Base description which applies to whole site

1. Agentschap College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (aCBG)

Jaarverantwoordingen agentschappen per 31 december 2018

Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap aCBG over het jaar 2018 (bedragen x € 1.000)
 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3 = 2–1)

Realisatie 2017

Baten

       

Omzet moederdepartement

1.225

4.062

2.837

1.529

Omzet overige departementen

612

747

135

826

Omzet derden

41.663

45.211

3.548

45.151

Rentebaten

0

3

3

1

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

39

39

210

Totaal baten

43.500

50.062

6.562

47.717

         

Lasten

       

Apparaatskosten

40.000

51.835

11.835

47.405

– Personele kosten

26.500

36.445

9.945

32.891

Waarvan eigen personeel

24.500

29.980

5.480

26.090

Waarvan externe inhuur1

2.000

5.013

3.013

4.912

Waarvan overige personele kosten

1.452

1.452

1.889

– Materiële kosten

13.500

15.390

1.890

14.514

Waarvan apparaat ICT

2.500

6.319

3.819

5.351

Waarvan overige materiele kosten

11.000

9.071

– 1.929

9.163

ZBO College

750

584

– 166

806

Afschrijvingskosten

3.500

1.082

– 2.418

871

– Immaterieel

1.000

261

– 739

74

– Materieel

2.500

821

– 1.679

797

Overige lasten

599

599

41

– Dotaties voorzieningen

40

40

0

– Bijzondere lasten

559

559

41

Totaal lasten

43.500

54.100

9.850

49.123

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen

0

– 4.038

– 3.288

– 1.406

Agentschapsdeel Vpb lasten

0

0

0

0

Resultaat na belastingen

0

– 4.038

– 3.288

– 1.406

1

noot: Het begrip externe inhuur in dit overzicht heeft een ruimere definitie dan het begrip van externe inhuur dat gehanteerd wordt voor de berekening van de procentuele norm maximaal toegestane externe inhuur

In de oorspronkelijk vastgestelde begroting is helaas een optelfout geslopen. De post van € 750 voor ZBO College is niet in de totaaltelling meegenomen. Hierdoor geeft de kolom met verschillen een ander saldo dan de kolom realisatie.

Toelichting op de staat van baten en lasten

Opmerkingen vooraf

De in de kolom oorspronkelijk vastgestelde begroting betreffen de cijfers die in april 2017 zijn ingediend en in de begroting 2018 van VWS zijn opgenomen (stand miljoenennota). Deze cijfers wijken substantieel af van de begroting die gelijk met het jaarplan door de Minister voor Medische Zorg en Sport op 10 januari 2018 is vastgesteld. De realisatie 2017 biedt daarmee een betere vergelijking voor de analyse van de cijfers over 2018.

Tijdens haar controle heeft het ADR het standpunt ingenomen dat bijdragen van het ministerie ten behoeve van de bedrijfsvoering niet in de opbrengsten meegenomen mogen worden. Deze moeten als aanzuivering van het eigen vermogen worden gezien en als directe balansmutatie worden verwerkt. Voor 2018 betreft dit een bedrag van € 2,6 miljoen. Ook de vergelijkende cijfers over 2017 moeten hierom worden aangepast. Voor 2017 wordt de Omzet moederdepartement met een bedrag van € 1,8 miljoen verlaagd.

Resultaat

Het aCBG heeft over 2018 een negatief resultaat behaald van € 4,0 miljoen. Hiervan wordt € 2,6 miljoen gedekt uit een toegezegde bijdrage in het eigen vermogen van het ministerie. De omzet moederdepartement is in 2018 substantieel hoger uitgevallen dan begroot, mede door een bijdrage ter voorbereiding op de Brexit en het project International Collaboration Program (ICP). De kosten zijn tevens hoger uitgevallen dan begroot. De toename in de kosten wordt vooral veroorzaakt door de kosten voor personeel in het kader van de Brexit en kosten van ICT-ontwikkelingen.

Baten

Bij de Tweede suppletoire begrotingswet zijn als gevolg van de begrotingsuitvoeringsrapportage (BUR) 2018 aan het aCBG een aantal bedragen toegekend. Dit betrof onder meer een bedrag van € 0,4 miljoen ontvangen ter compensatie van de cao-ontwikkelingen en € 0,4 miljoen voor de samenwerking met het Portaal voor patiëntveiligheid (PVP).

Naar aanleiding van het besluit van Groot-Brittannië om de Europese Unie te verlaten verwachtte het aCBG dat zij veel extra Europese werkzaamheden zou moeten verrichten (centraal en MRP/DCP). Om de aanloopkosten voor een uitbreiding van de productiecapaciteit te dekken op het moment dat daar nog onvoldoende inkomsten uit tarieven tegenover stonden, heeft het moederdepartement aan het aCBG in 2017 en 2018 jaarlijks een bedrag toegekend van € 1 miljoen. In 2018 is dit bedrag geheel besteed en heeft het aCBG daarnaast zelf ook kosten gemaakt ter voorbereiding op de Brexit.

Ook is een bedrag van € 0,65 miljoen van het ministerie ontvangen ter dekking van de hogere bijdrage aan Lareb voor vaccinbewaking. Deze extra taak was nog niet in de aCBG-tarieven van 2018 opgenomen.

Sinds eind 2017 loopt het project International Collaboration Program (ICP). Het ICP heeft tot doel het Europese regulatoire netwerk van binnenuit te versterken. Dit project wordt met HGIS-gelden gefinancierd. Het aCBG heeft in 2018 zelf € 0,4 miljoen besteed aan dit project. De bijdragen aan de deelnemende landen, ter grootte van € 0,85 miljoen zijn via de balans verwerkt als doorbetaling van ontvangen gelden.

De omzet overige departementen betreft werkzaamheden die door het aCBG op grond van afspraken met het Ministerie van LNV zijn verricht. Hiervoor heeft het aCBG een bedrag van € 0,7 miljoen. ontvangen. Het gaat hierbij om specifieke activiteiten die het Bureau Diergeneesmiddelen van het aCBG verricht op het terrein van veterinaire geneesmiddelen.

Voor het resterende bedrag heeft het aCBG een aantal beoordelingswerkzaamheden uitgevoerd voor het RIVM.

De post omzet derden bestaat uit jaarvergoedingen en de vergoedingen voor de beoordeling van geneesmiddelen. Jaarvergoedingen bestaan uit vergoedingen voor instandhouding van de inschrijving van een humaan of veterinair farmaceutisch product in het register van geneesmiddelen. De omzet derden is in 2018 op gelijk niveau gebleven als 2017.

Lasten

De personele kosten zijn € 9,9 miljoen hoger dan begroot. Ten opzichte van 2017 is de stijging € 3,5 miljoen. Dit is het gevolg van een gestegen aantal medewerkers, zowel intern als extern, benodigd voor de uitvoering van de toegenomen beoordelingswerkzaamheden. In het kader van de Brexit heeft het aCBG extra personeel aangenomen om de verwachte hogere instroom van procedures op te kunnen vangen. Daarnaast was in 2018 extra personeel nodig voor het uitvoeren van extra werkzaamheden in het kader van ICT-ontwikkelingen. Onder de personele kosten zijn tevens de kosten van uitzendkrachten, werving en selectie, scholing, reiskosten en wachtgelden opgenomen.

De materiële kosten zijn per saldo € 1,9 miljoen hoger uitgevallen dan begroot. Ten opzichte van 2017 is de stijging € 0,9 miljoen. Deze stijging wordt verklaard door hogere ICT-kosten voor € 3,8 miljoen. Ten opzichte van 2017 is de stijging van de ICT-kosten € 1,0 miljoen. Tegenover de extra ICT-kosten in 2018 staat een bijdrage van het moederdepartement in het eigen vermogen van € 2,6 miljoen. De overige materiële kosten zijn juist gedaald. Door het uitstellen van investeringen zijn de afschrijvingskosten € 2,4 miljoen lager dan begroot. Ten opzichte van 2017 zijn de afschrijvingslasten met € 0,2 miljoen gestegen.

De overige lasten betreffen vooral het versneld afboeken van de inventaris. Vanaf 2019 is het facilitaire bedrijf van de Belastingdienst verantwoordelijk voor de vervanging van de inventaris, waardoor de activa afgeboekt moesten worden.

De kosten van het ZBO College bestaan uit een schadeloosstelling, vacatiegelden, vergaderkosten en reis- en verblijfkosten voor de leden van het College. De kosten zijn lager dan begroot door lagere salariskosten veroorzaakt door latere invulling van vacatures.

Balans per 31 december 2018 van het baten-lasten agentschap aCBG

Balans van het baten-lastenagentschap aCBG per 31 december 2018 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 31-12-2018

Balans 31-12-2017

Activa

   

Immateriële vaste activa

459

720

Materiële vaste activa

746

1.994

– Grond en gebouwen

272

409

– Installaties en inventarissen

474

1.585

– Overige materiële vaste activa

0

0

Vlottende activa

20.329

20.632

– Voorraden en onderhanden projecten

0

0

– Debiteuren

7.221

5.712

– Overige vorderingen en overlopende activa

707

1.224

– Liquide middelen

12.401

13.696

Totaal activa

21.534

23.346

     

Passiva

   

Eigen vermogen

1.017

2.646

– Exploitatiereserve

5.055

4.052

– Onverdeeld resultaat

– 4.038

– 1.406

Voorzieningen

0

0

Langlopende schulden

0

0

– Leningen bij het Ministerie van Financiën

0

0

Kortlopende schulden

20.517

20.700

– Crediteuren

1.609

1.871

– Overige verplichtingen en overlopende passiva

18.908

18.829

Totaal passiva

21.534

23.346

Toelichting op de balans

Materiële vaste activa

De daling in de materiële vaste activa in 2018 komt door het versneld afboeken van een deel van de inventaris. De kosten van deze afboeking zijn in de verlies- en winstrekening verantwoord onder bijzondere lasten.

Debiteuren

De debiteuren worden gewaardeerd tegen nominale waarde, waarbij rekening is gehouden met een voorziening voor mogelijke oninbaarheid (€ 0,3 miljoen). Het debiteurensaldo is met € 1,5 miljoen gestegen, als gevolg van een hoge gefactureerde waarde aan het einde van 2018.

Eigen vermogen

In het eindsaldo over 2017 is de toevoeging van het ministerie aan de exploitatiereserve van € 1,8 miljoen verwerkt. Het negatieve resultaat over 2017 van € 1,4 miljoen is in 2018 aan de exploitatiereserve onttrokken. Omdat de jaarrekening 2017 een positief onverdeeld resultaat van € 0,4 miljoen vermeldde, kwam de stand van het eigen vermogen boven de agentschapsnorm van 5%. Conform de regeling Agentschappen heeft bij de Eerste suppletoire begroting 2018 daarom een afroming van het eigen vermogen plaatsgevonden. Het betrof een bedrag van € 0,2 miljoen. Gezien het verwachte tekort over 2018 heeft het ministerie eind 2018 een rechtstreekse toevoeging aan de exploitatiereserve gedaan van € 2,6 miljoen. Het onverdeelde negatieve resultaat over 2018 van € 4,0 miljoen is in mindering gebracht op het eigen vermogen. Het eigen vermogen ultimo 2018 komt daarmee op € 1,0 miljoen.

Overige verplichtingen en overlopende passiva

Het aCBG ontvangt de verschuldigde vergoeding voor een groot deel van de aanvragen voordat de werkzaamheden verricht zijn. Dit leidt tot een positie van het onderhanden werk op de balans van € 10,9 miljoen. Het resterende saldo bestaat uit reserveringen voor nog te ontvangen facturen, vakantiegeld en eindejaarsuitkeringen voor het personeel en overige schulden.

Onderlinge vorderingen/schulden ministeries en agentschappen

Per 31-12-2018 hebben de volgende vorderingen/schulden betrekking op ministeries en agentschappen:

  • vorderingen: debiteuren € 0,1 miljoen, nog te ontvangen VWS € 0,05 miljoen, nog te ontvangen LNV € 0,07 miljoen, nog te ontvangen RIVM € 0,01 miljoen liquide middelen (Financiën) € 12,4 miljoen.

  • schulden: nog te betalen IGZ € 0,24 miljoen, nog te betalen RVB € 0,1 miljoen, nog te betalen BZK € 0.03 miljoen, nog te betalen RIVM € 0,05 miljoen).

Het debiteurensaldo bestaat voor € 0,04 miljoen uit vorderingen op het RIVM en voor € 0,03 miljoen uit vorderingen op BZK. Het crediteurensaldo bestaat voor € 0,04 miljoen schulden aan het RIVM.

Kasstroomoverzicht

Kasstroomoverzicht van het baten-lastenagentschap aCBG over 2018 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2)–(1)

1. Rekening-courant RHB 1-1-2018 + stand depositorekeningen

17.277

13.696

– 3.581

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

43.500

53.868

10.368

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

– 42.000

– 57.998

– 15.998

2. Totaal operationele kasstroom

1.500

– 4.130

– 5.630

Totaal investeringen (–/–)

– 1.500

– 132

1.367

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

 

559

559

3. Totaal investeringsstroom

– 1.500

427

1.926

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

0

– 232

– 232

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

1.000

2.640

1.640

4. Totaal financieringskasstroom

1.000

2.408

1.408

       

5. Rekening-courant RHB 31-12-2018 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4),

18.277

12.401

– 5.877

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Door het hogere debiteurensaldo is het verwachte beginsaldo per 1 januari 2018 met € 13,7 miljoen, aanmerkelijk lager dan bij het opstellen van de begroting was verwacht (€ 17,3 miljoen).

In 2018 is de liquiditeitspositie verder met € 1,3 miljoen afgenomen, terwijl in de begroting een toename van de liquiditeit was voorzien van ongeveer € 1 miljoen. Deze afname van het liquiditeitssaldo komt vooral door het tekort op de exploitatie. Dit heeft geleid tot een tekort op de operationele kasstroom van € 4,1 miljoen. Deze negatieve kasstroom is, zoals verwacht, gecompenseerd door een bijdrage in het eigen vermogen van € 2,6 miljoen. Deze bijdrage is verantwoord als financieringskasstroom.

Doelmatigheidsindicatoren

Overzicht doelmatigheidsindicatoren van het baten-lastenagentschap aCBG per 31 december 2018
 

2015

2016

2017

2018

Oorspronkelijke begroting 2018

Generiek

         

1. Tarieven/ uur

85

78

87

91

85

2. Omzet per productgroep (bedragen x € 1.000)

         

– Beoordelen van nationale aanvragen

1.554

1.786

1.771

2.089

2.000

– Beoordelen van Europese aanvragen: centraal

8.769

9.256

9.711

9.132

7.300

– Beoordelen van Europese aanvragen: MRP

496

740

725

728

400

– Beoordelen DCP’s

12.762

9.821

9.824

9.622

10.513

– Beoordelen van homeopathische aanvragen, kruiden en nieuwe voedingsmiddelen

49

62

46

74

250

– Bureau diergeneesmiddelen

2.740

2.450

2.297

2.493

2.300

– Jaarvergoedingen en bijdragen

19.414

20.146

20.779

21.073

18.900

– Overig

83

4.304

2.564

4.851

Totaal omzet

45.867

48.565

47.717

50.062

43.500

3. Totaal aantal fte (exclusief externe inhuur)

288

308

340

351

320

4. Saldo van baten en lasten (% van de baten)

11,11%

11,40%

– 2,95%

– 8,07%

0,00%

           

Kwaliteitsindicatoren

         

1. Aantal gegronde klachten

14

19

13

16

25

2. Aantal zaken per fte

85

81

76

90

86

Toelichting doelmatigheidsindicatoren

Tarieven per uur

Het gemiddelde uurtarief wordt bijgehouden om de kostenefficiency aan te tonen. Deze indicator is een gemiddelde over alle functies waarbij naar het primaire proces wordt gekeken (exclusief onderzoekskosten).

Het uurtarief is in 2018 toegenomen ten opzichte van 2017, onder meer als gevolg van de stijging van de cao-lonen.

Omzet per productgroep

De omzet per productgroep geeft inzicht in de samenstelling van de omzet derden van het aCBG.

De totale omzet is de afgelopen jaren toegenomen. Deze toename wordt vooral veroorzaakt door een toename van het aantal registraties, waardoor de jaarvergoeding toeneemt. Daarnaast zijn de overige opbrengsten sterk gestegen, door hogere bijdragen vanuit het Ministerie van VWS. Deze bijdrage betrof ondermeer een bijdrage voor de stijging van de cao-lonen en de financiering van beleidsprojecten.

Totaal aantal fte

Dit kengetal betreft het totaal aantal fulltime-equivalenten (fte) werkzaam bij het aCBG per 31 december van het jaar, exclusief externe inhuur.

Door het complexer worden van de procedures is meer personeel nodig. Daarnaast vraagt de inzet van beleidsprojecten en ICT-activiteiten meer personele inzet.

Saldo van baten en lasten (% van de baten)

De ontwikkeling van het procentuele saldo is een weergave van de realisatie, zoals de afgelopen jaren in de jaarrekening is gepresenteerd.

De groei in de kosten is in 2015 en 2016 achtergebleven bij de toename van de omzet. In 2017 en 2018 is de groei in de omzet afgevlakt, terwijl de kosten door zijn blijven groeien. Dit heeft in 2017 geleid tot een tekort van bijna 3% en in 2018 tot een tekort van 8%.

Aantal gegronde klachten

Het aantal gegronde klachten wordt bijgehouden om inzicht te krijgen in de geleverde kwaliteit van de productie. In 2018 zijn 16 gegrond verklaarde klachten binnengekomen. De klachten betreffen voornamelijk opmerkingen van registratiehouders over het reguliere/primaire proces van het aCBG. Het aantal gegronde klachten is in lijn met het aantal van voorgaande jaren.

Aantal zaken per fte

Het aantal zaken per fulltime-equivalent wordt bijgehouden om de efficiency van de productie inzichtelijk te maken.

Het aantal zaken per fte is gestegen ten opzichte van 2017.

Licence