Figuur 4 laat zien dat een volwassene in Nederland gemiddeld € 5.580 heeft betaald aan collectieve zorg. Dat betreft niet alleen de nominale premie en de eigen betalingen. Een Nederlander betaalt gemiddeld ook een fors bedrag aan Wlz-premie. De inkomensafhankelijke bijdrage Zvw wordt voor een beperkt deel rechtstreeks door burgers betaald (gepensioneerden en zelfstandigen) en voor het grootste deel door werkgevers. Dat laatste deel beïnvloedt de loonruimte en wordt daarom meegenomen. Via de zorgtoeslag ontvangt de gemiddelde burger een bedrag ter gedeeltelijke compensatie van de nominale premie en het betaalde eigen risico. Als laatste is meegenomen het bedrag dat via belastingen wordt opgebracht ter dekking van de begrotingsgefinancierde zorguitgaven, de rijksbijdragen en de zorgtoeslag.
De gemiddelde lasten voor een volwassene komen daarmee uit op € 5.580 voor het jaar 2018. Dat is € 141 lager dan geraamd in de begroting 2018. De lasten komen lager uit door een lagere premievaststelling door zorgverzekeraars en door lagere Wlz-premieinkomsten. De nominale premie is in 2018 per saldo € 54 lager vastgesteld door de zorgverzekeraars (€ 63 minder dan na de besluitvorming over het eigen risico). Mede hierdoor is de gemiddelde zorgtoeslag € 44 lager uitgekomen. De lagere uitgaven aan zorgtoeslag zijn weer een belangrijke verklaring voor de daling bij de belastingen van € 30. Vanwege de lagere dan geraamde inkomens betaalt de gemiddelde volwassene € 87 minder Wlz-premie en € 1 minder inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Omdat de eigen betalingen € 12 lager uitkomen dan geraamd (waarvan € 7 vanwege het stabiliseren van het eigen risico), komen de totale lasten € 141 lager uit.
Figuur 4: Lasten per volwassene aan zorg in 2018 (in euro’s per jaar)