Base description which applies to whole site

3.2 Inzet

Eerste hoofdtaak, beschermen van het eigen grondgebied en dat van bondgenoten:

  • Defensie leverde permanente bijdragen in NAVO-verband waaronder de bijdrage aan de Enhanced Forward Presence (eFP) inzet in Litouwen.

  • Defensie leverde binnen alle operationele domeinen een bijdrage aan de snelle interventiecapaciteit van de NAVO. Voor de enhanced NATO Response Force (eNRF) betrof dit onder meer een amfibische taakgroep voor de NATO Maritime Group, F-16’s en een bataljon infanterie inclusief gevechts- en logistieke ondersteuning. Voor het NATO Readiness Initiative zijn een fregat en mijnenjager aangeboden. Door deze bijdragen droeg Nederland bij aan geloofwaardige collectieve afschrikking en verdediging binnen NAVO.

  • Nederland nam in 2020 samen met Duitsland deel aan de EU Battle Group.

  • Twee F-16’s staan klaar voor de Quick Reaction Alert (QRA) om het luchtruim van Nederland, België en Luxemburg te beschermen.

  • Voor de bescherming van het Koninkrijk, alsook in het kader van de uitvoering van de tweede en derde hoofdtaak, was Defensie permanent met militaire middelen aanwezig in het Caribisch gebied.

Tweede hoofdtaak, bevorderen van de (internationale) rechtsorde en stabiliteit:

  • Defensie leverde in 2020 een bijdrage aan de NAVO-Resolute Support missie in Afghanistan en aan de anti-ISIS coalitie en bredere veiligheidsinzet in Irak.

  • Het luchtverdedigings- en commandofregat Zr.Ms. De Ruyter werd in de eerste helft van 2020 ingezet voor een Europese missie in de Straat van Hormuz.

  • Defensie continueerde de bijdragen aan verschillende missies in het Midden-Oosten zoals UNDOF, UNTSO, UNIFIL en USSC en leverde Defensie onder andere een kleinschalige bijdrage aan de EU maritieme operaties Atalanta en Irini en de twee missies in Mali (EU Trainingsmissie Mali en MINUSMA).

Derde hoofdtaak, het ondersteunen van civiele autoriteiten en het leveren van bijstand bij rampen en crises:

  • Evenals voorgaande jaren waren in 2020 militairen dagelijks actief voor de derde hoofdtaak. Voorbeelden van deze inzet zijn de verleende militaire bijstand voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid, inzet van zoek -en observatieteams en de Explosieven Opruimingsdienst Defensie.

  • Defensie ondersteunde in 2020 de civiele autoriteiten op grote schaal in het kader van het beteugelen van de COVID-19-uitbraak in zowel Nederland als het Caribisch deel van het Koninkrijk. In 2020 heeft Defensie samen met de ministeries van Justitie en Veiligheid en Financiën stappen gezet in het Brede Offensief Tegen de Ondermijnende Criminaliteit (BOTOC). Koninklijke Marechaussee (KMar), CLAS, CZMCARIB/KW CARIB en DCC hebben substantiële incidentele (€ 9 miljoen) en structurele (€ 21,4 miljoen) middelen toebedeeld gekregen om het BOTOC te intensiveren.

Transparantiebeleid burgerslachtoffersOp het gebied van transparantiebeleid inzake burgerslachtoffers is in de brief van 24 maart 2020 (Kamerstuk 27925, nr. 707) en 30 juni 2020 (Kamerstuk 27925, nr. 725) aangegeven dat er stappen gezet worden in het kader van een verdere aanscherping, mede naar aanleiding van een aantal moties en toezeggingen. Deze stappen zien onder andere op het aanscherpen van de interne meldingsprocedure van het ministerie van Defensie. Ook is het aantal missies, locaties, type doel en wapeninzet in de eerste inzetperiode (2014-2016) van de luchtcampagne in de strijd tegen ISIS met terugwerkende kracht openbaar gemaakt. Daarnaast zal Defensie, onder voorwaarden, voortaan duidelijkheid geven als door derden (bijvoorbeeld door media en/of ngo’s) wordt gevraagd naar Nederlandse betrokkenheid bij wapeninzet in de anti-ISIS coalitie gedurende de inzetperiode, waarbij een vermoeden bestaat van burgerslachtoffers. Op 13 oktober 2020 hebben Defensie en de Tweede Kamer een nieuwe procedure vastgesteld die ziet op het informeren van de Kamer wanneer Defensie onderzoek start naar een vermoeden van burgerslachtoffers (Kamerstuk 27925, nr. 723, 727 en 746). Ook is geborgd dat het OM onverwijld geïnformeerd wordt indien er door het ministerie van Defensie een onderzoek wordt gestart. Ten slotte voert het ministerie sinds eind 2020 een structureel gesprek met een aantal organisaties over mogelijkheden voor verdere aanscherping van het transparantiebeleid inzake burgerslachtoffers in bredere zin.

Licence