Base description which applies to whole site

4.14 Beleidsartikel 25 Brede Doeluitkering

Het realiseren van maatwerkoplossingen voor verkeers- en vervoersvraag-stukken door de twee krachtens artikel 20, derde lid, van de Wet personen-vervoer 2000 aangewezen openbare lichamen die verkeer- en vervoer-staken verrichten (vervoerregio’s). Dit betreffen thans de Vervoerregio Amsterdam en het samenwerkingsverband van gemeenten in de zuidelijke Randstad, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

Financieren

De Minister is systeemverantwoordelijk voor de bijdrage aan de Brede Doeluitkering verkeer en vervoer (BDU), die het mogelijk maakt dat er in de gebieden waar de vervoerregio’s actief zijn maatwerkoplossingen kunnen worden geboden voor verkeers- en vervoervraagstukken. Dit artikel hangt samen met artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid en artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor waarin het bredere beleidsveld wordt geschetst.

De samenwerkingsverbanden Vervoerregio Amsterdam en Metropool-regio Rotterdam Den Haag zijn verantwoordelijk voor de beleidsinhoudelijke beslissingen over hun verkeer- en vervoeraangelegenheden.

Tabel 70 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 25 Brede Doeluitkering (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

 

Verplichtingen

923.409

926.383

951.141

952.739

970.239

909.220

61.019

1

Uitgaven

893.936

930.277

929.574

955.610

953.451

920.515

32.936

 

25.01 Brede doeluitkering

893.936

930.277

929.574

955.610

953.451

920.515

32.936

2

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

 

Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. Dit betreft hogere verplichtingen vanuit het Infrastructuurfonds voor de uitvoering van veiliger, doelmatiger en duurzamer gebruik van verkeersinfrastructuur (€ 3,2 miljoen), de aanpak van de grote kruising in de Algera corridor (€ 4,1 miljoen) en de werkgeversaanpak van de MRA en MRDH (€ 2,0 miljoen). Daarnaast zijn de verplichtingen verhoogd door de verwerking van de loon- en prijsbij­stelling voor tranche 2020 (€ 46,9 miljoen). Het resterende saldo (€ 4,8 miljoen) is het saldo van een aantal kleinere overboekingen.

  • 2. De hogere uitgaven worden veroorzaakt door overboekingen vanuit het Infrastructuurfonds voor de uitvoering van het programma Slimme en duurzame mobiliteit (€ 4,9 miljoen), de uitvoering van de motie Hoogland en snelfietsroutes (€ 2,6 miljoen). Daarnaast zijn de uitgaven verhoogd door de verwerking van de loon- en prijsbijstelling voor tranche 2020 (€ 23,6 miljoen). Het resterende saldo (€ 1,9 miljoen) is het saldo van een aantal kleinere overboekingen. Deze middelen worden om begrotingstechnische redenen verantwoord op Hoofdstuk XII.

Uitgaven

Conform de wet BDU wordt jaarlijks voorafgaand aan het uitkeringsjaar de brede doeluitkering ten behoeve van de voorbereiding en de uitvoering van het regionaal verkeer- en vervoersbeleid geheel als verplichting vastgelegd.

Ontvangsten

Jaarlijks wordt een beschikking verstrekt voor de BDU aan de stadsregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Deze beschikking wordt berekend op basis van de in de Wet BDU Verkeer en Vervoer opgenomen methodiek.De stadsregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn vrij in de afweging aan welke verkeer- en vervoertaken zij de BDU-middelen besteden. Zij bepalen dat aan de hand van de doelen die zij willen bereiken op hun verkeer- en vervoersterrein. Daarbij hebben zij veel ruimte voor een eigen invulling, rekening houdend met de specifieke kenmerken van hun regio.

Licence