Base description which applies to whole site

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Tabel 86 Staat van baten en lasten van het baten-lastenagentschap RVO.nl (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil (3) = (2) - (1)

Realisatie 2019 (4)

Baten

    

- Omzet

629.683

828.594

198.911

700.364

waarvan omzet moederdepartement

251.718

406.901

155.183

300.815

waarvan omzet overige departementen

346.865

388.631

41.766

365.040

waarvan omzet derden

31.100

33.062

1.962

34.508

Rentebaten

0

33

33

56

Vrijval voorzieningen

0

245

245

1.344

Bijzondere baten

0

75

75

1.901

Totaal baten

629.683

828.947

199.264

703.665

     

Lasten

    

Apparaatskosten

619.604

793.394

173.790

690.769

- Personele kosten

357.811

440.335

82.524

392.597

waarvan eigen personeel

288.088

345.292

57.204

302.058

waarvan inhuur externen

48.160

81.762

33.602

68.847

waarvan overige personele kosten

21.563

13.281

‒ 8.282

21.692

- Materiële kosten

261.793

353.059

91.266

298.172

waarvan apparaat ICT

0

5.353

5.353

3.187

waarvan bijdrage aan SSO's

149.193

162.004

12.811

161.294

waarvan overige materiële kosten

112.600

185.702

73.102

133.691

Rentelasten

22

254

232

183

Afschrijvingskosten

9.357

8.483

‒ 874

11.220

- Materieel

613

863

250

934

waarvan apparaat ICT

0

0

0

0

waarvan overige materiële afschrijvingskosten

613

863

250

934

- Immaterieel

8.744

7.620

‒ 1.124

10.286

Overige lasten

700

82

‒ 618

1.071

waarvan dotaties voorzieningen

700

7

‒ 693

26

waarvan bijzondere lasten

0

75

75

1.045

Totaal lasten

629.683

802.212

172.529

703.244

Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening

0

26.735

26.735

421

Agentschapsdeel Vpb-lasten

0

0

0

0

Saldo van baten en lasten

0

26.735

26.735

421

Toelichting op de baten

Algemeen

De baten zijn ten opzichte van de begroting met 31,6% gestegen. Hieronder worden de baten toegelicht.

Omzet moederdepartement

De gerealiseerde omzet van het moederdepartement is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 61,6% hoger uitgevallen, wat grotendeels verklaard wordt door een hogere opdracht van het DG Groningen Bovengronds en de uitvoering van COVID-19 gerelateerde opdrachten. 

Tabel 87 Omzet moederdepartement (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2020

Realisatie 2020

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2019

DG Bedrijfsleven en Innovatie

90.433

124.057

33.624

103.010

DG Klimaat en Energie

48.880

67.950

19.070

58.973

DG Groningen Bovengronds

95.000

182.718

87.718

106.485

DG Groningen Bovengronds kosten commissie

2.400

3.492

1.092

1.416

Chief Economist

8.963

10.296

1.333

10.829

Overig

6.042

18.388

12.346

20.102

Totaal

251.718

406.901

155.183

300.815

De omzet vanuit het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) is in 2020 uitgekomen op ruim € 124 mln, wat hoger is dan de € 90,4 mln dat oorspronkelijk begroot was. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door de COVID-19 gerelateerde maatregelen die dit jaar aan de B&I opdracht zijn toegevoegd. Onder deze maatregelen vallen de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS), Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), Garantie Ondernemingsfinanciering (GO-C), Borgstelling MKB-Kredieten (BMKB-c), Baangerelateerde Investeringskorting (BIK), Kleine Kredieten Corona garantieregeling (KKC). Op deze maatregelen is dit jaar € 21,9 mln aan omzet gerealiseerd. De overige mutaties zijn extra aanvullingen voor het Programma Verduurzaming Industrie (€ 3,7 mln), het MKB-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) (€ 1,8 mln) en het Transitie Agenda Circulaire economie voor de Maakindustrie (CETAM) (€ 1,4 mln).

De omzet voor het DG Klimaat en Energie (K&E) is € 19,1 mln hoger dan de ontwerpbegroting. Dit is te verklaren door onder meer de regelingen die voortvloeien uit het klimaatakkoord, het expertisecentrum warmte, de intensivering van het duurzame energiebeleid en de oprichting van het loket mijnbouwschade.

De gerealiseerde omzet op de opdracht van het DG Groningen Bovengronds (€ 182,7 mln) is hoger dan begroot (€ 87,7 mln). In 2020 zijn echter significant meer schademeldingen afgehandeld dan was begroot. Hierdoor zijn in het jaar 2020 ook aanzienlijk meer kosten gemaakt voor onder andere de schade-experts. Daarnaast is in 2020 ook de Waardedaling regeling live gegaan.

De gerealiseerde omzet op de opdracht DG Groningen Bovengronds Kosten commissie is hoger dan begroot. Dit is te verklaren omdat in de realisatie naast de kosten van opdracht bureau Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) ook de kosten van de commissie IMG opgenomen zijn. In de begroting is alleen de opdracht ACVG geraamd. De realisatie in 2020 (€ 3,5 mln) is hoger dan in 2019 (€ 1,4 mln). Dit is te verklaren doordat de omzet uit de opdrachten bureau Adviescollege Veiligheid Groningen, Transitie NAM en oprichting ZBO IMG (totaal € 1,6 mln) in 2019 onder DG Groningen Bovengronds zijn opgenomen en niet onder DG Groningen Bovengronds kosten commissie.

De omzet voor de Chief Economist is € 1,3 mln hoger dan begroot, doordat de definitieve opdracht van 2020 hoger is uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd. RVO.nl voert een viertal opdrachten uit voor de Chief Economist. Deze opdrachten zijn CE-markering, Raad van Deskundigen voor de nationale meetstandaarden, PIANOo en TenderNed

De omzet Overig is € 12,3 mln hoger dan begroot. Dit valt grotendeels te verklaren doordat de opdracht voor het Inkoop Uitvoeringscentrum groter was dan geraamd (€ 8,0 mln). Daarnaast was de opdracht Unit omgevingskennis groter dan begroot (€ 1,1 mln). Tot slot is omzet gerealiseerd welke niet was begroot voor Concordaat/END (€ 1,8 mln) en diverse overige opdrachten (€ 1,4 mln).

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen betreft de uitvoering van opdrachten voor diverse ministeries, waarvan 55,6% afkomstig is van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Tabel 88 Omzet overige departementen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2020

Realisatie 2020

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2019

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

182.980

216.077

33.097

203.537

Ministerie van Buitenlandse Zaken

115.231

107.675

‒ 7.556

104.397

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

23.094

35.692

12.598

26.556

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

15.210

20.586

5.376

17.986

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

3.847

3.486

‒ 361

4.256

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

229

82

‒ 147

206

Ministerie van Justitie en Veiligheid

729

686

‒ 43

604

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

1.801

3.648

1.847

6.565

Overig

3.744

700

‒ 3.044

933

Totaal

346.865

388.631

41.766

365.040

De omzet vanuit het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit valt € 33,1 mln hoger uit dan begroot, onder andere omdat de definitieve opdracht van 2020 hoger is dan oorspronkelijk geraamd. Gedurende het jaar is er meerwerk verstrekt voor een bedrag van € 27,2 mln. Dit betrof onder andere opdrachten met betrekking tot de COVID-19 pandemie, zoals Regeling Sierteelt, particuliere opslagregeling melkpoeder, boter, kaas, rundvlees en schaap-/geitenvlees.

De omzet vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken valt in 2020 € 7,6 lager uit dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere kosten bij het Centrum ter Bevordering van Import uit ontwikkelingslanden (CBI). De COVID-19 pandemie lag hieraan (deels) ten grondslag; ook bij enkele andere op het buitenland gerichte programma’s zijn door de COVID-19 pandemie vertragingen ontstaan en de kosten daarmee lager uitgevallen.

De opdracht vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stijgt met € 12,6 mln ten opzichte van de begroting. De toename is te verklaren doordat de definitieve opdracht hoger is dan geraamd en door de diverse meerwerk opdrachten zoals E-factureren (€ 1,4 mln), Internationale authenticatie (eIDAS) projecten (€ 2,4 mln), de Subsidie Energie Besparing Huis 2 (€ 3,1 mln) en RES (€ 2,2 mln).

De omzet vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is € 5,4 mln hoger dan begroot. Dit is veroorzaakt doordat de definitieve opdracht hoger was dan geraamd. Daarnaast was sprake van aanvullende opdrachten voor de thema’s Duurzame Mobiliteit (€ 2,4 mln), Circulaire Economie (€ 1,4 mln) en Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (€ 0,6 mln) en overige opdrachten (€ 1 mln).

De omzet vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is € 0,4 mln lager dan begroot. Deze omzet heeft betrekking op de regeling Praktijkleren.

De omzet vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport valt € 1,8 mln hoger uit dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door hogere omzet op de opdracht Stimuleringsregeling E-Health Thuis (SET) en SET COVID-19 2.0.

De omzet Overig is € 3,0 mln lager dan verwacht ten tijde van de oorspronkelijke begroting. Het grootste deel van de omzet die in de begroting onder omzet Overig was geraamd heeft betrekking op Concordaat en is gerealiseerd onder omzet Overig Moederdepartement.

Tabel 89 Omzet derden (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2020

Realisatie 2020

Verschil realisatie en vastgestelde begroting

Realisatie 2019

Europese Unie

4.261

3.052

‒ 1.209

2.385

Provincies

25.059

27.423

2.364

29.111

Overig

1.780

2.587

807

3.012

Totaal

31.100

33.062

1.962

34.508

Omzet derden

De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor met name de Europese Unie en de provincies. Van de totale omzet derden heeft 82,9% betrekking op de opdrachten van provincies.

De omzet provincies is € 2,4 mln hoger dan begroot. Aanvullende opdrachten voor het Subsidiestelsel Natuur en Landbouw en vanuit het Plattelands Ontwikkelingsprogramma 3 zijn verstrekt.

De omzet Overig is € 0,8 mln hoger dan begroot.

Vrijval voorzieningen

De vrijval van voorzieningen van € 0,2 mln heeft betrekking op de voorziening dubieuze debiteuren en een reorganisatievoorziening.

Bijzondere baten

In 2020 zijn bijzondere baten ontvangen voor een bedrag van € 0,1 mln. Dit betreffen diverse kleine incidentele posten.

Toelichting op de lasten

Algemeen

De lasten zijn ten opzichte van de begroting met 27,4% gestegen. Hieronder worden de lasten toegelicht.

Personele kosten

De personele kosten vallen in totaal 23,1% (€ 82,5 mln) hoger uit dan begroot. Met name te verklaren door een groter werkpakket dan voorzien.

De begrote bezetting voor 2020 was 4.102 fte, waarvan 3.569 fte ambtelijk personeel en 533 fte externe inhuur. Gemiddeld in 2020 was 3.970 fte in ambtelijke dienst, per ultimo december 2020 was dit 4.084 fte. De gemiddelde bezetting externe inhuur bedroeg 644 fte in 2020, per ultimo december was dit 744 fte. 

De kosten voor eigen personeel zijn € 57,2 mln hoger dan geraamd, als gevolg van een groter opdrachtenpakket. Daarnaast is doelbewust meer ingezet op verambtelijking van het personeel. De gemiddelde loonkosten per fte ambtelijk zijn gestegen van €82.300 naar € 86.975 per jaar. De stijging van de loonkosten is vooral te verklaren door een loonsverhoging ten gevolge van nieuwe CAO afspraken.

De kosten van externe inhuur zijn € 33,6 mln hoger dan begroot. Dit is voornamelijk te verklaren door een stijging van het opdrachtenpakket. Daarnaast zijn ook de gemiddelde kosten per fte externe inhuur gestegen van €120.400 naar € 126.960 per jaar.

Materiële kosten

De materiële kosten zijn in totaal 34,9% (€ 91,2 mln) hoger uitgevallen dan begroot. De stijging wordt onder meer veroorzaakt door de hogere bijdragen aan Shared Service Organisaties van € 12,8 mln. Daarnaast zijn op basis van voortschrijdend inzicht automatiseringskosten (niet zijnde DICTU kosten) die voorheen onder bijdrage aan SSO’s vielen, nu gepresenteerd onder apparaat ICT voor een bedrag van € 5,3 mln.

Ook zijn er hogere overige materiële kosten (€ 73,1 mln) als gevolg van een groter opdrachtenpakket. Aanvullend werk vanuit de DG Groningen Bovengronds en COVID-19 gerelateerde opdrachten hebben kosten meegebracht die ten tijde van de begroting nog niet bekend waren.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten voor materiële vaste activa zijn € 0,9 mln lager uitgevallen dan begroot. Verder zijn de afschrijvingskosten voor de immateriële vaste activa € 1,1 mln lager uitgevallen dan begroot.

Dotaties voorzieningen

De dotaties aan voorzieningen betreffen € 0,7 mln aan de voorziening debiteuren.

Bijzondere lasten

In 2019 zijn bijzondere lasten ontstaan (€ 0,08 mln).

Saldo van baten en lasten

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland sluit het jaar met een positief resultaat van € 26,7 mln. In dit resultaat zijn éénmalige bijzondere baten en lasten verwerkt.

Tabel 90 Balans per 31 december 2020 (bedragen x € 1.000)
 

Balans 2020

Balans 2019

Activa

  

Vaste activa

37.366

23.626

Materiële vaste activa

824

2.287

waarvan grond en gebouwen

537

1.013

waarvan installaties en inventarissen

279

1.256

waarvan projecten in uitvoering

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

8

18

Immateriële vaste activa

36.542

21.339

Vlottende activa

161.417

145.697

Voorraden en onderhanden projecten

0

0

Debiteuren

2.353

1.796

Overige vorderingen en overlopende activa

14.320

34.816

Liquide middelen

144.744

109.085

Totaal activa

198.783

169.323

   

Passiva

  

Eigen Vermogen

55.594

28.299

Exploitatiereserve

28.859

27.878

Onverdeeld resultaat

26.735

421

Voorzieningen

272

400

Langlopende schulden

17.480

14.326

Leningen bij het Ministerie van Financiën

17.480

14.326

Kortlopende schulden

125.437

126.298

Crediteuren

6.946

7.600

Belastingen en premies sociale lasten

795

706

Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën

11.746

8.766

Overige schulden en overlopende passiva

105.950

109.226

Totaal passiva

198.783

169.323

Toelichting op de balans

Debiteuren en nog te ontvangen bedragen

Onder de debiteuren en de nog te betalen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het moederdepartement, overige departementen en derden (exclusief voorziening dubieuze debiteuren van € 0,5 mln):

Tabel 91 Debiteuren en nog te ontvangen bedragen (bedragen x € 1.000)
 

2020

2019

Moederdepartement

455

4.046

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

553

12.134

Agentschap DICTU

2

0

Agentschap NVWA

51

19

Agentschap Telecom

0

0

Agentschap RVO.nl (beleidsadministratie)

172

1.355

Belastingdienst Centrum Facilitaire Dienstverlening

40

0

Belastingdienst Centrale Administratie

0

0

Bureau Inspectieraad

0

79

Centraal Planbureau

5

6

Logius

0

0

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

38

63

Ministerie van Buitenlandse Zaken

1.349

1.714

Ministerie van Defensie

57

71

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

40

34

Ministerie van Financiën

0

0

Ministerie van Justitie en Veiligheid

84

141

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

14

30

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

33

30

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

492

810

Immigratie en Naturalisatie Dienst

0

0

Rijksvastgoedbedrijf

41

1.767

Dienst Publiek en Communicatie

13

0

Rijkswaterstaat

92

38

Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering

7

0

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

28

0

Derden

13.586

14.787

Totaal

17.151

37.124

Eigen vermogen

Het eigen vermogen bedraagt ultimo 2020 € 55,6 mln. De maximale toegestane omvang van het eigen vermogen bedraagt € 35,4 mln, zijnde 5% van de gemiddede omzet over 2018, 2019 en 2020. Het eigen vermogen ultimo jaar 2020 is € 20,2 mln hoger dan het toegestane maximum. Dit surplus eigen vermogen zal worden uitgekeerd aan het moederdepartement EZK. Uiterlijk bij eerstvolgende suppletoire wet zal worden aangegeven hoe dit hersteld is bij besluit van het Moederdepartement van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.

Onder de Directe mutaties in het eigen vermogen is de bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van € 0,6 mln voor de herinrichting apparaatsartikelen opgenomen.

Tabel 92 Vermogensontwikkeling (bedragen x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

1. Eigen vermogen per 1/1

18.008

18.347

26.367

28.299

2. Saldo van baten en lasten

339

8.020

421

26.735

3. Directe mutaties in het eigen vermogen

0

0

1.511

559

‒ 3a uitkering aan moederdepartement

0

0

0

0

‒ 3b bijdrage moederdepartement ter versterking eigen vermogen

0

0

1.511

559

‒ 3c overige mutaties

0

0

0

0

4. Eigen vermogen per 31/12

18.347

26.367

28.299

55.594

Tabel 93 Verloop en stand van de voorzieningen (bedragen x € 1.000)
 

Boekwaarde 1-1-2020

Dotaties

Onttrekkingen

Vrijval

Boekwaarde 31-12-2020

Stand voorziening Herbeleggen Facilitaire Dienst (HFD)

400

0

0

128

272

Totaal voorziening HFD

400

0

0

128

272

Crediteuren en nog te betalen bedragen

Onder de crediteuren en de nog te betalen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het moederdepartement EZK, overige departementen en derden:

Tabel 94 Crediteuren en nog te betalen bedragen (bedragen x 1.000)
 

2020

2019

Moederdepartement EZK

10.591

28.730

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

0

0

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

3.939

607

Agentschap DICTU

17.329

4.431

Agentschap NVWA

234

924

Ministerie van Algemene Zaken

2

0

Ministerie van Buitenlandse Zaken

8.928

6.450

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

11.229

10.145

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

2.278

1.599

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

679

487

Ministerie van Financiën

11.824

9.255

Ministerie van Justitie en Veiligheid

273

246

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

133

0

Belastingdienst

2.216

1.347

Rijkswaterstaat

110

194

Rijksdienst voor Wegverkeer

0

0

Dienst Publiek en Communicatie

7

460

Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

0

0

Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR)

234

344

Rijksvastgoedbedrijf

0

1.698

Ministerie van Defensie

0

130

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

315

33

De Autoriteit Consument & Markt

0

0

Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), Dienst Geest. Verz. (DGV) en BBA

0

18

Centraal Justitieel Incasso Bureau

0

2

Dienst  Uitvoering Onderwijs

0

21

Interdepartementale Post- en Koer.dienst IPKD

22

30

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

97

0

Immigratie en Naturalisatie Dienst

54

0

Algemene Rekenkamer

16

0

Derden

54.929

59.145

Totaal

125.437

126.297

Tabel 95 Kasstroomoverzicht over 2020 (bedragen x € 1.000)
  

Vastgestelde begroting (1)

Realisatie (2)

Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1)

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2020 + stand depositorekeningen

133.610

109.085

‒ 24.525

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

629.683

849.532

219.849

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 620.327

‒ 798.344

‒ 178.017

2.

Totaal operationele kasstroom

9.356

51.188

41.832

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 11.000

‒ 23.291

‒ 12.291

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

1.069

1.069

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 11.000

‒ 22.222

‒ 11.222

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

 

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

0

559

559

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 10.242

‒ 8.766

1.476

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

11.000

14.900

3.900

4.

Totaal financieringskasstroom

758

6.693

5.935

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2020 + stand depositorekeningen  (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 mln.

132.724

144.744

12.020

Toelichting kasstroomoverzicht

De gerealiseerde operationele kasstroom is € 41,8 mln hoger dan begroot. De gerealiseerde investeringskasstroom is € 11,2 mln lager dan verwacht. In 2020 is geïnvesteerd in immateriële vaste activa, dit betreft software en licenties (€ 2,7 mln) en activa in aanbouw (€ 22,8 mln). In materiële activa is geïnvesteerd in installaties en inventarissen (€ 0,5 mln) en in overige materiële vaste activa is niet geïnvesteerd.

Het beroep op de leenfaciliteit is € 3,9 mln hoger dan begroot als gevolg van een hoger investeringsniveau.

Tabel 96 Overzicht doelmatigheidsindicatoren per 31 december 2020

Omschrijving

Realisatie 2017

Realisatie 2018

Realisatie 2019

Realisatie 2020

Begroting 2020

Inputindicatoren

     

Kernindicatoren

     

Verhouding direct/indirect personeel

88%

89%

83%

83%

84%

      

Outputindicatoren

     

Kernindicatoren

     

Tariefindex in reële termen

99,90%

101%

100,1%

103,3%

100%

Totaal aantal ambtelijk fte werkzaam excl. externe inhuur

3.229

3.557

3.906

4.084

3.569

      

Kwaliteitsindicatoren

     

Kernindicatoren

     

Klanttevredenheid

7,2

7,3

7,4

7,5

7,3

Gehonoreerde bezwaarschriften

34%

36%

36%

41%

25%

Toelichting

Inputindicatoren

De verhouding van de gerealiseerde inzet van direct en indirect personeel (83%/17%) wijkt 1% af ten opzichte van de begroting (84%/16%).

Outputindicatoren

Het aantal ambtelijke fte ultimo 2020 is 4.084 fte, dit is hoger dan begroot. De bezetting is hoger dan begroot vanwege de toename van het opdrachtenpakket van RVO.nl. Dit is voornamelijk door meerwerk aan opdrachten vanwege de COVID-19 pandemie.

Kwaliteitsindicatoren

De klanttevredenheid wordt jaarlijks gemeten en is met een score van 7,5 hoger dan de begroting 2020.

Het percentage gehonoreerde bezwaarschriften (41%) is hoger dan de begroting 2020 (25%). 

In totaal zijn in 2020, 9812 bezwaarschriften afgehandeld, waarvan 3.981 bezwaren gegrond zijn verklaard, ca. 41%. Dit percentage is iets hoger dan in 2019 (36%). Van de afgehandelde bezwaren hadden 2.732 betrekking op de nieuwe TOGS regeling (51% gegrond), 1.122 betrekking op de fosfaatregeling (64% gegrond) en 1.026 betrekking op de Basisbetalingsregeling (55% gegrond). Deze drie regelingen vertegenwoordigen een groot aandeel in het totaalbeeld.

Licence