De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van onderwijsinstellingen, financiering van studenten, examens, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden. Onderdeel van DUO is de Shared Service Organisatie Noord waarbinnen het inkoopcentrum en het Overheidsdatacenter zijn ondergebracht, welke dienstverlening verricht onder meer voor het concern van het Ministerie van OCW en haar buitendiensten en andere overheidsorganen.
Omschrijving | Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie t-1 |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
Omzet | 322.076 | 349.524 | 27.448 | 334.633 |
waarvan omzet moederdepartement | 243.030 | 280.853 | 37.823 | 269.790 |
waarvan omzet overige departementen | 72.623 | 63.695 | ‒ 8.928 | 58.663 |
waarvan omzet derden | 6.423 | 4.976 | ‒ 1.447 | 6.180 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 0 | 0 | 669 |
Bijzondere baten | 0 | 35 | 35 | 1.708 |
Totaal baten | 322.076 | 349.559 | 27.483 | 337.010 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 302.776 | 323.959 | 21.183 | 318.561 |
- Personele kosten | 213.776 | 223.258 | 9.482 | 224.694 |
waarvan eigen personeel | 173.017 | 178.031 | 5.014 | 167.336 |
waarvan inhuur externen | 34.759 | 37.953 | 3.194 | 46.813 |
waarvan overige personele kosten | 6.000 | 7.274 | 1.274 | 10.545 |
- Materiële kosten | 89.000 | 100.701 | 11.701 | 93.867 |
waarvan apparaat ICT | 22.000 | 27.461 | 5.461 | 22.975 |
waarvan bijdrage aan SSO’s | 23.000 | 25.629 | 2.629 | 24.236 |
waarvan overige materiële kosten | 44.000 | 47.611 | 3.611 | 46.656 |
Rentelasten | 500 | 84 | ‒ 416 | 91 |
Afschrijvingskosten | 17.200 | 21.263 | 4.063 | 15.423 |
- Materieel | 12.000 | 11.887 | ‒ 113 | 10.656 |
waarvan apparaat ICT | 11.500 | 11.450 | ‒ 50 | 10.353 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 500 | 437 | ‒ 63 | 303 |
- Immaterieel | 5.200 | 9.376 | 4.176 | 4.767 |
Overige lasten | 1.500 | 1.464 | ‒ 36 | 2.000 |
waarvan dotaties voorzieningen | 1.500 | 1.464 | ‒ 36 | 2.000 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 321.976 | 346.770 | 24.794 | 336.075 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 100 | 2.789 | 2.689 | 935 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 100 | 84 | ‒ 16 | 50 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 2.705 | 2.705 | 885 |
Toelichting
DUO heeft een positief resultaat van € 2,7 miljoen gerealiseerd. Het positieve resultaat wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. Onderstaand wordt dit resultaat nader toegelicht.
Baten
Omzet moederdepartement
Omzet moederdepartement (x € 1 miljoen) | 280,9 | |
---|---|---|
waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten | 280,9 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Bekostiging | 36,1 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Studiefinanciering | 96,5 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Examendiensten | 16,2 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Basisregister | 31,2 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Informatiediensten | 10,3 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Overige taken | 22,9 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Opdrachten | 50,3 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Examens Nederlands als tweede taal en staatsexamen voortgezet onderwijs | 11,8 | |
waarvan productgroep/dienstengroep Shared Service Organisatie Noord | 5,6 |
De omzet moederdepartement is € 37,8 miljoen hoger dan de oorspronkelijke begroting. Hieronder valt de dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord (SSO-Noord) voor € 5,6 miljoen, verricht voor het moederdepartement en onder haar vallende diensten welke geen onderdeel waren van de omzet in de rijksbegroting. Daarnaast betreft het looncompensatie 2020 van € 5,5 miljoen en bijstellingen in de (basis)dienstverlening welke per saldo € 6,0 miljoen belopen, zoals de uitvoering van diverse zogenoemde overige taken (zoals digitalisering examens FACET, uitvoering eindtoets primair onderwijs, uitvoering tijdelijke regeling tegemoetkoming studenten in verband met de uitbraak COVID-19, uitvoering coulanceregeling studenten, uitvoering examens Nederlands als tweede taal en staatsexamen voortgezet onderwijs). Tevens is extra capaciteit ingezet om de telefonische bereikbaarheid voor studenten te verbeteren ten hoogte van € 3,5 miljoen. Verder is € 1,6 miljoen ingezet ter dekking van de kosten voor Categorie Management en € 2,6 miljoen voor compensatie niet gerealiseerde deregulering. Daarnaast is incidenteel nog eens € 13,0 miljoen beschikbaar gesteld voor de implementatie en uitvoering van de werkplekdienstverlening ten behoeve van het departement. Van de beschikbare middelen voor projecten is € 30,8 miljoen doorgeschoven naar 2021, mede als gevolg van het inbedden van de activiteiten doorontwikkelen BRON in de Life Cycle Management methodiek, waarbij een substantieel gedeelte van het project is geactiveerd. Daarnaast zal, als gevolg van de coronacrisis, een groot gedeelte van de voor 2020 geplande activiteiten pas in 2021 tot afronding komen. De genoemde extra omzet van € 37,8 miljoen wordt voor € 5,6 miljoen gedekt vanuit middelen die het Ministerie van OCW en de onder haar vallende diensten in haar eigen apparaatsbegroting hebben opgevoerd, € 5,5 miljoen gedekt vanuit de Voorjaarsnota 2020 en de overige € 26,7 miljoen vanuit middelen die reeds beschikbaar waren op de begroting van het Ministerie van OCW.
Omzet overige departementen
Onder de omzet overige departementen (€ 63,7 miljoen) vallen onder meer de werkzaamheden in het kader van de Inburgeringstaak (€ 33,1 miljoen), het Landelijk Register Kinderopvang (€ 6,9 miljoen), allen voor het Ministerie van SZW. En activiteiten voor de examens in het kader van de Wet Financieel Toezicht (Wft) (€ 1,9 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van Financiën, de print en couverteerwerkzaamheden die DUO uitvoert voor het Centraal Justitieel Incasso Bureau (€ 1,4 miljoen) ten behoeve van het Ministerie van J&V. Daarnaast genereert DUO omzet vanuit de activiteiten op het gebied van inkoopdiensten en datacenter-gerelateerde activiteiten van de Shared Service Organisatie Noord voor diverse ministeries (€ 19,4 miljoen). De afnemers zijn het Ministerie van J&V (€ 6,5 miljoen), het Ministerie van EZK (€ 2,9 miljoen), het Ministerie van I&W (€ 1,3 miljoen), het Ministerie van BZK (€ 6,1 miljoen), het Ministerie van VWS (€ 2,3 miljoen) en het Ministerie van Financiën (€ 0,3 miljoen).
Tenslotte valt hieronder omzet voor detacheringen binnen de Rijksoverheid (€ 0,7 miljoen) en overige werkzaamheden voor overige ministeries (€ 0,3 miljoen).
De omzet overige ministeries daalt met € 8,9 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Het betreft met name de werkzaamheden ten behoeve van het Ministerie van SZW in het kader van de Inburgeringstaak (€ 4,0 miljoen) en het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (€ 1,6 miljoen) welke een daling laten zien ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Dit onder meer als gevolg van vertraging binnen de veranderopdracht Inburgering. Daarnaast is de dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord met € 3,7 miljoen gedaald ten opzichte van de oorspronkelijke begroting. Hier staat een stijging van € 0,2 miljoen tegenover voor de uitgevoerde print- en couverteerwerkzaamheden die DUO uitvoert voor het Centraal Justitieel Incasso Bureau en eveneens een stijging van € 0,2 miljoen aan overige werkzaamheden voor overige ministeries.
Omzet derden
De omzet derden (€ 5,0 miljoen) betreft de ontvangen examengelden kandidaten examens Nederlands als tweede taal (NT2) en staatsexamen voortgezet onderwijs (€ 1,9 miljoen), werkzaamheden ten behoeve van het Participatiefonds (€ 0,8 miljoen), leges voor Verklaring Afgelegd Examen (€ 0,3 miljoen), vergoedingen voor detacheringen (€ 0,3 miljoen) inkoop- en housingsactiviteiten binnen de Shared Service Organisatie Noord (€ 0,9 miljoen) en overige werkzaamheden voor derden binnen het domein onderwijs voortkomend uit beleidsmaatregelen van het Ministerie van OCW en bedrijfsvoering DUO (€ 0,8 miljoen). De lagere realisatie ten opzichte van de oorspronkelijke begroting bedraagt € 1,4 miljoen. De lagere realisatie heeft grotendeels betrekking op de afbouw van de werkzaamheden voor het Participatiefonds en de afname van de examenbijdrage van kandidaten voor de staatsexamens als gevolg van de coronacrisis.
Vrijval voorziening
Er heeft in 2020 geen vrijval voorziening plaatsgevonden.
Bijzondere baten
Bijzondere baten 2020 zijn nagenoeg nihil.
Lasten
De apparaatskosten laten een stijging zien ten opzichte van de oorspronkelijke begroting van € 21,2 miljoen. De personele kosten laten een stijging zien van € 9,5 miljoen. De toename is het gevolg van de eerder genoemde additionele werkzaamheden in de basisdienstverlening, telefonische dienstverlening, uitvoering van persoonsgericht innen en de loonontwikkeling in 2020. Een deel personele inzet 2020 is geactiveerd en opgenomen onder immateriële activa in ontwikkeling. Het gaat hier om kosten gemaakt voor de ontwikkeling van het systeemlandschap die geactiveerd zijn en als afschrijvingslast in de toekomst verantwoord zullen worden. De materiële kosten laten een stijging zien van € 11,7 miljoen samenhangend met de eerder genoemde additionele werkzaamheden. Ook zijn de afschrijvingskosten toegenomen met € 4,1 miljoen als gevolg van uitbreidingsinvesteringen met name in het ICT-landschap.
Rentelasten
De rentelasten van € 0,1 miljoen hebben betrekking op de leningen afgesloten ter financiering van de immateriële vaste activa, met name «zelfontwikkelde software».
Dotaties voorzieningen
De dotatie van € 1,5 miljoen (2019: € 2,0 miljoen) zorgt dat de voorziening overeenkomt met de actuele waarde van de onderliggende lopende verplichtingen en de in 2020 aangegane verplichtingen. Het betreft hier met name verplichtingen voortvloeiend uit regelingen vallend onder Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Deze voorziening hangt samen met de gewenste mobiliteit voor de komende jaren.
Omschrijving | 2020 | 2019 | |
---|---|---|---|
Activa | |||
Vaste activa | 108.463 | 79.589 | |
Materiële vaste activa | 26.073 | 25.355 | |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 | |
waarvan installaties en inventarissen | 26.073 | 25.355 | |
waarvan overige materiële vaste activa | 0 | 0 | |
Immateriële vaste activa | 82.390 | 54.234 | |
Vlottende Activa | 52.680 | 37.092 | |
Voorraden en onderhanden projecten | 659 | 380 | |
Debiteuren | 3.176 | 5.895 | |
Overige vorderingen en overlopende activa | 16.900 | 16.190 | |
Liquide middelen | 31.945 | 14.627 | |
Totaal activa | 161.143 | 116.681 | |
Passiva | |||
Eigen Vermogen | 4.403 | 1.698 | |
Exploitatiereserve | 1.698 | 813 | |
Onverdeeld resultaat | 2.705 | 885 | |
Voorzieningen | 2.376 | 3.124 | |
Langlopende schulden | 52.019 | 34.706 | |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 52.019 | 34.706 | |
Kortlopende schulden | 102.345 | 77.153 | |
Crediteuren | 15.662 | 11.633 | |
Belastingen en premies sociale lasten | 0 | 0 | |
Kortlopend deel leningen bijhet Ministerie van Financiën | 10.688 | 6.480 | |
Overige schulden en overlopende passiva | 75.995 | 59.040 | |
Totaal passiva | 161.143 | 116.681 |
Toelichting
Activa
Materiële vaste activa
De boekwaarde van het materieel vast actief is in 2020 met € 0,7 miljoen toegenomen. Het investeringsniveau was in 2020 nagenoeg gelijk aan de afschrijvingslast. De afschrijvingstermijn van de materiële vaste activa bedraagt drie tot tien jaar.
Immateriële vaste activa
Onder de immateriële vaste activa zijn aangekochte softwarelicenties, activa in ontwikkeling en zelfontwikkelde software opgenomen. De boekwaarde is toegenomen met € 28,2 miljoen als gevolg van investeringen in het systeemlandschap (€ 29,4 miljoen), activa in ontwikkeling (€ 1,1 miljoen) en Software en Licenties (€ 5,6 miljoen). Daarnaast is op de totale immateriële vaste activa € 7,9 miljoen afgeschreven. De voor activering in aanmerking komende projecten zijn als activa in ontwikkeling opgenomen. Het betreft achtenvijftig projecten met een totale waarde van € 18,4 miljoen. Waardering van de materiele kosten heeft plaatsgevonden tegen werkelijke kosten. Uren externe inzet is eveneens tegen werkelijke kosten en voor de interne inzet is de handleiding overheidstarieven als basis gehanteerd. Voor de afschrijvingstermijn omtrent vervangingen wordt er uitgegaan van een gedifferentieerde levensduur (tussen de drie en tien jaar), welke in lijn ligt met de economische levensduur van de ontwikkelde applicaties.
Voorraden
Onder deze post zijn de voorraden papier en kantoorartikelen en dergelijke opgenomen.
Debiteuren
De stand debiteuren is met € 2,7 miljoen afgenomen. Onder de debiteuren zijn voor € 1,3 miljoen aan vorderingen op andere ministeries opgenomen, te weten; Ministerie van OCW (€ 0,1 miljoen), Ministerie van BZK (€ 0,7 miljoen), Ministerie van J&V (€ 0,3 miljoen), Ministerie van EZK (€ 0,2 miljoen).
Overige vorderingen en overlopende activa
Bij de post Overige vorderingen en overlopende activa zijn bedragen opgenomen, ten behoeve van softwarelicenties en onderhoudscontracten, die in 2020 vooruit zijn betaald (€ 16,4 miljoen). Daarnaast is onder deze post voor € 0,1 miljoen vooruit ontvangen middelen van het Ministerie van Financiën en van het Ministerie van SZW € 0,4 miljoen.
Liquide middelen
De stand liquide middelen is in 2020 met € 17,3 miljoen toegenomen. Dit als gevolg van de positieve operationele kasstroom van € 30,2 miljoen, de gepleegde investeringen van € 34,5 miljoen waar een lening van € 28,0 miljoen tegenover staat. Daarnaast is er € 6,4 miljoen afgelost op de lopende leningen. Zie ook de verklaring bij het kasstroomoverzicht.
Passiva
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bedraagt 1,3% van de gemiddelde omzet in de laatste drie jaar. Het eigen vermogen DUO bedraagt na dotatie van het exploitatieresultaat 2020 € 4,4 miljoen. Het eigen vermogen bedraagt 1,3% van de gemiddelde omzet in de laatste drie jaar. Dit is onder het plafond van 5% van de gemiddelde omzet in de afgelopen drie jaar (€ 17,1 miljoen). Van het eigen vermogen is € 1,0 miljoen geoormerkt voor eventuele verliezen of innovaties binnen het SSO-Noord.
Voorzieningen
De voorzieningen bestaan uit voorziening voor wachtgeld € 0,6 miljoen en overige € 1,8 miljoen. Onder de overige voorzieningen zijn opgenomen de verplichtingen voortvloeiend uit afspraken in het kader van Sociaal Beleid Rijk en maatwerkafspraken binnen DUO. Uit de voorzieningen is € 2,2 miljoen onttrokken ten behoeve van de uitkeringen in 2020. Aan de voorziening is € 1,5 miljoen gedoteerd aan nieuwe regelingen en herijking van bestaande regelingen.
Voorzieningen
31-12-2019 | Onttrekkingen | Dotaties | Vrijval | 31-12-2020 | |
---|---|---|---|---|---|
Wachtgeld | 887 | ‒ 390 | 95 | ‒ | 592 |
Overige | 2.237 | ‒ 1.818 | 1.365 | ‒ | 1.784 |
Totaal voorzieningen | 3.124 | ‒ 2.208 | 1.460 | ‒ | 2.376 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën
DUO heeft in 2020 wederom gebruik gemaakt van de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën. Het betreft leningen ten behoeve van vervangingen in het systeemlandschap. Van deze leningen is € 10,7 miljoen opgenomen onder het kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën, zijnde het aflossingsgedeelte 2021.
Nummer | Hoofdsom | Looptijd (in hele jaren) | Rente % | Datum ingang | Datum afloop | Aantal aflostermijnen | Openstaande leensom |
---|---|---|---|---|---|---|---|
3540 | 2.000.000 | 6 | 0,00% | 18-12-2020 | 18-12-2026 | 24 | 2.000.000 |
3539 | 5.000.000 | 4 | 0,00% | 18-12-2020 | 18-12-2024 | 16 | 5.000.000 |
3538 | 21.000.000 | 8 | 0,00% | 18-12-2020 | 18-12-2028 | 32 | 21.000.000 |
3361 | 8.310.000 | 4 | 0,00% | 30-12-2019 | 2-1-2024 | 16 | 6.232.500 |
3360 | 13.700.000 | 10 | 0,01% | 30-12-2019 | 31-12-2029 | 40 | 12.330.000 |
3167 | 16.800.000 | 10 | 0,57% | 5-11-2018 | 6-11-2028 | 40 | 13.440.000 |
2951 | 6.760.000 | 5 | 0,00% | 15-12-2017 | 15-12-2022 | 20 | 2.704.000 |
Totaal | 73.570.000 | 62.706.500 |
Crediteuren
De crediteuren ultimo 2020 bestaan uit openstaande facturen bij leveranciers en nog te ontvangen facturen. Onder de crediteuren is € 0,3 miljoen aan schulden opgenomen aan het Ministerie van BZK.
Overige schulden en overlopende passiva
De balanspost Overige verplichtingen en overlopende passiva van € 76,0 miljoen bevat voor € 54,0 miljoen aan vooruit ontvangen middelen van OCW. Het betreft middelen die DUO in het boekjaar 2020 en voorgaande jaren al heeft ontvangen, maar waarvoor in het boekjaar, mede als gevolg van de coronacrisis, nog geen prestatie is verricht. Op het moment dat de prestatie is geleverd, worden de ontvangsten geboekt als baten. Het betreft hier doorlopende werkzaamheden die in 2021 zullen worden uitgevoerd. Hiervan heeft € 30,8 miljoen betrekking op diverse (doorlopende) werkzaamheden waaronder het project «Doorontwikkelen BRON», € 14,7 miljoen op werkzaamheden basisdienstverlening en € 8,5 miljoen op overige opdrachten. Daarnaast gaat het om de opgebouwde rechten aan reservering individueel keuzebudget en verlofrechten ultimo 2020 van het personeel in loondienst (€ 14,2 miljoen) en schulden met afdracht verplichtingen (€ 0,1 miljoen), overige te betalen bedragen (€ 6,8 miljoen). Tenslotte zijn onder deze post de in het verleden ontvangen investering specifieke financiële bijdragen van de ministeries verantwoord. Het betreft bijdragen die in het verleden de financiering van uitbreidingsinvesteringen mogelijk maken. De onttrekking volgt het afschrijvingspatroon van de betrokken vaste activa en komt ten gunste van de afschrijvingskosten. De ultimo stand bedraagt € 1,0 miljoen waarvan € 0,7 miljoen een looptijd heeft van langer dan één jaar.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
De niet uit de balans blijkende verplichtingen bedragen eind 2020 circa € 160,4 miljoen (2019: € 168,0 miljoen). Het betreft vooral contracten voor automatisering (€ 19,0 miljoen), huisvesting (€ 130,6 miljoen) en € 10,8 miljoen in het kader van het Overheidsdatacenter (ODC), waarvan een deel is afgedekt middels langlopende verplichtingen richting de afnemers. De looptijden van de verplichtingen variëren van 1 tot 20 jaar. DUO heeft geen langlopende leasecontracten uitstaan per balansdatum.
Vastgestelde begroting | Realisatie | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari 2020 + stand depositorekeningen | 14.194 | 14.626 | 432 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 322.076 | 382.993 | 60.917 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 303.376 | ‒ 352.743 | ‒ 49.367 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 18.700 | 30.250 | 11.550 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 39.500 | ‒ 34.693 | 4.807 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | ‒ | 241 | 241 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 39.500 | ‒ 34.452 | 5.048 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | ‒ | ‒ | 0 | |
Eenmalig storting door het moederdepartement (+) | ‒ | ‒ | 0 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 6.100 | ‒ 6.480 | ‒ 380 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 27.500 | 28.000 | 500 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 21.400 | 21.520 | 120 |
5. | Rekening courant RHB 31 december 2020 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 miljoen. | 14.794 | 31.944 | 17.150 |
Toelichting
De positieve operationele kasstroom (€ 30,3 miljoen) is het saldo ontvangsten moederdepartement (€ 294,9 miljoen), overige departementen (€ 42,5 miljoen) en Derden (€ 45,6 miljoen). Hier staan uitgaven tegenover aan crediteuren en personeel (€ 352,7 miljoen). De investeringen betreffen investeringen in het rekencentrum en software ten behoeve van de basisdienstverlening als ook investering in zelfontwikkelde software. Het betreft hier software voor de uitvoering van de reguliere dienstverlening binnen DUO. Voor deze investeringen is gebruik gemaakt van de leenfaciliteit. Bovenstaande ontwikkelingen verklaart de afwijking ten opzichte van de begroting.
Doelmatigheid
Basisindicatoren zijn de kostprijs en kwaliteit per product of dienst. DUO streeft er naar haar dienstverlening continu te verbeteren. De klanttevredenheid van het digitale kanaal is één van de al bestaande indicatoren die dit zichtbaar maken. DUO bevindt zich in een transitie van een organisatie met een complex systeemlandschap gebaseerd op ad hoc financiering, naar een wendbare ICT-gedreven organisatie waarin onderhoud, modernisering en vervanging structureel gefinancierd worden via Life Cycle Management (LCM). Met de invoering van deze LCM-systematiek gaat DUO van grote eenmalige projectinvesteringen naar structurele investeringen die over langere tijd afgeschreven worden. Dit is zichtbaar gemaakt door de post «vervangingskosten», zijnde de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen en de post «immateriële vaste activa» welke de omvang van het ICT-landschap weerspiegelt.
DUO wil doelmatig zijn in het gebruik van ICT-systemen, door te sturen op een stabilisering en uiteindelijke daling van de omvang van haar ICT-landschap. Dit wil DUO bereiken door «slim» te moderniseren/ vervangen en daarmee te komen tot een onder architectuur ontwikkeld modern, simpel en kleiner ICT-landschap. Ook wil DUO sturen op de stabilisering van de kosten van onderhoud. Onder onderhoud wordt verstaan datgene wat nodig is voor instandhouding van de geautomatiseerde uitvoeringsprocessen. DUO wil dit gaan bereiken door (verouderde) systemen tijdig te moderniseren dan wel vervangen. Daarnaast heeft DUO een indicator opgenomen voor het aantonen van doelmatigheid bij overhead.
Omschrijving Generiek Deel | Realisatie | Vastgestelde begroting | |||
---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | |
Generiek Deel | |||||
Omzet per productgroep (pxq) | |||||
Omzet Bekostiging Instellingen | 36,0 | 39,0 | 35,0 | 36,1 | 34,7 |
Omzet Studiefinanciering | 91,0 | 108,0 | 92,0 | 96,5 | 95,5 |
Omzet Examendiensten1 | 23,0 | 25,0 | 24,0 | 16,2 | 13,2 |
Omzet Basisregister | 28,0 | 30,0 | 35,0 | 31,2 | 24,1 |
Omzet Informatiediensten | 6,0 | 6,0 | 7,0 | 10,3 | 6,0 |
Totaal basiscontract excl. LCM | 184,0 | 207,0 | 193,0 | 190,3 | 173,5 |
Vervangingskosten | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 14,9 | 14,0 |
Kosten met betrekking tot onderhoud en beheer | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 30,9 | 29,4 |
Immateriële vaste activa (x1 mln.) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 46,1 | 64,5 |
Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%) | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 23% | 20% |
FTE | |||||
FTE-ARAR | 2.014,0 | 2.217,0 | 2.331,0 | 2.459,1 | 2.614,0 |
FTE-Extern | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | 397,4 | 252,0 |
Tarieven/uur | |||||
ICT gerelateerd | 104,0 | 112,0 | 114,0 | 115,0 | 114,0 |
Overige uren | 74,0 | 76,5 | 77,5 | 78,5 | 77,5 |
Saldo van baten en lasten (%) | 98,0 | 100,0 | 100,0 | 100,8 | 100,0 |
Kwaliteitsindicatoren2 | |||||
Klantcontact digitaal | 6 | 6 | 7 | 7,3 | 6,5 |
Klantcontact traditioneel | 7 | 7 | 8 | 7,4 | 7,0 |
Toelichting
Omzet/kostprijs per product: DUO aggregeert haar werkzaamheden in de going concern (basiscontract) naar vijf producten, te weten Bekostiging, Studiefinanciering, Examens, Registers en Informatiediensten. Streven voor de komende jaren is een verbeterde dienstverlening zichtbaar in de klanttevredenheid bij optimale inzet van middelen. De realisatie 2020 ligt € 16,8 miljoen hoger dan begroot. Dit met name als gevolg van loon- en prijsontwikkeling, extra inzet op telefonische bereikbaarheid en meerkosten als gevolg van de coronacrisis waardoor het werkplekconcept moest worden aangepast.
Vervangingskosten: De effecten van Life Cycle Management zijn inzichtelijk gemaakt door de niet activeerbare ontwikkelkosten van de vervangingen (vervangingskosten) van de immateriële vaste activa (IMVA) op te nemen.
Immateriële vaste activa en kosten met betrekking tot onderhoud en beheer: De omvang van het ICT-landschap wordt weerspiegeld in de balanspost immateriële vaste activa. Hierin is alle zelf ontwikkelde software opgenomen. Deze post zal de eerste jaren een stijging laten zien en vanaf 2027, los van nieuwe taken, een vlakke lijn waarbij de autonome groei van het systeemlandschap is ondervangen en deze post zal stabiliseren rond de € 161,0 miljoen exclusief uitbreidingsinvesteringen als gevolg van nieuw beleid of afwaardering van bestaande systemen. Ook moet deze post worden gezien in relatie tot de indicator kosten met betrekking tot onderhoud en beheer. Door het tijdig en slim vervangen van het systeemlandschap streeft DUO (daar waar, volgens onderzoek Gartner 2018, normaliter sprake is van een autonome groei van circa zes procent) naar een gelijkblijvend onderhoud en beheer.
Overheadkosten t.o.v. de totale kosten (%): De indicator drukt de overhead uit als percentage van de totale kosten.
FTE totaal: De bezetting van ARAR is gestegen ten opzichte van 2019. Er is vormgegeven aan de invulling taakstelling waarbij vrijgekomen personeel zoveel mogelijk is ingezet op nieuwe taken. Er heeft in 2020 een forse instroom van personeel plaatsgevonden als gevolg van het verambtelijken van extern automatiseringspersoneel.
Projecttarief per uur: Het projecttarief (ICT gerelateerd) is € 115,00 per uur en met € 1,00 gestegen ten opzichte van 2019.
Meerwerktarief per uur: Het meerwerktarief is € 78,50 per uur en met € 1,00 gestegen ten opzichte van 2019.
Saldo baten en lasten: DUO begroot met een exploitatiesaldo van nul. Het positieve saldo van baten en lasten 2020 van € 2,7 miljoen bedraagt 0,8% van de baten.
Met het Ministerie van OCW is een set met indicatoren afgesproken, te weten: Klanttevredenheid klantcontact digitaal en Klanttevredenheid klantcontact traditioneel.
Klanttevredenheid klantcontact digitaal: Over 2020 heeft deze indicator een score van 7,3 op een schaal van 0 tot 10. Over 2019 bedroeg de score 7 op een schaal van 0 tot 10.
Klanttevredenheid klantcontact traditioneel: Over 2020 heeft deze indicator, ondanks de coronacrisis, een score van 7,4 op een schaal van 0 tot 10. Over 2019 bedroeg de score 8 op een schaal van 0 tot 10.