Base description which applies to whole site

3. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)

Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap RIVM over het jaar 2018

Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap RIVM over het jaar 2018 (bedragen x € 1.000)
 

Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en oorspronkelijk vastgestelde begroting (3 = 2–1)

Realisatie 2017

Baten

       

Omzet moederdepartement

254.200

224.768

– 29.432

222.037

Omzet overige departementen

70.600

73.218

2.618

81.381

Omzet derden

36.000

33.678

– 2.322

20.179

Rentebaten

Vrijval voorzieningen

1.186

1.186

702

Bijzondere baten

         

Totaal baten

360.800

332.850

– 27.950

324.299

         

Lasten

       

Apparaatskosten

357.100

346.963

– 10.137

328.364

– Personele kosten

143.700

159.745

16.045

146.353

Waarvan eigen personeel

124.600

132.057

7.457

124.071

Waarvan externe inhuur

12.300

17.920

5.620

15.121

Waarvan overige personele kosten

6.800

9.768

2.968

7.161

– Materiële kosten

213.400

187.218

– 26.182

182.011

Waarvan apparaat ICT

15.300

23.437

8.137

21.520

Waarvan bijdrage aan SSO's

9.900

5.221

– 4.679

2.760

Waarvan overige materiele kosten

188.200

158.560

– 29.640

157.731

Rentelasten

8

8

1

Afschrijvingskosten

3.700

4.063

363

3.341

– Immaterieel

3.700

4.051

351

3.338

– Materieel

12

12

3

Overige lasten

2.316

2.316

2.893

– Dotaties voorzieningen

2.316

2.316

2.893

– Bijzondere lasten

         

Totaal lasten

360.800

353.350

– 7.450

334.599

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen

– 20.500

– 20.500

– 10.300

Agentschapsdeel Vpb lasten

48

48

22

Resultaat na belastingen

– 20.548

– 20.548

– 10.322

Toelichting op de staat van baten en lasten

Resultaat

Over 2018 is een negatief resultaat behaald van € 20,5 miljoen. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn:

  • Er zijn in 2018 voor € 13,5 miljoen kosten gemaakt voor projecten (hoofdzakelijk ICT gerelateerd) waar in de staat van baten en lasten geen dekking staat. Van de eigenaar VWS is in 2018 een bijdrage voor deze kosten ontvangen. Waar dergelijke bijdragen van de eigenaar in voorgaande jaren als omzet werden gepresenteerd zijn deze nu geclassificeerd als stortingen in het eigen vermogen. Als gevolg hiervan ontstaat er in 2018 een verlies, echter zonder gevolgen voor de omvang van het eigen vermogen van het RIVM. Ten aanzien van de € 13,5 miljoen is geen sprake van een onverwacht verlies.

  • Het resultaat van Shared Service Center Campus bedraagt negatief € 1,6 miljoen. Dit is één van de redenen dat het RIVM in 2019 een kwartiermaker/interim IV directeur heeft aangesteld om de IV activiteiten in betere samenhang, meer geïntegreerd met het primair proces van het RIVM, beter beheerst in kosten en personele ontwikkeling, te organiseren.

  • Een negatief resultaat van € 1,1 miljoen ten aanzien van de door derden betaalde microbiologische diagnostiek (IDS). Kern van de problematiek is dat de microbiologische diagnostiek, die door het RIVM in opdracht van derden (merendeel patiënt gerelateerd) wordt verricht, niet kostendekkend kan worden uitgevoerd. Over deze problematiek rond kostendekkendheid is het RIVM in gesprek met opdrachtgever VWS.

  • Een dotatie aan de verlofreservering van € 1,1 miljoen. Per 31 december 2018 bedraagt de reservering voor opgebouwd vakantieverlof in totaal € 6,5 miljoen.

  • De dotatie en vrijval van voorzieningen van € 1,1 miljoen negatief (zie tevens verloopstaat voorzieningen).

  • Extra kosten voor het programma Vernieuwd Praeventis € 0,4 miljoen. Deze kosten komen ten laste van de voormalige RAK-reserve (onderdeel van het eigen vermogen).

  • Overige mee- en tegenvallers van per saldo € 1,7 miljoen negatief.

Het negatieve resultaat na belastingen wordt ten laste van de exploitatiereserve als onderdeel van het eigen vermogen gebracht.

Baten

Omzet moederdepartement

De gerealiseerde omzet moederdepartement omvat de bijdrage van VWS als eigenaar (€ 12,9 miljoen) en de bijdrage van VWS-opdrachtgevers (€ 211,8 miljoen) inclusief de bijdrage voor het rijksvaccinatieprogramma. Deze omzet is per saldo gestegen ten opzichte van 2017 mede als gevolg van de toevoeging van het nieuwe vaccin tegen Meningokokken. De gerealiseerde omzet moederdepartement wijkt af van wat is begroot voor 2018. Dit heeft onder andere te maken met een herclassificatie (stelselwijziging) van de ent-vergoeding aan JGZ-instellingen (€ 31,3 miljoen). De vergoeding die het RIVM hiervoor van VWS ontvangt classificeert niet langer als omzet en de bijbehorende uitkering van het RIVM aan de JGZ-instellingen classificeert niet meer als kosten. De bijdrage van de eigenaar bestaat voor € 11,3 miljoen uit het Strategisch Programma RIVM, en daarnaast enkele specifieke eigenaarsbijdragen voor: huur gerelateerde zaken (€ 0,8 miljoen), cofinanciering internationale projecten (€ 1,0 miljoen).

Omzet overige departementen

In de opbrengst van overige departementen is begrepen:

  • de bijdragen van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, voor de reguliere onderzoeks- en adviesprogramma’s en voor verstrekte additionele opdrachten (€ 50,6 miljoen); De daling ten opzichte van 2017 wordt met name veroorzaakt door de omzet ANVS van € 7,0 miljoen die in 2018 is onderbracht bij omzet derden.

  • de bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat eveneens voor het reguliere onderzoeks- en adviesprogramma en voor verstrekte additionele opdrachten (€ 14,9 miljoen);

  • de bijdrage van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor het reguliere onderzoeks- en adviesprogramma (€ 4,7 miljoen);

  • de bijdrage van het Ministerie van Defensie voor het reguliere onderzoeks- en adviesprogramma en voor verstrekte additionele opdrachten (€ 1,1 miljoen);

  • de bijdrage van overige departementen (€ 1,9 miljoen).

Binnen de genoemde bedragen aan omzet overige departementen is een bedrag van circa € 10,8 miljoen gerelateerd aan diensten verricht door SSC-Campus voor onder andere KNMI, CPB en PBL.

Omzet derden

Naast werkzaamheden in opdracht van de primaire opdrachtgevers en overige departementen worden projecten en werkzaamheden uitgevoerd ten behoeve van derden:

  • projecten voor en gefinancierd door andere nationale en internationale opdrachtgevers zoals de Europese Commissie en de WHO (gezamenlijk € 10,6 miljoen);

  • overige projecten uitgevoerd voor derden (€ 23,1 miljoen), waaronder ANVS (€ 7,0 miljoen).

Vrijval voorzieningen

De vrijval voorzieningen is niet begroot in verband met het incidentele karakter van de betreffende posten. Voor de toelichting op vrijval voorzieningen wordt verwezen naar de verloopstaat voorzieningen onder de toelichting op de balans.

Lasten

Personele kosten

De personele kosten (€ 159,7 miljoen) komen in 2018 € 16,0 miljoen hoger uit dan opgenomen in de begroting, vooral door de toename van kosten voor eigen personeel en externe inhuur. Naast de stijging van 3,0% in de CAO, is sprake van een toename van het aantal werkzame FTE (van 1.615 FTE naar 1.660 FTE) binnen het RIVM. De toename in FTE is deels voorzien in de begroting en hangt samen met de ontwikkeling op verschillende kennisgebieden zoals ICT, nanotechnologie en internationaal. De kosten voor inhuur van externen liggen boven verwachting (circa € 5,6 miljoen meer dan begroot) en zijn € 2,8 miljoen hoger dan in 2017. Vooral de inhuur van ICT gerelateerd personeel is sterk toegenomen, mede als gevolg van de toename van de ICT activiteiten, aanvullende projecten om de legacy op dit vlak op te lossen en de inspanningen op het gebied van informatiebeveiliging. Het percentage externe inhuur komt uit op 11,4% van de totale loonkosten. De overige personele kosten zijn € 2,6 miljoen gestegen ten opzichte van 2017, mede doordat er meer ingeleend is van andere overheidsorganisaties.

Materiële kosten

De materiële kosten van € 187,2 miljoen zijn € 5,2 miljoen hoger dan 2017 en € 26,2 miljoen lager ten opzichte van de begroting 2018. Deze daling hangt samen met de eerder genoemde herclassificatie van de ent-vergoeding aan JGZ-instellingen (€ 31,3 miljoen). Binnen de materiële kosten zijn de kosten voor ICT toegenomen door de toename van ICT gerelateerde activiteiten zoals de informatiebeveiliging en het ICT intensiever geworden werkveld van het RIVM. Het aandeel SSO’s waar diensten van worden afgenomen is gestegen door een stijging van de beveiligingskosten en inbesteding vanuit overheidsorganisaties.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten (€ 4,1 miljoen) zijn hoger dan de realisatie 2017 voornamelijk door (bulk)investeringen in ICT-middelen. Afschrijvingskosten vallen hiermee nog hoger uit dan begroot.

Dotaties voorzieningen

De dotatie voorzieningen heeft betrekking op aangegane en herberekende verplichtingen voor (voormalige) werknemers (€ 2,0 miljoen) en een dotatie voor ingeschatte toekomstige verliezen op projecten (€ 0,3 miljoen). De dotaties aan de voorzieningen zijn niet begroot. Zie voor het verloop van de voorzieningen de toelichting onder de balans per 31 december 2018.

Balans van het baten-lastenagentschap RIVM per 31 december 2018

Balans van het baten-lastenagentschap RIVM per 31 december 2018 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 31-12-2018

Balans 31-12-2017

Activa

   

Immateriële vaste activa

24

35

Materiële vaste activa

7.916

8.219

– Grond en gebouwen

– Installaties en inventarissen

188

114

– Overige materiële vaste activa

7.728

8.105

Vlottende activa

96.595

94.004

– Voorraden en onderhanden projecten

32.421

28.055

– Debiteuren

9.936

7.449

– Overige vorderingen en overlopende activa

17.414

20.606

– Liquide middelen

36.824

39.651

Totaal activa

104.535

102.258

     

Passiva

   

Eigen vermogen

2.629

10.348

– Exploitatiereserve

23.177

20.670

– Onverdeeld resultaat

– 20.548

– 10.322

Voorzieningen

10.643

12.000

Langlopende schulden

– Leningen bij het Ministerie van Financiën

Kortlopende schulden

91.263

79.910

– Crediteuren

7.853

3.856

– Overige verplichtingen en overlopende passiva

83.410

76.054

Totaal passiva

104.535

102.258

Toelichting op de balans

Activa

De voorraden in bovenstaande opstelling betreffen voornamelijk de voorraad vaccins binnen RIVM ten behoeve van het Rijksvaccinatieprogramma (€ 31,3 miljoen). Ten opzichte van 2017 zijn de voorraden met € 6,1 miljoen gestegen, als gevolg van de inhaalcampagne vaccinatie MenACWY en de introductie van een nieuw DKTP vaccin. De voorraadpositie per balansdatum is een momentopname en afhankelijk van zowel verbruik als levering van vaccins.

De stijging van de debiteurenpositie van € 2,5 miljoen is vooral te relateren aan de mutatie in openstaande rekeningen gericht aan Rijksopdrachtgevers, waarvan IenW de grootste is.

De overige vorderingen en overlopende activa bestaan grotendeels uit vooruitbetaalde kosten en onderhanden projecten.

Zie voor analyse van de liquide middelen het kasstroomoverzicht 2018.

Per 31-12-2018 hebben de volgende vorderingen betrekking op het moederdepartement, andere ministeries (inclusief agentschappen) en derden:

  • Debiteuren: € 0,1 miljoen moederdepartement, € 5,8 miljoen andere ministeries en € 4,0 miljoen derden;

  • Nog te ontvangen posten: € 6,3 miljoen moederdepartement, € 2,4 miljoen andere ministeries en € 8,7 miljoen derden.

Passiva

Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:

Eigen vermogen per 31-12-2018 (bedragen x € 1.000)
 

31-12-2018

31-12-2017

Exploitatiereserve

23.177

20.670

Onverdeeld resultaat

– 20.548

– 10.322

Totaal

2.629

10.348

Het resultaat 2018 van € 20,5 miljoen negatief bevat het saldo van baten en lasten over het exploitatiejaar 2018. Dit saldo wordt onttrokken aan de exploitatiereserve. Op basis van de gemiddelde omzet van het RIVM over de afgelopen 3 jaar bedraagt het maximaal toegestane eigen vermogen € 16,7 miljoen. Het RIVM heeft daarmee per ultimo 2018 een lager eigen vermogen dan maximaal toegestaan.

Het verloop van het eigen vermogen kan als volgt worden weergegeven.

Verloopstaat Eigen vermogen (bedragen x € 1.000)

Stand per 31-12-17

10.348

   

Mutatie als gevolg van stelselwijziging

– 971

   

Onttrekkingen boekjaar:

 

afroming eigen vermogen

Totaal

9.377

   

Toevoegingen boekjaar:

 

storting door moederdepartement

13.800

Totaal

13.800

   

Resultaat 2018

– 20.548

   

Stand per 31-12-18

2.629

Door afrondingsverschillen kan de som van de delen afwijken van het totaal.

Het verloop van de post voorzieningen is als volgt:

Verloopstaat voorzieningen (bedragen x € 1.000)
 

Personeel

Reorganisatie

Projecten

Herstelkosten

Totaal

Stand voorzieningen per 31-12-2017

1.592

693

3.993

5.722

12.000

Kortlopende schuld

1.235

1.235

Totaalstand per 31-12-2017

2.827

693

3.993

5.722

13.235

           

Dotatie t.l.v. exploitatie

2.057

260

2.317

Onttrekkingen

– 641

– 1.088

– 1.729

Vrijval

– 498

– 208

– 480

– 1.186

Mutaties

918

– 208

– 1.308

– 598

           

Totaalstand per 31-12-2018

3.745

485

2.685

5.722

12.637

Waarvan verantwoord onder overlopende passiva

1.994

1.994

Stand voorzieningen per 31-12-2018

1.751

485

2.685

5.722

10.643

  • De voorziening voor personeel omvat de toekomstige verplichtingen als gevolg van rechten (zoals werkloosheidswet, wachtgelden, pensioentoelagen) op balansdatum van voormalige werknemers.

  • De voorziening voor reorganisatiekosten betreft het voorziene bedrag vanwege de kosten voor overdracht van pensioenrechten van overgenomen medewerkers in 2008 van de voormalige ent-administraties. Vanwege de ontoereikende dekkingsgraad van de betrokken pensioenfondsen heeft tot op heden geen overdracht en afrekening kunnen plaatsvinden. Rekening houdend met medewerkers die geen pensioen meer opbouwen bij ABP is de voorziening naar beneden bijgesteld.

  • De voorziening ten behoeve van projecten betreft het bedrag aan voorziene tekorten op in uitvoering zijnde projecten.

  • Tot slot is de voorziening voor herstelkosten ongewijzigd opgenomen. Ontwikkelingen hebben niet geleid tot aanpassing van de hoogte van de geschatte verplichting in de jaarrekening 2018. De voorziening hangt samen met de verplichting om bij het verlaten van het terrein en de gebouwen te Bilthoven, de huisvesting in oorspronkelijke staat en bezemschoon op te leveren.

Van de voorziening is € 2,0 miljoen opgenomen onder de overlopende passiva wegens verplichtingen die op korte termijn tot betaling/uitstroom van middelen leiden.

De kortlopende schulden muteren met € 11,3 miljoen. De crediteuren zijn met € 4,0 miljoen gestegen naar € 7,9 miljoen door de aanschaf van vaccin eind 2018. Daarnaast is er voor circa € 4,8 miljoen meer aan project/programma gerelateerde vooruitontvangen termijnen. De overlopende passiva zijn met € 2,1 miljoen gestegen, onder andere door het ophogen van de personele voorzieningen (€ 0,8 miljoen).

Per 31-12-2018 hebben de volgende schulden betrekking op het moederdepartement, andere ministeries (inclusief agentschappen) en derden:

  • Nog te betalen posten: € 24,8 miljoen moederdepartement, € 9,3 miljoen andere ministeries en € 49,3 miljoen derden.

Kasstroomoverzicht van het baten-lastenagentschap RIVM over het jaar 2018

Kasstroomoverzicht van het baten-lastenagentschap RIVM over 2018 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2)–(1)

1. Rekening-courant RHB 1-11-2018 + stand depositorekeningen

56.805

39.651

– 17.154

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

360.800

331.664

– 29.136

Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–)

– 363.700

– 343.571

20.129

2. Totaal operationele kasstroom

– 2.900

– 11.907

– 9.007

Totaal investeringen (–/–)

– 3.700

– 4.722

– 1.022

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

3. Totaal investeringsstroom

– 3.700

– 4.722

– 1.022

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–)

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

13.800

13.800

Aflossing op leningen (–/–)

Beroep op leenfaciliteit (+)

4. Totaal financieringskasstroom

13.800

13.800

5. Rekening-courant RHB 31-12-2018 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 miljoen.

50.205

36.823

– 13.382

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Opgenomen zijn de standen van de rekeningcourant met de Rijkshoofdboekhouding van het Ministerie van Financiën.

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom wordt in basis verklaard door het negatieve resultaat 2018 van € 20,5 miljoen. Gecorrigeerd voor afschrijvingen en de mutatie van de voorzieningen, daalt de operationele kasstroom met € 2,7 miljoen tot € 17,8 miljoen negatief. Daarnaast is er sprake van een mutatie van het werkkapitaal van € 5,9 miljoen waarmee de operationele kasstroom uitkomt op € 11,9 miljoen negatief. De operationele kasstroom bestaat voor € 331,7 miljoen uit ontvangsten en € 343,6 miljoen uit uitgaven.

Investeringskasstroom

De investeringen bedragen van € 4,7 miljoen en zijn € 1,0 miljoen hoger dan de investeringen opgenomen in de begroting. Het gaat hierbij vooral om investeringen op het gebied van ICT door toename van ICT activiteiten.

Financieringskasstroom

De eigenaarsbijdrage 2018 is voor het gedeelte Organisatie en Ontwikkeling (€ 1 miljoen) en de toekenning van extra ICT-middelen voor het gericht oplossen van legacy (€ 12,8 miljoen) verwerkt als kapitaalstorting in het eigen vermogen. Er is in 2018 (conform voorgaande jaren) geen gebruik gemaakt van de leenfaciliteit. De gedane investeringen zijn betaald uit eigen beschikbare liquide middelen.

Overzicht doelmatigheidsindicatoren van het baten-lastenagentschap RIVM

Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2018 van de baten-lastenagentschap RIVM
         

Vastgestelde begroting

 

2015

2016

2017

2018

2018

Generiek

         

1. Tarieven/uur

         

– Gewogen uurtarief in €

104,25

105,37

105,37

108,20

108,00

– Ontwikkeling uurtarief (2015 = 100)

100,00

101,07

100,00

102,69

103,00

2. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)

1.487

1.554

1.615

1.660

1.700

3. Saldo van baten en lasten (% van de baten)

1,7%

0,0%

– 3,2%

– 6,2%

0,0%

Specifiek

         

1. Liquiditeit (current ratio; norm: >1,5)

1,2

1,3

1,2

1,1

1,2

2. Solvabiliteit (debt ratio)

0,9

0,9

0,9

1,0

0,9

3. Rentabiliteit eigen vermogen

34,8%

1,2%

– 82,4%

– 316,7%

0,0%

4. Percentage externe inhuur t.o.v. totale personele kosten

8,1%

7,3%

10,9%

11,4%

9,0%

5. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen

93,4%

93,4%

94,2%

92,7%

95,0%

6. Declarabiliteit % primair proces

63,7%

64,2%

64,8%

64,4%

65,0%

7. FTE overhead als % totaal aantal FTE

17,3%

16,8%

17,7%

19,1%

20,0%

8. Ziekteverzuim

3,4%

4,0%

4,1%

4,0%

4,0%

9. % F-gesprekken gevoerd

66,2%

72,0%

81,7%

79,3%

80,0%

Toelichting doelmatigheidsindicatoren

Tarieven/uur

De uurtarieven worden jaarlijks vastgesteld door de eigenaar. Zoals gebruikelijk zijn deze ten opzichte van het voorgaande jaar geïndexeerd (inclusief een kleine stijging als gevolg van de wijziging in het Rijkshuisvestingsstelsel).

Aantal fte totaal (exclusief inhuur externen)

De omvang van de personele bezetting per 31-12-2018 bedraagt 1.660 FTE (inclusief AIO). Zie voor verklaring op dit punt de toelichting onder de lasten.

Saldo van baten en lasten (% van de baten)

De ontwikkeling van het procentuele saldo is een weergave van de realisatie zoals de afgelopen jaren in de jaarrekening gepresenteerd.

Liquiditeit/Solvabiliteit/Rentabiliteit

Voor wat betreft de doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren liquiditeit, solvabiliteit en de rentabiliteit van het eigen vermogen. De current ratio geeft aan in hoeverre de kortlopende schulden kunnen worden voldaan vanuit de kortlopende activa. Een waarde van boven de 1 wordt over het algemeen als gezond gekenmerkt.

Het RIVM voldoet hieraan met een waarde van 1,1. De daling van het eigen vermogen in combinatie met een daling van het balanstotaal maakt dat het de debtratio ten opzichte van 2017 niet substantieel wijzigt. De rentabiliteit van – 316,7% op het eigen vermogen is het gevolg van het negatieve resultaat dat in 2018 is gerealiseerd.

Percentage inhuur externen ten opzichte van de totale personele kosten

De totale inhuur externen bedroeg in 2018 € 17,9 miljoen. Dit ligt hoger dan het niveau van 2017 (€ 15,1 miljoen). Vooral de inhuur van ICT gerelateerd personeel is toegenomen, mede als gevolg van de toename van ICT activiteiten, aanvullende projecten om de legacy op dit vlak op te lossen en de inspanningen op het gebied van informatiebeveiliging. Het inhuurpercentage over 2018 komt uit op 11,4%. In 2017 bedroeg het percentage 10,9%. De norm uit de begroting is 9,0%.

Percentage facturen betaald binnen 30 dagen

Het percentage facturen dat in 2018 is betaald binnen 30 dagen bedraagt 92,7% en ligt daarmee onder de norm/begroting van 95%. Het percentage is eveneens lager dan in 2017 (94,2%).

Declarabiliteit % primair proces

De declarabiliteitsnorm van 65% is met 64,4% nagenoeg gehaald en ligt in lijn met de realisaties van afgelopen jaren.

FTE overhead als % totaal aantal FTE

Het percentage overhead uitgedrukt in FTE is in 2018 gestegen van 17,7% in 2017 naar 19,1% in 2018. Daarmee ligt het percentage overhead wel onder de intern gestelde norm van 20%.

Ziekteverzuim

Het ziekteverzuimpercentage is in 2018 gedaald van 4,1% naar 4,0% en ligt boven de Verbaannorm van 2,8%.

Percentage gevoerde F-gesprekken gevoerd

Het percentage F-gesprekken (gestarte en afgeronde gesprekscyclussen met medewerkers) dat is gevoerd in 2018 komt uit op 79,3% en ligt daarmee nagenoeg op de norm/begroting van 80%.

Licence