Base description which applies to whole site

5.2 Niet-beleidsartikel 95 Apparaat Kerndepartement

Tabel 58 A. Apparaatsuitgaven Kerndepartement Budgettaire gevolgen (bedragen x € 1.000)
      

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

  

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

Verplichtingen

 

249.788

243.981

234.043

250.379

266.515

259.975

6.540

Uitgaven

 

249.788

243.565

234.542

250.379

266.317

259.975

6.342

         

Personele uitgaven

 

179.076

184.613

189.432

185.942

197.662

192.869

4.793

 

waarvan eigen personeel

170.675

174.681

180.150

177.316

188.890

183.336

5.554

 

waarvan inhuur externen

4.809

5.880

4.884

5.190

5.614

5.751

‒ 137

 

waarvan overige personele uitgaven

3.592

4.052

4.398

3.436

3.158

3.782

‒ 624

Materiële uitgaven

69.562

57.844

43.979

63.217

67.336

67.106

230

 

waarvan ICT

27.032

21.721

17.833

23.442

23.719

24.198

‒ 479

 

waarvan bijdrage aan SSO's

31.021

19.982

14.687

15.121

15.926

25.385

‒ 9.459

 

waarvan overige materiële uitgaven

11.509

16.141

11.459

24.654

27.691

17.523

10.168

Begrotingsreserve schatkistbankieren

1.150

1.108

1.131

1.220

1.319

0

1.319

Ontvangsten

 

2.973

1.467

3.000

2.428

1.980

567

1.413

Het Ministerie van OCW heeft de apparaatskosten technisch verdeeld naar instrumenten (Personeel en Materieel) op basis van de realisatiecijfers van voorgaande jaren. Het Ministerie van OCW stuurt op het totaal toegewezen budget aan de organisatieonderdelen en niet per instrument.

Uitgaven

De uitgaven voor de Apparaatskosten OCW zijn in 2019 € 6,3 miljoen hoger dan de vastgestelde begroting. Dit is het saldo van een groot aantal mutaties die grotendeels in de suppletoire wetten zijn toegelicht:

  • de personele uitgaven zijn € 4,8 miljoen hoger dan begroot. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt door toevoeging van de loonbijstelling tranche 2019;

  • de materiële uitgaven zijn per saldo € 0,2 miljoen hoger dan begroot. De raming voor de bijdrage aan Shared Service Organisaties (SSO’s) is te hoog ingeschat. De daadwerkelijk uitgaven zijn € 9,5 miljoen lager dan begroot. Daartegenover is er meer gebruik gemaakt van in- en uitbesteding van diensten. De uitgaven onder het instrument overige materiële uitgaven zijn daardoor € 10,2 miljoen hoger dan begroot;

  • tenslotte staat het Ministerie van OCW garant voor onderwijsinstellingen en rijksmusea die bij de Staat lenen (schatkistbankieren). Voor het risico dat het Ministerie van OCW hierdoor loopt, wordt een vergoeding (risicopremie) ontvangen. De ontvangen risicopremie in 2019 bedraagt € 1,3 miljoen. Deze premie wordt (via een desaldering) toegevoegd aan de begrotingsreserve schatkistbankieren.

Ontvangsten

De realisatie van de ontvangsten is in 2019 € 1,4 miljoen hoger dan geraamd. Dit wordt voor het grootste deel veroorzaakt doordat het Ministerie van OCW garant staat voor onderwijsinstellingen en rijksmusea die bij de Staat lenen (schatkistbankieren). Voor het risico dat het Ministerie van OCW hierdoor loopt, ontvangt zij een vergoeding (risicopremie). De ontvangen risicopremie in 2019 bedraagt € 1,3 miljoen.

Tabel 59 B. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten inclusief agentschappen en Zelfstandige Bestuursorganen/Rechtspersonen met een wettelijke taak (bedragen x € 1 miljoen)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2015

2016

2017

2018

2019

2019

2019

Totaal apparaatsuitgaven Ministerie

249,7

243,6

234,5

250,4

266,3

260,0

6,3

Kerndepartement

136,7

135,9

131,8

143,1

154,7

158,0

‒ 3,3

Rijksdienst Cultureel Erfgoed

38,0

34,6

32,9

34,9

36,8

32,6

4,2

Inspectie van het Onderwijs

66,8

64,0

61,5

64,6

66,5

62,3

4,2

Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed

2,3

2,3

2,4

2,3

2,5

2,3

0,2

Onderwijsraad

2,2

2,9

2,3

2,2

2,4

2,3

0,1

Raad voor Cultuur

2,3

2,5

2,5

2,0

2,2

2,0

0,2

Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid

1,4

1,4

1,1

1,3

1,2

0,5

0,7

        

Totaal apparaatskosten agentschappen

336,6

356,4

351,4

365,6

360,0

308,6

51,4

Dienst Uitvoering Onderwijs

303,4

313,3

314,1

326,8

318,6

271,6

47,0

Nationaal Archief

33,2

43,1

37,3

38,8

41,4

37,0

4,4

        

Totaal apparaatskosten ZBO’s en RWT's

111,5

129,5

153,9

361,6

0,0

141,4

‒ 141,4

Stichting Fonds voor de Podiumkunsten

4,4

4,4

6,1

7,0

 

6,0

‒ 6,0

Stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

1,9

1,9

2,6

2,8

 

3,1

‒ 3,1

Stichting Mondriaanfonds

2,2

2,2

2,9

  

3,6

‒ 3,6

Stichting Nederlands Filmfonds

3,1

2,6

3,9

4,3

 

3,8

‒ 3,8

Stichting Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie

1,6

1,1

1,9

2,0

 

2,0

‒ 2,0

Stichting Nederlands Letterenfonds

2,0

1,1

2,7

   

0,0

Bureau Architectenregister

  

0,9

0,9

  

0,0

Stichting Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds)

1,6

1,7

nvt

nvt

  

0,0

Commissariaat voor de Media (CvdM)

3,8

5,3

7,4

6,6

 

4,5

‒ 4,5

Nederlandse Publieke Omroep (NPO)

2,6

2,6

1,5

2,1

 

2,3

‒ 2,3

Stichting Regionale Publieke Omroep (RPO)

0,0

0,0

1,5

1,0

 

1,0

‒ 1,0

Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

4,0

3,8

3,6

4,3

  

0,0

Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW)

15,0

13,5

14,1

54,2

 

13,6

‒ 13,6

Koninklijke Bibliotheek (KB)

15,3

26,5

36,7

63,1

 

58,6

‒ 58,6

Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)

32,3

41,6

47,4

208,0

 

37,6

‒ 37,6

Stichting Participatiefonds

2,5

2,3

2,1

2,0

nnb

2,0

0,0

Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)

15,3

15,3

15,3

   

0,0

Stichting Vervangingsfonds

3,2

3,0

2,8

2,7

nnb

2,7

0,0

Stimuleringsfonds voor de Journalistiek

0,7

0,6

0,5

0,6

 

0,6

‒ 0,6

In onderstaande tabel staat de verdeling van de taakstelling op de Apparaatsuitgaven/-kosten uit het vorige Regeerakkoord (Rutte II) weergegeven. Deze taakstelling is verdeeld over kerndepartement, agentschappen en ZBO’s.

Tabel 60 D. Extracomptabele tabel invulling taakstelling (bedragen x € 1.000)
 

2016

2017

2018

Structureel

Departementale taakstelling (totaal)

24,0

54,0

67,0

67,0

     

Kerndepartement

6,9

20,0

26,5

26,5

     

Agentschappen

    

DUO

12,1

23,5

27,9

27,9

NA

0,8

1,0

1,0

1,0

Totaal Agentschappen

12,9

24,5

28,9

28,9

     

ZBO’s

    

Cultuurfondsen

0,5

1,1

1,4

1,4

Commissariaat voor de Media

0,2

0,5

0,6

0,6

Nederlandse Publieke Omroep

0,1

0,3

0,4

0,4

Nederlands Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

0,2

0,4

0,5

0,5

Kon.Ned.Academie van Wetenschappen (KNAW)

0,7

1,6

2,0

2,0

Kon.Bibliotheek (KB)

0,6

1,3

1,6

1,6

Ned.organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO)

1,5

3,5

4,3

4,3

Participatiefonds

0,1

0,3

0,4

0,4

Vervangingsfonds

0,2

0,4

0,5

0,5

Stimuleringsfonds voor de Pers

0,0

0,1

0,1

0,1

Totaal ZBO's

4,2

9,5

11,8

11,8

Licence