Tabel 15 geeft een overzicht van de premies Zvw en Wlz conform de stand ontwerpbegroting 2018 en conform de (voorlopige) realisatie.
Begroting 2018 | Bijstelling 2018 | Startnota 2018 | Bijstelling 2018 | Jaarverslag 2018 | |
---|---|---|---|---|---|
a | b | c=a+b | d | e=c+d | |
Zvw | |||||
Inkomensafhankelijke bijdrage regulier (in %) | 6,90 | 0 | 6,90 | 0 | 6,90 |
Inkomensafhankelijke bijdrage laag (in %) | 5,65 | 0 | 5,65 | 0 | 5,65 |
Nominale premie (jaarbedrag in €) | 1.362 | + 9 | 1.3711 | – 63 | 1.308 |
Wlz | |||||
Procentuele premie (in %) | 9,65 | 0 | 9,65 | 0 | 9,65 |
Bron: VWS, CPB.
Anders dan in tabel 15 is weergegeven blijkt dit bedrag niet uit de startnota maar uit het wetsontwerp Het ongewijzigd laten van het verplicht eigen risico voor de zorgverzekering voor het jaar 2018 (TK 34 792 nr. 3)
Zowel de Wlz-premie als de inkomensafhankelijke bijdragen Zvw zijn vastgesteld conform het percentage uit de ontwerpbegroting 2018. Deze percentages wijzigen niet door de bijstellingen uit de nota van wijziging. De nominale premie Zvw werd in de begroting 2018 geraamd op € 1.362. Die raming werd na het stabiliseren van het eigen risico bijgesteld naar € 1.371. De nominale premie voor 2018 is door de zorgverzekeraars € 63 lager vastgesteld dan deze € 1.371.
Tabel 16 geeft weer hoe de bedragen die burgers en bedrijven aan zorg betaalden zich hebben ontwikkeld tussen de stand ontwerpbegroting 2018 en de (voorlopige) realisatie in het Jaarverslag 2018.
Begroting 2018 | Bijstelling 2018 | Jaarverslag 2018 | |
---|---|---|---|
a | b | c=a+b | |
Burgers (Nominale premie Zvw, Wlz-premie, eigen betalingen, deel IAB) | 48,3 | – 2,1 | 46,2 |
Compensatie burgers door zorgtoeslag | – 5,2 | + 0,6 | – 4,6 |
Burgers totaal | 43,1 | – 1,5 | 41,6 |
Werkgevers (IAB) | 17,2 | + 0,2 | 17,4 |
Burgers en bedrijven (uit belastingen) | 19,4 | – 0,4 | 19,0 |
Totaal | 79,7 | – 1,7 | 77,9 |
Bron: VWS, CPB.
Burgers betalen de nominale premie, het eigen risico Zvw, de Wlz-premie, en de eigen bijdragen Wlz. Gepensioneerden en zelfstandigen betalen daarnaast ook de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Voor burgers met een laag inkomen staat tegenover de nominale premie Zvw en het eigen risico compensatie door de zorgtoeslag. In de begroting 2018 werd geraamd dat deze posten samen per saldo € 43,1 miljard zouden opbrengen. Op basis van de actuele cijfers is dit gedaald naar € 41,6 miljard. De daling van € 1,5 miljard hangt voor € 0,7 miljard samen met de door zorgverzekeraars lager vastgestelde nominale premie Zvw6. De resterende daling betreft vooral lagere opbrengsten bij de Wlz-premie en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw. Bij deze posten is de opbrengst bij een gegeven percentage lager uitgekomen, omdat de inkomens waarover ze geheven worden lager zijn uitgekomen. Daarnaast leidt de stabilisatie van het eigen risico ook tot een daling.
Werkgevers betalen de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw voor hun werknemers. In de begroting 2018 werd hiervoor € 17,2 miljard geraamd. Op basis van de actuele cijfers is dat gestegen naar € 17,4 miljard. De relevante loonsom is hoger uitgekomen.
De Wmo- en jeugdzorguitgaven, de uitgaven op de VWS-begroting, de rijksbijdragen en de zorgtoeslag worden gedekt uit belastingen. Daarvan valt niet op voorhand te zeggen of het lasten van burgers of werkgevers betreft. Het uit belastingen gefinancierde bedrag is gedaald van € 19,4 naar € 19,0 miljard, vooral vanwege de lagere uitgaven aan zorgtoeslag.
Uit tabel 16 blijkt dat burgers en werkgevers samen € 77,9 miljard hebben afgedragen, terwijl de zorguitgaven € 75,7 miljard bedroegen (zie tabel 11). Het verschil van € 2,2 miljard betreft enerzijds de beheerskosten van zorgverzekeraars van € 1,3 miljard en daarnaast de saldi van het Fonds langdurige zorg (€ 0,6 miljard), het Zorgverzekeringsfonds (€ 0,1 miljard) en de zorgverzekeraars (€ 0,2 miljard).