Base description which applies to whole site

2.2 Specifieke aandachtspunten

Begrotingsgefinancierde en premiegefinancierde regelingen

In de begrotingen en de jaarverslagen van het Ministerie van SZW wordt gerapporteerd over zowel begrotingsgefinancierde als premiegefinancierde regelingen. In de beleidsartikelen waar premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten voorkomen zijn deze opgenomen in een afzonderlijke tabel «Budgettaire gevolgen van beleid». In de paragraaf beleidsprioriteiten wordt ingegaan op de ontwikkeling van het totaal van deze uitgaven. De begrotingsgefinancierde uitgaven en ontvangsten komen een-op-een voort uit de administratie van SZW. De premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten zijn afgeleid uit de jaarverslagen van het UWV en de SVB.

Rol en verantwoordelijkheid: taakverdeling Minister en Staatssecretaris

In de Comptabiliteitswet is in artikel 3.2 geregeld dat de Minister verantwoordelijk is voor het beheer van de begroting(en) van een ministerie. Daarom wordt de begrotingswet ondertekend door de Minister. Dit komt in de beleidsartikelen tot uitdrukking onder het kopje «Rol en verantwoordelijkheid». De Staatssecretaris wordt hier niet expliciet genoemd. Het begrip Staatssecretaris komt in de Comptabiliteitswet niet voor. De verhouding tussen Minister en Staatssecretaris is in de Grondwet (artikel 46) geregeld. De Staatssecretaris wordt belast met een deel van de taken van de Minister. Minister en Staatssecretaris verdelen de taken onderling op aanwijzing van de Minister. Voor SZW betekent dit dat de Staatssecretaris verantwoordelijk is voor een groot aantal beleidsinstrumenten die in het jaarverslag zijn opgenomen, zoals in de beleidsartikelen 2 (o.a. macrobudgetbudget participatiewetuitkeringen), 4 (Wajong), 7 (kinderopvang), 9 (Anw), 10 (tegemoetkoming ouders) en 11 (uitvoeringskosten SVB).

Focusonderwerp

De Tweede Kamer heeft als focusonderwerp voor de verantwoording over 2018 «onderbouwing van ramingen van uitgaven en ontvangsten» vastgesteld (Tweede Kamer, 31 865, nr. 112). Het kabinet zal, zoals vermeld in de brief van 18 oktober 2018 (Tweede Kamer, 31 865, nr. 122), in het Financieel Jaarverslag Rijk 2018 inhoudelijk op dit onderwerp ingaan. Daarbij worden casussen van verschillende beleidsterreinen belicht, waarvan de casus AOW-ramingen op het domein van het Ministerie van SZW ligt.

Aantreden Rutte-III na de ontwerpbegroting

De ontwerpbegroting SZW 2018 is opgesteld tijdens het demissionaire kabinet Rutte-Asscher. De vaststelling van de begroting vond plaats nadat het kabinet Rutte-III aantrad. Dit jaarverslag spiegelt daarom niet noodzakelijkerwijs overal met de (memorie van toelichting van de) ontwerpbegroting 2018. Waar dit jaarverslag spreekt van de «stand Begroting», wordt de vastgestelde begroting bedoeld bij budgettaire cijfers. Dat betekent de ontwerpbegroting plus amendementen en nota’s van wijziging naar aanleiding van het regeerakkoord. Bij niet-financiële informatie wordt vergeleken met de raming ten tijde van de ontwerpbegroting. Hierin zit dus een minder actueel beeld. De ramingen van de volumes en de prijzen ten tijde van begroting 2018 sluiten dus soms niet volledig aan bij de ramingen van het budgettaire beslag.

Gegevens oude jaren

In dit jaarverslag worden ook kerncijfers gepresenteerd over jaren vóór 2018. Hierbij wordt uitgegaan van de meest recente informatie. Dit betekent dat deze cijfers kunnen afwijken van voorlopige gegevens die in vorige jaarverslagen werden gepresenteerd.

App SZW-cijfers

Meer kwantitatieve gegevens over de ontwikkelingen op het beleidsterrein van SZW zijn te vinden in de app «SZW-cijfers». Deze app bevat een groot aantal gegevens die SZW regelmatig actualiseert.

Afwijkingen van de RBV

Bij de budgettaire tabellen in het beleidsverslag wordt het verschil tussen de budgettaire raming uit de begroting 2018 en de realisatie voor het jaar 2018 toegelicht indien de afwijking tussen raming en realisatie groter is dan 5% van het begrotingsbedrag of groter is dan € 25 miljoen. Hiermee wordt afgeweken van de RBV-model 3.22e.

Geen agentschappen meer

Groeiparagraaf

Sinds 1 januari 2018 vallen onder het Ministerie van SZW geen agentschappen meer. Hiermee is de Jaarverantwoording Agentschappen uit het Jaarverslag SZW verdwenen.

Gewijzigde kerncijfers in de beleidsprioriteiten

Net als in begroting 2019 staan enkele tabellen met kerncijfers niet meer in de beleidsprioriteiten, maar in de beleidsartikelen. De paragraaf beleidsprioriteiten kan op deze wijze gerichter en leesbaarder worden gemaakt, zonder dat informatie verloren gaat. De tabel «Werkloosheid» staat nu in artikel 1 – Arbeidsmarkt. De tabel «Re-integratie gemeenten» staat in artikel 2 – Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet.

Een aantal kerncijfers vervalt. Dat geldt bijvoorbeeld voor de kerncijfers over sectorplannen. Tevens vervallen de kerncijfers «Beloningverschillen tussen mannen en vrouwen», omdat de meest recente beschikbare cijfers uit 2016 zijn. De overige tabellen blijven in de paragraaf beleidsprioriteiten gehandhaafd, een deel in andere vorm.

Koopkrachtparagraaf uitgebreid

Vanaf dit jaarverslag is de beschrijving van de koopkrachtontwikkeling uitgebreider dan voorheen. Net als in de begroting kent het jaarverslag vanaf heden een zogenoemde boxplottabel, die de spreiding van de koopkrachtontwikkeling in beeld brengt. Bovendien is de toelichting in de koopkrachtparagraaf vanaf heden uitgebreider.

Bijlage Toezichtrelaties ZBO's en RWT's gewijzigd

De RBV verplicht sinds dit jaar een nieuwe vorm voor de bijlage Toezichtsrelaties ZBO’s en RWT’s.

Overgangsrecht Comptabiliteitswet

Op grond van het overgangsrecht in artikel 10.2 van de Comptabiliteitswet 2016 blijven voor de presentatie en inrichting van de jaarverslagen en slotwetten over 2018 de bepalingen uit de Comptabiliteitswet 2001 en de daarop berustende bepalingen van toepassing zoals deze golden voor de inwerkingtreding van de Comptabiliteitswet 2016 per 1 januari 2018. Voor de dechargeverlening inzake het jaar 2018 over het gevoerde financieel beheer en materieelbeheer zijn de bepalingen van de Comptabiliteitswet 2016 en de daarop gebaseerde regelgeving van toepassing. Dit is conform de brief aan het parlement over het overgangsrecht in de Comptabiliteitswet 2016 (Vergaderjaar 2018–2019, 34 426, nr. 33). Om die reden moet telkens bij de verwijzingen naar de bepalingen van de Comptabiliteitswet worden gelezen de artikelen van de Comptabiliteitswet 2001 voor de presentatie en inrichting en voor de begrotingsuitvoering de artikelen van de Comptabiliteitswet 2016 conform de transponeringstabel bij de Comptabiliteitswet 2016, Stb. 2017, 139.

Tabel 2.1 Overgangsrecht Comptabiliteitswet

Art. in CW 2016

Art. in CW 2001

3.2–3.4

19, eerste lid; 21, eerste en tweede lid

3.5

22, eerste lid; 26, eerste lid

3.8

58, eerste lid, onderdeel a, en derde lid; 61, derde lid

3.9

58, eerste lid, onderdeel b en c

2.37

60, tweede en derde lid; 63, eerste en vierde lid

2.35

61, tweede tot en met vierde lid

2.40

64

7.12

82, eerste lid; 83, eerste lid

7.14

82, vijfde lid; 83, tweede tot en met vierde lid

Licence