Base description which applies to whole site

4.3 Artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen

Het ondersteunen van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van Curaçao en Sint Maarten door ten eerste de kwijtschelding van een deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten (in 2010) en ten tweede door het aanbieden van de mogelijkheid van een lopende inschrijving door Nederland tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd.

Gelet op de autonomie hebben de landen hun eigen verantwoordelijkheid voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Het financieel toezicht op Curaçao en Sint Maarten wordt op grond van de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft) uitgeoefend door de Rijksministerraad.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • De minister financiert de kosten die voortkomen uit de schuldsanering en heeft een lopende inschrijving op leningen van Curaçao en Sint Maarten via de begroting van Koninkrijksrelaties. Dit is terug te voeren op de bestuurlijke afspraken die zijn gemaakt in de aanloop naar de nieuwe staatkundige verhoudingen per 10 oktober 2010. Daarbij heeft Nederland een oplossing geboden voor de toenmalige schuldenproblematiek, door de verplichting op zich te nemen een belangrijk deel van de schulden van Curaçao en Sint Maarten over te nemen.

Uitvoeren

  • Afspraken over het financieel beheer van Curaçao en Sint Maarten zijn geformaliseerd in de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Rft). Op basis van deze wet begeleidt de minister de adviezen van het College financieel toezicht (Cft) naar de Rijksministerraad. Tevens is in de Rft bepaald dat Nederland een lopende inschrijving aanbiedt voor leningen aan Curaçao en Sint Maarten, tegen het actuele rendement op Nederlandse staatsleningen van de desbetreffende looptijd.

Op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden kunnen de landen binnen het Koninkrijk eventueel in aanmerking komen voor hulp en bijstand van Nederland.

Liquiditeitssteun aan Sint Maarten, Curaçao en Aruba

Vanwege de aanhoudende pandemie heeft de Staat der Nederlanden net als in 2020 de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten liquiditeitssteun gegeven op basis van artikel 36 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.

In 2021 is na besluitvorming in de Rijksministerraad (RMR) in vier tranches € 404,9 mln. aan liquiditeitssteun verstrekt via ‘zachte’ leningen (aflossingsvrije leningen tegen 0% rente en met een looptijd tot 10 april 2022). Hierdoor konden de landen de noodzakelijke overheidstaken uitvoeren, steun geven aan dat deel van de bevolking dat het zwaarst getroffen was en bedrijven financieel ondersteunen. Aan deze tranches was als voorwaarde verbonden dat de landen voldeden aan de gestelde voorwaarden bij de eerder verstrekte tranches en voldoende voortgang boekten op het uitvoeren van de in 2020 overeengekomen landspakketten met structurele hervormingen. Door deze hervormingen zullen de landen in de toekomst beter in staat zijn om externe schokken zelfstandig op te vangen. In 2021 is vooral gewerkt aan de voorbereidingen van de hervormingen die de komende jaren zullen worden uitgevoerd. De Tweede Kamer wordt hierover geïnformeerd middels uitvoeringsagenda’s en – rapportages (Kamerstukken II 2020/21, 35420, nrs. 216, 276, 343, 407, 456).

Herfinanciering buitenlandse schuldverplichtingen Aruba

Naast de liquiditeitssteun heeft Nederland de buitenlandse schuldverplichtingen van Aruba voor 2021 geherfinancierd middels een laagrentende lening met een looptijd van zeven jaar. Dit leverde Aruba een rentevoordeel op van minimaal € 39 mln. Dit rentevoordeel was afgesproken in de landspakketten.

Girobank (Curaçao)

Nederland heeft tevens Curaçao een lening van ANG 170 mln. (€ 80,3 mln.) verstrekt om het land de problemen met de Girobank op te laten lossen. De lening heeft een rentepercentage van 0% en een looptijd van 16 jaar. Hierdoor konden met name de kleine en middelgrote schuldeisers (particuliere spaarders en MKB-ondernemingen) schadeloos worden gesteld.

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 5. Schuldsanering/lopende inschrijving/leningen (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting1

Verschil

 

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

38.773

0

50.396

621.056

733.075

88.501

644.574

        

Uitgaven

225.754

172.432

79.143

649.573

597.611

117.017

480.594

        

5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

186.981

172.432

28.517

28.517

28.517

28.517

0

Leningen

       

Schuldsanering

186.981

172.432

28.517

28.517

28.517

28.517

0

        

5.2 Leningen/ garanties landen Curaçao, Sint Maarten en Aruba

38.773

0

50.626

621.056

569.094

88.500

480.594

Leningen

       

Leningen aan Aruba

0

0

0

204.327

315.577

88.500

227.077

Lopende inschrijving en leningen Curaçao en Sint Maarten

38.773

0

50.626

416.729

253.517

0

253.517

        

Ontvangsten

41.563

40.380

49.495

47.056

44.232

37.896

6.336

1

Stand inclusief de nota van wijziging op de ontwerpbegroting (Kamerstukken II 2020/21, 35570 IV, nr. 21).

Uitgaven

5.1 Schuldsanering Curaçao en Sint Maarten

Leningen

Schuldsanering

In de Slotverklaring van 2 november 2006 heeft Nederland zich met het oog op een gezonde financiële positie bij de start van de nieuwe staatkundige verhoudingen bereid verklaard om de schulden van (de collectieve sector van) de Nederlandse Antillen en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten grotendeels te saneren of te herfinancieren. Dit betreft de sanering van de schuldomvang van het Land en de eilandgebieden Curaçao en Sint Maarten. De schuldomvang is van 31 december 2005, die bestaat uit openbare en onderhandse geldleningen die zijn aangegaan jegens derden buiten de desbetreffende collectieve sector (inclusief de leningen die jegens Nederland zijn aangegaan). Deze leningen zijn, voor zover zij in omvang boven de rentelastnorm van dat jaar uitgaan, door Nederland gesaneerd.

5.2 Leningen/ garanties landen Curaçao en Sint Maarten en Aruba

Leningen aan Aruba

In 2021 is na besluitvorming in de Rijksministerraad (RMR) liquiditeitssteun aan het land Aruba, in de vorm van renteloze bulletleningen verstrekt in drie afzonderlijke tranches. Hierbij zijn financieel-economische voorwaarden gesteld. Het Ministerie van BZK heeft hiervoor extra bijdragen via meerdere incidentele suppletoire begrotingen ontvangen.

Aan het land Aruba is in 2021 een totaalbedrag van AWG 489 mln. (€ 231,7 mln.) in de vorm van renteloze bulletleningen verstrekt met een afloopdatum van 10 april 2022.

Het verschil tussen de realisatie en het budget van de tweede suppletoire begroting wordt veroorzaakt doordat in het vierde kwartaal, op advies van de liquiditeitsprognose van het land en door het College Aruba financieel toezicht (CAft), geen liquiditeitslening van € 88,7 mln. is verstrekt. Dit was wel geraamd. Daarnaast was er sprake van een wisselkoersmeevaller. Overigens, ook als Aruba volgens het CAft wel behoefte zou hebben aan liquiditeiten, zou het land niet in aanmerking komen voor liquiditeitssteun, omdat het land onder meer niet voldeed aan de door de RMR gestelde voorwaarde ten aanzien van de jaarlijkse besparingen bij het uitvoeringsorgaan Algemene Ziektekosten Verzekering (AZV) van AWG 60 mln.

Daarnaast is een lening aan Aruba verstrekt van € 83,8 mln. ten behoeve van de afspraken uit het landspakket om Aruba een rentevoordeel te schenken.

Lopende inschrijvingen en leningen Curaçao en Sint Maarten

In 2021 is na besluitvorming in de Rijksministerraad (RMR) liquiditeitssteun aan de landen Curaçao en Sint Maarten, in de vorm van renteloze bulletleningen verstrekt, in vier afzonderlijke tranches. Hierbij zijn tevens politieke en financieel-economische voorwaarden gesteld. Het Ministerie van BZK heeft hiervoor extra bijdragen via meerdere incidentele suppletoire begrotingen en de tweede suppletoire begroting ontvangen.

De landen Curaçao en Sint Maarten hebben in 2021 liquiditeitssteun ontvangen in de vorm van renteloze bulletleningen met een afloopdatum van 10 april 2022. Curaçao ontving ANG 244 mln. (circa € 117,2 mln.) en Sint Maarten ontving ANG 117,7 mln. (circa € 55,9 mln.).

Het verschil tussen de realisatie en het budget van de tweede suppletoire begroting wordt veroorzaakt doordat in het vierde kwartaal, op basis van de liquiditeitsprognose van het land en door het Cft geadviseerde bijstellingen, een lagere liquiditeitslening aan zowel Curaçao en Sint Maarten is verstrekt. Daardoor is € 57,8 mln. minder verstrekt, terwijl dit wel was geraamd. Ook was sprake van een wisselkoersmeevaller.

Daarnaast is aan Curaçao een lening van circa € 80,3 mln. verstrekt ten behoeve van de afwikkeling van de Girobank.

Nederland heeft in 2021 via de lopende inschrijving geen leningen aan de landen Curaçao en Sint Maarten voor investeringen (kapitaaldienst) verstrekt.

Ontvangsten

De reguliere rente en aflossingen op leningen aan Aruba, Curaçao en Sint Maarten worden hier verantwoord. De ontvangsten zijn hoger dan geraamd vanwege ontvangsten van aflossingen. De wisselkoersmeevaller op de renteontvangsten in 2021 is bij slotwet 2021 verwerkt en verrekend met de wisselkoersreserve op artikel 7 van deze begroting.

Licence