Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | 2021 | |
Verplichtingen | 0 | 4.500 | ‒ 4.500 | ||||
Uitgaven | 0 | 4.500 | ‒ 4.500 | ||||
Personele uitgaven | 0 | 4.500 | ‒ 4.500 | ||||
eigen personeel | 0 | 4.500 | ‒ 4.500 | ||||
inhuur externen | 0 | 0 | 0 | ||||
overige personele uitgaven | 0 | 0 | 0 | ||||
Materiële uitgaven | 0 | 0 | 0 | ||||
ICT | 0 | 0 | 0 | ||||
bijdrage aan SSO's | 0 | 0 | 0 | ||||
DICTU | 0 | 0 | 0 | ||||
overige materiële uitgaven | 0 | 0 | 0 | ||||
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
De apparaatsuitgaven van het Nationaal Groeifonds worden gerealiseerd en verantwoord op de EZK-begroting (beleidsartikel 1 en artikel 40) en zijn daar naartoe overgeheveld.
Voor 2021 was € 4,5 mln aan apparaatsuitgaven begroot voor de kosten van de adviescommissie, de ondersteuning van de adviescommissie en de kosten voor het fondsbeheer. Van de begrote € 4,5 mln is bij de 1e suppletoire begroting € 4,3 mln overgeboekt naar de begroting van EZK. De kosten zijn in 2021 € 0,78 mln hoger uitgevallen door extra ondersteunende taken van het CPB en extra inzet van RVO. Hierdoor is uiteindelijk € 5,1 mln overgeboekt naar de begroting van EZK.