2 miljard hoger uit dan voor 2018 werd geraamd. Dat komt met name door de verrekening van het vermogensoverschot uit 2017 van ruim € 1 miljard. Daarnaast waren in 2018 de premie-inkomsten ruim € 1 miljard lager dan in de begroting was geraamd.
A3. Rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten
De Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en Gehandicapten (Wtcg) is vanaf 2014 afgeschaft. De regeling van de tegemoetkoming arbeidsongeschikten is overgeheveld van de Wtcg naar de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De tegemoetkomingen voor de categorieën WAO, WAZ, IVA en WGA worden gefinancierd uit een rijksbijdrage die in het Toeslagenfonds wordt gestort. In deze rijksbijdrage zijn daarnaast de uitvoeringskosten van het UWV opgenomen. De tegemoetkomingen voor arbeidsongeschikten worden verantwoord op de beleidsartikelen 3 en 4.
Budgettaire ontwikkelingen
De realisatie van de uitgaven komt nagenoeg overeen met de begrote uitgaven.
A4. Rijksbijdrage tegemoetkoming Anw-gerechtigden
Deze rijksbijdrage diende ter financiering van de in beleidsartikel 9 verantwoorde tegemoetkoming Anw. Deze tegemoetkoming wordt betaald uit het Anw-fonds, dat een fors vermogensoverschot heeft. Daarom is in 2017 de Anw-premie verlaagd en is vanaf 2018 het Anw-fonds niet meer gecompenseerd voor de uitgaven aan de Anw-tegemoetkoming.
Budgettaire ontwikkelingen
De rijksbijdrage voor de Anw-tegemoetkoming is nul omdat de rijksbijdrage in 2018 is afgeschaft.
A5. Rijksbijdrage zwangere zelfstandigen (ZEZ)
De regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ) voorziet in een uitkering aan zelfstandigen voorafgaand aan en volgend op de bevalling (zie ook beleidsartikel 6). Deze regeling wordt gefinancierd via een rijksbijdrage aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Ook de uitkeringen voor zwangere alfahulpen worden via deze rijksbijdrage gefinancierd. In deze rijksbijdrage zijn daarnaast de uitvoeringskosten van het UWV opgenomen.
Budgettaire ontwikkelingen
De realisatie van de uitgaven komt nagenoeg overeen met de begrote uitgaven.
B. Ontvangsten
De ontvangsten zijn het gevolg van afrekeningen over voorgaande jaren van de rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten.