Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2019 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 629.683 | 828.594 | 198.911 | 700.364 |
waarvan omzet moederdepartement | 251.718 | 406.901 | 155.183 | 300.815 |
waarvan omzet overige departementen | 346.865 | 388.631 | 41.766 | 365.040 |
waarvan omzet derden | 31.100 | 33.062 | 1.962 | 34.508 |
Rentebaten | 0 | 33 | 33 | 56 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 245 | 245 | 1.344 |
Bijzondere baten | 0 | 75 | 75 | 1.901 |
Totaal baten | 629.683 | 828.947 | 199.264 | 703.665 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 619.604 | 793.394 | 173.790 | 690.769 |
- Personele kosten | 357.811 | 440.335 | 82.524 | 392.597 |
waarvan eigen personeel | 288.088 | 345.292 | 57.204 | 302.058 |
waarvan inhuur externen | 48.160 | 81.762 | 33.602 | 68.847 |
waarvan overige personele kosten | 21.563 | 13.281 | ‒ 8.282 | 21.692 |
- Materiële kosten | 261.793 | 353.059 | 91.266 | 298.172 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 5.353 | 5.353 | 3.187 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 149.193 | 162.004 | 12.811 | 161.294 |
waarvan overige materiële kosten | 112.600 | 185.702 | 73.102 | 133.691 |
Rentelasten | 22 | 254 | 232 | 183 |
Afschrijvingskosten | 9.357 | 8.483 | ‒ 874 | 11.220 |
- Materieel | 613 | 863 | 250 | 934 |
waarvan apparaat ICT | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 613 | 863 | 250 | 934 |
- Immaterieel | 8.744 | 7.620 | ‒ 1.124 | 10.286 |
Overige lasten | 700 | 82 | ‒ 618 | 1.071 |
waarvan dotaties voorzieningen | 700 | 7 | ‒ 693 | 26 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 75 | 75 | 1.045 |
Totaal lasten | 629.683 | 802.212 | 172.529 | 703.244 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 26.735 | 26.735 | 421 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 26.735 | 26.735 | 421 |
Toelichting op de baten
Algemeen
De baten zijn ten opzichte van de begroting met 31,6% gestegen. Hieronder worden de baten toegelicht.
Omzet moederdepartement
De gerealiseerde omzet van het moederdepartement is ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 61,6% hoger uitgevallen, wat grotendeels verklaard wordt door een hogere opdracht van het DG Groningen Bovengronds en de uitvoering van COVID-19 gerelateerde opdrachten.
Vastgestelde begroting 2020 | Realisatie 2020 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2019 | |
---|---|---|---|---|
DG Bedrijfsleven en Innovatie | 90.433 | 124.057 | 33.624 | 103.010 |
DG Klimaat en Energie | 48.880 | 67.950 | 19.070 | 58.973 |
DG Groningen Bovengronds | 95.000 | 182.718 | 87.718 | 106.485 |
DG Groningen Bovengronds kosten commissie | 2.400 | 3.492 | 1.092 | 1.416 |
Chief Economist | 8.963 | 10.296 | 1.333 | 10.829 |
Overig | 6.042 | 18.388 | 12.346 | 20.102 |
Totaal | 251.718 | 406.901 | 155.183 | 300.815 |
De omzet vanuit het DG Bedrijfsleven & Innovatie (B&I) is in 2020 uitgekomen op ruim € 124 mln, wat hoger is dan de € 90,4 mln dat oorspronkelijk begroot was. Deze stijging wordt vooral veroorzaakt door de COVID-19 gerelateerde maatregelen die dit jaar aan de B&I opdracht zijn toegevoegd. Onder deze maatregelen vallen de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS), Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), Garantie Ondernemingsfinanciering (GO-C), Borgstelling MKB-Kredieten (BMKB-c), Baangerelateerde Investeringskorting (BIK), Kleine Kredieten Corona garantieregeling (KKC). Op deze maatregelen is dit jaar € 21,9 mln aan omzet gerealiseerd. De overige mutaties zijn extra aanvullingen voor het Programma Verduurzaming Industrie (€ 3,7 mln), het MKB-innovatiestimulering Regio en Topsectoren (MIT) (€ 1,8 mln) en het Transitie Agenda Circulaire economie voor de Maakindustrie (CETAM) (€ 1,4 mln).
De omzet voor het DG Klimaat en Energie (K&E) is € 19,1 mln hoger dan de ontwerpbegroting. Dit is te verklaren door onder meer de regelingen die voortvloeien uit het klimaatakkoord, het expertisecentrum warmte, de intensivering van het duurzame energiebeleid en de oprichting van het loket mijnbouwschade.
De gerealiseerde omzet op de opdracht van het DG Groningen Bovengronds (€ 182,7 mln) is hoger dan begroot (€ 87,7 mln). In 2020 zijn echter significant meer schademeldingen afgehandeld dan was begroot. Hierdoor zijn in het jaar 2020 ook aanzienlijk meer kosten gemaakt voor onder andere de schade-experts. Daarnaast is in 2020 ook de Waardedaling regeling live gegaan.
De gerealiseerde omzet op de opdracht DG Groningen Bovengronds Kosten commissie is hoger dan begroot. Dit is te verklaren omdat in de realisatie naast de kosten van opdracht bureau Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) ook de kosten van de commissie IMG opgenomen zijn. In de begroting is alleen de opdracht ACVG geraamd. De realisatie in 2020 (€ 3,5 mln) is hoger dan in 2019 (€ 1,4 mln). Dit is te verklaren doordat de omzet uit de opdrachten bureau Adviescollege Veiligheid Groningen, Transitie NAM en oprichting ZBO IMG (totaal € 1,6 mln) in 2019 onder DG Groningen Bovengronds zijn opgenomen en niet onder DG Groningen Bovengronds kosten commissie.
De omzet voor de Chief Economist is € 1,3 mln hoger dan begroot, doordat de definitieve opdracht van 2020 hoger is uitgevallen dan oorspronkelijk geraamd. RVO.nl voert een viertal opdrachten uit voor de Chief Economist. Deze opdrachten zijn CE-markering, Raad van Deskundigen voor de nationale meetstandaarden, PIANOo en TenderNed
De omzet Overig is € 12,3 mln hoger dan begroot. Dit valt grotendeels te verklaren doordat de opdracht voor het Inkoop Uitvoeringscentrum groter was dan geraamd (€ 8,0 mln). Daarnaast was de opdracht Unit omgevingskennis groter dan begroot (€ 1,1 mln). Tot slot is omzet gerealiseerd welke niet was begroot voor Concordaat/END (€ 1,8 mln) en diverse overige opdrachten (€ 1,4 mln).
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen betreft de uitvoering van opdrachten voor diverse ministeries, waarvan 55,6% afkomstig is van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
Vastgestelde begroting 2020 | Realisatie 2020 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2019 | |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 182.980 | 216.077 | 33.097 | 203.537 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 115.231 | 107.675 | ‒ 7.556 | 104.397 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 23.094 | 35.692 | 12.598 | 26.556 |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 15.210 | 20.586 | 5.376 | 17.986 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 3.847 | 3.486 | ‒ 361 | 4.256 |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 229 | 82 | ‒ 147 | 206 |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | 729 | 686 | ‒ 43 | 604 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 1.801 | 3.648 | 1.847 | 6.565 |
Overig | 3.744 | 700 | ‒ 3.044 | 933 |
Totaal | 346.865 | 388.631 | 41.766 | 365.040 |
De omzet vanuit het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit valt € 33,1 mln hoger uit dan begroot, onder andere omdat de definitieve opdracht van 2020 hoger is dan oorspronkelijk geraamd. Gedurende het jaar is er meerwerk verstrekt voor een bedrag van € 27,2 mln. Dit betrof onder andere opdrachten met betrekking tot de COVID-19 pandemie, zoals Regeling Sierteelt, particuliere opslagregeling melkpoeder, boter, kaas, rundvlees en schaap-/geitenvlees.
De omzet vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken valt in 2020 € 7,6 lager uit dan begroot. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door lagere kosten bij het Centrum ter Bevordering van Import uit ontwikkelingslanden (CBI). De COVID-19 pandemie lag hieraan (deels) ten grondslag; ook bij enkele andere op het buitenland gerichte programma’s zijn door de COVID-19 pandemie vertragingen ontstaan en de kosten daarmee lager uitgevallen.
De opdracht vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stijgt met € 12,6 mln ten opzichte van de begroting. De toename is te verklaren doordat de definitieve opdracht hoger is dan geraamd en door de diverse meerwerk opdrachten zoals E-factureren (€ 1,4 mln), Internationale authenticatie (eIDAS) projecten (€ 2,4 mln), de Subsidie Energie Besparing Huis 2 (€ 3,1 mln) en RES (€ 2,2 mln).
De omzet vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is € 5,4 mln hoger dan begroot. Dit is veroorzaakt doordat de definitieve opdracht hoger was dan geraamd. Daarnaast was sprake van aanvullende opdrachten voor de thema’s Duurzame Mobiliteit (€ 2,4 mln), Circulaire Economie (€ 1,4 mln) en Maatschappelijk Verantwoord Inkopen (€ 0,6 mln) en overige opdrachten (€ 1 mln).
De omzet vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is € 0,4 mln lager dan begroot. Deze omzet heeft betrekking op de regeling Praktijkleren.
De omzet vanuit het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport valt € 1,8 mln hoger uit dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door hogere omzet op de opdracht Stimuleringsregeling E-Health Thuis (SET) en SET COVID-19 2.0.
De omzet Overig is € 3,0 mln lager dan verwacht ten tijde van de oorspronkelijke begroting. Het grootste deel van de omzet die in de begroting onder omzet Overig was geraamd heeft betrekking op Concordaat en is gerealiseerd onder omzet Overig Moederdepartement.
Vastgestelde begroting 2020 | Realisatie 2020 | Verschil realisatie en vastgestelde begroting | Realisatie 2019 | |
---|---|---|---|---|
Europese Unie | 4.261 | 3.052 | ‒ 1.209 | 2.385 |
Provincies | 25.059 | 27.423 | 2.364 | 29.111 |
Overig | 1.780 | 2.587 | 807 | 3.012 |
Totaal | 31.100 | 33.062 | 1.962 | 34.508 |
Omzet derden
De omzet derden heeft betrekking op opdrachten voor met name de Europese Unie en de provincies. Van de totale omzet derden heeft 82,9% betrekking op de opdrachten van provincies.
De omzet provincies is € 2,4 mln hoger dan begroot. Aanvullende opdrachten voor het Subsidiestelsel Natuur en Landbouw en vanuit het Plattelands Ontwikkelingsprogramma 3 zijn verstrekt.
De omzet Overig is € 0,8 mln hoger dan begroot.
Vrijval voorzieningen
De vrijval van voorzieningen van € 0,2 mln heeft betrekking op de voorziening dubieuze debiteuren en een reorganisatievoorziening.
Bijzondere baten
In 2020 zijn bijzondere baten ontvangen voor een bedrag van € 0,1 mln. Dit betreffen diverse kleine incidentele posten.
Toelichting op de lasten
Algemeen
De lasten zijn ten opzichte van de begroting met 27,4% gestegen. Hieronder worden de lasten toegelicht.
Personele kosten
De personele kosten vallen in totaal 23,1% (€ 82,5 mln) hoger uit dan begroot. Met name te verklaren door een groter werkpakket dan voorzien.
De begrote bezetting voor 2020 was 4.102 fte, waarvan 3.569 fte ambtelijk personeel en 533 fte externe inhuur. Gemiddeld in 2020 was 3.970 fte in ambtelijke dienst, per ultimo december 2020 was dit 4.084 fte. De gemiddelde bezetting externe inhuur bedroeg 644 fte in 2020, per ultimo december was dit 744 fte.
De kosten voor eigen personeel zijn € 57,2 mln hoger dan geraamd, als gevolg van een groter opdrachtenpakket. Daarnaast is doelbewust meer ingezet op verambtelijking van het personeel. De gemiddelde loonkosten per fte ambtelijk zijn gestegen van €82.300 naar € 86.975 per jaar. De stijging van de loonkosten is vooral te verklaren door een loonsverhoging ten gevolge van nieuwe CAO afspraken.
De kosten van externe inhuur zijn € 33,6 mln hoger dan begroot. Dit is voornamelijk te verklaren door een stijging van het opdrachtenpakket. Daarnaast zijn ook de gemiddelde kosten per fte externe inhuur gestegen van €120.400 naar € 126.960 per jaar.
Materiële kosten
De materiële kosten zijn in totaal 34,9% (€ 91,2 mln) hoger uitgevallen dan begroot. De stijging wordt onder meer veroorzaakt door de hogere bijdragen aan Shared Service Organisaties van € 12,8 mln. Daarnaast zijn op basis van voortschrijdend inzicht automatiseringskosten (niet zijnde DICTU kosten) die voorheen onder bijdrage aan SSO’s vielen, nu gepresenteerd onder apparaat ICT voor een bedrag van € 5,3 mln.
Ook zijn er hogere overige materiële kosten (€ 73,1 mln) als gevolg van een groter opdrachtenpakket. Aanvullend werk vanuit de DG Groningen Bovengronds en COVID-19 gerelateerde opdrachten hebben kosten meegebracht die ten tijde van de begroting nog niet bekend waren.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten voor materiële vaste activa zijn € 0,9 mln lager uitgevallen dan begroot. Verder zijn de afschrijvingskosten voor de immateriële vaste activa € 1,1 mln lager uitgevallen dan begroot.
Dotaties voorzieningen
De dotaties aan voorzieningen betreffen € 0,7 mln aan de voorziening debiteuren.
Bijzondere lasten
In 2019 zijn bijzondere lasten ontstaan (€ 0,08 mln).
Saldo van baten en lasten
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland sluit het jaar met een positief resultaat van € 26,7 mln. In dit resultaat zijn éénmalige bijzondere baten en lasten verwerkt.
Balans 2020 | Balans 2019 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 37.366 | 23.626 |
Materiële vaste activa | 824 | 2.287 |
waarvan grond en gebouwen | 537 | 1.013 |
waarvan installaties en inventarissen | 279 | 1.256 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 8 | 18 |
Immateriële vaste activa | 36.542 | 21.339 |
Vlottende activa | 161.417 | 145.697 |
Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
Debiteuren | 2.353 | 1.796 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 14.320 | 34.816 |
Liquide middelen | 144.744 | 109.085 |
Totaal activa | 198.783 | 169.323 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 55.594 | 28.299 |
Exploitatiereserve | 28.859 | 27.878 |
Onverdeeld resultaat | 26.735 | 421 |
Voorzieningen | 272 | 400 |
Langlopende schulden | 17.480 | 14.326 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 17.480 | 14.326 |
Kortlopende schulden | 125.437 | 126.298 |
Crediteuren | 6.946 | 7.600 |
Belastingen en premies sociale lasten | 795 | 706 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 11.746 | 8.766 |
Overige schulden en overlopende passiva | 105.950 | 109.226 |
Totaal passiva | 198.783 | 169.323 |
Toelichting op de balans
Debiteuren en nog te ontvangen bedragen
Onder de debiteuren en de nog te betalen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het moederdepartement, overige departementen en derden (exclusief voorziening dubieuze debiteuren van € 0,5 mln):
2020 | 2019 | |
---|---|---|
Moederdepartement | 455 | 4.046 |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 553 | 12.134 |
Agentschap DICTU | 2 | 0 |
Agentschap NVWA | 51 | 19 |
Agentschap Telecom | 0 | 0 |
Agentschap RVO.nl (beleidsadministratie) | 172 | 1.355 |
Belastingdienst Centrum Facilitaire Dienstverlening | 40 | 0 |
Belastingdienst Centrale Administratie | 0 | 0 |
Bureau Inspectieraad | 0 | 79 |
Centraal Planbureau | 5 | 6 |
Logius | 0 | 0 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 38 | 63 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 1.349 | 1.714 |
Ministerie van Defensie | 57 | 71 |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 40 | 34 |
Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | 84 | 141 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 14 | 30 |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 33 | 30 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 492 | 810 |
Immigratie en Naturalisatie Dienst | 0 | 0 |
Rijksvastgoedbedrijf | 41 | 1.767 |
Dienst Publiek en Communicatie | 13 | 0 |
Rijkswaterstaat | 92 | 38 |
Rijksacademie voor Financiën, Economie en Bedrijfsvoering | 7 | 0 |
Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) | 28 | 0 |
Derden | 13.586 | 14.787 |
Totaal | 17.151 | 37.124 |
Eigen vermogen
Het eigen vermogen bedraagt ultimo 2020 € 55,6 mln. De maximale toegestane omvang van het eigen vermogen bedraagt € 35,4 mln, zijnde 5% van de gemiddede omzet over 2018, 2019 en 2020. Het eigen vermogen ultimo jaar 2020 is € 20,2 mln hoger dan het toegestane maximum. Dit surplus eigen vermogen zal worden uitgekeerd aan het moederdepartement EZK. Uiterlijk bij eerstvolgende suppletoire wet zal worden aangegeven hoe dit hersteld is bij besluit van het Moederdepartement van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Onder de Directe mutaties in het eigen vermogen is de bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat van € 0,6 mln voor de herinrichting apparaatsartikelen opgenomen.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|
1. Eigen vermogen per 1/1 | 18.008 | 18.347 | 26.367 | 28.299 |
2. Saldo van baten en lasten | 339 | 8.020 | 421 | 26.735 |
3. Directe mutaties in het eigen vermogen | 0 | 0 | 1.511 | 559 |
‒ 3a uitkering aan moederdepartement | 0 | 0 | 0 | 0 |
‒ 3b bijdrage moederdepartement ter versterking eigen vermogen | 0 | 0 | 1.511 | 559 |
‒ 3c overige mutaties | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Eigen vermogen per 31/12 | 18.347 | 26.367 | 28.299 | 55.594 |
Boekwaarde 1-1-2020 | Dotaties | Onttrekkingen | Vrijval | Boekwaarde 31-12-2020 | |
---|---|---|---|---|---|
Stand voorziening Herbeleggen Facilitaire Dienst (HFD) | 400 | 0 | 0 | 128 | 272 |
Totaal voorziening HFD | 400 | 0 | 0 | 128 | 272 |
Crediteuren en nog te betalen bedragen
Onder de crediteuren en de nog te betalen bedragen zijn de volgende bedragen begrepen voor schulden aan het moederdepartement EZK, overige departementen en derden:
2020 | 2019 | |
---|---|---|
Moederdepartement EZK | 10.591 | 28.730 |
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | 0 | 0 |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 3.939 | 607 |
Agentschap DICTU | 17.329 | 4.431 |
Agentschap NVWA | 234 | 924 |
Ministerie van Algemene Zaken | 2 | 0 |
Ministerie van Buitenlandse Zaken | 8.928 | 6.450 |
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | 11.229 | 10.145 |
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat | 2.278 | 1.599 |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 679 | 487 |
Ministerie van Financiën | 11.824 | 9.255 |
Ministerie van Justitie en Veiligheid | 273 | 246 |
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 133 | 0 |
Belastingdienst | 2.216 | 1.347 |
Rijkswaterstaat | 110 | 194 |
Rijksdienst voor Wegverkeer | 0 | 0 |
Dienst Publiek en Communicatie | 7 | 460 |
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) | 0 | 0 |
Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) | 234 | 344 |
Rijksvastgoedbedrijf | 0 | 1.698 |
Ministerie van Defensie | 0 | 130 |
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport | 315 | 33 |
De Autoriteit Consument & Markt | 0 | 0 |
Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), Dienst Geest. Verz. (DGV) en BBA | 0 | 18 |
Centraal Justitieel Incasso Bureau | 0 | 2 |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 0 | 21 |
Interdepartementale Post- en Koer.dienst IPKD | 22 | 30 |
Rijksdienst voor Identiteitsgegevens | 97 | 0 |
Immigratie en Naturalisatie Dienst | 54 | 0 |
Algemene Rekenkamer | 16 | 0 |
Derden | 54.929 | 59.145 |
Totaal | 125.437 | 126.297 |
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil realisatie en vastgestelde begroting (3)=(2)-(1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2020 + stand depositorekeningen | 133.610 | 109.085 | ‒ 24.525 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 629.683 | 849.532 | 219.849 | |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 620.327 | ‒ 798.344 | ‒ 178.017 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | 9.356 | 51.188 | 41.832 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 11.000 | ‒ 23.291 | ‒ 12.291 | |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 1.069 | 1.069 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | ‒ 11.000 | ‒ 22.222 | ‒ 11.222 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 559 | 559 | |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ 10.242 | ‒ 8.766 | 1.476 | |
Beroep op leenfaciliteit (+) | 11.000 | 14.900 | 3.900 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 758 | 6.693 | 5.935 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2020 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4), de maximale roodstand is € 0,5 mln. | 132.724 | 144.744 | 12.020 |
Toelichting kasstroomoverzicht
De gerealiseerde operationele kasstroom is € 41,8 mln hoger dan begroot. De gerealiseerde investeringskasstroom is € 11,2 mln lager dan verwacht. In 2020 is geïnvesteerd in immateriële vaste activa, dit betreft software en licenties (€ 2,7 mln) en activa in aanbouw (€ 22,8 mln). In materiële activa is geïnvesteerd in installaties en inventarissen (€ 0,5 mln) en in overige materiële vaste activa is niet geïnvesteerd.
Het beroep op de leenfaciliteit is € 3,9 mln hoger dan begroot als gevolg van een hoger investeringsniveau.
Omschrijving | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Begroting 2020 |
---|---|---|---|---|---|
Inputindicatoren | |||||
Kernindicatoren | |||||
Verhouding direct/indirect personeel | 88% | 89% | 83% | 83% | 84% |
Outputindicatoren | |||||
Kernindicatoren | |||||
Tariefindex in reële termen | 99,90% | 101% | 100,1% | 103,3% | 100% |
Totaal aantal ambtelijk fte werkzaam excl. externe inhuur | 3.229 | 3.557 | 3.906 | 4.084 | 3.569 |
Kwaliteitsindicatoren | |||||
Kernindicatoren | |||||
Klanttevredenheid | 7,2 | 7,3 | 7,4 | 7,5 | 7,3 |
Gehonoreerde bezwaarschriften | 34% | 36% | 36% | 41% | 25% |
Toelichting
Inputindicatoren
De verhouding van de gerealiseerde inzet van direct en indirect personeel (83%/17%) wijkt 1% af ten opzichte van de begroting (84%/16%).
Outputindicatoren
Het aantal ambtelijke fte ultimo 2020 is 4.084 fte, dit is hoger dan begroot. De bezetting is hoger dan begroot vanwege de toename van het opdrachtenpakket van RVO.nl. Dit is voornamelijk door meerwerk aan opdrachten vanwege de COVID-19 pandemie.
Kwaliteitsindicatoren
De klanttevredenheid wordt jaarlijks gemeten en is met een score van 7,5 hoger dan de begroting 2020.
Het percentage gehonoreerde bezwaarschriften (41%) is hoger dan de begroting 2020 (25%).
In totaal zijn in 2020, 9812 bezwaarschriften afgehandeld, waarvan 3.981 bezwaren gegrond zijn verklaard, ca. 41%. Dit percentage is iets hoger dan in 2019 (36%). Van de afgehandelde bezwaren hadden 2.732 betrekking op de nieuwe TOGS regeling (51% gegrond), 1.122 betrekking op de fosfaatregeling (64% gegrond) en 1.026 betrekking op de Basisbetalingsregeling (55% gegrond). Deze drie regelingen vertegenwoordigen een groot aandeel in het totaalbeeld.