Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2019 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 375.900 | 475.451 | 99.551 | 377.109 |
waarvan omzet moederdepartement | 266.800 | 352.491 | 85.691 | 264.282 |
waarvan omzet overige departementen | 75.400 | 81.900 | 6.500 | 84.226 |
waarvan omzet derden | 33.700 | 41.060 | 7.360 | 28.601 |
Rentebaten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 158 | 158 | 2.310 |
Bijzondere baten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 375.900 | 475.609 | 99.709 | 379.419 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 371.100 | 453.870 | 82.770 | 372.178 |
- Personele kosten | 163.600 | 180.651 | 17.051 | 163.111 |
waarvan eigen personeel | 141.000 | 150.934 | 9.934 | 138.476 |
waarvan inhuur externen | 15.200 | 19.313 | 4.113 | 15.809 |
waarvan overige personele kosten | 7.400 | 10.404 | 3.004 | 8.826 |
- Materiële kosten | 207.500 | 273.219 | 65.719 | 209.067 |
waarvan apparaat ICT | 14.800 | 27.917 | 13.117 | 21.682 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 9.600 | 4.632 | ‒ 4.968 | 4.461 |
waarvan overige materiële kosten | 183.100 | 240.670 | 57.570 | 182.924 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 4.800 | 6.031 | 1.231 | 5.166 |
- Materieel | 4.800 | 6.013 | 1.213 | 5.152 |
waarvan apparaat ICT | 2.900 | 4.409 | 1.509 | 3.807 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 1.900 | 1.604 | ‒ 296 | 1.345 |
- Immaterieel | 0 | 18 | 18 | 14 |
Overige lasten | 0 | 1.844 | 1.844 | 5.817 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 1.844 | 1.844 | 1.854 |
waarvan bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 3.963 |
Totaal lasten | 375.900 | 461.745 | 85.845 | 383.161 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | 0 | 13.864 | 13.864 | ‒ 3.742 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 31 | 31 | 42 |
Saldo van baten en lasten | 0 | 13.833 | 13.833 | ‒ 3.784 |
Toelichting op de staat van baten en lasten
Resultaat
Over 2020 heeft het RIVM een positief resultaat behaald van € 13,8 miljoen. Dit positieve resultaat is het gevolg van de forse stijging van het opdrachtenpakket. Deze extra opdrachten hadden betrekking op de bestrijding van COVID-19 voor VWS en op PFAS en Stikstof voor LNV. Om deze extra opdrachten uit te kunnen voeren is extra personeel aangenomen of ingehuurd en heeft het bestaande personeel heel veel extra uren gerealiseerd.
Het positieve resultaat wordt verklaard door de volgende posten: Het resultaat uit het uitvoeren van de opdrachten en projecten is € 13,6 miljoen positief. Dit positieve resultaat is behaald door:
– Het resultaat van de verschillende eenheden (primair proces, bedrijfsvoering inclusief de IV-organisatie) van € 12,7 miljoen positief.
– Het resultaat uit het realiseren van projecten, gecorrigeerd voor mutaties in de getroffen voorziening voor verlieslatende projecten van € 2,6 miljoen positief.
– Het saldo van de mutaties in de overige voorzieningen van € 1,7 miljoen negatief.
Overige incidentele resultaten van € 0,2 miljoen positief. Dit incidentele positieve resultaat is behaald door:
– Afronden van het Strategisch Programma RIVM (SPR-programma) 2014-2018 (€ 0,6 miljoen negatief).
– Gemaakte kosten in het kader van het door de eigenaar goedgekeurd ontwikkelplan RIVM (€ 0,6 miljoen negatief).
– Het ontvangen budget voor de «banenafspraak» voor de kosten van de gerealiseerde banen tussen 2018 en 2020 voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt van € 1,4 miljoen positief.
Het positieve resultaat na belastingen wordt toegevoegd aan de exploitatiereserve als onderdeel van het eigen vermogen.
Baten
De totale baten van het RIVM zijn € 99,7 miljoen gestegen ten opzichte van de begroting en € 96,2 miljoen ten opzichte van de realisatie 2019. De belangrijkste reden is de sterke stijging van opdrachten gerelateerd aan de bestrijding van COVID-19. In onderstaande tabel wordt de gerealiseerde omzet (baten exclusief vrijval voorzieningen) per productgroep weergegeven.
2020 | 2019 | |
---|---|---|
Strategisch Programma RIVM | 8.774 | 8.469 |
Onderzoekingen o.b.v. uren x tarief en bijbehorende materiële kosten | 271.086 | 200.623 |
Uitvoeringskosten preventieprogramma’s | 181.877 | 155.338 |
ICT-dienstverlening voor andere organisaties dan het RIVM (SSC-Campus) | 13.714 | 12.679 |
Totaal omzet | 475.451 | 377.109 |
Omzet moederdepartement
2020 | 2019 | |
---|---|---|
Omzet moederdepartement | 352.491 | 264.282 |
- waarvan direct gerelateerd aan geleverde producten/diensten: | 352.491 | 263.582 |
- Strategisch Programma RIVM (eigenaarsbijdrage) | 8.774 | 8.469 |
- Cofinanciering voor EU projecten waarvan de RIVM tarieven volledig vergoed worden (eigenaarsbijdrage) | 1.032 | 1.032 |
- Opdrachten beleidsdirecties (opdrachtgever) VWS | 342.685 | 254.081 |
- waarvan overige ontvangsten/bijdragen van het moederdepartement: | 0 | 700 |
- Compensatie BTW-lasten i.v.m. huur na verkoop terrein en gebouwen | 0 | 700 |
Totaal | 352.491 | 264.282 |
De gerealiseerde omzet moederdepartement omvat de bijdrage van VWS als eigenaar (€ 9,8 miljoen) en de bijdrage van de VWS-opdrachtgevers (€ 342,7 miljoen). De bijdrage van eigenaar VWS bestaat voor € 8,8 miljoen voor het SPR-programma en € 1,0 miljoen cofinanciering voor het realiseren van internationale projecten.
De omzet vanuit opdrachtgever VWS is € 85,7 miljoen hoger dan de begroting voor 2020 en € 88,6 miljoen gestegen ten opzichte van 2019 als gevolg van opdrachten in het kader van de bestrijding van COVID-19 en een uitbreiding van het nationale vaccinatieprogramma Pneumokokkenvaccinatie voor ouderen.
Omzet overige departementen
In de opbrengst van overige departementen is inbegrepen de bijdrage voor de reguliere onderzoeks- en adviesprogramma’s en de bijdrage voor additionele opdrachten voor de volgende Ministeries:
2020 | 2019 | |
---|---|---|
I&W | 53.395 | 51.716 |
EZK | 2.043 | 5.409 |
LNV | 18.511 | 11.575 |
SZW | 5.109 | 5.149 |
DEF | 710 | 1.222 |
Overige departementen (o.a. J&V, BuZa, OC&W, NVWA, BZK) | 2.132 | 2.840 |
Totaal | 81.900 | 77.911 |
De totale omzet van overige departementen is € 6,5 miljoen hoger dan de begroting voor 2020 en € 4,0 miljoen hoger ten opzichte van 2019. De stijging van de omzet overige departementen wordt veroorzaakt door een stijging van het opdrachtenpakket voor het ministerie van LNV.
Omzet derden
Naast werkzaamheden in opdracht van het moederdepartement en overige departementen worden projecten en opdrachten uitgevoerd ten behoeve van derden. Bijvoorbeeld projecten voor en gefinancierd door andere nationale en internationale opdrachtgevers zoals de Europese Commissie en de WHO, Europese vrijgifte, Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming en overige projecten uitgevoerd door derden. De omzet derden is € 7,4 miljoen hoger dan de begroting voor 2020 en € 6,1 miljoen gestegen ten opzichte van 2019 door uitbreiding van het opdrachtenpakket. Dit heeft betrekking op omzet die is gerealiseerd bij het verstrekken van Remdesivir (antiviraal middel dat werkzaam is tegen SARS-CoV-2, het virus dat COVID-19 veroorzaakt) aan ziekenhuizen in het kader van de behandeling van COVID-19.
Vrijval voorzieningen
De vrijval voorzieningen is niet begroot in verband met het incidentele karakter van de betreffende posten. De vrijval van de voorzieningen heeft voor € 0,1 miljoen betrekking op het vervallen van de verplichting voor personeel.
Lasten
Personele kosten
De personele kosten (€ 180,7 miljoen) komen in 2020 € 17,1 miljoen hoger uit dan opgenomen in de begroting en € 17,5 miljoen hoger dan 2019. Als gevolg van de bestrijding van COVID-19 is er een sterke vraag naar arbeid ontstaan in 2020. De vraag is opgevuld door het aannemen van nieuwe arbeidskrachten (per saldo 173 FTE), door externe inhuur en inhuren via andere overheidsorganisaties. Het inhuren via andere overheidsorganisaties is opgenomen onder de overige personele kosten.
Daarnaast zijn de personeelskosten als gevolg van aanpassingen in de CAO met 2,7% gestegen en is een incidentele niet-begrote last wegens niet opgenomen verlof door personeel verwerkt van € 5,2 miljoen. Ook deze incidentele last hangt samen met de bestrijding van COVID-19.
Materiële kosten
De materiële kosten (€ 273,2 miljoen) zijn € 65,7 miljoen hoger ten opzichte van de begroting 2020 en € 64,2 miljoen hoger dan 2019. De stijging wordt veroorzaakt door de kosten die zijn gemaakt in het kader van de opdrachten bestrijding van COVID-19 en door de toename van ingekochte vaccins ten behoeve van de nationale campagne Pneumokok-kenvaccinatie voor ouderen. De ICT-kosten van € 27,9 miljoen zijn in 2020 € 13,1 miljoen hoger dan begroot als gevolg van de extra vraag naar ICT-diensten en licenties in het kader van de bestrijding van COVID-19 en door groei van het aantal FTE. Het aandeel SSO’s waar diensten van worden afgenomen is in 2020 € 5,0 miljoen lager dan de begroting 2020 als gevolg van een te hoge inschatting in de begroting. De realisatie 2020 van het aandeel SSO’s is nagenoeg gelijk aan de realisatie 2019.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten (€ 6,0 miljoen) zijn € 1,2 miljoen hoger dan de begroting 2020 en € 0,9 miljoen hoger dan de realisatie 2019. De hogere afschrijvingskosten hangen samen met de noodzakelijke investeringen die zijn gedaan in ICT-middelen (€ 3,9 miljoen) en laboratoriumapparatuur (€ 2,3 miljoen) in 2020.
Dotaties voorzieningen
De dotatie voorzieningen heeft betrekking op aangegane en herberekende verplichtingen voor (voormalige) werknemers (€ 1,0 miljoen) en een dotatie voor ingeschatte toekomstige verliezen op projecten (€ 0,8 miljoen). De dotaties aan de voorzieningen zijn wegens het incidentele karakter niet begroot.
Balans 31-12-2020 | Balans 31-12-2019 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 11.413 | 10.706 |
Materiële vaste activa | 11.403 | 10.680 |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 |
waarvan installaties en inventarissen | 374 | 233 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 11.029 | 10.447 |
Immateriële vaste activa | 10 | 26 |
Vlottende activa | 281.389 | 100.350 |
Voorraden en onderhanden projecten | 55.185 | 40.099 |
Debiteuren | 7.579 | 6.509 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 8.922 | 7.105 |
Liquide middelen | 209.703 | 46.637 |
Totaal activa: | 292.802 | 111.056 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 13.833 | ‒ 1.155 |
Exploitatiereserve | 0 | 2.629 |
Onverdeeld resultaat | 13.833 | ‒ 3.784 |
Voorzieningen | 7.686 | 7.863 |
Langlopende schulden | 0 | 0 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Kortlopende schulden | 271.283 | 104.348 |
Crediteuren | 43.628 | 9.755 |
Belastingen en premies sociale lasten | 763 | 1.117 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Overige schulden en overlopende passiva | 226.892 | 93.476 |
Totaal passiva | 292.802 | 111.056 |
Toelichting op de balans
Activa
De voorraden betreffen de voorraad vaccins binnen RIVM ten behoeve van het uitvoeren van het Rijksvaccinatieprogramma (€ 52,6 miljoen), het aanhouden van voorraden in het kader van de overige nationale vaccinvoorziening (€ 3,8 miljoen) en afboeking van de expirerende voorraad (€ 1,2 miljoen negatief). De voorraadpositie per balansdatum is een momentopname en afhankelijk van zowel verbruik, levering als expiratie van vaccins.
De debiteurenpositie per balansdatum stijgt met € 1,1 miljoen. Het saldo per balansdatum bestaat voor € 0,1 miljoen uit vorderingen op het moederdepartement, € 2,4 miljoen uit vorderingen op andere ministeries en € 5,1 miljoen uit vorderingen op derden (internationale organisaties, ziekenhuizen en diverse overige opdrachtgevers in de publieke sector).
De overige vorderingen en overlopende activa bestaan grotendeels uit vooruitbetaalde kosten voor onder andere licenties, onderhoudscontracten, huren en abonnementen en daarnaast uit verleende voorschotten aan medewerkers in het kader van opleidingen. De post is ten opzichte van 2019 gestegen met € 1,8 miljoen. De overlopende activa bestaan voor € 0,1 miljoen uit vooruitbetaalde kosten aan overige ministeries en voor € 8,8 miljoen uit vooruitbetaalde kosten aan derden.
De analyse van de liquide middelen is opgenomen in het kasstroomoverzicht 2020.
Passiva
Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:
31-12-2020 | 31-12-2019 | |
---|---|---|
Exploitatiereserve | ‒ 1.155 | 2.629 |
Directe vermogensmutaties | 1.155 | ‒ |
Onverdeeld resultaat | 13.833 | ‒ 3.784 |
Totaal | 13.833 | ‒ 1.155 |
Het negatieve eigen vermogen per 31 december 2019 is conform de Regeling Agentschappen bij de eerste suppletore begroting door de eigenaar aangevuld tot nihil. Het positieve saldo van baten en lasten over 2020 wordt toegevoegd aan de exploitatiereserve, waarmee het eigen vermogen € 13,8 miljoen positief wordt.
De omvang van het eigen vermogen per balansdatum blijft binnen de grens van 5% van de gemiddelde omzet over 2018 t/m 2020. De maximaal toegestane omvang van het eigen vermogen bedraagt € 19,7 miljoen.
Het verloop van de post voorzieningen is als volgt:
Personeel | Reorganisatie | Projecten | Herstelkosten | Totaal | |
---|---|---|---|---|---|
Stand voorzieningen per 31-12-2019 | 2.019 | 458 | 1.648 | 3.738 | 7.863 |
Waarvan verantwoord onder de kortlopende schulden | 1.550 | 0 | 0 | 0 | 1.550 |
Totaalstand per 31-12-2019 | 3.569 | 458 | 1.648 | 3.738 | 9.413 |
Dotatie t.l.v. exploitatie | 1.000 | 0 | 843 | 0 | 1.843 |
Onttrekkingen | ‒ 894 | 0 | ‒ 653 | 0 | ‒ 1.547 |
Vrijval | ‒ 132 | ‒ 21 | ‒ 5 | 0 | ‒ 158 |
Mutaties | ‒ 26 | ‒ 21 | 185 | 0 | 138 |
Totaalstand per 31-12-2020 | 3.543 | 437 | 1.833 | 3.738 | 9.551 |
Waarvan verantwoord onder de kortlopende schulden | 1.865 | 0 | 0 | 0 | 1.865 |
Stand voorzieningen per 31-12-2020 | 1.678 | 437 | 1.833 | 3.738 | 7.686 |
– De voorziening voor personeel omvat de toekomstige verplichtingen als gevolg van rechten (zoals werkloosheidswet, wachtgelden, pensioentoelagen) op balansdatum van voormalige werknemers.
– Voor overdracht van pensioenrechten van overgenomen medewerkers van de voormalige ent-administraties is in 2008 een voorziening getroffen. Vanwege de ontoereikende dekkingsgraad van de betrokken pensioenfondsen heeft tot op heden geen overdracht en afrekening kunnen plaatsvinden. Voor medewerkers die geen pensioen meer opbouwen bij ABP is de voorziening naar beneden bijgesteld.
– De voorziening ten behoeve van projecten betreft het bedrag aan voorziene tekorten op in uitvoering zijnde projecten.
– De voorziening herstelkosten is gevormd voor de toekomstige verplichting om bij het verlaten van het terrein en de gebouwen te Bilthoven, de huisvesting in oorspronkelijke staat en bezemschoon op te leveren. Met de eigenaar van terrein en gebouwen is overeenstemming bereikt over het niet verwijderen van gebouwgebonden installaties op het moment van verhuizen. Inzicht in de te verwachten kosten per balansdatum leidt niet tot aanpassingen van de voorziening voor herstelkosten.
Van de voorziening is € 1,9 miljoen opgenomen onder de overlopende passiva wegens verplichtingen die op korte termijn tot betaling/uitstroom van middelen leiden.
De kortlopende schulden stijgen ten opzichte van 2019 met € 167 miljoen. De stijging wordt voor € 100 miljoen veroorzaakt door de opdracht die wordt uitgevoerd voor VWS om betalingen te verrichten aan pandemielabs die COVID-19-testen analyseren (€ 86 miljoen) en het vergoeden van kosten voor COVID-19-diagnostiek aan GGD’en (€ 14 miljoen). Daarnaast heeft € 19 miljoen betrekking op de inkoop van vaccins, € 19 miljoen betrekking op nog te betalen kosten aan leveranciers en € 5 miljoen betrekking op de verhoging van verlofrechten van personeel. Ten slotte heeft € 24 miljoen betrekking op veranderingen in het saldo van onderhanden projecten.
De kortlopende schulden hebben voor € 157,8 miljoen betrekking op het moederdepartement, voor € 13,3 miljoen betrekking op overige ministeries en voor € 100,2 miljoen betrekking op derden.
(1) Vastgestelde begroting | (2) Realisatie | (3)=(2)-(1) Verschil realisatie en vastgestelde begroting | |
---|---|---|---|
Rekening-courant RHB 1 januari 2020 + stand depositorekeningen | 42.805 | 46.637 | 3.832 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 375.900 | 881.239 | 505.339 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 384.700 | ‒ 712.591 | ‒ 327.891 |
Totaal operationele kasstroom | ‒ 8.800 | 168.648 | 177.448 |
Totaal investeringen (-/-) | ‒ 4.800 | ‒ 6.750 | ‒ 1.950 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | ‒ | 13 | 13 |
Totaal investeringskasstroom | ‒ 4.800 | ‒ 6.737 | ‒ 1.937 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | ‒ | 0 | 0 |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | ‒ | 1.155 | 1.155 |
Aflossingen op leningen (-/-) | ‒ | ‒ | ‒ |
Beroep op leenfaciliteit (+) | ‒ | ‒ | ‒ |
Totaal financieringskasstroom | ‒ | 1.155 | 1.155 |
Rekening-courant RHB 31 december 2020 + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 29.205 | 209.703 | 180.498 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Opgenomen zijn de standen van de Rekening-courant met de Rijkshoofdboekhouding (RHB) van het ministerie van Financiën.
Operationele kasstroom
De sterke stijging van de operationele kasstroom wordt veroorzaakt door de toename van het opdrachtenpakket als gevolg van de bestrijding van COVID-19. Het uitvoeren van de kassiersfunctie voor VWS om betalingen te verrichten aan pandemielabs en GGD’en met betrekking tot het analyseren en verrichten van COVID-19-testen heeft het grootste aandeel in de stijging. In 2020 is voor deze opdracht € 327 miljoen ontvangen en € 241 miljoen betaald. In onderstaande tabel wordt een specificatie gegeven van de operationele kasstroom op basis van het resultaat. De opdracht met betrekking tot de betaling aan pandemielabs en GGD’en is opgenomen onder mutatie werkkapitaal.
Resultaat | 13.833 |
Afschrijving | 6.031 |
Mutatie voorzieningen | ‒ 176 |
Mutatie werkkapitaal | 148.960 |
Totaal | 168.648 |
Investeringskasstroom
De investeringen bedragen € 6,8 miljoen en zijn € 1,9 miljoen hoger dan de investeringen opgenomen in de begroting. Het gaat om investeringen op het gebied van ICT (€ 3,9 miljoen) door toename van ICT-activiteiten en investeringen in laboratoriumapparatuur (€ 2,3 miljoen).
Financieringskasstroom
Er is in 2020 geen gebruik gemaakt van de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën. De gedane investeringen worden gedaan uit de beschikbare liquide middelen. In 2020 heeft de eigenaar het negatieve eigen vermogen per 31 december 2019 bij de eerste suppletoire begroting aangevuld.
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | |
Omschrijving generiek deel | |||||
1. Uurtarieven: | |||||
- Gewogen uurtarief in € | 105 | 108 | 113 | 118 | 118 |
- Ontwikkeling uurtarief ( 2017 = 100 ) | 100 | 103 | 107 | 112 | 109 |
2. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur) | 1.615 | 1.660 | 1.669 | 1.842 | 1.680 |
3. Saldo van baten en lasten (% van de baten) | ‒ 3,2% | ‒ 6,2% | ‒ 1,0% | 2,9% | 0,0% |
Omschrijving specifiek deel | |||||
1. Liquiditeit (current ratio; norm: >1,5) | 1,2 | 1,1 | 1,0 | 1,0 | 1,2 |
2. Solvabiliteit (debt ratio) | 0,9 | 1,0 | 1,0 | 1,0 | 0,9 |
3. Rentabiliteit eigen vermogen | ‒ 82,4% | ‒ 316,7% | ‒ 513,4% | 218,2% | 0,0% |
4. Percentage externe inhuur t.o.v. totale personele kosten | 10,9% | 11,4% | 10,0% | 10,9% | 10,0% |
5. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen | 94,2% | 92,7% | 94,1% | 94,0% | 95,0% |
6. Declarabiliteit % primair proces | 64,8% | 64,4% | 64,3% | 67,4% | 65,0% |
7. FTE overhead als % totaal aantal FTE | 18% | 19% | 18% | 17% | 20% |
8. Ziekteverzuim | 4,1% | 4,0% | 3,6% | 3,8% | 3,6% |
9. % medewerkers met een volledig afgeronde P-gesprekscyclus | 81,7% | 79,3% | 78,8% | 64,5% | 80,0% |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren
Uurtarieven
De uurtarieven worden jaarlijks vastgesteld door de eigenaar. De tarieven 2020 zijn gestegen met € 5,- per uur ten opzichte van 2019 om de stijging van loon- en materiële kosten op te kunnen vangen.
Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur)
Door de groeiende vraag naar arbeid als gevolg van de bestrijding van de pandemie is het RIVM in 2020 met 173 fte gegroeid.
Saldo van baten en lasten (% van de baten)
De stijging van het percentage ten opzichte van de vastgestelde begroting is volledig toe te schrijven aan het positieve saldo van baten en lasten over 2020.
Liquiditeit/Solvabiliteit/Rentabiliteit
Voor wat betreft de financiële doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren liquiditeit, solvabiliteit en de rentabiliteit van het eigen vermogen. De current ratio geeft aan in hoeverre de kortlopende schulden kunnen worden voldaan vanuit de kortlopende activa. Een waarde van boven de 1 wordt over het algemeen als gezond gekenmerkt. Het RIVM voldoet hier met een waarde van 1,04 aan. De solvabiliteit is ten opzichte van de meerjarige realisatie niet gewijzigd en voldoet aan de norm zoals opgenomen in de begroting. De sterke stijging van de rentabiliteit op het eigen vermogen wordt veroorzaakt door het positieve saldo van baten en lasten.
Percentage inhuur externen ten opzichte van de totale personele kosten
De totale omvang van de inhuur externen bedroeg in 2020 € 19,3 miljoen. Het percentage externe inhuur komt hiermee uit op 10,9%. Dit is 0,9% boven de rijksbrede norm van 10%. De overschrijding wordt veroorzaakt door een verhoging van de externe inhuur als gevolg van de bestrijding van COVID-19. Het betreft vooral externe inhuur op het gebied van bedrijfsvoering, communicatie en de IV-organisatie.
Percentage facturen betaald binnen 30 dagen
Het percentage facturen dat in 2020 is betaald binnen 30 dagen bedraagt 94,0% en ligt daarmee onder de norm/begroting van 95%. In 2019 bedroeg het percentage 94,1%.
Declarabiliteit % primair proces
De sterke stijging van het % declarabiliteit primair proces wordt volledig veroorzaakt doordat meer declarabele uren zijn gemaakt door toename van het opdrachtenpakket als gevolg van de COVID-19 crisisbestrijding.
% medewerkers met een volledig afgeronde P-gesprekscyclus
In de tweede helft van 2020 is een forse instroom geweest van nieuwe medewerkers. Met deze nieuwe medewerkers is nog geen formeel P-gesprek gevoerd. Omdat deze nieuwe medewerkers wel meetellen in de berekening van de indicator is deze lager dan begroot en in vergelijking tot voorgaande jaren.