Base description which applies to whole site

3.2 Wet langdurige zorg (Wlz)

De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de ontwerpbegroting 2019.

De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen:

  • Autonoom: voornamelijk mutaties als gevolg van de actualisering van de zorguitgaven op basis van de meest recente cijfers van het Zorginstituut en de NZa en de bijstellingen op basis van de actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).

  • Beleidsmatig: mutaties als gevolg van politieke prioriteitstelling.

  • Technisch: overhevelingen tussen financieringsbronnen/domeinen of tussen sectoren binnen hetzelfde financieringsbron/domein en de zogenaamde financieringsmutaties.

De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.

Tabel 10 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2019 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en –ontvangsten van de Wlz zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende posten opgenomen.

Tabel 10 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten (bedragen x € 1 miljoen)
 

2019

Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2019

23.730,1

  

Autonoom

577,9

Actualisering Wlz-uitgaven (zie tabel 10A)

278,7

Loon- en prijsontwikkeling

‒ 50,9

Tekorten jeugdhulp

350,0

  

Beleidsmatig

50,1

Ontwikkelopgave zorgkantoren

11,8

Ramingsbijstelling Wlz

‒ 37,3

Ambulantisering in de ggz

50,0

Bijdrage zorgvisie Groningen

6,2

Overig beleidsmatig

19,4

  

Technisch

‒ 582,8

Tekorten jeugdhulp (ijklijn)

‒ 350,0

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (ijklijn)

‒ 2,2

Loon- en prijsbijstelling beschermd wonen

‒ 57,0

Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015 en Jeugd (ijklijn)

‒ 187,3

Overheveling roerende voorzieningen

14,1

Technische schuif wijkverpleging

80,0

Ambulantisering in de ggz

‒ 38,0

Ambulantisering in de ggz (ijklijn)

‒ 12,0

Overig technisch

‒ 30,4

  

Totaal bijstellingen

45,2

  

Bruto Wlz-uitgaven jaarverslag 2019

23.775,3

Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2019

1.868,3

  

Autonoom

‒ 22,7

Actualisering eigen bijdragen

‒ 22,7

  

Totaal bijstellingen

‒ 22,7

  

Wlz-ontvangsten jaarverslag 2019

1.845,6

Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2019

21.861,8

Totaal bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven

68,0

Netto Wlz-uitgaven jaarverslag 2019

21.929,7

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Uitgaven

Autonoom

Actualisering Wlz-uitgaven

Tabel 10A Actualisering Wlz-uitgaven (bedragen x € 1 miljoen)
 

Stand ontwerpbegroting

Bijstellingen

Stand jaarverslag

 

2020

2019

2019

ZIN binnen contracteerruimte

121,0

172,0

293,0

Ouderenzorg

152,0

171,4

323,4

Gehandicaptenzorg

‒ 24,1

0,4

‒ 23,7

Langdurige ggz

‒ 2,0

‒ 0,1

‒ 2,1

Volledig pakket thuis

‒ 1,7

0,3

‒ 1,4

Extramurale zorg

‒ 2,2

0,1

‒ 2,1

Overige binnen contracteerruimte

‒ 1,0

0,0

‒ 1,0

    

Persoonsgebonden budgetten

‒ 61,0

6,0

‒ 55,0

    

Buiten contracteerruimte

33,4

7,3

40,7

Overige buiten contracteerruimte

33,4

7,3

40,7

Totaal bijstellingen

93,4

185,3

278,7

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

In tabel 10A is het onderdeel Actualisering Wlz-uitgaven uit tabel 10 uitgesplitst. De actualisering van de zorguitgaven vindt plaats op basis van voorlopige realisatiegegevens 2019 van het Zorginstituut Nederland en de NZa. Een deel van deze bijstellingen is reeds toegelicht in eerdere budgettaire stukken. Voor de toelichting op de eerste suppletoire begroting 2019 (TK 35210 XVI, nr. 2), de ontwerpbegroting 2020 (TK 35300 XVI,nr. 2) en de tweede suppletoire begroting 2019 (TK 35350 XVI, nr. 2) wordt verwezen naar de betreffende publicaties. 

Loon- en prijsontwikkeling 

De raming van de loon- en prijsbijstelling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).

Tekorten jeugdhulp

Het kabinet heeft extra middelen toegekend voor de jeugdzorg, omdat er sinds de decentralisatie meer kinderen met een zorgvraag in beeld zijn gekomen en daarnaast was de transformatie van de jeugdzorg nog onvoldoende van de grond gekomen. Gemeenten hebben hier € 350 miljoen in 2019 en € 190 miljoen in 2020, € 290 miljoen in 2021 en € 190 miljoen 2021 gekregen via het gemeentefonds. Daarnaast is € 20 miljoen toegevoegd in 2019 aan de begroting van VWS (artikel 5). Dit bedrag is bedoeld voor tijdelijke liquiditeitssteun aan instellingen indien de continuïteit van zorg in gevaar komt.

Beleidsmatig

Ontwikkelopgave zorgkantoren

Voor de implementatie van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg spelen de zorgkantoren een belangrijke rol. Om deze rol goed te kunnen invullen hebben de zorgkantoren een ontwikkelopgave. Hiervoor is in 2019 een additioneel bedrag van € 11,3 miljoen toegevoegd. Daarnaast is de cliëntondersteuning vanuit zorgkantoren in 2019 voortgezet (€ 0,5 miljoen).

Ramingsbijstelling Wlz

Op basis van actualisatiegegevens is de raming in 2019 met € 37,3 miljoen verlaagd. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt doordat er minder beroep wordt gedaan dan eerder geraamd op aanspraken voor dagbesteding, vervoer en huishoudelijke hulp. Deze ramingsbijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting was mogelijk zonder het Wlz-kader bij te stellen.

Ambulantisering in de ggz

Met het bestuurlijk akkoord ggz 2019-2022 wordt binnen het ggz-domein ingezet op ambulantisering van de zorg. Dit leidt tot meer zorg in het gemeentelijk domein, zowel voor beschermd wonen als voor begeleiding.

Bijdrage zorgvisie Groningen

De Stuurgroep Zorg heeft een visie opgesteld voor een duurzaam zorglandschap in de regio Groningen inclusief een advies over de versterking/vernieuwing van het zorgvastgoed. Hiervoor is in totaal € 323 miljoen nodig. VWS draagt hiervoor maximaal € 93 miljoen bij over een periode van 15 jaar (€ 6,2 miljoen per jaar).

Overig beleidsmatig

Deze post is het saldo van verschillende kleine beleidsmatige mutaties.

Technisch

Tekorten jeugdhulp (ijklijn)

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de jeugdhulp naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Verhoging leeftijdsgrens gezinshuizen (ijklijn)

Deze ijklijnmutatie betreft de overheveling van extra middelen voor de verhoging van de leeftijdsgrens voor gezinshuizen naar de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Loon- en prijsbijstelling beschermd wonen

Loon- en prijsbijstelling Wmo 2015 en Jeugd (ijklijn)

Deze mutaties betreffen de overheveling van de loon- en prijsbijstelling 2019 van het Wmo- en jeugdbudget naar de integratie-uitkering beschermd wonen en de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Overheveling roerende voorzieningen

Deze mutatie betreft een overheveling van de Zvw naar de Wlz. Een beperkt aantal roerende voorzieningen wordt niet meer via de Zvw vergoed (bijvoorbeeld het hooglaagbed) voor cliënten zonder behandeling, maar worden ten laste gebracht van het Wlz-instellingsbudget. De bijbehorende middelen zijn overgeheveld van de Zvw naar de Wlz.

Technische schuif wijkverpleging

Vanaf 2018 controleren zorgverzekeraars strenger op gedeclareerde zorg via de Zvw voor Wlz-gerechtigden. Hierdoor worden zorglasten, die voorheen ten onrechte via de Zvw gedeclareerd werden, nu ten laste gebracht van de Wlz. Op basis van data-onderzoek heeft het CBS berekend dat het bij de wijkverpleging gaat om € 80 miljoen. Via een technische schuif naar de Wlz is dit structureel gecorrigeerd.

Ambulantisering in de ggz

Ambulantisering in de ggz (ijklijn)

Met het bestuurlijk akkoord ggz wordt binnen het ggz-domein ingezet op ambulantisering van de zorg. Dit leidt tot meer zorg in het gemeentelijk domein, zowel voor beschermd wonen (plafond Zorg) als voor begeleiding (plafond Rijksbegroting). Op basis van het aantal cliënten zijn de extra middelen voor circa driekwart toegevoegd aan de integratie-uitkering beschermd wonen (€ 38 miljoen) en circa een kwart aan de algemene uitkering voor begeleiding (€ 12 miljoen). Deze mutaties betreffen de overboekingen naar het gemeentefonds.

Overig technisch

Deze post is het saldo van verschillende technische mutaties.

Ontvangsten

Autonoom

Actualisering eigen bijdrage

Uit de voorlopige realisatiecijfers van de eigen bijdragen Wlz van het Zorginstituut Nederland blijkt dat de eigen betalingen € 22,7 miljoen lager zijn uitgekomen dan geraamd in de begroting 2019. Een precieze verklaring is niet te geven. Waarschijnlijk hangt de tegenvaller samen met een verschuiving binnen de Wlz-populatie van intramurale cliënten, naar cliënten met een extramurale leveringsvorm vpt/mpt/pgb. Voor deze laatste zorgvormen geldt een lagere eigen bijdrage.

In tabel 11 worden de financiële bijstellingen in 2019 per deelsector tussen de ontwerpbegroting 2019 en het jaarverslag 2019 weergegeven. Het beeld voor 2019 is geactualiseerd bij de eerste suppletoire begroting 2019, de ontwerpbegroting 2020, de tweede suppletoire begroting 2019 en nu bij het jaarverslag 2019. In aanvulling op de toelichting op hoofdlijnen in paragraaf 3.2.1 wordt de toelichting op de bijstellingen per deelsector in de verdiepingsbijlage als open data beschikbaar gesteld.

Tabel 11 Ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten per sector (bedragen x € 1 miljoen)
 

Ontwerp-begroting

Bijstelling

Stand Jaarverslag

 

2019

2019

2019

Wlz-uitgaven

   

Zorg in natura binnen contracteerruimte

19.919,0

993,9

20.912,9

Ouderenzorg

10.983,6

716,2

11.699,8

Gehandicaptenzorg

6.952,8

213,9

7.166,7

Langdurige ggz

578,2

19,6

597,8

Volledig pakket thuis

496,3

15,7

512,0

Extramurale zorg

626,8

19,6

646,4

Overig binnen contracteerruimte

281,4

8,8

290,1

    

Persoonsgebonden budgetten

2.070,2

20,6

2.090,8

    

Buiten contracteerruimte

1.740,8

‒ 969,2

771,6

Beheerskosten

197,5

18,4

215,9

Overig buiten contracteerruimte 1

484,5

71,2

555,7

Nominaal en onverdeeld

1.058,8

‒ 1.058,8

0,0

    

Bruto Wlz-uitgaven

23.730,1

45,2

23.775,3

Eigen bijdrage Wlz

1.868,3

‒ 22,7

1.845,6

Netto Wlz-uitgaven

21.861,8

68,0

21.929,7

1 Bij de Wlz zijn onder de post «overige buiten contracteerruimte» opgenomen de deelsectoren: bovenbudgettaire vergoedingen, tandheelkunde Wlz, instellingen voor medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling, zorginfrastructuur, eerstelijns verblijf, orthocommunicatieve behandeling, innovatie en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.

Bron: VWS, gegevens Zorginstituut over (voorlopige) financieringslasten Zvw en Wlz en NZa-gegevens over de productieafspraken en (voorlopige) realisatiegegevens.

Figuur 5 Samenstelling Wlz-uitgaven 2019 (in miljarden euro’s)

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelt voor ieder kalenderjaar, op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), het bedrag vast dat in dat kalenderjaar beschikbaar is voor op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) verzekerde zorg. Dit wordt het Wlz-kader genoemd. Het bedrag voor het Wlz-kader is niet gelijk aan het in de begroting en jaarverslag opgenomen budget voor de Wlz. In deze paragraaf wordt de aansluiting gemaakt tussen het Wlz-kader en het jaarverslag.

Wlz-kader

Het Wlz-kader bestaat uit de contracteerruimte voor zorg in natura en persoonsgebonden budgetten en een geoormerkt budget voor de verbetering van de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. De contracteerruimte betreft het budget waarbinnen zorgkantoren (Wlz-uitvoerders) en zorgaanbieders afspraken maken (zorg inkopen) voor cliënten die gebruik maken van de Wlz. Pgb-houders kopen langdurige zorg (al dan niet ondersteund) zelf in.

Het Wlz-kader 2019 is voor het eerst via de voorlopige kaderbrief 2019 van 2 juli 2018 (TK 34104, nr. 232) gepubliceerd. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert de minister van VWS over de verwachte uitputting van het Wlz-kader. Bij de berekening van het Wlz-kader 2019 wordt het Wlz-kader 2018 als uitgangspunt genomen. Daarnaast worden verwachte wijzigingen vanwege de stijgende groeivraag (groeiruimte) en bijvoorbeeld de loon- en prijsbijstelling verwerkt. Op 1 oktober 2018 is vervolgens de definitieve kaderbrief 2019 (TK 34104, nr. 241) verzonden. Gedurende het jaar 2019 hebben er ook wijzigingen in het Wlz-kader plaatsgevonden. Deze wijzigingen zijn gepubliceerd in de voorlopige kaderbrief 2020 (TK 34104, nr. 253) en de definitieve kaderbrief 2020 (TK 34104, nr. 265), die in 2019 verstuurd zijn.

REKENVOORBEELD

Aansluiting Wlz-kader en VWS-begroting

Om een duidelijke aansluiting te maken tussen het Wlz-kader en begroting/jaarverslag wordt hieronder van een fictief Wlz-kader uitgegaan, waardoor gerekend kan worden met vereenvoudigde en afgeronde bedragen en de wijzigingen in de budgetten beperkt zijn.

We gaan uit van een fictief Wlz-kader van € 1.200, uitgesplitst naar een budget voor zorg in natura (€ 1.000), persoonsgebonden budget (€ 100) en een kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg (€ 100). Op basis van de ervaringscijfers van de afgelopen jaren wordt er vanuit gegaan dat het beschikbare budget in het Wlz-kader niet geheel wordt gebruikt; er treedt zogenaamde onderuitputting op. Hierdoor is het benodigde budget in begroting/jaarverslag lager dan het Wlz-kader. Bij de contracteerruimte voor zorg in natura is de onderuitputting 0,3%, bij het persoonsgebonden budget (pgb) 14% en bij het kwaliteitsbudget verpleeghuizen 0%. Uit onderstaand fictief voorbeeld blijkt dat het ministerie van VWS een budget op de begroting nodig heeft van in totaal € 1.183 om het Wlz-kader voor de NZa en de zorgkantoren te kunnen vaststellen op € 1.200.

Tabel 12A Fictief Wlz-kader jaar t (bedragen x € 1 miljoen)
 

Bedrag

Onderuitputtings-percentage

Onderuitputting

Benodigd budget op de begroting

Contracteerruimte

1.000

0,3%

3

997

Persoonsgebonden budget

100

14%

14

86

Kwaliteitsbudget verpleeghuizen

100

0%

0

100

Totaal

1.200

 

17

1.183

Wijzigingen in het Wlz-kader

Gedurende het jaar kunnen er wijzigingen en ontwikkelingen in het Wlz-kader optreden. Zoals aangegeven worden deze wijzigingen kenbaar gemaakt via de Wlz-kaderbrieven. In deze brieven wordt toegelicht welke maatregelen positieve dan wel negatieve conse­quenties hebben voor het Wlz-kader. De budgettaire gevolgen worden ook verwerkt in achtereenvolgens de eerste suppletoire wet en de tweede suppletoire wet. Zo kunnen zorgkantoren binnen hun budgettair kader middelen verschuiven tussen de zorg in natura en het pgb. Daarmee kunnen zij inspelen op de voorkeuren van hun cliënten ten aanzien van de verschillende leveringsvormen. Bij het schuiven tussen de budgetten moet echter rekening gehouden worden met de verschillende onderuitputtingspercentages; dit wordt bruteren genoemd. Op die manier wordt voorkomen dat overhevelingen tussen het pgb en zorg in natura leiden tot consequenties voor het totaal benodigde budget op de VWS-begroting. Dit werkt als volgt: een zorgkantoor geeft aan een tekort te verwachten op zijn deelkader voor pgb van € 7 en binnen zijn deelkader voor zorg in natura nog voldoende ruimte over te hebben om middelen over te hevelen om dit tekort zelf te kunnen oplossen. Bij een dergelijke overheveling wordt rekening gehouden met de hiervoor genoemde verschillende onderuitputtingspercentages. Dat betekent dat de verhoging van het deelkader pgb met € 7 vanwege de onderuitputting van 14% een belasting voor de VWS begroting betekent van € 6. Het zorgkantoor kan daarom volstaan met een overheveling van € 6 vanuit zijn deelkader zorg in natura om dit te dekken (de onderuitputting bij zorg in natura van 0,3% is bij deze berekening verwaarloosbaar en daarom niet meegenomen). Het Wlz-kader wordt bij deze fictieve verschuiving per saldo met € 1 verhoogd tot € 1.201 (deelkader pgb € 7 hoger en deelkader zorg in natura € 6 lager). Het benodigd budget op de begroting blijft per saldo gelijk aan € 1.183 (deelkader pgb € 6 hoger en deelkader zorg in natura € 6 lager).

Tabel 12B Fictieve mutatie Wlz-kader jaar t (bedragen x € 1 miljoen)
 

Overheveling Wlz-kader

Nieuw Wlz-kader

Onderuitputtings-percentage

Overheveling op de begroting

Contracteerruimte

‒ 6

994

0,3%

‒ 6

Persoonsgebonden budget

7

107

14%

6

Kwaliteitsbudget verpleeghuizen

0

100

0%

0

Totaal

1

1.201

 

0

Aansluiting definitief Wlz-kader 2019 en jaarverslag 2019

In de brief over het definitieve Wlz-kader 2020 is het Wlz-kader voor 2019 aangepast (TK 34104, nr. 265). In onderstaand overzicht is de aansluiting tussen het Wlz-kader 2019 en de stand jaarverslag 2019 gemaakt. De stand jaarverslag is overeenkomstig de stand uit tabel 11 in dit jaarverslag.

Tabel 12C Aansluiting Wlz-kader en jaarverslag 2019 (bedragen x € 1 miljoen)
 

Contracteerruimte

Pgb

Kwaliteitsbudget

Wlz-kader 2019 (kaderbrief)

20.374

2.431

600

Onderuitputtingspercentage

0,3%

14%

0%

Onderuitputting

61

340

0

Benodigd budget

20.313

2.091

600

Stand jaarverslag 2019

20.313

2.091

600

Bron: Definitieve kaderbrief 2020 (TK 34104, nr. 265)

Licence