Maatregel | Verplichtingen 2020 | Uitgaven 2020 | Relevante Kamerstukken |
---|---|---|---|
Borgstelling MKB-landbouw (BL-C) | 56 | 29 | Kamerstuk 35 420, nr. 24 |
Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19 (fritesaardappeltelers en sierteelt) | 225 | 158 | Kamerstuk 35 420, nr. 24) |
Ruimingkosten nertsen | 73,6 | 71,8 | Kamerstuk 35 420, nr. 24 Kamerstuk 35 539, nr. 2 |
Borgstelling MKB-landbouwkredieten (BL), onderdeel tijdelijke kredietfaciliteit ten behoeve van coronacrisis (BL-C)
Door een tijdelijke gunstiger borgstelling voor werkkapitaal (BL-C) onder de regeling Borgstelling MKB-Landbouwkredieten (BL), kunnen de liquiditeitsproblemen van land- en tuinbouwbedrijven verlicht worden. Het overbruggingskrediet waarvoor de borgstelling wordt aangevraagd moet betrekking hebben op een acute liquiditeitsbehoefte van MKB-land- of tuinbouwbouwondernemers die negatieve economische gevolgen ondervinden van het coronavirus. Deze tijdelijke kredietfaciliteit is ook opengesteld voor MKB-ondernemers in de visserij en aquacultuur. De visserij en aquacultuur had namelijk nog geen garantieregeling waarvan gebruik gemaakt kon worden.
In 2020 hebben 201 aanvragers een BL-C overbruggingskrediet gekregen, op totaalniveau was hier een kredietbedrag mee gemoeid van circa € 80 mln. Van het aangevraagd BL-C overbruggingskrediet stond LNV in 2020 voor 70% garant. Hierdoor staat er voor € 56 mln aan BL-C krediet bij de verplichtingen.
Er zijn in 2020 nog geen BL-C verliesdeclaraties (als gevolg van faillissement) ingediend. Verliesdeclaraties over afgegeven garantstellingen treden altijd pas in latere jaren op; dat is bij BL-C borgstellingen niet anders, want bedrijven die een BL-C krediet hebben gekregen hadden voor de coronacrisis geen financiële problemen. Via de begrotingsreserve Borgstellingsfaciliteit (zie artikel 11) is hiervoor reeds een reservering getroffen door middel van een afstorting van € 29 mln (reguliere BL inclusief extra BL-C deel).
Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19
Met deze regeling (Kamerstuk 35 420, nr. 32) worden ondernemers in de sierteeltsector, het horecasegment van de voedingstuinbouw en de fritesaardappelsector ondersteund. Voor deze regeling was oorspronkelijk € 650 mln. gereserveerd. Het beroep op deze regeling is lager dan verwacht. Dat komt onder andere omdat voor een deel van de sector de markt vanaf half mei weer is aangetrokken. In juni 2020 is daarom reeds een verlaging van € 350 mln. doorgevoerd (Kamerbrief 2020Z12342) die bij Miljoenennota 2021 is geformaliseerd. Eind november sloot de termijn voor aanvraag voor definitieve vaststelling van de tegemoetkoming, waarop het budget in de tweede suppletoire begroting verder is verlaagd. Een aantal aanvragen is ingetrokken of afgewezen en een aantal aanvragen is in 2020 nog niet beoordeeld, waardoor een deel van de uitgaven in 2021 zal plaatsvinden. RVO rondt dit proces in het eerste kwartaal van 2021 af.
Ruimingkosten nertsen
Vanwege ruimingen van met het SARS-CoV-2-virus besmette nertsenhouderijen heeft LNV in 2020 budget toegevoegd aan de begroting. In de vierde ISB is de bijdrage voor de ruimingskosten verhoogd tot een bedrag van € 73,6 mln. voor een geraamd aantal van 37 locaties.