Het Rijk investeert in waterveiligheid om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en om een bijdrage te leveren aan het beheer van de Rijkswateren. Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Integraal Waterbeleid) op de Begroting hoofdstuk XII.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | ||
Verplichtingen | 531.871 | 364.968 | 708.835 | 278.012 | 280.032 | 1.131.383 | ‒ 851.351 | 1 |
Uitgaven | 587.938 | 457.927 | 515.558 | 509.245 | 451.429 | 462.448 | ‒ 11.019 | |
1.01 Grote projecten waterveiligheid | 432.091 | 272.598 | 308.998 | 242.861 | 161.763 | 168.599 | ‒ 6.836 | |
1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten | 229.746 | 142.271 | 147.362 | 156.824 | 141.647 | 110.311 | 31.336 | 2 |
1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten | 5.018 | 17.948 | 72.542 | 41.694 | 9.852 | 20.485 | ‒ 10.633 | 3 |
1.01.03 Ruimte voor de rivier | 181.995 | 92.050 | 78.412 | 29.353 | 4.218 | 12.773 | ‒ 8.555 | 4 |
1.01.04 Maaswerken | 15.332 | 20.329 | 10.682 | 14.990 | 6.046 | 25.030 | ‒ 18.984 | 5 |
1.02 Overige aanlegprojecten waterveiligheid | 147.808 | 178.248 | 199.682 | 258.320 | 282.887 | 282.880 | 7 | |
1.02.01 Verkenningen en planuitwerkingsprogramma | 2.175 | 5.071 | 1.140 | 14.694 | 11.386 | 32.718 | ‒ 21.332 | 6 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 1.569 | 5.009 | 226 | 363 | 546 | 537 | 9 | |
1.02.02 Realisatieprogramma | 145.633 | 173.177 | 198.542 | 243.626 | 271.501 | 250.162 | 21.339 | 7 |
1.03 Studiekosten | 8.039 | 7.081 | 6.878 | 8.064 | 6.779 | 10.969 | ‒ 4.190 | |
1.03.01 Studie en onderzoekskosten | 8.039 | 7.081 | 6.878 | 8.064 | 6.779 | 10.969 | ‒ 4.190 | |
1.09 Ontvangsten | 208.776 | 193.127 | 208.552 | 205.107 | 193.910 | 172.412 | 21.498 | |
1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWPB-2 | 156.754 | 160.591 | 120.473 | 4.740 | 57.391 | 56.356 | 1.035 | |
1.09.02 Overige ontvangsten HWPB-2 | 0 | 2.879 | 0 | 1.850 | 61 | 0 | 61 | |
1.09.03 Ontvangsten waterschappen HWPB | 29.054 | 23.642 | 57.149 | 166.088 | 117.901 | 109.049 | 8.852 | 8 |
1.09.04 Overige ontvangsten HWPB | 0 | 617 | 728 | 3.258 | 5.150 | 0 | 5.150 | 9 |
1.09.05 Overige aanleg ontvangsten | 22.968 | 5.398 | 30.202 | 29.171 | 13.407 | 7.007 | 6.400 | 10 |
Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdeel en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. Binnen de investeringen Waterveiligheid is € 851,3 miljoen minder aan verplichtingen gerealiseerd dan bij de ontwerpbegroting werd geraamd. Dit is het saldo van plussen en minnen binnen dit artikel. De grootste afwijkingen:
– Bij het HWBP (- € 799 miljoen) heeft provincie Gelderland de goedkeuring van het plan voor het project Gorinchem-Waardenburg naar 2021 geschoven. Hierdoor kon de beschikking niet worden afgegeven (- € 378 miljoen). Bij het project Tiel-Waardenburg was in de planfase meer tijd nodig dan verwacht en is daarom minder verplicht (- € 298 miljoen) Daarnaast heeft een aantal waterschappen de aanvraag voor de beschikking over de jaargrens geschoven, er is meer voorbereidingstijd nodig. Het betreft hier de projecten Zwolle, Zwolle -Olst, Markermeerdijk, Lauwersmeer en de voorhavens Noordelijke Lekdijk (- € 101 miljoen). Overige verschillen zijn het gevolg van het aanpassen van het verplichtingenritme aan herziene planningen en van minder opgetreden risico's.
– Bij Maaswerken (- € 23 miljoen) is minder verplicht omdat er minder risico's zijn opgetreden dan voorzien en door lagere kosten grondverwerving bij het project Zandmaas.
– Bij kribverruiming Pannerdensch kanaal (- € 9,5 miljoen) schuift de realisatiefase door naar 2022 als gevolg van een kort geding op de aanbesteding.
– Bij HWBP-2 Waterschapsprojecten (€ 13,5 miljoen) is meer verplicht onder andere vanwege hogere declaraties van de waterschappen in verband met wijzigingen in de planning en/of hogere uitvoeringskosten.
– Voor het project IJsseldelta fase 2 is minder verplicht (€32,1 miljoen) en hangt samen met de uitgaven (zie punt 6).
– Bij de rivierverruiming Maas is de meerjarige verplichting (€2,0 miljoen) voor de planuitwerking Meanderende Maas Ravenstein Lith als gevolg van een bestuurlijke discussie bij de uitwerking van de bestuursovereenkomst omtrent dit project vertraagd.
– Diverse kleinere mutaties per saldo een hogere realisatie van € 0,9 miljoen.
2. Bij HWBP-2 Waterschapsprojecten (€ 31 miljoen) is meer gerealiseerd dan voorzien. De grootste afwijkingen betreffen:
– Een hogere voorschotbetaling dan gepland bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier voor het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam (€ 21,5 miljoen). Er was minder vertraging dan voorzien door de Raad van State procedure;
– Een hogere declaratie van het waterschap bij de projecten Waddenzeedijk Texel (€ 7,8 miljoen) vanwege hogere uitvoeringskosten en Scheveningen (€ 1,5 miljoen) evenredig met wat in 2019 minder is betaald;
– Hogere realisatie bij het project Versterking Eemdijk (€ 9,6 miljoen) door vertraging in eerdere jaren als gevolg van problemen met Termisch Gereinigde Grond;
– Daar tegenover staat een lagere declaratie voor het project Den Oever (- € 2,1 miljoen) door lagere uitvoeringskosten bij het Waterschap;
– En bij de projecten Bergambacht (- € 1,9 miljoen) Zettingsvloeien Spui (- € 1,9 miljoen ) en Waddenzee Friese kust (- € 2,0 miljoen) is minder gerealiseerd door vertraging in het opstellen van de eindafrekening door de waterschappen. Oorzaken zijn divers, onder andere capaciteitsproblematiek en afwikkelen van restpunten;
– Diverse kleinere mutaties per saldo een lagere realisatie van ‒ € 1,5 miljoen).
3. Bij het project Houtribdijk (- € 10,1 miljoen) is minder gerealiseerd omdat in 2020 minder risico's zijn opgetreden dan verwacht, de risicoreservering verschuift naar een later jaar. Daarnaast werden enkele rekeningen gepland voor 2020 al in 2019 betaald.
4. Er is sprake van een lagere realisatie bij Ruimte voor de Rivier, omdat een aantal restpunten zijn afgewikkeld. Dit betreft onder andere het project IJsseldelta fase 1, waar de risicoreservering en de restbudgetten zijn vrijgevallen (ca. € 5 miljoen). Daarnaast is het project Lent afgerond, maar volgt de financiële afwikkeling in 2021 (€ 3,1 miljoen).
5. Bij het project Zandmaas waren de uitgaven lager omdat er minder risico's zijn opgetreden dan voorzien en door lagere kosten bij de grondverwerving.
6. Lagere uitgaven (- € 21,3 miljoen) voor met name het programma IJsseldelta fase 2. Het budget schuift door in afwachting van het nog te ontvangen kasritme van de regio op basis van de projectbeslissing.
7. De hogere realisatie bij het artikelonderdeel 1.02.02 (€ 21,3 miljoen) is het gevolg van € 83 miljoen overprogrammering. Daar staat een lagere realisatie bij HWBP Waterschappen (- € 64 miljoen) tegenover. Omdat de provincies de planuitwerking nog niet hebben goedgekeurd is sprake van minder subsidieaanvragen door uitvoerende keringbeheerders. Het betreft onder andere Gorinchem–Waardenburg (- € 40 miljoen) , Tiel–Waardenburg (- € 39 miljoen), Zwolle–Olst (-€ 17 miljoen) en projecten <€25 mln (-22 miljoen). Daarnaast hebben uitvoerende keringbeheerders bij een aantal projecten subsidieaanvragen eerder ingediend dan was voorzien. Het betreft onder ander de projecten Gouderak (€ 22 miljoen), Neder Betuwe (€ 21 miljoen) en Lob van Gennep (€ 11 miljoen). Bij HWBP Rijksprojecten (€ 2 miljoen) is het areaal van het Drongelenskanaal in 2020 overgedragen aan het waterschap Brabantse Delta. Dit is een jaar sneller dan verwacht.
8. Bij HWBP Waterschapsprojecten (€ 8,9 miljoen) is sprake van hogere ontvangsten onder andere door het alsnog betalen van het restant van de solidariteitsbijdrage (€ 6,1 miljoen) door de waterschappen die gepland stond voor 2019, door indexatie (€1,9 miljoen) en door actualisatie van de bijdragen van de waterschappen conform de bijgewerkte uitgavenprogrammering HWBP.
9. Bij overige ontvangsten HWBP (€ 5,2 miljoen) is sprake van hogere ontvangsten van waterschappen bij de innovatieprojecten Eemdijk, Grebbedijk en Geervliet (€ 1,4 miljoen) en een hogere ontvangst voor de projecten Lauwersmeerdijk, Noordzeekanaal en Kennisplatvorm (€ 3,4 miljoen). Betalingen zijn eerder in de tijd en/of hoger dan verwacht.
10. Overige aanleg ontvangsten (€ 6,4 miljoen) betreffen natuurparkWaterschelde, gedeelte Bath en Ossenisse (€ 2,5 miljoen provincie Zeeland), het project Roggeplaat (€ 2,7 miljoen) onder andere door een eerdere vertraging in het project bij de subsidieaanvraag.
Ruimte voor de Rivier (€ 0,6 miljoen) en het Plan van Aanpak Zandige Keringen (€ 0,4 miljoen).
1.01 Grote projecten waterveiligheid
Motivering
Deze projecten, waaraan de Tweede Kamer de status van Groot Project heeft toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland. Voor meer achtergrondinformatie over programmering in 2020 (en verder) wordt verwezen naar het MIRT 2020, de betreffende voortgangsrapportages en het Deltaprogramma 2020.
Producten
1.01.02/02 Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing volgens de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire waterkeringen bleek dat een deel van deze keringen niet voldeed aan de wettelijke norm (Kamerstukken II, 2007–2008, 27 625 check en 18 106, nr. 103).
Conform de Regeling Grote Projecten heeft de Tweede Kamer in 2020 de Voortgangsrapportages 17 en 18 ontvangen (Kamerstukken 32698 nr. 51 en 32698 nr. 54).
Meetbare gegevens
Het HWBP-2 bestaat uit 87 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels. Per 31 december 2020 voldoen 85 projecten aan de vigerende veiligheidsnorm. De twee resterende projecten (Dijkversterking Markermeerdijken en Eemdijken) zijn in uitvoering.
HWBP 2 | Start Realisatie Oplevering | nvt Dijkversterking Houtribdijk Dijkversterking Waddenzeedijk Texel |
Kasbudget 2020 | Projectbudget | Oplevering | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting2020 | realisatie | verschil | begroting2020 | huidig | begroting2020 | huidig | |
Projecten Nationaal | 2024 | |||||||
HWBP-2 Rijksprojecten | 19 | 9 | ‒ 10 | 188 | 190 | 1 | ||
HWBP-2 Waterschapsprojecten | 110 | 142 | 32 | 2.434 | 2.452 | 2 | ||
Overige projectkosten (programmabureau) | 2 | 1 | ‒ 1 | 46 | 46 | |||
afrondingen | 0 | 0 | ||||||
Programma realisatie | 131 | 152 | 21 | 2.668 | 2.688 | |||
begroting (DF 1.01.01/02) | 131 | 152 | 21 |
Toelichting
1. Bij het project Houtribdijk (- € 10,1 miljoen) is minder gerealiseerd omdat in 2020 minder risico's zijn opgetreden dan verwacht, de risicoreservering verschuift naar een later jaar. Daarnaast werden enkele rekeningen gepland voor 2020 al in 2019 betaald.
2. Bij HWBP-2 Waterschapsprojecten (€ 31 miljoen) is meer gerealiseerd dan voorzien. De grootste afwijkingen betreffen:
– Een hogere voorschotbetaling dan gepland bij het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier voor het project Markermeerdijk Hoorn-Edam-Amsterdam (€ 21,5 miljoen). Er was minder vertraging dan voorzien door de Raad van State procedure;
– Een hogere declaratie van het waterschap bij de projecten Waddenzeedijk Texel (€ 7,8 miljoen) vanwege hogere uitvoeringskosten en Scheveningen (€ 1,5 miljoen) evenredig met wat in 2019 minder is betaald;
– Hogere realisatie bij het project Versterking Eemdijk (€ 9,6 miljoen) door vertraging in eerdere jaren als gevolg van problemen met Termisch Gereinigde Grond;
– Daar tegenover staat een lagere declaratie voor het project Den Oever (- € 2,1 miljoen) door lagere uitvoeringskosten bij het Waterschap;
– En bij de projecten Bergambacht (- € 1,9 miljoen) Zettingsvloeien Spui (- € 1,9 miljoen ) en Waddenzee Friese kust (- € 2,0 miljoen) is minder gerealiseerd door vertraging in het opstellen van de eindafrekening door de waterschappen. Oorzaken zijn divers, onder andere capaciteitsproblematiek en afwikkelen van restpunten;
– Het resterende saldo (- € 1,5 miljoen) betreft diverse kleinere mutaties.
– De toename van het projectbudget (€ 21,5 miljoen) is onder andere het gevolg van de hogere voorschotbetaling voor het project Markermeerdijk.
1.01.03 Ruimte voor de Rivier
Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status voor Ruimte voor de Rivier opgeheven. De rapportage over de finale afronding van het programma vindt plaats als onderdeel van de reguliere rapportage Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).
Meetbare gegevens
Alle maatregelen zijn uitgevoerd, de waterveiligheidsdoelstellingen van het programma Ruimte voor de Rivier is voor alle maatregelen en het programma als geheel behaald.
Kasbudget 2020 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting2020 | realisatie | verschil | begroting2020 | huidig | begroting2020 | huidig | |
Projecten Nationaal | ||||||||
Ruimte voor de Rivier | 13 | 4 | ‒ 9 | 2.257 | 2.258 | 2019 | 2019 | 1 |
Programma realisatie | 13 | 4 | ‒ 9 | 2.257 | 2.258 | |||
begroting (DF 1.01.03) | 13 | 4 | ‒ 9 | 2.257 | 2.258 |
Toelichting
1. Er is sprake van een lagere realisatie bij Ruimte voor de Rivier, omdat een aantal restpunten zijn afgewikkeld. Dit betreft onder andere het project IJsseldelta fase 1, waar de risicoreservering en de restbudgetten zijn vrijgevallen (ca. € 5 miljoen). Daarnaast is het project Lent afgerond, maar volgt de financiële afwikkeling in 2021 (€ 3,1 miljoen).
1.01.04 Maaswerken
Op dit onderdeel worden de uitgaven van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas van het programma Maaswerken verantwoord. Maaswerken is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoogwater van de Maas.
Op 22 januari 2019 heeft de Tweede Kamer de Groot Project Status van Zandmaas en Grensmaas beëindigd. De rapportage over de voortgang en afronding van het programma vindt plaats als onderdeel van de reguliere rapportage Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT).
Naast de werken in de Zandmaas en de Grensmaas zijn nog aanvullende maatregelen nodig om in alle dijkringen langs de Maas het wettelijke beschermingsniveau te bereiken (overstromingskans kleiner dan 1/250 per jaar). Het prioritaire deel van dit werk is in 2020 gereeed gekomen. De rest van de werkzaamheden loopt via het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Planuitwerking en realisatie van de «prioritaire sluitstukkaden» gebeurt grotendeels door het waterschap Limburg en er is hiervoor vanuit het budget van Maaswerken € 75 miljoen beschikbaar gesteld. Het budget voor het totale programma (inclusief planuitwerking) is middels een aantal addenda in voorgaande jaren opgehoogd naar € 97 miljoen. De aanpak voor de Grensmaas en de afspraken over de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas van 10 november 2011.
Maaswerken | Start realisatie Oplevering | Maasband Afferden Neer |
Het project Grevenbicht is in 2020 niet volledig is afgerond, doordat geen vergunning verleend kon worden voor de veerstoep in Grevenbicht. In overleg met de beheerder en Vlaanderen zal binnenkort voor een nieuw ontwerp een vergunning worden aangevraagd waarna volgend alsnog de veerstoep gerealiseerd kan worden. De hoogwaterdoelstelling is op deze locatie al wel gehaald.
Meetbare gegevens
Grensmaas en Zandmaas, natuurontwikkeling
De deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas (fase I) dragen primair bij aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. Daarnaast wordt met deze projecten natuur gerealiseerd die ten goede komt aan de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
In het kader van de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur door Rutte I is bij het Zandmaasproject besloten 129 ha natuur niet te realiseren door de nevengeulen Belfeld en Sambeek uit de scope te halen. Deze nevengeulen leveren geen bijdrage aan de hoogwaterveiligheidsdoelstelling. De natuuropgave binnen de Zandmaas is gerealiseerd. De feitelijke oplevering en overdracht is afhankelijk van de voortgang van de delfstofwinning.
In de Grensmaas is de scope nagenoeg gelijk gebleven. Alleen de verwerving van natuurgronden bij de locatie Roosteren (44 ha) is komen te vervallen. Deze locatie valt buiten de uitvoeringsovereenkomst met het Consortium Grensmaas. De totale oppervlakte natuurontwikkeling in de Grensmaas wordt daarmee 1.208 ha. Het Ministerie van LNV neemt hiervan thans 728 ha voor haar rekening (Kamerstukken II, 2014–2015, 18 106, nr. 230). De Minister heeft in maart 2019 aan de Tweede Kamer laten weten dat eind 2018 1.125 ha van de natuurdoelstelling Grensmaas gerealiseerd is.
Indicator | Grensmaas | Zandmaas |
---|---|---|
Hoogwaterbeschermingsprogramma | 100% in 2017 (gerealiseerd) | 100 % in 2016 |
Natuurontwikkeling | (93%) 1.2010 ha | (100%) 427 ha |
Grind | ten minste 35 miljoen ton |
Kasbudget 2020 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting2020 | realisatie | verschil | begroting2020 | huidig | begroting2020 | huidig | |
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||
Grensmaas | 4 | 2 | ‒ 2 | 116 | 117 | 2017-2024 | 2017-2024 | |
Zandmaas | 21 | 4 | ‒ 17 | 400 | 400 | 2022 | 2022 | 1 |
Programma realisatie | 25 | 6 | ‒ 19 | 516 | 517 | |||
begroting (DF 1.01.04) | 25 | 6 | ‒ 19 |
Toelichting
1. Betreft lagere realisatie bij Zandmaas (€ -17 miljoen) omdat In 2020 is de eindafrekening van de cluster A en B (Roosteren en Grevenbicht) niet meer gelukt. Reden hiervoor is dat een aantal grondverwervingsdossier nog niet waren afgerond. Daarnaast zijn ook nog een paar nadeelcompensaties in afronding. Deze zijn grotendeels niet meer in 2020 gerealiseerd, omdat de onderhandelingen niet tijdig afgerond konden worden.
Maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid
De kengetallen hieronder geven informatie over de stand van zaken van maatregelen ter verbetering van de waterveiligheid onder het Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2), en de programma’s Ruimte voor de Rivier (RvdR) en Maaswerken. Het geeft een meerjarig inzicht in de voortgang van de maatregelen van de betreffende programma’s. De beleidsinspanningen van de Minister van IenW die onder Hoofdstuk XII (artikel 11) vallen richten zich op de regie op deze programma’s.
Meetbare gegevens
Figuur 3 Kengetallen
Bron: Rijkswaterstaat, 2020
1.02 Overige aanlegprojecten waterveiligheid
Motivering
Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.
Producten
1.02.01 Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma
Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met maatschappelijke meerwaarde op het gebied van waterbeheer te verkennen en daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.
Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen- en planuitwerkingsfase bevinden.
Projectbudget | Oplevering | Toelichting | |||
---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting 2020 | huidig | begroting 2020 | huidig | |
Projecten Nationaal | |||||
Reservering areaalgroei | 14 | 14 | |||
EPK Planuitwerking en verkenningen Waterveiligheid | 7 | 7 | |||
Projecten Zuid-Nederland | |||||
Rivierverruiming Rijn en Maas | 125 | 127 | |||
Projecten Oost-Nederland | |||||
IJsseldelta fase 2 | 83 | 84 | 2022 | 2022 | |
afronding | ‒ 1 | ||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 228 | 232 | |||
budget DF 1.02.01 | 228 | 232 |
Toelichting:
Voor de Rivierverruiming Rijn en Maas en IJsseldelta fase 2 is de prijsbijstelling 2020 toegevoegd.
1.02.02 Realisatieprogramma
Dit programma levert een bijdrage aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk en bij de waterschappen én levert een bijdrage aan het beheer van de Rijkswateren.
Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
Het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) is een alliantie tussen de waterschappen en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het programma is opgericht voor het aanpakken van de waterveiligheidsopgave die voortvloeit uit de Derde Landelijke Rapportage Toetsing primaire waterkeringen (LRT3) in 2011 en de daaropvolgende beoordelingsrondes. Het programma heeft als doel in 2050 alle primaire waterkeringen in Nederland op orde te hebben. Circa 90% van de primaire waterkeringen is in beheer bij de waterschappen. Het overige deel is vrijwel volledig in beheer bij het Rijk. Door de samenwerking binnen de alliantie wordt de beschikbare kennis en deskundigheid van de verschillende waterbeheerders optimaal benut.
Het HWBP kent een voortrollend karakter, waarbij jaarlijks een actualisatie van het zesjarige programma plaatsvindt en er een nieuw jaar aan de programmering wordt toegevoegd. Met deze werkwijze ontstaat een adaptief programma dat flexibel in kan spelen op nieuwe ontwikkelingen.
De huidige HWBP opgave komt voort uit de LRT3 (2011) en de verlengde derde toetsing (LRT3+, 2013). Op basis van de nieuwe landelijke beoordelingsronde overstromingsrisico (LBO-1), die op 1 januari 2017 van start is gegaan, zijn ook in het programma 2020–2025 nieuwe projecten toegevoegd.
De prioritering van de jaarlijks uit te brengen programmering is gebaseerd op urgentie. De programmering 2020–2025 is gelijktijdig met de begroting 2020 op Prinsjesdag als onderdeel van het Deltaprogramma 2020 (paragraaf 3.3) gepresenteerd.
Het HWBP is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
HWBP | Start realisatie Oplevering | Vianen Vianen Hazelaarsplein Beezel Heel Koppelstuk WIJD dijkvakken Noordzeekanaal Twentekanaal (inclusief innovatie) Twentekanaal Zuid Spakenburg |
De programmering van het Hoogwaterbeschermingsprogramma voor de jaren 2020 ‒ 2025 kent 76 projecten. Het betreft onder andere projecten van waterschappen. Het tempo van uitvoering is niet altijd goed te voorspellen. Sommige projecten hebben vertraging opgelopen, andere projecten zijn versneld uitgevoerd. Dit verklaart de verschillen met de in de begroting 2020 opgenomen lijst met op te leveren projecten. Over het totaal genomen zijn er momenteel meer projecten die vertragen dan projecten die versnellen. Dit heeft vooralsnog geen gevolgen voor het einddoel voor het volledige HWBP programma (alle waterkeringen voldoen aan de waterveiligheidsnormen in 2050).
Vooroeververdediging Oosterschelde en Westerschelde
In 2017 is de financiële afwikkeling van het onderdeel steenbekledingen afgerond. Daarnaast wordt ook de vooroeververdediging van de dijken in het Ooster- en Westerscheldegebied aangepakt. Het project vooroeverbestortingen is opgedeeld in verschillende clusters die over de tijd worden uitgevoerd. In 2020 is de aannemer gestart met het daadwerkelijk bestorten van de vooroevers. Voor dit project is tevens besloten om enkele werkzaamheden voor de provincie Zeeland mee te nemen in het geplande werk van Rijkswaterstaat.
Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier
Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek zijn en worden projecten uitgevoerd ten behoeve van natuurontwikkeling in de uiterwaarden en om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma wordt uitgevoerd door de Ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Infrastructuur en Waterstaat. Inmiddels is het overgrote deel van de opgave gerealiseerd en hebben de beide ministeries bij de Herijking van de Ecologische Hoofdstructuur afspraken gemaakt over de verdeling van de restopgave. Hierin is afgesproken dat elk ministerie zijn nog lopende projecten afmaakt. De twee IenW NURG-projecten, Afferdense en Deestse Waarden en Heesseltsche Uiterwaarden, zijn nagenoeg afgerond.
Overige onderzoeken en kleine projecten
Onderdeel van overige onderzoeken en kleine projecten is onder andere het Project Roggenplaat. Rijkswaterstaat heeft in opdracht van de ministeries IenW en LNV een MIRT verkenning uitgevoerd naar een aanpak voor de negatieve effecten van de zandhonger in de Oosterschelde. Het daaruit volgende voorkeursalternatief is het suppleren van de Roggenplaat, omdat door de zandhonger de oppervlakte en hoogte van deze plaat snel afnemen. Eind december 2019 is de zandsuppletie op de Roggenplaat in de Oosterschelde met een omvang van 213 ha en 1,3 miljoen m3 succesvol afgerond, de monitoring loopt nog door.
Kasbudget 2020 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | begroting2020 | realisatie | verschil | begroting2020 | huidig | begroting2020 | huidig | |
Projecten Nationaal | ||||||||
HWBP: Rijksprojecten | 7 | 9 | 2 | 629 | 640 | 1 | ||
HWBP: Waterschapsprojecten | 274 | 209 | ‒ 65 | 5.482 | 5.880 | 2 | ||
HWBP Overige projectkosten (programmabureau) | 6 | 5 | ‒ 1 | 112 | 140 | 3 | ||
Kennisprogramma Zeespiegelstijging | 7 | |||||||
Maatregelen irt rivierverruiming | 0 | 1 | 1 | 192 | 191 | 2020 | 2020 | |
Wettelijk Beoordelingsinstrumentarium 2023 | 4 | 5 | 1 | 24 | 27 | |||
Zandhonger Oosterschelde | 6 | 3 | ‒ 3 | 10 | 11 | |||
Projecten Noord-Nederland | ||||||||
Primaire waterkering Vlieland | 0 | 0 | 0 | 2 | 1 | 2018-2019 | 2018-2019 | |
Projecten Oost-Nederland | 0 | |||||||
Kribverlaging Pannerdensch kanaal | 1 | 2 | 1 | 19 | 19 | 2023 | 2023 | |
IJsseldelta fase 2 | 9 | 10 | 1 | 95 | 95 | 2022 | 2022 | |
Monitoring Langsdammen Waal | 3 | 1 | ‒ 2 | 5 | 5 | |||
Projecten Zuidwest-Nederland | 0 | |||||||
Overige onderzoeken en kleine projecten | 1 | 1 | 0 | 1.169 | 1.169 | |||
Dijkversterking en herstel steenbekleding | 24 | 24 | 0 | 820 | 827 | 2021 | 2021 | |
afrondingen | ‒ 2 | 2 | 4 | |||||
Programma realisatie | 333 | 272 | ‒ 61 | 8.559 | 9.012 | |||
begroting (DF 1.02.02) | 250 | 272 | 22 | 8.559 | 9.012 | |||
Overprogrammering (-) | ‒ 83 | 0 |
Toelichting
1. De toename in projectbudget HWBP Rijksprojecten (€ 11 miljoen) is het gevolg van prijsbijstelling en een scopewijziging voor het project Marken.
2. Bij HWBP Waterschapsprojecten (- € 64 miljoen) is sprake van minder subsidieaanvragen door uitvoerende keringbeheerders omdat de provincies de planuitwerking nog niet hebben goedgekeurd. Het betreft onder andere Gorinchem–Waardenburg (- € 40 miljoen) , Tiel–Waardenburg (- € 39 miljoen), Zwolle–Olst (-€ 17 miljoen) en projecten <€25 miljoen (- € 22 miljoen). Bij andere projecten hebben uitvoerende keringbeheerders juist hogere subsidieaanvragen ingediend. Het betreft onder ander de projecten Gouderak (€ 22 miljoen), Neder Betuwe (€ 21 miljoen) en Lob van Gennep (€ 11 miljoen).
3. De toename in projectbudget HWBP overige projectkosten (€ 28 miljoen) is het gevolg van een verschil in uitgangspunt tussen begroting 2020 (projectkosten tot en met 2033) en realisatie 2020 (projectkosten tot en met 2050). Bij gelijktrekking op het uitgangspunt 2033 nemen de projectkosten af met € 22 miljoen, onder andere ten gevolge van een interne herschikking en correctie van het IK budget ten behoeve van programmaburau HWBP.
1.03 Studiekosten
Motivering
Dit betreft de studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.
Producten
Studie- en onderzoekskosten Deltaprogramma
Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken). Het Deltaprogramma (DP) is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de korte, middellange en lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Voor een nadere toelichting over deze onderzoeken wordt verwezen naar het Deltaprogramma 2020.
Op dit onderdeel worden vooral de onderzoeken voor waterveiligheid verantwoord:
– Het Nationaal Watermodel is een geïntegreerde set van modellen om het waterhuishoudkundig systeem van Nederland door te rekenen. Deze is oorspronkelijk ontwikkeld voor het Deltaprogramma. Het model heeft als doel om de effecten van maatregelen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening te berekenen. In 2020 is het Deltamodel gebruikt voor het beantwoorden van vragen die bij de uitvoering van het Deltaprogramma spelen en voor waterkwaliteitsberekeningen in het kader van de Nationale Analyse. De doorontwikkeling van het model heeft als doel de waterhuishoudkundige basis ervan ook in andere rekentoepassingen te gebruiken om zo de onderlinge vergelijkbaarheid en de betrouwbaarheid van die toepassingen te garanderen en genereert het model de waterhuishoudkundige basis voor waterkwaliteitsmodellen.
– In 2020 zijn werkzaamheden verricht ten behoeve van de uitwerking van beleidsbeslissingen voor het Integraal Riviermanagement (IRM). De beleidsbeslissingen worden opgenomen in een programma onder de Omgevingswet. De werkzaamheden bestonden uit het opzetten van een gedegen planproces, inclusief kennisontwikkeling, een plan-MER en een MKBA. Daarnaast zijn werkzaamheden verricht om het programma IRM zelf op te starten en uit te werken.
– Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie: De transitie naar een klimaatbestendige inrichting van Nederland in 2050 wordt ondersteund met diverse activiteiten en producten, zoals een kennisportaal, het uitvoeren van stresstesten en risicodialogen, het opstellen van een afwegingskader en uitvoeringsagenda’s en het organiseren van themabijeenkomsten, de ondersteuning van voorbeeldprojecten en het faciliteren van kennis- en leernetwerken.
– Uitvoering gebiedsagenda’s: In het kader van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden is samen met de regio onderzoek uitgevoerd rond de Hollandsche IJssel naar de relatie tussen de faalkansverlaging van de stormvloedkering en de benodigde dijkversterkingen.
In 2020 is samen met de regionale partners verder uitvoering gegeven aan de Agenda IJsselmeergebied 2050, onder meer met het opstellen van een Handreiking Omgevingskwaliteit en het ontwikkelen van een Initiatievenkaart om overzicht te bieden van initiatieven die in het gebied spelen.
– Toetsing Regionale keringen in beheer van het Rijk: De regionale keringen in beheer van het Rijk worden door Rijkswaterstaat getoetst. De toetsing van deze regionale keringen is in 2020 nagenoeg afgerond. De landelijke rapportage daarover wordt in het voorjaar 2021 verwacht.
– Beoordeling primaire waterkeringen: in 2020 is gewerkt aan de doorontwikkeling van het instrumentarium voor beoordelen en ontwerpen, het nieuwe programma Beoordelings- en Ontwerpinstrumentarium (BOI) 2023. Het programma BOI2023 bouwt voort op het WBI2017, het Ontwerp Instrumentarium (OI) 2014 en de bestaande Technische Leidraden en voegt hier nieuw ontwikkelde kennis en functionaliteit aan toe zodat het instrumentarium aansluit op de actuele kennis en de ervaringen die in de eerste beoordelingsronde (2017-2023) worden opgedaan. Instrumenten die in het programma zijn en worden ontwikkeld kunnen direct worden gebruikt voor het ontwerpen van waterkeringen. Met het BOI2023 kunnen de beheerders vanaf 2023 de volgende beoordelingsronde uitvoeren.
– Lange termijn ambitie/Kennisprogramma Waterveiligheid: het Rijk heeft een wettelijke taak (artikel 2.6 Waterwet) om zorg te dragen voor de totstandkoming en het verstrekken van technische leidraden voor het ontwerp, het beheer en het onderhoud van de primaire waterkeringen in Nederland. Hiertoe is in 2020 onderzoek uitgevoerd. De kennis over waterveiligheid wordt hiermee op het vereiste niveau gehouden, zodat sprake is van actueel, effectief en uitvoerbaar waterveiligheidsbeleid. Dit is de lange termijn ambitie voor waterveiligheid, vormgegeven door de uitvoering van het Kennisprogramma Waterveiligheid.
– Versterken cybersecurity in de watersector: Nederland digitaliseert in hoog tempo. Digitalisering biedt grote kansen voor economische groei en maatschappelijke ontwikkeling, maar brengt ook de toenemende dreiging van cybercrime, cyberspionage en maatschappij ontwrichtende cyberaanvallen (cybersabotage) met zich mee. De infrastructuur van ons watersysteem kan kwetsbaar zijn. De wettelijke verplichtingen in het kader van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen vormen de grondslag voor aanbieders van essentiële diensten – zoals drinkwaterbedrijven – om cyberrisico’s en de gevolgen van eventuele incidenten te beperken. Om de bedreigingen en kwetsbaarheden van digitalisering verder het hoofd te bieden, versterken we onder meer de samenwerking op het gebied van digitale veiligheid. Er is een meerjarig kennis- en innovatieprogramma in het kader van de Versterking van de Nationale aanpak Cybersecurity (VNAC) geïmplementeerd. Hierbij sluiten we aan bij de Nationale Cybersecuritystrategie Agenda (NCSA).
De afspraken uit het addendum Cybersecurity bij het Bestuursakkoord Water en de projecten uit het meerjarig kennis-en innovatieprogramma zijn omgezet in een overkoepelend programma gericht op de versterking van de cyberweerbaarheid in de watersector. Dit programma behelst ongeveer 15 projecten. Door de belemmeringen als gevolg van de COVID 19 maatregelen loopt de uitvoering van het programma lichte vertraging op. In 2020 is onderzoek naar de wenselijkheid van harmonisatie van cybersecurity standaarden binnen de watersector afgerond. Het ontwikkelen van een methodiek om de kwetsbaarheden in de waterketens te kunnen analyseren is in 2020 gestart. Tevens is de ontwikkeling gestart van een methodiek om missie kritieke objecten bij de Waterschappen te kunnen classificeren.
1.09 Ontvangsten
Ontvangsten waterschapsprojecten
Conform de Spoedwet (Stb. 2011, 302) dragen de waterschappen vanaf 2011 € 81 miljoen per jaar bij aan het HWBP. Deze bijdrage van de waterschappen is conform het regeerakkoord Rutte I en het Bestuursakkoord Water aangevuld tot € 131 miljoen in 2014 en tot € 181 miljoen structureel vanaf 2015 (inclusief project gebonden aandeel, prijspeil 2011). Deze bijdrage wordt geïndexeerd op basis van de IBOI, zoals gehanteerd door het Ministerie van Financiën. Vanaf 2020 en verder komt dit bedrag jaarlijks uit op ongeveer € 197,7 miljoen (inclusief 10% project gebonden aandeel).
De middelen van de waterschappen worden eerst ingezet voor de waterschapsprojecten van het HWBP-2 en vervolgens voor de waterschapsprojecten van het HWBP. Het in 2013 door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen wetsvoorstel Wijziging van de Waterwet (doelmatigheid en bekostiging hoogwaterbescherming) (Kamerstukken II, 2012–2013, 33 465, nr. 3) is per 1 januari 2014 in werking getreden. De wet regelt dat het Rijk en de waterschappen elk de helft van de bijdrage aan het HWBP betalen.