Base description which applies to whole site

3.2 Wet langdurige zorg (Wlz)

De verticale toelichting bevat een cijfermatig overzicht van de budgettaire veranderingen die zich voor het jaar 2020 hebben voorgedaan sinds het opstellen van de ontwerpbegroting 2020.

De verticale toelichting onderscheidt drie categorieën bijstellingen:

  • Autonoom: voornamelijk bijstellingen als gevolg van de actualisering van de zorguitgaven op basis van de meest recente cijfers van het Zorginstituut Nederland en de NZa en bijstellingen op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).

  • Beleidsmatig: bijstellingen die verbandhouden met politieke prioriteitstelling.

  • Technisch: overhevelingen tussen financieringsbronnen/domeinen.

De afzonderlijke posten worden toegelicht als het hiermee gepaard gaande bedrag hoger is dan € 10 miljoen.

Tabel 10 laat vanaf de stand ontwerpbegroting 2020 de verticale ontwikkeling van de zorguitgaven en -ontvangsten van de Wlz zien. Onder de tabel is een toelichting van de verschillende posten opgenomen.

Tabel 10 Verticale ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2020

Bruto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020

25.070,2

Bijstellingen

 

Autonoom

430,1

Actualisering Wlz-uitgaven

‒ 2,6

Opwaartse bijstelling Wlz-kader

480,0

Loon- en prijsontwikkeling

3,2

Ramingsbijstelling Wlz binnen contracteerruimte

‒ 26,0

Ramingsbijstelling Wlz buiten contracteerruimte

‒ 24,5

  

Beleidsmatig

590,3

Dak- en thuislozen

75,0

Vrouwenopvang

59,1

Meerkosten corona Wlz

452,0

Overig beleidsmatig

4,2

  

Technisch

‒ 191,3

LP-indexatie budget beschermd wonen

‒ 59,0

Dak- en thuislozen

‒ 75,0

Vrouwenopvang

‒ 52,6

Nacalculatie overheveling mobiliteitshulpmiddelen naar Wlz

16,9

Overig technisch

‒ 21,6

  

Totaal bijstellingen

829,1

  

Bruto Wlz-uitgaven jaarverslag 2020

25.899,3

  

Wlz-ontvangsten ontwerpbegroting 2020

1.931,4

Bijstellingen

 

Autonoom

‒ 56,0

Actualisering eigen bijdragen

‒ 56,0

  

Totaal bijstellingen

‒ 56,0

  

Wlz-ontvangsten jaarverslag 2020

1.875,4

  

Netto Wlz-uitgaven ontwerpbegroting 2020

23.138,8

Bijstellingen in de netto Wlz-uitgaven

885,1

Netto Wlz-uitgaven jaarverslag 2020

24.023,9

1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa.

Uitgaven

Autonoom

Actualisering Wlz-uitgaven

Op basis van actualisatiegegevens zijn de Wlz-uitgaven 2020 aangepast.

Opwaartse bijstelling Wlz-kader

De NZa heeft in haar Maartbrief 2020 over de benutting van het budgettaire kader Wlz een tekort van € 550 miljoen geraamd. Dit tekort wordt voornamelijk veroorzaakt door groeiende aanspraken in de ouderenzorg. Zo is het aantal uitstaande indicaties voor verpleging en verzorging toegenomen van ruim 162.000 op 1 januari 2019 naar bijna 170.000 op 1 januari 2020. Dat heeft geleid tot een toename van wachtlijsten. Omdat nog € 70 miljoen aan herverdeelmiddelen gereserveerd was, resteerde een knelpunt van € 480 miljoen. Dit wordt voor het grootste gedeelte gedekt met een verlaging van de uitgavenraming van de wijkverpleging. De verhoging van het Wlz-kader is van belang om de zorg in de Wlz voldoende toegankelijk te houden.

Loon- en prijsontwikkeling

De raming van de loon- en prijsontwikkeling is aangepast op basis van actuele macro-economische inzichten van het Centraal Planbureau (CPB).

Ramingsbijstelling Wlz binnen contracteerruimte

Dit betreft een neerwaatse ramingsbijstelling van de Wlz-uitgaven op de begroting die mogelijk was zonder het Wlz-kader bij te stellen.

Ramingsbijstelling Wlz buiten contracteerruimte

Op basis van de actualisatiecijfers zijn de ramingen van tandheelkundige zorg, hulpmiddelen en subsidieregeling extramurale behandeling neerwaarts bijgesteld voor in totaal € 24,5 miljoen.

Beleidsmatig

Dak- en thuislozen

Dit betreft een financiële impuls van € 200 miljoen voor de aanpak van dak- en thuisloosheid in de jaren 2020 (€ 75 miljoen) en 2021 (€ 125 miljoen). Deze middelen zijn bedoeld om doelstellingen uit het plan Een (t)huis, een toekomst te realiseren (Kamerstukken II 2019/20, 29 325, nr. 122).

Vrouwenopvang

Dit betreft extra middelen voor verschillende onderwerpen binnen de decentralisatie-uitkering vrouwenopvang. Het gaat om structureel € 38,6 miljoen voor de aanpak Veilig Thuis, structureel € 14 miljoen voor het creëren van extra opvangplekken voor acute crisis situaties in de vrouwenopvang en voor het oplossen van door- en uitstroomproblematiek. Daarnaast is er structureel € 1,5 miljoen beschikbaar voor de kosten die voortkomen uit de stijging van het aantal slachtoffers die contact leggen met de Centra Seksueel Geweld (CSG’s). Tot slot is er in de jaren 2020 en 2021 jaarlijks € 5 miljoen beschikbaar voor de uitvoering van de actie agenda Schadelijke praktijken.

Meerkosten corona Wlz

Dit betreft de meerkosten in de Wlz in verband met het coronavirus. Zorgaanbieders maken extra personele en materiële kosten in verband met het coronavirus. In de beleidsregel SARS-CoV-2 virus van de NZa is geregeld dat deze kosten buiten de contracteerruimte vergoed worden. Er zijn realisatiecijfers beschikbaar t/m augustus 2020. Deze brengen een financieel effect van € 300 miljoen in beeld. Voor heel 2020 wordt het financiële effect geraamd op € 400 miljoen. Voor het persoonsgebonden budget zijn de meerkosten over heel 2020 € 52 miljoen.

Overig beleidsmatig

Deze post is het saldo van kleine beleidsmatige bijstellingen.

Technisch

LP-indexatie budget beschermd wonen

Betreft het overboeken van de loon- en prijsindexatie 2020 naar het budget voor beschermd wonen in het gemeentefonds.

Dak- en thuislozen

Dit betreft een overboeking van € 200 miljoen naar de VWS-begroting voor de aanpak van dak- en thuisloosheid in de jaren 2020 (€ 75 miljoen) en 2021 (€ 125 miljoen). Deze middelen zijn bedoeld om doelstellingen uit het plan Een (t)huis, een toekomst te realiseren (Kamerstukken II 2019/20, 29 325, nr. 122).

Vrouwenopvang

Dit betreft een overboeking naar het gemeentefonds voor de versterking van Veilig Thuis (€ 38,6 miljoen structureel) en € 14 miljoen structureel voor het beschikbaar maken van voldoende opvangplekken voor acute crisissituaties in de Vrouwenopvang en aanpakken van door- en uitstroomproblematiek.

Nacalculatie overheveling mobiliteitshulpmiddelen naar Wlz

Vanaf 1 januari 2020 worden mobiliteitshulpmiddelen voor alle cliënten in een Wlz-instelling verstrekt vanuit de Wlz en niet meer vanuit de Wmo 2015. Hiervoor zijn per 2020 middelen overgeheveld naar de Wlz. Daarbij zijn VWS en VNG overeengekomen dat op basis van realisatiegegevens nacalculatie plaatsvindt. Op basis van de realisatiegegevens blijkt dat er € 16,9 miljoen te weinig is overgeheveld. Deze correctie voor 2020 is verwerkt.

Overig technisch

Deze post is het saldo van kleine technische bijstellingen.

Ontvangsten

Autonoom

Actualisering eigen bijdragen

Uit de voorlopige realisatiecijfers van de eigen bijdragen Wlz van het Zorginstituut Nederland blijkt dat deze € 56 miljoen lager zijn uitgekomen dan geraamd in de begroting 2020. Een deel daarvan is toe te schrijven aan de coronacrisis, waardoor de in- en uitstroom in de intramurale zorg anders was ten opzichte van andere jaren.

In tabel 11 worden de financiële bijstellingen in 2020 tussen de ontwerpbegroting 2020 en het jaarverslag 2020 per deelsector weergegeven. Het beeld voor 2020 is geactualiseerd bij de 1e suppletoire begroting 2020, de ontwerpbegroting 2021, de 2e suppletoire begroting 2020 en nu bij het jaarverslag 2020. In aanvulling op de toelichting op hoofdlijnen in paragraaf 3.2.1 wordt de toelichting op de bijstellingen per deelsector in het verdiepingshoofdstuk als open data beschikbaar gesteld op https:// opendata.rijksbegroting.nl/#dataset_4c en https://data.overheid.nl/data/ dataset?tags=vws).

Tabel 11 Ontwikkeling van de Wlz-uitgaven en -ontvangsten per sector (bedragen x € 1 miljoen)1
 

Ontwerpbegroting 2020

Bijstelling

Stand Jaarverslag

 

2020

2020

2020

Wlz-uitgaven

   

Zorg in natura binnen contracteerruimte

21.498,4

856,6

22.355,0

Ouderenzorg

12.083,7

647,3

12.731,0

Gehandicaptenzorg

7.335,2

163,5

7.498,7

Langdurige ggz

608,8

13,4

622,3

Volledig pakket thuis

515,9

11,5

527,4

Extramurale zorg

653,4

14,3

667,8

Overig binnen contracteerruimte

301,4

6,6

307,9

    

Persoonsgebonden budgetten

2.171,3

118,5

2.289,8

    

Buiten contracteerruimte

1.400,5

‒ 146,0

1.254,4

Beheerskosten

242,5

8,8

251,4

Overig buiten contracteerruimte 2

553,6

‒ 2,5

551,1

Nominaal en onverdeeld

604,4

‒ 152,4

452,0

    

Bruto Wlz-uitgaven

25.070,2

829,1

25.899,3

Eigen bijdrage Wlz

1.931,4

‒ 56,0

1.875,4

Netto Wlz-uitgaven

23.138,8

885,1

24.023,9

1 Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

2 Bij de Wlz zijn onder de post «overige buiten contracteerruimte» opgenomen de deelsectoren: hulpmiddelen, tandheelkunde Wlz, medisch-specialistische zorg Wlz, overig curatieve zorg Wlz, ADL, extramurale behandeling (t/m 2020), zorginfrastructuur, transitiemiddelen verpleeghuiszorg (t/m 2021) en beschikbaarheidbijdrage opleidingen Wlz.

Bron: VWS, Zorginstituut Nederland en NZa.

Figuur 4 toont de samenstelling van de Wlz-uitgaven 2020 in staafdiagrammen, zodat de verhoudingen tussen de sectoren inzichtelijker zijn (in miljarden euro’s).

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelt voor ieder kalenderjaar, op grond van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), het bedrag vast dat in dat kalenderjaar beschikbaar is voor de Wet langdurige zorg (Wlz) verzekerde zorg. Dit wordt het Wlz-kader genoemd. Het bedrag voor het Wlz-kader is niet gelijk aan het bedrag dat in de begroting en het jaarverslag is opgenomen voor de Wlz. In deze paragraaf wordt de aansluiting gemaakt tussen het Wlz-kader en het jaarverslag.

Wlz-kader

Het Wlz-kader bestaat uit de contracteerruimte voor zorg in natura en persoonsgebonden budgetten en een geoormerkt budget voor de verbetering van de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. De contracteerruimte betreft het budget waarbinnen zorgkantoren (Wlz-uitvoerders) en zorgaan­bieders afspraken maken (zorg inkopen) voor cliënten die gebruik maken van de Wlz. Pgb-houders kopen langdurige zorg (al dan niet ondersteund) zelf in.

Het Wlz-kader 2020 is voor het eerst via de voorlopige kaderbrief 2020 van 24 juni 2019 (Kamerstukken II 2018/19 34 104, nr. 253) gepubliceerd. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) adviseert de minister van VWS over de verwachte uitputting van het Wlz-kader. Bij de berekening van het Wlz-kader 2020 wordt het Wlz-kader 2019 als uitgangspunt genomen. Daarnaast worden verwachte wijzigingen vanwege de stijgende groeivraag (groeiruimte) en bijvoorbeeld de loon- en prijsbijstelling verwerkt. Op 18 oktober 2019 is vervolgens de definitieve kaderbrief 2020 (Kamerstukken II 2019/20 34 104, nr. 265) verzonden. Gedurende het jaar 2020 hebben er ook wijzigingen in het Wlz-kader plaatsgevonden. Deze wijzigingen zijn gepubliceerd in de voorlopige kaderbrief 2021 (Kamerstukken II 2019/20 34 104, nr. 282) en de definitieve kaderbrief 2021 (Kamerstukken II 2021/21 34 104, nr. 302), die in 2020 verstuurd zijn.

REKENVOORBEELD

Aansluiting Wlz-kader en VWS-begroting

Om een duidelijke aansluiting te maken tussen het Wlz-kader en begroting/jaarverslag wordt hieronder van een fictief Wlz-kader uitgegaan. Hierdoor kan gerekend worden met vereenvoudigde en afgeronde bedragen en kunnen de wijzigingen in de budgetten beperkt zijn.

We gaan uit van een fictief Wlz-kader van € 1.200, uitgesplitst naar een budget voor zorg in natura (€ 1.000), persoonsgebonden budget (€ 100) en een kwaliteitsbudget verpleeghuiszorg (€ 100). Op basis van de ervaringscijfers van de afgelopen jaren wordt er vanuit gegaan dat het beschikbare budget in het Wlz-kader niet geheel wordt gebruikt; er treedt zogeheten onderuitputting op. Hierdoor is het benodigde budget in begroting/jaarverslag lager dan het Wlz-kader. Bij de contracteerruimte voor zorg in natura is de onderuitputting 0,3%, bij het persoonsgebonden budget (pgb) 14% en bij het kwaliteitsbudget verpleeghuizen 0%. Uit onderstaand fictief voorbeeld blijkt dat het ministerie van VWS een budget op de begroting nodig heeft van in totaal € 1.183 om het Wlz-kader voor de NZa en de zorgkantoren te kunnen vaststellen op € 1.200.

Tabel 12A Fictief Wlz-kader jaar t (bedragen x € 1 miljoen)
 

Wlz-kader

Onderuitputtings-percentage

Onderuitputting

Benodigd budget op de begroting

Contracteerruimte

1.000

0,3%

3

997

Persoonsgebonden budget

100

14%

14

86

Kwaliteitsbudget verpleeghuizen

100

0%

0

100

Totaal

1.200

 

17

1.183

Wijzigingen in het Wlz-kader

Gedurende het jaar kunnen er wijzigingen en ontwikkelingen in het Wlz-kader optreden. Zoals aangegeven worden deze wijzigingen kenbaar gemaakt via de Wlz-kaderbrieven. In deze brieven wordt toegelicht welke maatregelen positieve dan wel negatieve conse- quenties hebben voor het Wlz-kader. De budgettaire gevolgen worden verwerkt in achtereenvolgens de 1e suppletoire begroting, ontwerpbegroting en de 2e suppletoire begroting. Zo kunnen zorgkantoren binnen hun budgettair kader middelen verschuiven tussen de zorg in natura en het pgb. Daarmee kunnen zij inspelen op de voorkeuren van hun cliënten ten aanzien van de verschillende leveringsvormen. Bij het schuiven tussen de budgetten moet echter rekening gehouden worden met de verschillende onderuitputtingspercentages; dit wordt bruteren genoemd. Op die manier wordt voorkomen dat overhevelingen tussen het pgb en zorg in natura leiden tot consequenties voor het totaal benodigde budget op de VWS-begroting. Dit werkt als volgt: een zorgkantoor geeft aan een tekort te verwachten op zijn deelkader voor pgb van € 7 en binnen zijn deelkader voor zorg in natura nog voldoende ruimte over te hebben om middelen over te hevelen om dit tekort zelf te kunnen oplossen. Bij een dergelijke overheveling wordt rekening gehouden met de hiervoor genoemde verschillende onder­ uitputtingspercentages. Dat betekent dat de verhoging van het deelkader pgb met € 7 vanwege de onderuitputting van 14% een belasting voor de VWS begroting betekent van € 6. Het zorgkantoor kan daarom volstaan met een overheveling van € 6 vanuit zijn deelkader zorg in natura om dit te dekken (de onderuitputting bij zorg in natura van 0,3% is bij deze berekening verwaarloosbaar en daarom niet meegenomen). Het Wlz-kader wordt bij deze fictieve verschuiving per saldo met € 1 verhoogd tot € 1.201 (deelkader pgb € 7 hoger en deelkader zorg in natura € 6 lager). Het benodigd budget op de begroting blijft per saldo gelijk aan € 1.183 (deelkader pgb € 6 hoger en deelkader zorg in natura € 6 lager).

Tabel 12B Fictieve mutatie Wlz-kader jaar t (bedragen x € 1 miljoen)
 

Overheveling Wlz-kader

Nieuw Wlz-kader

Onderuitputtings-percentage

Overheveling op de begroting

Contracteerruimte

‒ 6

994

0,3%

‒ 6

Persoonsgebonden budget

7

107

14%

6

Kwaliteitsbudget verpleeghuizen

0

100

0%

0

Totaal

1

1.201

 

0

Aansluiting definitief Wlz-kader 2020 en jaarverslag 2020

In het februari-advies 2021 van de NZa is het Wlz-kader voor 2020 aangepast. In onderstaand overzicht is de aansluiting tussen het Wlz-kader 2020 en de stand jaarverslag 2020 gemaakt. De stand jaarverslag is overeenkomstig met de stand uit tabel 11 in het Financieel Beeld Zorg van dit jaarverslag.

Tabel 12C Aansluiting Wlz-kader en jaarverslag 2020 (bedragen x € 1 miljoen)
 

Contracteerruimte

Pgb

Kwaliteitsbudget

Wlz-kader 2020 (kaderbrief)

21.322

2.663

1.097

Onderuitputtingspercentage

0,3%

14%

0,0%

Onderuitputting

64

373

0

Benodigd budget

21.258

2.290

1.097

Stand jaarverslag 2020

21.258

2.290

1.097

Bron: Februari-advies NZa

Licence