Activa | 31-12-2020 | 31-12-2019 | Passiva | 31-12-2020 | 31-12-2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Intra-comptabele posten | Intra-comptabele posten | ||||||
1) | Uitgaven ten laste van de begroting | 6.371.446 | 5.760.757 | 2) | Ontvangsten ten gunste van de begroting | 6.091.580 | 5.809.338 |
3) | Liquide middelen | 0 | 0 | 0 | |||
4) | Rekening-courant RHB (Rijkshoofdboekhouding) | 0 | 48.582 | 4a) | Rekening-courant RHB | 279.866 | 0 |
5) | Rekening-courant RHB Begrotingsreserve | 0 | 0 | 5a) | Begrotingsreserves | 0 | |
6) | Vorderingen buiten begrotingsverband | 0 | 7) | Schulden buiten begrotingsverband | 0 | ||
8) | Kas-transverschillen | 0 | |||||
Afrondingsverschil | 0 | Afrondingsverschil | 1 | ||||
Subtotaal intra-compatabel | 6.371.446 | 5.809.339 | Subtotaal intra-comptabel | 6.371.446 | 5.809.339 | ||
Extra-comptabele posten | |||||||
9) | Openstaande rechten | 0 | 9a) | Tegenrekening openstaande rechten | 0 | ||
10) | Vorderingen | 235.927 | 273.713 | 10a) | Tegenrekening vorderingen | 235.927 | 273.713 |
11a) | Tegenrekening schulden | 0 | 11) | Schulden | 0 | ||
12) | Voorschotten | 2.847.791 | 2.593.624 | 12a) | Tegenrekening voorschotten | 2.847.791 | 2.593.624 |
13a) | Tegenrekening garantieverplichtingen | 162.605 | 237.605 | 13) | Garantieverplichtingen | 162.605 | 237.605 |
14a) | Tegenrekening andere verplichtingen | 20.635.417 | 20.537.292 | 14) | Andere verplichtingen | 20.635.417 | 20.537.292 |
15) | Deelnemingen | 1.714.477 | 1.714.477 | 15a) | Tegenrekening deelnemingen | 1.714.477 | 1.714.477 |
Subtotaal extra-comptabele | 25.596.217 | 25.356.711 | Subtotaal extra comptabel | 25.596.217 | 25.356.711 | ||
Totaal | 31.967.663 | 31.166.050 | Totaal | 31.967.663 | 31.166.050 |
Toelichting samenstelling saldibalans
Als een minister meer dan één begroting beheert, in dit geval Infrastructuur en Waterstaat (XII), het Infrastructuurfonds en het Deltafonds, wordt per begroting een saldibalans opgesteld. Voor de begroting van Hoofdstuk XII, het Infrastructuurfonds en het Deltafonds worden geen gescheiden administraties gevoerd waardoor posten die niet zonder meer toewijsbaar zijn aan een bepaalde begroting, zijn opgenomen in de saldibalans van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII).
Wat betreft de toelichtingen zijn de volgende uitgangspunten toegepast. Een post, welke in verhouding tot de totale omvang van de balansregel een grote omvang heeft of de grens van € 25 miljoen overschrijdt, is tekstueel toegelicht.
4) Rekening-courantverhouding Rijkshoofdboekhouding
Deze balansregel geeft normaliter de financiële verhouding met de Rijksschatkist weer en het saldo van het Saldobiljet per 31 december 2020. Dit is nu niet het geval omdat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat een rekening-courantverhouding met de Rijkshoofdboekhouding onderhoudt voor begroting Hoofdstuk XII gecombineerd met het Infrastructuurfonds en het Deltafonds en niet voor de beide begrotingsfondsen afzonderlijk.
Om de consolidatie van het Financieel Jaarverslag Rijk niet te verstoren wordt desondanks in het jaarverslag van beide begrotingsfondsen gebruik gemaakt van de balanspost 4) Rekening-courantverhouding Rijkshoofdboekhouding. De drie balansposten Rekening-courantverhouding Rijkshoofdboekhouding Hoofdstuk XII, Infrastructuurfonds en Deltafonds samen zijn gelijk aan het Saldobiljet per 31 december 2020.
10 en 10a) Vorderingen en Tegenrekening vorderingen
Extra-comptabele vorderingen zijn vorderingen die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting.
Direct opeisbaar | 121.190 |
---|---|
Op termijn opeisbaar | 114.737 |
Geconditioneerd | 0,00 |
Totaal | 235.927 |
Artikel 13 Spoorwegen | 228.397 |
---|---|
Overig | 7.530 |
Totaal | 235.927 |
Toelichting
Artikel 13 Spoorwegen
Op 1 juli 2009 is de Vervoerconcessie voor het hogesnelheidsnet ingegaan en vanaf 1 januari 2015 is het vervoer over het hogesnelheidsnet geïntegreerd in de Vervoerconcessie voor het hoofdrailnet. HSA is begin 2015 ontbonden. NS garandeert jegens de Staat de volledige nakoming van alle betalingsverplichtingen van HSA jegens de Staat en jegens ProRail uit hoofde van de afgesproken betalingsregelingen.
Op NS stond ultimo 2019 een vordering open van circa € 147,5 miljoen met betrekking tot HSA. In 2020 is op deze vordering € 32,8 miljoen afgelost, waardoor ultimo 2020 de openstaande vordering circa € 114,7 miljoen bedraagt. Daarnaast heeft NS in 2020 een rentebedrag betaald van € 4,5 miljoen over de openstaande vordering.
Een vordering, opgenomen als «Direct opeisbaar», van € 113,7 miljoen staat open op de provincie Noord-Brabant.
Op 27 mei 2015 is de bestuursovereenkomst PHS Vught in werking getreden, met als doel afspraken tussen partijen vast te leggen waaronder de uitvoering van een verdiepte ligging van het spoor in de gemeente Vught alsmede de ongelijkvloerse kruising van de Wolfskamerweg mogelijk wordt. Motief van de Provincie Noord-Brabant om deel te nemen aan PHS Vught is gelegen in het feit dat op die wijze de voorkeursvariant van de regio voor de verdiepte ligging van het spoor in Vught, waaronder de ongelijkvloerse kruising aan de Wolfskamerweg, kan worden uitgevoerd. Deze voorkeursvariant geniet de absolute voorkeur van de provincie Noord-Brabant en de gemeente Vught vanwege de positieve gevolgen en belangen voor de regio waaronder vermindering van geluidshinder, betere en veilige doorstroming van het vrachtverkeer over de weg en van het goederen- en personenvervoer over het spoor. Reden waarom de provincie Noord-Brabant en de gemeente Vught opdracht geven tot de verdiepte aanleg en ongelijkvloerse kruising. De provincie Noord-Brabant en de gemeente Vught hebben de opdracht, om organisatorische redenen niet rechtstreeks aan de uitvoerder ProRail verstrekt maar hebben gekozen de opdracht te verstrekken en te betalen aan het Rijk als hoofdopdrachtgever van ProRail. De cofinanciering door de provincie vormt de vergoeding van de provincie aan het Rijk voor de aanleg van de verdiepte ligging van het spoor in Vught waaronder de ongelijkvloerse kruising van de Wolfskamerweg.
In de bestuursovereenkomst PHS Vught zijn (financiële) afspraken vastgelegd voor de realisering van een verdiepte ligging van het spoor in Vught. Als gevolg van deze afspraken vormt BTW een kostenpost voor de partijen.
Destijds, tussen 2015 en februari 2017, zijn twee mogelijke werkwijzen mbt de financiële afspraken verkend. De gekozen werkwijze bleek bij uitvoering in 2018 een onwettigheid in zich te hebben en dat betekent een wijziging in de financiële afspraken tussen de 3 betrokken partijen. Zodoende vindt nu overleg plaats om de destijds al onderkende tweede mogelijke werkwijze uit te werken. Dit moet leiden tot een meer gebruikelijke gang van zaken bij medefinanciering van andere overheden aan rijks-spoorprojecten waarbij sprake is van een directe financiële relatie tussen ProRail en PNB en tussen ProRail en gemeente Vught. Totdat de afspraken schriftelijk zijn vastgelegd blijft de vordering van IenW op Noord-Brabant zichtbaar in de administratie van IenW.
12 en 12a) Voorschotten en Tegenrekening voorschotten
Voorschotten zijn bedragen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op later definitief vast te stellen of af te rekenen bedragen.
Tot en met 2018 | 567.193 |
---|---|
2019 | 58.559 |
2020 | 2.222.039 |
Totaal | 2.847.791 |
Artikel 12 Hoofdwegennet | 135.888 |
---|---|
Artikel 13 Spoorwegen | 2.051.574 |
Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur | 297.961 |
Artikel 15 Hoofdvaarwegennet | 76.439 |
Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer | 285.929 |
Totaal | 2.847.791 |
Toelichting
Artikel 12 Hoofdwegennet
In het kader van specifieke uitkering zijn voorschotten aan provincies verstrekt voor bermmaatregelen van N-wegen die niet in beheer zijn bij het Rijk voor ca € 15 miljoen. Voor de Verkeersveiligheidsimpuls zijn aan diverse provincies, gemeentes, MRDH en VRA voor ca. 84 aan voorschotten verstrekt. Aan de provincie Noord-Brabant is in het kader van het project N65 Vught-Haaren een voorschot van ca. 23 miljoen verstrekt. De afrekeningen van deze voorschotten worden in de periode van 2022 tot en met 2026 verwacht.
Artikel 13 Spoorwegen
ProRail ontvangt jaarlijks subsidie voor Beheer, Onderhoud en Vervangingen van het landelijke spoorwegennet, kapitaallasten en het Beheerplan (BOV). Daarom staat voor BOV een bedrag van € 1.510 miljoen open. Hiermee geeft ProRail invulling aan het uitvoeren van zijn beheertaken.
Bij ProRail zijn diverse aanlegprojecten voor personen- en goederenvervoer, zoals opgenomen in het MIRT-projectenboek, gefinancierd. In dit kader staat per 31 december 2020 nog een bedrag van ruim € 340 miljoen aan voorschotten open.
Verder staan bij Bureau Sanering Verkeerlawaai voor de saneringen bij spoor voor saneringsprojecten voor circa € 30 miljoen aan voorschotten open. Naar verwachting worden deze voorschoten vanaf 2021 tot en met 2025 afgewikkeld.
Voor de regeling in het kader van spoorse doorsnijdingen staat voor circa € 129 miljoen aan voorschotten open. Gemeenten geven aan in de SISA-verantwoording wanneer de subsidie kan worden vastgesteld en tevens dient de gemeente een inhoudelijke verantwoording aan te leveren. Deze verantwoording dient door ProRail goedgekeurd te worden.
Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur
Voor het uitvoeren van decentrale projecten voor regio specifieke oplossingen ter verbetering van de bereikbaarheid conform het RSP-convenant Rijk-Regio, zijn aan het samenwerkingsverband Noord-Nederland voorschotten verstrekt waarvan per 31 december 2020 voor ruim € 161 miljoen nog openstaat.
Verder zijn er voorschotten van circa € 54 miljoen aan stadsregio Amsterdam verstrekt ten behoeve van de realisatie van het project ombouw Amstelveenlijn.
Naar verwachting worden deze voorschotten in 2022 afgewikkeld.
Ook staat circa € 81 miljoen nog open op de provincie Utrecht voor de tramlijn Utrecht Centraal naar de Uithof.
Artikel 15 Hoofdvaarwegennet
Op de provincie Groningen staat circa € 40 miljoen aan voorschotten open voor de vervanging van de Noordzeebrug, de Hoge wegbrug bij Zuidhorn en een brug bij Dorkwerd. De provincie Friesland heeft een subsidie ontvangen voor het project realisatie brug Burgum/bochtafsnijding Prinses Margriet Kanaal. Ultimo 2020 staat nog € 26 miljoen open. Een voorschot van ruim € 10 miljoen is aan de provincie Noord-Holland verstrekt in het kader van activiteiten voor het beter bevaarbaar maken van een deel van de Zaan, inzake vernieuwing van de Wilhelminasluis en de Zaanbrug. Provincie geeft in de SISA-verantwoording aan wanneer de subsidie kan worden vastgesteld.
Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer
In het kader van het Programma Hoofdfrequent Spoor is aan ProRail ruim € 214 miljoen aan voorschotten verstrekt.
Ook zijn aan ProRail voorschotten verstrekt van ruim € 37 miljoen voor het verrichten van planstudies en voorbereidende realisatiewerkzaamheden inzake European Rail Traffic Management System (ERTMS).
Tevens zijn voorschotten aan de provincie Limburg van ca. € 34 miljoen ten behoeve van ERTMS.
Stand per 1 januari 2020 | 2.593.624 | |
---|---|---|
In 2020 vastgelegde voorschotten | 2.414.120 | |
In 2020 afgerekende voorschotten | ‒ 2.159.953 | |
Verdeeld naar jaar van betalen: | ||
‒ 2018 en verder | ‒ 32.794 | |
‒ 2019 | ‒ 1.935.079 | |
‒ 2020 | ‒ 192.082 | |
Openstaand per 31 december 2020 | 2.847.791 |
13 en 13a) Garantieverplichtingen en Tegenrekening garantieverplichtingen
Dit zijn verplichtingen waarvan betaling op een later moment afhankelijk is van een bepaalde omstandigheid (een bepaald risico of een bepaalde onzekere gebeurtenis) bij de partij die de garantie ontvangt. Dit zijn dus voorwaardelijke financiële verplichtingen.
Stand per 1 januari 2020 | 237.605 |
---|---|
Verstrekt in 2020 | 0 |
Afname risico 2020 | ‒ 75.000 |
Openstaand per 31 december 2020 | 162.605 |
De garantstellingen zijn afgegeven ten behoeve ProRail. In 2020 heeft ProRail een lening van € 75 miljoen afgelost.
14 en 14a) Andere verplichtingen en Tegenrekening andere verplichtingen
De post Andere verplichtingen vormt een saldo van de verplichtingen per 1 januari van het begrotingsjaar, de aangegane verplichtingen, de daarop verrichte betalingen en negatieve bijstellingen van in eerdere begrotingsjaren aangegane verplichtingen.
Stand per 1 januari 2020 | 20.537.292 |
---|---|
Aangegaan in 2020 | 8.237.427 |
Tot betaling gekomen in 2020 | ‒ 6.371.446 |
Negatieve bijstellingen in 2020 | ‒ 1.767.856 |
Openstaand per 31 december 2020 | 20.635.417 |
Toelichting
Omvangrijke bijstellingen op de aangegane verplichtingen worden toegelicht bij de tabellen Budgettaire gevolgen van de uitvoering van het artikel waar de bijstelling betrekking op heeft. Dit conform de norm zoals opgenomen in de leeswijzer
Niet uit de saldibalans blijkende bestuurlijke verplichtingen
en aanzien van bestuurlijke verplichtingen worden in het kader van infrastructurele werken op het terrein van regionale en lokale infrastructuur, maar ook op het terrein van het waterbeheer, het hoofdwegen- en spoorwegennet bestuurlijke afspraken gemaakt. Deze bestuurlijke afspraken zijn zeer divers in aard en omvang. Deze afspraken worden jaarlijks inzichtelijk gemaakt in het MIRT overzicht (https://www.mirtoverzicht.nl/), welke jaarlijks als bijlage bij de begroting van het Infrastructuurfonds wordt uitgebracht.
Daarnaast is geïnventariseerd of sprake is van bestuurlijke afspraken voor zover al niet deel uitmakend van de juridische verplichtingen, zoals opgenomen in de financiële administratie (met name gesloten bestuursovereenkomsten of convenanten met decentrale overheden).
Ultimo 2020 is geen sprake van dergelijke bestuurlijke afspraken.
15 en 15a) Deelnemingen en Tegenrekening deelnemingen
Deze balansregel geeft de deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen weer.
Railinfratrust B.V. | 1.714.477 |
---|---|
Totaal per 31 december 2020 | 1.714.477 |
Toelichting
Het aandelenbezit in Railinfratrust B.V. bestaat uit 44 aandelen met een nominale waarde van elk € 450,00. Het deelnemingspercentage bedraagt 100%.
In 2020 hebben er geen wijzigingen plaatsgevonden.