(1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | (4) Realisatie 2018 | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet | 10.116 | 9.328 | ‒ 788 | 8.0191 |
waarvan omzet moederdepartement | 7.760 | 5.927 | ‒ 1.833 | 4.9011 |
waarvan omzet overige departementen | 2.356 | 3.401 | 1.045 | 3.1181 |
waarvan omzet derden | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 0 | 178 | 178 | 564 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 10.116 | 9.506 | ‒ 610 | 8.5831 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 9.663 | 8.480 | ‒ 1.183 | 7.5611 |
Personele kosten | 6.819 | 6.265 | ‒ 554 | 5.5351 |
waarvan eigen personeel | 5.974 | 5.177 | ‒ 797 | 5.0261 |
waarvan inhuur externen | 565 | 461 | ‒ 104 | 329 |
waarvan overige personele kosten | 280 | 627 | 347 | 180 |
Materiële kosten | 2.844 | 2.215 | ‒ 629 | 2.0261 |
huur gebouwen RVB | 0 | 0 | 0 | 263 |
waarvan apparaat ICT | 825 | 477 | ‒ 348 | 221 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 990 | 865 | ‒ 125 | 9771 |
waarvan overige materiële kosten | 1.029 | 873 | ‒ 156 | 565 |
Afschrijvingskosten | 453 | 618 | 165 | 441 |
Materieel | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 |
Immaterieel | 453 | 618 | 165 | 441 |
Dotaties voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige kosten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere lasten | 0 | 3 | 3 | 0 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 1 |
Totaal lasten | 10.116 | 9.101 | ‒ 1.015 | 8.003 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 405 | 405 | 5801 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 405 | 405 | 5801 |
Foutherstel en herrubricering 2018
In 2019 heeft de NEa geconstateerd dat reeds ultimo 2017 het eigen vermogen hoger was dan het toegestane percentage van 5% over de gemiddelde omzet over de laatste drie jaar. Het surplus bedraagt € 0,587 mln en moet aan de voormalige eigenaar van de NEa, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), worden uitgekeerd. Deze door de Regeling agentschappen voorgeschreven uitkering was echter niet als schuld in de jaarrekening 2018 opgenomen. Hiervoor is in de jaarrekening 2019 foutherstel toegepast. Dit foutherstel is retrospectief verwerkt waarbij de vergelijkende cijfers 2018 zijn aangepast. Het effect op het eigen vermogen per 31 december 2018 is € 0,587 mln negatief (directe vermogensmutatie). Daartegenover staat een hoger bedrag ultimo 2018 voor «Overige schulden en overlopende passiva» van € 0,587 mln voor de uitkering van het surplus eigen vermogen 2017 aan de voormalige eigenaar IenW. De daadwerkelijke uitbetaling hiervan heeft niet in 2019 plaatsgevonden, maar vindt plaats in 2020.
Daarnaast is ook in 2019 vastgesteld dat het niet-gerealiseerde deel van de opdrachten van 2017 van IenW en EZK, dat alsnog met toestemming van de opdrachtgevers ingezet mocht worden in 2018, niet bij de omzet 2018 in ogenschouw was genomen. Tevens was de afrekening van de geleverde prestaties over 2018 met deze opdrachtgevers abusievelijk niet verwerkt in de jaarrekening 2018 van de NEa. Ook hiervoor is in de jaarrekening 2019 foutherstel toegepast en retrospectief verwerkt waarbij de vergelijkende cijfers 2018 zijn aangepast. Per saldo leidt deze correctie tot een hogere omzet 2018, hoger resultaat 2018 en hoger eigen vermogen ultimo 2018 van € 0,284 mln (€ 0,343 mln heeft betrekking op IenW en -/- € 0,059 mln op EZK). Daartegenover staat een lager bedrag ultimo 2018 voor «Overige schulden en overlopende passiva» van € 0,284 mln.
Het cumulatieve effect op het eigen vermogen van het bovenstaande foutherstel bedraagt € 0,303 mln (negatief).
Om vergelijking met de cijfers van 2019 mogelijk te maken zijn de cijfers voor 2018 als volgt aangepast.
2018 gecorrigeerd | 2018 eerder vastgesteld | mutatie | |
---|---|---|---|
Eigen vermogen op 1 januari | 973 | 973 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 580 | 296 | 284 |
Directe mutaties in het eigen vermogen: | |||
- uitkering aan moederdepartement | ‒ 587 | 0 | ‒ 587 |
Stand op 31 december | 966 | 1.269 | ‒ 303 |
2018 gecorrigeerd | 2018 eerder vastgesteld | mutatie | |
---|---|---|---|
Stand op 1 januari | 592 | 592 | 0 |
Toevoeging aan exploitatiereserve | ‒ 592 | ‒ 592 | 0 |
Toevoeging uit resultaat | 580 | 296 | 284 |
Stand 31 op december | 580 | 296 | 284 |
2018 gecorrigeerd | 2018 eerder vastgesteld | mutatie | |
---|---|---|---|
Stand op 1 januari | 973 | 973 | 0 |
Toevoeging onverdeeld resultaat | 580 | 296 | 284 |
Directe vermogensmutaties | ‒ 587 | 0 | ‒ 587 |
Stand op 31 december | 966 | 1.269 | ‒ 303 |
2018 gecorrigeerd | 2018 eerder vastgesteld | mutatie | |
---|---|---|---|
Te betalen BTW verlegd 21% | 0 | 0 | 0 |
Reservering vakantiegeld | 160 | 160 | 0 |
Reservering verlofdagen | 129 | 129 | 0 |
Reservering eindejaarsuitkering | 23 | 23 | 0 |
Te betalen interest Min. van Financiën | 0 | 0 | 0 |
Vooruit ontvangen bedragen (foutherstel) | 1.895 | 2.179 | ‒ 284 |
Nog te betalen bedragen | 1.102 | 1.102 | 0 |
Nog te ontvangen facturen | 48 | 48 | 0 |
Af te dragen surplus eigen vermogen aan IenW (foutherstel) | 587 | 0 | 587 |
Af te dragen bestuurlijke boetes en inleggelden | 1.811 | 1.811 | 0 |
Kortlopend deel leenfaciliteit | 140 | 140 | 0 |
Saldo per 31 december | 5.895 | 5.592 | 303 |
2018 gecorrigeerd | 2018 eerder vastgesteld | mutatie | |
---|---|---|---|
Omzet moederdepartement (EZK) | 4.901 | 4.960 | ‒ 59 |
Omzet overige departementen (IenW) | 3.118 | 2.775 | 343 |
Omzet derden | 0 | 0 | 0 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 564 | 564 | 0 |
Totaal baten | 8.583 | 8.299 | 284 |
2018 gecorrigeerd | 2018 eerder vastgesteld | mutatie | |
---|---|---|---|
Saldo baten en lasten | 580 | 296 | 284 |
2018 gecorrigeerd | 2018 eerder vastgesteld | mutatie | |
---|---|---|---|
Eigen personeel | 5.026 | 5.703 | ‒ 677 |
Externe inhuur | 329 | 329 | 0 |
Overige personele kosten | 180 | 180 | 0 |
Totaal personele kosten | 5.535 | 6.212 | ‒ 677 |
In 2018 waren onder de personele kosten de kosten van SSO DICTU geschaard (€ 0,07 mln) en daarnaast ook de kosten die de NEa betaald had aan SSO IBI (€ 0,60 mln) voor de administratieve ondersteuning.
2018 gecorrigeerd | 2018 eerder vastgesteld | mutatie | |
---|---|---|---|
Lonen en salarissen | 3.561 | 4.004 | ‒ 443 |
Pensioenlasten | 627 | 627 | 0 |
Overige sociale lasten | 438 | 438 | 0 |
Opleidings- en scholingskosten | 75 | 75 | 0 |
Inhuur | 329 | 329 | 0 |
Overige personele kosten | 505 | 739 | ‒ 234 |
Totaal personele kosten | 5.535 | 6.212 | ‒ 677 |
Vanwege vergelijkingsdoeleinden zijn de personele kosten van 2018 aangepast voor de bedragen aan IBI voor de administratieve verwerking ad € 0,60 mln en de kosten van SSO DICTU ad € 0,07 mln. Daarnaast heeft er een verschuiving van de opbrengst van de detacheringskosten plaatsgevonden. Dit bedrag ad € 0,44 mln is in mindering gebracht op de lonen en salarissen. De kosten van SSO IBI en DICTU zijn naar materieel SSO verschoven.
2018 gecorrigeerd | 2018 eerder vastgesteld | mutatie | |
---|---|---|---|
Huur gebouwen RVB | 263 | 263 | 0 |
Apparaat ICT | 221 | 221 | 0 |
Bijdrage SSO’s | 977 | 300 | 677 |
Overige materiële kosten | 565 | 565 | 0 |
Totaal materiële kosten | 2.026 | 1.349 | 677 |
Door herrubricering zijn de kosten voor SSO DICTU (€ 0,07 mln) en voor SSO IBI (€ 0,60 mln) uit de personele kosten gehaald en toegevoegd aan de materiële kosten.
Toelichting op de baten
Omzet
De gerealiseerde omzet komt lager uit dan begroot: € 9,3 mln ten opzichte van € 10,1 mln begroot. Het verschil van € 0,8 mln wordt grotendeels veroorzaakt door een lagere opdrachtwaarde voor de werkzaamheden in het kader van de opdracht CO2-minimumprijs, omzet moederdepartement. Daartegenover staan nieuwe opdrachten in het kader van de vierde handelsperiode en CO2-heffing, en daarnaast een aanvulling van de opdrachtbudgetten voor de reguliere taken ETS en EV (omzet overige departementen).
2019 | 2018 | |
---|---|---|
Opdracht CO2- emissiehandel | 4.718 | 4.528 |
Vierde handelsperiode | 641 | 91 |
Opdracht beleidsadvies minimum CO2-prijs | 39 | 88 |
CO2-heffing | 209 | 0 |
Opdracht bijstook biomassa | 320 | 194 |
Totaal omzet moederdepartement EZK | 5.927 | 4.9011 |
2019 | 2018 | |
---|---|---|
Opdrachten Energie voor Vervoer (EV) | 3.191 | 2.775 |
Advies, ontwikkeling en implementatie (EV) | 210 | 343 |
Totaal omzet overige departementen | 3.401 | 3.1181 |
2019 | 2018 | |
---|---|---|
Bijdrage moederdepartement inzake AVG | 0 | 33 |
Bijdrage moederdepartement inzake huisvestings- en facilitaire kosten | 0 | 531 |
Bijzondere baten als gevolg van correcties voorgaande boekjaren | 178 | 0 |
Totaal bijzondere baten | 178 | 564 |
Bijzondere baten
De bijzondere baten zijn de baten die voortvloeien uit correcties van voorgaande boekjaren. Dit zijn baten (€ 0,17 mln) vanuit het opschonen van een aantal balansrekeningen van de afgelopen jaren.
Toelichting op de lasten
De totale lasten zijn € 1,0 mln lager uitgekomen dan in de oorspronkelijke begroting over 2019 is opgenomen. Hieronder staan per categorie de belangrijkste verschillen.
Personele kosten
De personele kosten zijn € 0,55 mln lager dan begroot en de salariskosten van eigen medewerkers zijn € 0,79 mln lager dan begroot. Bij de vaststelling van de begroting is gerekend met hogere personele kosten in het kader van nieuwe opdrachten.
In 2019 heeft de NEa € 0,1 mln minder uitgegeven aan externe inhuur ten opzichte van de begroting. De overige personele kosten zijn in 2019 € 0,34 mln hoger dan de begroting, vanwege een herrubricering in 2019. Verder heeft de NEa in 2019 minder kosten gehad aan opleidingen en cursussen dan was begroot.
Personeelsbestand
Bij de NEa waren in 2019 gemiddeld 59,3 fte’s in dienst (2018: 56,6 fte’s). De begroting ging uit van 64 fte.
Materiële kosten
De totale materiële kosten zijn € 0,6 mln lager dan begroot. Dit komt voort uit het feit dat er vanuit de begroting meer materiële kosten waren voorzien in het kader van nieuwe opdrachten.
Apparaat ICT
De ICT kosten in 2019 zijn € 0,35 mln lager dan begroot. In de begroting voorziene projectkosten en overdrachtskosten naar een nieuwe ICT-leverancier hebben uiteindelijk niet in 2019 plaatsgevonden.
Bijdrage aan SSO’s
De kosten aan SSO IBI onder het Ministerie van IenW voor het voeren van de financiële administratie, inkoopadvies en archiefdiensten zijn € 0,12 mln lager dan begroot. Daarnaast zijn de kosten van FMH ten opzichte van de begroting wel gestegen.
Overige materiële kosten
In de begroting waren kosten voorzien voor een onderzoek naar de positionering van de financiële administratie van de NEa. Deze kosten zijn in 2019 niet gemaakt. Daarnaast heeft de NEa een lagere realisatie op de kosten van abonnementen en contracten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingen zijn hoger dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat het in gebruik nemen van het Register Energie voor Vervoer fase 2 niet was opgenomen. Het in gebruik nemen was afhankelijk van de beslissing van de Eerste Kamer, waarvan niet bekend was wanneer deze genomen zou worden. Dit zorgt voor € 0,16 mln aan hogere afschrijvingskosten.
Het resultaat van de NEa over het jaar 2019 is € 0,4 mln positief.
Balans 2019 | Balans 2018 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 1.217 | 1.835 |
Immateriële vaste activa | 1.217 | 1.835 |
Materiële vaste activa | 0 | 0 |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 |
waarvan installaties en inventarissen | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 0 | 0 |
Vlottende activa | 5.816 | 5.178 |
Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
Debiteuren | 73 | 113 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 530 | 4 |
Liquide middelen | 5.213 | 5.061 |
Totaal activa | 7.033 | 7.013 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 1.402 | 9661 |
Exploitatiereserve | 966 | 3861 |
Vermogensmutatie | 31 | 0 |
Onverdeeld resultaat | 405 | 5801 |
Voorzieningen | 0 | 0 |
Langlopende schulden | 0 | 140 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 140 |
Kortlopende schulden | 5.631 | 5.9071 |
Crediteuren | 16 | 12 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 140 | 140 |
Overige schulden en overlopende passiva | 5.475 | 5.7551 |
Totaal passiva | 7.033 | 7.013 |
Realisatie 2019 | Realisatie 2018 | |
---|---|---|
Debiteuren | 73 | 113 |
Totaal | 73 | 113 |
Realisatie 2019 | Realisatie 2018 | |
---|---|---|
Overige departementen | 35 | 8 |
Derden | 37 | 105 |
Totaal | 72 | 113 |
De post Debiteuren 2019 bestaat uit een factuur van € 0,035 mln voor een gedetacheerde medewerker bij I-Interim Rijk en een vooruit gefactureerde fee 2020 van € 0,038 mln.
Realisatie 2019 | Realisatie 2018 | |
---|---|---|
Moederdepartement EZK | 341 | 0 |
Overige departementen | 139 | 0 |
Derden | 17 | 0 |
Vooruitbetaalde posten | 33 | 4 |
Totaal | 530 | 4 |
De vordering moederdepartement is het gevolg van een onjuiste afboeking door EZK in het kader van huisvestingskosten.
De vordering overige departementen bestaat uit bedragen die nog dienen te worden ontvangen in het kader van detacheringsovereenkomsten vanuit NEa.
2016 | 2017 | 20181 | 2019 | |
---|---|---|---|---|
1.Eigen Vermogen per 1/1 | 299 | 1.020 | 973 | 966 |
2. Saldo Baten en Lasten | 721 | 592 | 580 | 405 |
3. Directe mutaties in het Eigen Vermogen | 0 | ‒ 639 | ‒ 587 | 31 |
‒ 3a Uitkering aan moederdepartement | 0 | ‒ 639 | 0 | 0 |
‒ 3b Additionele bijdrage van moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 31 |
‒ 3c Overige Mutaties | 0 | 0 | ‒ 587 | 0 |
4. Eigen vermogen per 31/12 | 1.020 | 973 | 966 | 1.402 |
Omzet | 8.079 | 7.412 | 8.019 | 9.328 |
Vermogensplafond (5%) | 380 | 386 | 392 | 413 |
Het eigen vermogen einde boekjaar is het totaal van de exploitatiereserve en het onverdeeld resultaat (zijnde het exploitatieresultaat) over het boekjaar.
Het eigen vermogen einde boekjaar bedraagt € 1,402 mln. Dit is 17% van de gemiddelde jaaromzet over de laatste drie jaar, terwijl maximaal 5% is toegestaan. Het eigen vermogen is derhalve € 0,99 mln te hoog. Dit bedrag zal in 2020 worden terugbetaald aan het moederdepartement.
Realisatie 2019 | Realisatie 2018 | |
---|---|---|
Overige departementen | 0 | 5 |
Derden | 16 | 7 |
Totaal | 16 | 12 |
De post crediteuren 2019 bestaat uit een drietal facturen die nog niet betaald waren ultimo december. De facturen zijn meegegaan in een betaalronde in januari 2020.
2019 | 2018 | |
---|---|---|
Reservering vakantiegeld | 225 | 160 |
Reservering verlofdagen | 226 | 129 |
Reservering eindejaarsuitkering | 33 | 23 |
Te betalen interest ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Vooruit ontvangen bedragen | 0 | 1.8951 |
Af te dragen bestuurlijke boetes en inleggelden | 0 | 1.811 |
Af te dragen moederdepartement EZK: | ||
-af te dragen bestuurlijke boetes en inleggelden | 1.507 | 0 |
-afrekening opdrachtgelden 2018 | 59 | 0 |
-overig | 138 | 0 |
Af te dragen overige departementen: | ||
-af te dragen bestuurlijke boetes en inleggelden IenW | 1.921 | 0 |
-afrekening opdrachtgelden IenW | 371 | 0 |
-gepresenteerde afrekening 2017 +522 | ||
-foutherstel 2018 ‒ 343 | ||
-daadwerkelijke afrekening 2018 +179 | ||
-vrijval naar 2019 ‒ 110 | ||
-afdracht opdrachtgelden 2019 +302 | ||
-af te dragen surplus eigen vermogen aan IenW (foutherstel) | 587 | 5871 |
Overig departement BZK | 112 | 0 |
Nog te betalen bedragen | 296 | 1.102 |
Nog te ontvangen facturen | 0 | 48 |
Totaal overige schulden en overlopende passiva | 5.475 | 5.7551 |
De NEa valt met ingang van 2018 onder het Ministerie van EZK. De schuld aan het moederdepartment bestaat onder andere uit nog af te dragen bestuurlijke boetes en inleggelden. Daarnaast is een bedrag opgenomen dat aan het voomalig moederdepartement moet worden betaald. In 2019 is een nadere uitsplitsing gemaakt van vooruit ontvangen bedragen van moederdepartement en overige departementen.
(1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2019 + stand depositorekeningen | 1.086 | 5.060 | 3.974 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 6.978 | 9.020 | 2.042 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 6.678 | ‒ 8.759 | ‒ 2.081 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 300 | 261 | ‒ 39 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 1.300 | 0 | 1.300 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 1.300 | 0 | 1.300 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 31 | 31 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 400 | ‒ 140 | 260 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 1.300 | 0 | ‒ 1.300 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 900 | ‒ 109 | ‒ 1.009 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2019 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 miljoen. | 986 | 5.212 | 4.226 |
Toelichting kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
Bij het bepalen van de operationele kasstroom is uitgegaan van het saldo van baten en lasten, dat is gecorrigeerd voor de afschrijvingen en de mutaties in de balansposten kortlopende activa en passiva.
InvesteringskasstroomI
In 2018 is het Register Energie voor Vervoer fase 2 (€ 1,5 mln) overgeboekt van immateriële vaste activa in ontwikkeling naar de immateriële vaste activa. Voor de kasstroom levert dit in 2019 geen mutatie op.
Financieringskasstroom
Op de leenfaciliteit is in 2019 € 0,14 mln afgelost. Dit is conform het saldobiljet 2019 van de Rijkshoofdboekhouding. Daarnaast heeft er een eenmalige storting van € 0,03 mln plaatsgevonden in het kader van de AVG.
Omschrijving generiek deel | Realisatie | Vastgestelde begroting | |||
---|---|---|---|---|---|
Doelmatigheidsindicatoren | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2019 |
Kostprijzen per product (groep) | |||||
Naleving ETS (per BKG installatie) | 10.311 | 10.439 | 10.436 | 14.281 | 9.516 |
Naleving EV (per deelnemersrol) | 12.537 | 11.294 | 14.529 | 39.547 | 10.704 |
Tarieven/uur | |||||
Laag | 74 | 69 | 69 | 68 | 68 |
Midden | 94 | 90 | 90 | 92 | 90 |
Hoog | 120 | 106 | 109 | 116 | 106 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 49 | 56,9 | 56,6 | 59,3 | 64 |
Saldo van baten en lasten (%) | 8,80% | 8,46% | 3,56% | 4,26% | 0,00% |
Omzet per productgroep (PxQ) | |||||
Naleving ETS | 4.743 | 4.614 | 4.493 | 5.568 | 4.320 |
CO2 -minimumprijs | 39 | 3.000 | |||
Bijstook Biomassa | 320 | 320 | |||
Nationale verplichtingen onder EU en VN | 123 | 119 | 115 | 120 | |
Naleving EV | 2.207 | 2.361 | 2.479 | 3.191 | 2.210 |
Advies, ontwikkeling en implementatie EV | 329 | 248 | 296 | 210 | 139 |
Projecten | 501 | 0 | 0 | ||
Overige | 747 | 415 | 0 | 7 | |
Totaal | 8.149 | 7.342 | 8.299 | 9.328 | 10.116 |
Kwaliteitsindicatoren | |||||
Naleving ETS | |||||
% Vergunningsaanvragen binnen wettelijke termijn afgehandeld | 100% | 100% | 100% | 100% | 90% |
% BKG's waarvoor toezichtactiviteit heeft plaatsgevonden | 0,12 | ||||
% Meldingen binnen wettelijke termijn afgehandeld | 0,93 | 0,93 | 0,77 | 0,92 | 0,8 |
% Jaarlijks uitgevoerd toezicht programma | 74% | 80% | 93% | 100% | |
% Tijdig ingeleverde rechten Emissie ETS stationair | |||||
% Vragen binnen de gestelde termijn afgerond | 92% | 91% | 92% | 89% | 80% |
Naleving EV | |||||
Opleveringsdatum rapportage Naleving jaarverplichting 2019 EV en brandstoffen luchtverontreiniging | 20-jun | 4-7-2018 | 6-7-2019 | < 15 juli | |
% Jaarlijks toezichtprogramma is uitgevoerd | 142% | 120% | 144% | 100% | |
% Vragen binnen de gestelde termijn afgerond | 86% | 85% | 83% | 80% | |
Algemeen | |||||
Aantal formele klachten | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 |
% Gegronde bezwaarprocedures waarbij de NEa onjuist gehandeld heeft | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aantal fraude gevallen EU-register die NEa had kunnen voorkomen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Directe uren/totaal aantal gewerkte uren | 48% | 64% | 68% | 58% | >70% |
Kostprijs en tarieven
Bij de naleving van ETS is de opdracht in 2019 ongeveer € 1,2 mln (+27%) boven de begroting uitgekomen. Dit is voornamelijk het gevolg van extra beslag op de capaciteit voor het opstarten van nieuwe opdrachten en advisering van beleid.
Bij de naleving van EV is sprake van een grote overschrijding (+44%). Dit wordt vooral veroorzaakt door een aanvullende opdracht die gedurende 2019 is verleend. Hierdoor steeg de omzet overige departementen met € 0,9 mln.
Kwaliteitsindicatoren
Bij de naleving ETS is de uitkomst van de indicatoren nagenoeg gelijk aan de beoogde doelstelling. Twee van de drie doelstellingen zijn ruimschoots behaald.
Bij de naleving EV zijn de gestelde doelstellingen voor 2019 ruimschoots behaald. De kosten EV per deelnemersrol zijn gestegen. De NEa heeft in 2019 minder deelnemersrollen, maar de werkzaamheden per deelnemersrol zijn toegenomen en daarmee ook de kosten.