Inleiding
De Huurcommissie is een onpartijdige organisatie gericht op het oplossen van geschillen tussen huurder en verhuurder. Het werkterrein wordt vooral gevormd door het gereguleerde deel van de huurmarkt voor woonruimte. Als huurders en verhuurders er onderling niet uitkomen, doet de Huurcommissie op verzoek uitspraken in het geschil omtrent voornamelijk de hoogte van huurprijzen, het onderhoud en de servicekosten.
Duidelijke informatie over de huurprijswetgeving kan verschillen van mening tussen huurders en verhuurders in een vroeg stadium oplossen en zo procedures bij de Huurcommissie voorkomen. Via verbeterde verzoekformulieren, een nieuwe website met klantportaal, de daarop te vinden huurprijscheck en de vormgeving van een nieuw klantcontactcentrum, heeft de Huurcommissie grote stappen gezet om de informatievoorziening richting huurder en verhuurder te verbeteren.
De organisatie is opgebouwd uit een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO), de Huurcommissie, en een agentschap, de Dienst van de Huurcommissie. De Dienst ondersteunt het ZBO. In deze jaarverantwoording van de Dienst zijn ook de uitgaven van het ZBO opgenomen. Jaarlijks verstrekt het ministerie van BZK een opdracht aan de Huurcommissie voor de uitvoering van de huurgeschillenbeslechting- en overige werkzaamheden op basis van een uitgebrachte offerte. Naast deze bijdrage vanuit het moederdepartement wordt een bijdrage van de verhuurders ontvangen via de verhuurderbijdrage en worden voor huurder en verhuurder leges geheven als zij in het ongelijk worden gesteld.
In 2021 is met succes het actieplan Aanpak achterstanden afgerond en is de werkvoorraad teruggebracht naar acceptabel niveau. Dit maakte de weg vrij om in het jaar 2022 in te zetten op een verdere verkorting van de doorlooptijden vanuit het adagium ‘justice delayed is justice denied’. Met succes. Over de gehele linie bij elk geschil is de doorlooptijd substantieel gedaald met als gevolg dat veel meer zaken binnen de wettelijke termijn zijn afgehandeld. Dit werd bewerkstelligd door vaker gebruik te maken van een voorzittersuitspraak bij geschillen die kennelijk zijn. Dit maakt ruimte vrij voor de commissies om zich te richten op gevallen waarbij het van belang is dat beide partijen op zitting gehoord worden. Daarnaast is het intakeproces verder verbeterd en zijn procedures verder gestroomlijnd, mede door ingebruikname van het nieuwe zaaksysteem. De werkvoorraad is verder afgenomen naar circa 3.000 zaken, in lijn met het gewenste niveau op basis van de personele bezetting en de instroomverwachting van de Dienst.
Staat van baten en lasten
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | Realisatie 2021 (4) | |
---|---|---|---|---|
Baten | ||||
- Omzet | 13.925 | 21.272 | 7.347 | 17.170 |
waarvan omzet moederdepartement | 7.261 | 14.614 | 7.353 | 9.697 |
waarvan omzet overige departementen | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan omzet derden | 6.664 | 6.658 | ‒ 6 | 7.473 |
Rentebaten | 0 | 4 | 4 | 0 |
Vrijval voorzieningen | 0 | 9 | 9 | 768 |
Bijzondere baten | 0 | 6 | 6 | 8 |
Totaal baten | 13.925 | 21.291 | 7.366 | 17.946 |
Lasten | ||||
Apparaatskosten | 14.394 | 20.946 | 6.552 | 17.713 |
- Personele kosten | 11.376 | 16.008 | 4.632 | 14.401 |
waarvan eigen personeel | 7.762 | 9.241 | 1.479 | 7.864 |
waarvan inhuur externen | 2.958 | 6.269 | 3.311 | 6.152 |
waarvan overige personele kosten | 656 | 498 | ‒ 158 | 385 |
- Materiële kosten | 3.018 | 4.938 | 1.920 | 3.312 |
waarvan apparaat ICT | 960 | 2.354 | 1.394 | 1.139 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 0 | 0 | 0 | 0 |
waarvan overige materiële kosten | 2.058 | 2.584 | 526 | 2.173 |
Rentelasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Afschrijvingskosten | 18 | 101 | 83 | 62 |
- Materieel | 18 | 101 | 83 | 62 |
waarvan apparaat ICT | 18 | 93 | 75 | 54 |
waarvan overige materiële afschrijvingskosten | 0 | 8 | 8 | 8 |
- Immaterieel | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige lasten | 560 | 31 | ‒ 529 | 871 |
waarvan dotaties voorzieningen | 0 | 30 | 30 | 46 |
waarvan bijzondere lasten | 560 | 1 | ‒ 559 | 825 |
Totaal lasten | 14.972 | 21.078 | 6.106 | 18.646 |
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening | ‒ 1.047 | 213 | 1.260 | ‒ 700 |
Agentschapsdeel Vpb-lasten | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten | ‒ 1.047 | 213 | 1.260 | ‒ 700 |
Mutatie POK/WaU gelden* | 0 | 0 | 0 | 0 |
Saldo van baten en lasten na resultaatbestemming * | ‒ 1.047 | 213 | 1.260 | ‒ 700 |
Toelichting
Baten
Omzet
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement bestaat uit de vergoeding van de opdrachtgever. Deze bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld op basis van een afgestemde offerte waarin de te verwachte zaaklast en de daarmee samenhangende financiele consequenties zijn opgenomen. Deze offerte lag hoger dan oorspronkelijk begroot door meer inzet van mensen en middelen om de doorlooptijden beter te kunnen behalen. Daarnaast is een extra bijdrage ontvangen voor de uitgaven in het kader van het programma ‘Werk aan Uitvoering’. Met dit meerjarig programma wordt ingezet op een verdere verbetering van de publieke dienstverlening.
Omzet derden
De omzet derden bestaat uit de verhuurderbijdrage die aan de verhuurders in rekening is gebracht en uit de ontvangen leges. De in rekening gebrachte verhuurderbijdrage is dit jaar gelijk aan eerdere jaren en vastgesteld op € 5,5 miljoen. De circa 800 verhuurders met meer dan 50 woningen in beheer hebben in november een beschikking ontvangen waarna het CJIB voor de inning zal zorgdragen middels een te versturen factuur.
De te ontvangen leges liggen in lijn met de raming en bedragen € 1,2 mln. In 2.800 gevallen is de verzoeker in het ongelijk gesteld met een totale legesveroordeling van € 130.000. In 6.300 gevallen is de wederpartij in het ongelijk gesteld met een legesveroordeling van € 1,1 mln. Bij de overige geschillen is geen legesveroordeling opgelegd.
Lasten
Personele kosten
Eigen personeel
In lijn met de hogere zaaklast zijn de personeelsuitgaven gestegen tot ruim € 9 mln. Dit hangt ook samen met een verambtelijking van externe medewerkers medio dit jaar.
Inhuur externen
De Huurcommissie heeft in het jaar 2022 nog sterk moeten leunen op externen om twee redenen. Allereerst door krapte op de arbeidsmarkt waardoor invulling op bestaande formatie moeizaam was en veelal niet mogelijk bleek. Verder is de zaaksoort Huurverhoging sterk aan fluctuaties onderhevig, medio het jaar stroomden circa 3.500 zaken in en deze dienen binnen wettelijke termijn afgewikkeld te worden. Dit vraagt elk jaar tijdelijk om een forse inzet van externen. De Huurcommissie heeft net als in 2021 sterk ingezet op het verder terugdringen van structurele externe inhuur. Aan de start van 2022 waren 54 externen werkzaam bij de huurcommissie en aan het einde van 2022 is dit aantal teruggebracht naar 36. Ultimo de maand december heeft wederom een verdere verambtelijking plaatsgevonden en zijn nog eens 20 externen uitgestroomd met als gevolg dat aan de start van het nieuwe jaar slechts 16 externe krachten werkzaam zijn bij de Huurcommissie.
Overige personele kosten
De overige personele kosten zijn lager met name als gevolg van het niet geheel uitputten van de scholingsmiddelen geraamd bij de Ontwerpbegroting.
Materiele kosten
Apparaat ICT
In 2022 is het nieuwe zaaksysteem ontwikkeld waar ten tijde van de opstelling van de ontwerpbegroting nog geen rekening mee is gehouden. De materiële component van de kosten voor deze ICT sprong bedraagt in totaal € 0,9 mln. Het beheer en onderhoud van de software en hardware is gestegen van € 0,8 naar € 1,2 mln. Tenslotte zijn ook de kosten voor P-Direkt gestegen als gevolg van het hoger aantal ambtelijke werknemers in dienst.
Overige materiële kosten
De overige materiële kosten zijn € 0,5 mln hoger uitgevallen door een hogere zaaklast en daarmee gemoeide kosten zoals huur zittingslocaties en vacatiegelden.
Overige lasten
Dotaties voorzieningen
Zie de toelichting op de balanspost 'Voorzieningen'. De dotatie was niet begroot.
Bijzondere lasten
Er zijn geen bijzondere lasten geweest.
Saldo van baten en lasten
Per saldo is in tegenstelling tot de raming een positief resultaat behaald van € 0,2 mln. Dit resultaat wordt toegevoegd aan het eigen vermogen van de Dienst.
Balans
Balans 2022 | Balans 2021 | |
---|---|---|
Activa | ||
Vaste activa | 198 | 180 |
Materiële vaste activa | 198 | 180 |
waarvan grond en gebouwen | 0 | 0 |
waarvan installaties en inventarissen | 7 | 15 |
waarvan projecten in uitvoering | 0 | 0 |
waarvan overige materiële vaste activa | 191 | 165 |
Immateriële vaste activa | 0 | 0 |
Vlottende activa | 6.258 | 3.973 |
Voorraden en onderhanden projecten | 0 | 0 |
Debiteuren | 6.113 | 1.414 |
Overige vorderingen en overlopende activa | 145 | 55 |
Liquide middelen | 0 | 2.504 |
Totaal activa: | 6.456 | 4.153 |
Passiva | ||
Eigen Vermogen | 213 | ‒ 159 |
Exploitatiereserve | 0 | 541 |
Onverdeeld resultaat | 213 | ‒ 700 |
Voorzieningen | 352 | 445 |
Langlopende schulden | 0 | 0 |
Leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Kortlopende schulden | 5.891 | 3.867 |
Crediteuren | 1.150 | 1.535 |
Belastingen en premies sociale lasten | 0 | 0 |
Kortlopend deel leningen bij het Ministerie van Financiën | 0 | 0 |
Overige schulden en overlopende passiva | 4.741 | 2.332 |
Totaal passiva | 6.456 | 4.153 |
Toelichting
Activa
Vaste activa
Materiële vaste activa
De Dienst van de Huurcommissie huurt zijn kantoorruimten, deze panden staan daarom niet op de balans.
Waarvan installaties en inventarissen
De inventaris van de Huurcommissie bestaat uit gereedschappen voor de onderzoekers, een elektrische fiets en een scooter die in gebruik zijn bij de onderzoekers.
Waarvan overige materiële vaste activa
De overige materiële vaste activa bestaat uit laptops, beeldschermen, telefoons en hardware om digitale zittingen te kunnen houden. In 2022 zijn investeringen gedaan in laptops, beeldschermen en telefoons.
Vlottende activa
Debiteuren
In november 2022 zijn 800 beschikkingen door de Huurcommissie over de verhuurderbijdrage verzonden. Door een technische storing konden de facturen niet ingelezen worden bij het CJIB waardoor de integrale vordering richting verhuurders eind 2022 nog open staat.
Overige vorderingen en overlopende activa
Dit zijn de vooruitbetaalde kosten aan derden in 2022 voor het jaar 2023 en betaalde waarborgsommen.
Liquide middelen
Door de grote vordering die nog open staat (zie debiteuren) is het rekening courant saldo van de Huurcommissie bij de Rijkshoofdboekhouding (RHB) € 1,4 mln negatief geworden.
Passiva
Eigen vermogen
Exploitatiereserve
In 2022 is het verloop van het eigen vermogen als volgt:
Omschrijving (bedragen x € 1.000) | Exploitatiereserve | Onverdeeld resultaat | Totaal eigen vermogen |
---|---|---|---|
Stand 1 januari 2022 | 541 | ‒ 700 | ‒ 159 |
Verwerking onverdeeld resultaat 2021 | ‒ 700 | 700 | 0 |
Eenmalige storting moederdepartement | 159 | 159 | |
Resultaat 2022 | 213 | 213 | |
Stand 31 december 2022 | 0 | 213 | 213 |
Het eigen vermogen wordt gevormd door enerzijds de exploitatiereserve en anderzijds het onverdeeld negatieve resultaat over 2022. De exploitatiereserve is in 2022 gemuteerd door verwerking van het onverdeeld resultaat 2021. In 2022 heeft het moederdepartement het negatieve eigen vermogen aangevuld.
Onverdeeld resultaat
Het positieve exploitatieresultaat over 2022 wordt ten gunste gebracht aan het eigen vermogen van de Dienst. Het eigen vermogen was door het negatieve exploitatiesaldo in 2021 en de bijdrage van het moederdepartement op de ondergrens.
Voorzieningen
De voorzieningen die op de balans staan betreffen kosten in verband met de reorganisaties van de Dienst van de Huurcommissie in 2012 en 2018. Deze post is gedaald door de reguliere onttrekkingen.
Kortlopende schulden
Crediteuren
Dit betreft in 2022 ontvangen maar per ultimo 2022 nog niet betaalde facturen voor gemaakte kosten die betrekking hebben op 2022.
Overige schulden en overlopende passiva
De overlopende passiva bestaan met uit de nog te ontvangen facturen, legesvoorschotten, reserveringen IKB-uren, enkele vooruit ontvangen bedragen en het negatieve rekening courant saldo. Met name deze laatste zorgt voor een grote stijging van deze post ten opzichte van 2021.
Kasstroomoverzicht
Vastgestelde begroting (1) | Realisatie (2) | Verschil (3) = (2) - (1) | ||
---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari + depositorekeningen | 343 | 2.504 | 2.161 |
totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) | 13.925 | 16.493 | 2.568 | |
totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | ‒ 14.954 | ‒ 20.449 | ‒ 5.495 | |
2. | Totaal operationele kasstroom | ‒ 1.029 | ‒ 3.956 | ‒ 2.927 |
totaal investeringen (-/-) | 0 | ‒ 119 | ‒ 119 | |
totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | 0 | ‒ 119 | ‒ 119 |
eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
eenmalige storting door moederdepartement (+) | 1.029 | 159 | ‒ 870 | |
aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 | |
beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 1.029 | 159 | ‒ 870 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 343 | ‒ 1.412 | ‒ 1.755 |
Toelichting
Operationele Kasstroom
De verkregen opdracht voor 2022 heeft geleid tot een hogere operationele kasstroom. Mede door de ontwikkelingen van een nieuw informatiesysteem zijn zowel de ontvangsten als de uitgaven hoger dan oorspronkelijk begroot. Een substantiële toename van de kortlopende vorderingen leiden tot lagere operationele ontvangsten ten opzichte van de operationele uitgaven met als gevolg dat het totale operationele kasstroom circa € 4 mln. negatief is geworden.
Investeringskasstroom
In 2022 zijn investeringen gedaan in onder andere laptops, beeldschermen en telefoons voor € 0,1 mln.
Financieringskasstroom
In 2022 heeft het moederdepartement het negatieve eigen vermogen van de Dienst van de Huurcommissie aangevuld met € 0,2 mln. Van de leenfaciliteit wordt geen gebruik gemaakt.
Rekening courant RHB
Door de negatieve operationele kasstroom is het rekening courantsaldo ultimo 2022 gedaald naar € 1,4 mln. negatief. Aan het begin van 2023 zal dit met de te ontvangen verhuurderbijdrage weer zijn aangevuld (zie ook de toelichting bij de post debiteuren op de balans).
Doelmatigheidsindicatoren
Realisatie | Vastgestelde begroting | ||||
---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | |
Omschrijving Generiek Deel | |||||
Gemiddeld integraal tarief/uur | n.b. | n.b. | n.b. | n.b. | 129 |
Fte-totaal (excl. externe inhuur) | 60 | 76 | 91 | 135 | 97 |
Saldo van baten en lasten (%) | ‒ 3% | ‒ 15% | ‒ 4% | 1% | ‒ 8% |
Productie per geschilsoort | |||||
Huurprijsgeschillen (punten) | 1.937 | 1.434 | 2.859 | 1.953 | 1.620 |
Huurprijsgeschillen (gebreken) | 2.886 | 2.152 | 5.361 | 3.795 | 3.214 |
Servicekostengeschillen | 1.611 | 1.490 | 5.030 | 2.960 | 2.201 |
Huurverhogingsgeschillen | 3.083 | 3.220 | 574 | 3.515 | 5.846 |
Subtotaal | 9.517 | 8.296 | 13.824 | 12.223 | 12.881 |
Verzetzaken | 275 | 278 | 2.792 | 2.548 | 0 |
Totaal | 9.792 | 8.574 | 16.616 | 14.771 | 12.881 |
Omschrijving Specifiek Deel | |||||
% Huurprijsgeschillen afgerond binnen 4 maanden | 45% | 59% | 30% | 65% | 90% |
% Servicekostengeschillen afgerond binnen 4 maanden | 49% | 50% | 21% | 57% | 90% |
% Huurverhogingsgeschillen afgerond binnen 4 maanden | 94% | 99% | 29% | 97% | 90% |
% ADR-geschillen afgerond binnen 90 dagen | 86% | 80% | 59% | 94% | > 90% |
Gemiddeld integraal tarief/uur
Er worden geen uren geschreven binnen de Huurcommissie. Dit maakt dat een gemiddeld integraal tarief per uur niet te geven is en om deze reden is een nieuwe indicator ontwikkeld die in de begroting van het jaar 2023 is opgenomen.
Fte-totaal
Gezien de hoge productie en de forse verambtelijking die heeft plaatsgevonden is het aantal fte’s in dienst van de Huurcommissie gestegen naar 127. Hier tegenover staat een substantiële verlaging van het aantal ingehuurde externe krachten. Bij de start van 2022 waren dit er 54 externen werkzaam bij de Huurcommissie waar aan de start van 2023 nog slechts 16 externen werkzaam zullen zijn.
Saldo van baten en lasten
Het saldo is dit jaar omgeslagen van negatief in eerdere jaren naar positief in 2022. De lasten zijn in overeenstemming gebracht met de baten. Het saldo wordt toegevoegd aan het eigen vermogen dat na het negatieve saldo van 2021 en de dotatie vanuit het moederdepartement is teruggebracht naar de ondergrens van € 0.
Productie
In totaal zijn ruim 12.200 zaken afgewikkeld door de Huurcommissie in 2022 plus circa 2.500 verzetzaken. Deze productie ligt, net als het voorgaand jaar, hoger dan de instroom met als gevolg dat de voorraad geschillen verder is afgenomen. In onderstaande tabel wordt dit inzichtelijk gemaakt waarbij de beginvoorraad is afgezet tegen de instroom en productie. Hieruit is op te maken dat ultimo 2022 een eindvoorraad van circa 3.000 resteert hetgeen in overeenstemming is met de gewenste werkvoorraad op basis van de huidige instroom.
Voorraadontwikkeling | 1-jan-22 | instroom | productie | 31-dec-22 |
---|---|---|---|---|
Huurprijsgeschillen (punten) | 541 | 2.154 | 1.953 | 742 |
Huurprijsgeschillen (gebreken) | 963 | 3.961 | 3.795 | 1.129 |
Servicekosten | 1.253 | 2.389 | 2.960 | 682 |
Huurverhoging | 28 | 3.571 | 3.515 | 84 |
Subtotaal | 2.785 | 12.075 | 12.223 | 2.637 |
Verzet | 601 | 2.318 | 2.548 | 371 |
Totaal: | 3.386 | 14.393 | 14.771 | 3.008 |
Voor een beter inzicht te bieden in de afhandeling van soorten geschillen zijn de huurprijsgeschillen onderverdeeld in geschillen over de puntentelling en geschillen over gebreken. De overige categorie is tevens toebedeeld aan de geschillen waarop zij betrekking hebben. Dit tezamen biedt een beter beeld van de soorten geschillen die zijn afgehandeld en de doorlooptijden van deze geschillen.
De hoge productie is mede tot stand gekomen door het hoger aantal kennelijke voorzittersuitspraken. Eenvoudige zaken komen met een dergelijke uitspraak niet meer op zitting zodat zittingscommissies zich kunnen richten op de meer complexe zaken. Tegen een voorzittersuitspraak kan verzet worden aangetekend, het aantal verzetzaken is dan ook navenant gestegen maar is minder dan het aantal in het voorgaand jaar.
Specifiek deel
Waar in het jaar 2021 de nadruk lag op het wegwerken van de oude voorraad met als gevolg dat het percentage van zaken die op tijd zijn afgewikkeld sterk was gedaald, lag nu de nadruk op het behalen van de ons gestelde wettelijke doorlooptijden. Hier zijn grote stappen gezet. Over de gehele linie zijn de percentages verbeterd en liggen deze fors hoger dan eerdere jaren. Het achterliggende doel van het actieplan zoals vorig jaar is afgerond is hiermee gehaald en in het nieuwe jaar met het nieuwe systeem en verdere verbetering van de processen zullen de percentages naar verwachting verder de juiste richting op tenderen om de doelstelling zoals opgenomen in de begroting te behalen.
De wettelijke doorlooptijd, die vanuit de Alternative Dispute Resolution (ADR) voor ADR-instanties als de Huurcommissie geldt, wordt anders gemeten. De doorlooptijd start nadat het dossier compleet is. Deze doorlooptijd is door de Huurcommissie gehaald. In 94% van de gevallen was afronding binnen 90 dagen na gereed zijn van het dossier, hetgeen betekent dat voor het eerst sinds 2019 de doelstelling van >90% is behaald.