Het scheppen van randvoorwaarden om het zorgstelsel verder te optimaliseren zodat de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de zorg voor de burger gewaarborgd blijft.
De Minister bevordert de werking van het stelsel door partijen in staat te stellen hun rol te spelen en door belemmeringen weg te nemen die een goede werking van het stelsel in de weg staan.
Daar waar publieke belangen in het geding zijn die niet voldoende door (partijen in) het stelsel behartigd kunnen worden, bevordert de Minister dat deze belangen worden behartigd.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren:
– Het stimuleren van zorg die waarde toevoegt voor de kwaliteit van leven van de patiënt en waarbij sprake is van transparantie over kwaliteit en kosten van de zorg, zodat keuzevrijheid voor de consumenten is.
– Stimuleren dat patiënten en verzekerden een stevige (informatie-) positie innemen in het zorgstelsel, onder meer door patiënten te voorzien van informatie uit hun eigen dossier.
– Stimuleren dat patiënten- en gehandicaptenorganisaties sterkere organisaties worden en goede informatievoorziening, lotgenotencontact en belangenbehartiging tot stand brengen.
– Het stimuleren van een logische beroepenstructuur die aansluit op de huidige en toekomstige zorg- en ondersteuningsvraag.
– Het stimuleren van beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd zorgpersoneel (via meer aantrekken en behoud), andere manieren van werken en kwalitatief goede en toekomstbestendige opleidingen.
– Het stimuleren van innovaties in de zorg en de ontwikkeling en toepassing van ontwikkelde kennis en bevorderen van (digitale) vaardigheden.
– Het stimuleren van veilige en betrouwbare informatie-uitwisseling en authenticatie/identificatie en bewaking van een samenhangende basisinfrastructuur in de zorg, uitgaande van het eenmalig slim vastleggen en hergebruiken van informatie, gebaseerd op basis van een met het zorgveld gedeelde prioritering. Waarbij aandacht is voor ontwikkelingen die een (internationale) elektronische gegevensuitwisseling versnellen.
– Het stimuleren van vertrouwen om data te laten werken voor de zorg: werken aan recht op organiseren van eigen gegevens, afspraken om concurrentie op bezit van persoonlijke data te voorkomen en gestandaardiseerde vastlegging van data.
– Het stimuleren van een gezonde leefstijl voor de mensen woonachtig in Caribisch Nederland.
Financieren:
– Het financieren van patiënten- en gehandicaptenorganisaties om de belangen van hun doelgroep in het systeem te behartigen en hen goed te informeren.
– Het financieren van ZBO’s en agentschappen om hun (wettelijke) verantwoordelijkheid en taken in het zorgstelsel uit te voeren.
– Het financieren van projecten en onderzoek op het gebied van gezondheid, preventie en zorg (ZonMw).
– Het financieren van instrumenten om personeel in de zorg goed op te leiden en bij te scholen (SectorplanPlus, Stagefonds Zorg, subsidieregelingen kwaliteitsimpuls ziekenhuispersoneel, opleidingen in een jeugd-ggz instelling, beschikbaarheidsbijdrage medische vervolgopleidingen).
– Het financieren van zorg, welzijn, preventie, jeugdzorg en sport in Caribisch Nederland.
– Het financieel stimuleren van de ontwikkeling en het gebruik van persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO).
Regisseren:
– Het regisseren van een stevige positie van de patiënt in het zorgstelsel door wet- en regelgeving (klachtrecht, geschillenbeslechting, medezeggenschap, Wet BIG) en toepassing en handhaving daarvan.
– Regisseren dat alle betrokken partijen in de zorg, waaronder de patiënt, in staat zijn hun verantwoordelijkheid in het zorgstelsel waar te maken.
– Het regisseren van de verlaging van regeldruk in de zorg.
– Het voorkomen van systeemrisico’s bij financiering in de zorg.
– Het regisseren via het Informatieberaad en andere overlegorganen van een duurzaam informatiestelsel voor de zorg door te sturen op vier outcomedoelen (medicatieveiligheid, patiënt centraal, gestandaardiseerde informatie-uitwisseling, eenmalig vastleggen van gegevens) en het maken van afspraken, standaarden en voorzieningen voor dit informatiestelsel.
Wet toetreding zorgaanbieders
Per 1 januari 2022 is de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de daarmee samenhangende Aanpassingswet Wtza in werking getreden. Doel van de Wtza is het verbeteren van het risicogerichte toezicht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd op zorgaanbieders en het beter bewust maken van zorgaanbieders van de bestaande (kwaliteits-)eisen die aan de zorgverlening zijn gesteld. In de Wtza is een meldplicht opgenomen voor in beginsel alle zorg- en jeugdhulpaanbieders en een toelatingsvergunning voor bepaalde zorgaanbieders.
De openbare jaarverantwoordingsplicht, een maatschappelijke verantwoording over de besteding van collectieve middelen, is uitgebreid naar in beginsel alle zorgaanbieders.
(Ont)Regel de Zorg
In de tweede helft van 2022 is het vervolgprogramma [Ont]Regel de Zorg 2022 ‒ 2025 van start gegaan (Kamerstukken II 2021/22, 29515, nr. 480). Dit programma schetst de vier actielijnen waarlangs het kabinet deze periode de aanpak van ervaren regeldruk en administratieve lasten in de zorg vormgeeft. Dit zijn:
1. Voorkomen van nieuwe regeldruk door wet- en regelgeving van VWS: beleid dat beter werkt in de praktijk
2. Landelijke maatregelen
3. De lokale aanpak: vermindering van regeldruk binnen zorginstellingen
4. Een laagdrempelig toegankelijk loket voor signalen
Daarnaast zijn in het Integraal Zorgakkoord afspraken gemaakt over de vermindering van regeldruk, de inspanningen die de ondertekenende partijen daarvoor plegen, en het beoogde resultaat daarvan: een vermindering van de administratieve tijdsbesteding in 2025 met 5 procentpunt ten opzichte van 2020.
Werken in de Zorg
De Sociaal Economische Raad (SER) pleit voor extra middelen voor betere beloning daar waar een achterstand is vergeleken met andere werknemers en voor een andere systematiek om stage- en begeleidingskosten te compenseren. Naast het beschikbaar stellen van de reguliere overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (ova) in 2022 van ongeveer € 1,6 miljard is in 2022 eenmalig het budget opgehoogd met € 675 miljoen om in dat jaar een extra salarisverhoging voor de middengroepen in het loongebouw van de zorg mogelijk te maken.
Door het openstellen van de subsidie ‘SectorplanPlus 2022-2023’ is een stimulans gegeven aan activiteiten gericht op het opleiden en behoud van zorgmedewerkers. Ruim 1.800 zorginstellingen hebben voor de subsidie ‘SectorplanPlus 2022-2023’ aanvragen ingediend voor ruim 300.000 deelnemers om in de periode van 22 augustus 2022 ‒ 31 augustus 2023 opleidingstrajecten en plannen gericht op behoud van hun medewerkers uit te voeren. Voor de financiering hiervan is in 2022 een bedrag van ongeveer € 67 miljoen bevoorschot .
In het jaar 2022 zijn er verschillende initiatieven opgepakt om zeggenschap in de zorg te versterken . Zo is ten aanzien van het thema zeggenschap de subsidieregeling ‘Veerkracht en Zeggenschap’ (€ 12,5 miljoen) ingericht om op instellingsniveau met zeggenschap aan de slag te gaan. Hiernaast is een projectsubsidie voor het ‘Landelijk Actieplan Zeggenschap’ ingezet (€ 2,5 miljoen) voor het begeleiden van organisaties die subsidie hebben ontvangen en daarnaast verschillende overkoepelende activiteiten organiseert, zoals intervisie- en netwerkbijeenkomsten en dialoogsessies. De begeleiding is van belang om goede voorbeelden, leer- en verbeterpunten op te halen vanuit de subsidieregeling. Deze informatie wordt vervolgens door middel van verschillende overkoepelende activiteiten beschikbaar gesteld aan de gehele sector. Op deze manier wordt gepoogd optimaal leerrendement te garanderen zodat zeggenschap duurzaam kan worden bevorderd. De activiteiten zijn bedoeld voor professionals en bestuurders van zorgorganisaties, waarbij de projectorganisatie een belangrijke rol speelt in het verbinden van deze professionals en organisaties.
Het cultuuradvies van de Chief nursing officer (CNO) is gepubliceerd (Kamerstukken II, 2022/23, 29282, nr. 485) waarbij de eigen verantwoordelijkheid van iedereen bij het bevorderen van zeggenschap aan de orde komt.
Aanvullend op voornoemde activiteiten om zeggenschap in de zorg te versterken is respectievelijk op 17 mei 2022 een initiatiefwetsvoorstel van Ellemeet (GL) en Tielen (VVD) in de TK en op 1 november 2022 in de EK aangenomen waarmee zeggenschap voor zorgmedewerkers wettelijk wordt verankerd in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). De implementatie volgt 1 juli 2023.
Zorgopleidingen
De subsidieregeling Stageplaatsen Zorg II is in 2020 geëvalueerd. De evaluatie is in 2020 naar de Tweede Kamer verstuurd. In 2022 is de subsidieregeling met een aantal technische wijzigingen verlengd tot augustus 2027. Daarnaast is in 2022 de Subsidieregeling stageplaatsen zorg II van € 63,5 miljoen eenmalig opgehoogd tot € 179,2 miljoen. Hiermee stimuleert VWS ten behoeve van het collegejaar 2022-2023 werkgevers om meer stage- en leerwerkplekken aan te bieden voor de initiële opleidingen.
Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
Om de Wet BIG toekomstbestendig te maken met het oog op verschillende maatschappelijke ontwikkelingen is nader onderzoek uitgevoerd onder leiding van een stuurgroep met vertegenwoordigers uit het veld (Kamerstukken II, 2021/22, 29282, nr. 461). De resultaten van het onderzoek zijn met de stuurgroep besproken en er zijn vervolgacties vastgesteld, zoals het inrichten van een tijdelijke adviescommissie m.b.t. voorbehouden handelingen en een communicatiecampagne.
Hiernaast zijn de kwaliteitsdoelstellingen van de Wet BIG en het voorkomen van overregulering nader bekeken. Zo is bijvoorbeeld de tweejaar-werkonderbrekingeis met betrekking tot het herregistreren in het BIG-register geschrapt. Naar aanleiding van een wens vanuit de beroepsverenigingen in de psychologische zorg en mede op basis van impactanalyses (Kamerstukken II 2021/22, 35925 XVI, nr. 164) is het besluit genomen om de beroepenstructuur in de GGZ te wijzigen (Kamerstukken II, 2022/23, 29282, nr. 487). Hierdoor wordt meer eenheid en duidelijkheid gecreëerd en een bijdrage geleverd aan de toegankelijkheid en effectiviteit van de psychologische zorg.
Hoewel het inzetten van buitenslands gediplomeerd zorgpersoneel geen structurele oplossing is om de krapte op de arbeidsmarkt te verminderen kan het zorgorganisaties in bepaalde situaties ontlasten, mits goed georganiseerd en wordt voldaan aan de wet- en regelgeving. Om te bevorderen dat buitenlands gediplomeerde zorgverleners sneller een plek vinden op de arbeidsmarkt is met betrokken partijen ingezet om de BIG-toelatingsprocedure met behoud van kwaliteit te stroomlijnen en versnellen. Zo is er bijvoorbeeld bij het CIBG in de vorm van een tweejarige pilot een centraal aanspreekpunt gecreëerd waar buitenlands gediplomeerde terecht kunnen met alle vragen over de BIG-toelatingsprocedure (Kamerstukken II, 2021/22, 29282, nr. 455).
Duurzaamheid en Zorg
Ook in 2022 faciliteerde het ministerie van VWS de verduurzamingsbeweging in de zorgsector. Zo publiceerde het RIVM een onderzoek in opdracht van VWS naar de totale voetafdruk van de Nederlandse zorgsector en onderzocht het Expertisecentrum Verduurzaming Zorg (EVZ) onder andere hoe zorginstellingen zich kunnen voorbereiden op het toekomstig aansluiten op warmte- en/of koude-distributiesystemen. Daarnaast is ingezet op vergroten van kennis en bewustwording van professionals in de zorg via een nieuwsbrief, webinars en een jaarlijks congres. Ook zijn diverse initiatieven uit de sector ondersteund, zoals het Landelijke Netwerk Groene OK waarbij steeds meer operatiekamers werken aan afvalvermindering en energiebesparing op operatiekamers, de Groene Zorgalliantie, die zorgprofessionals stimuleert en activeert om te verduurzamen en waar inmiddels 79 ‘Green Teams’ uit de hele zorg bij zijn aangesloten, en een hackaton dat leidde tot een advies voor ziekenhuizen hoe circulair te worden. Onderzoek naar de inspanningen om de CO2-uitstoot door zorgvastgoed te verminderen, toont dat het destijds besproken doel van 49% CO₂-reductie in 2030 technisch binnen bereik ligt.
De noodzaak om de zorg te vergroenen wordt in de sector breed gevoeld. Dat blijkt ook uit de nieuwe Green Deal ‘Samen werken aan Duurzame Zorg’ (GDDZ 3.0), die in 2022 tot stand is gekomen, mede op instigatie van partijen uit de zorg. Deze bevat concretere afspraken en doelstellingen over het verduurzamen van de zorg, zoals ook geadviseerd na de (ex-durante) evaluatie van de Green Deal 2.0. Al meer dan 150 partijen hebben de nieuwe Green Deal ondertekend. De Green Deal vormt de ruggengraat en de verbinding van de verduurzamingstransitie in de zorgsector en zet voor sector en Rijksoverheid de inhoudelijke lijnen voor de komende jaren uit.
Toegang en Gegevensuitwisseling
Innovatie & Zorgvernieuwing
ZorgvanNu
Het communicatietraject ZorgvanNu heeft in 2022 de beoogde resultaten bereikt en op onderdelen de verwachtingen overtroffen. In 2022 waren er 836.000 websitebezoeken, tegen 748.000 in 2021 en 589.000 in 2020. Daarmee heeft de beoogde gestage groei in het gebruik zich in 2022 doorgezet. Op Facebook is ZorgvanNu nu de grootste community voor digitale zorg in Nederland. Het aantal volgers in 2022 was 22.600, voornamelijk verplegenden en verzorgenden. Naar schatting zijn in 2022 1.370.000 mensen bereikt met posts op Facebook. Het aantal volgers op LinkedIn steeg in 2022 met 75% van 3.818 naar 6.706. Op de social media kanalen is veel interactie, en de reacties zijn overwegend positief. De e-learning, waarmee accreditatiepunten kunnen worden behaald, is in 2022 door 11.088 mensen gevolgd. Dat is een forse, groter dan verwachte stijging (157%) ten opzichte van 2021 toen 4.309 mensen de leergang volgden. Al bij al zijn de beoogde resultaten voor ZorgvanNu ruimschoots behaald.
Persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s)
In de tweede helft van 2022 is het VIPP programma «Open» gereed gekomen. Dit programma heeft erin geresulteerd dat ca. 95% van de huisartspraktijken is aangesloten op het MedMij afsprakenstelsel, waarmee ontsluiting naar PGO’s mogelijk is geworden. In het VIPP5 programma is in 2022 gewerkt aan een vergelijkbare ontsluiting vanuit de ziekenhuizen. In het eerste kwartaal van 2022 was 19% van de ziekenhuizen in staat om gegevens beschikbaar te stellen aan de PGO van de patiënt. Per ultimo 2022 was dit gestegen naar 68%. Het aantal (eerste) PGO-gebruikers is in 2022 nog achter gebleven bij eerdere verwachtingen, mede doordat toenmalige planningen uitgingen van het eerder afronden van deze VIPP programma’s. Onder andere als gevolg van de Covid-crisis hebben de programma’s een langere doorlooptijd gekend. Het versnellingstraject MedElkaar, bedoeld om knelpunten in de informatievoorziening rond PGO’s op te lossen, heeft zich in 2022 ontwikkeld tot een productief samenwerkingsverband, waarbinnen de gesignaleerde knelpunten gestructureerd worden aangepakt en de voortgang wordt gemonitord. Dit initiatief voldoet daarmee aan de verwachtingen, terwijl tegelijkertijd een aantal van de gesignaleerde knelpunten taaier zijn dan tevoren was voorzien. Het traject zal daarom in 2023 worden voortgezet.
Gegevensuitwisseling
In het coalitieakkoord heeft het verbeteren van de houdbaarheid van de zorg een prominente plek gekregen door o.a. de inzet op de standaardisatie van gegevensuitwisseling. Goede gegevensuitwisseling is daarnaast randvoorwaardelijk om de doelstellingen uit het Integraal Zorgakkoord te behalen.
De wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg (Wegiz) verplicht elektronische uitwisseling voor specifieke gegevensuitwisselingen. In 2022 is er gewerkt aan het wetgevingstraject, waarbij het wetsvoorstel op 27 september 2022 is aangenomen door de Tweede Kamer (Kamerstukken I: 2022-2023 35824 nr. A) en er een start is gemaakt met het uitwerken van specifieke, geprioriteerde, gegevensuitwisselingen in AMvB’s. Daarnaast is er in 2022 een eerste vergelijking gemaakt tussen de Wegiz en het voorstel European Health Data Space (EHDS), eventuele aanpassing en/of bijstelling is vooralsnog niet aan de orde en wordt indien nodig op zijn vroegst in 2023 verwacht.
Generieke functiesOm optimale elektronische gegevensuitwisseling in de zorg te realiseren dienen meer randvoorwaarden te worden ingevuld, waarbij publieke sturing vanuit de overheid noodzakelijk is gebleken. Eén van die randvoorwaarden betreft de totstandkoming van zogenaamde generieke functies die essentieel zijn om elektronische gegevensuitwisseling mogelijk te maken. Denk hierbij aan het vastleggen van het al dan niet verlenen van toestemming van patiënten of cliënten voor het delen van gegevens. VWS heeft een afwegingskader voor generieke functies opgeleverd, waarmee kan worden bepaald of- en zo ja, in welke vorm er meer publieke sturing op deze voorzieningen nodig is. Het afwegingskader is in december 2022 aangeboden aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2022/23, 27529 nr. 287).
InformatieveiligheidDoordat de zorg steeds verder digitaliseert wordt het steeds belangrijker dat de informatiebeveiliging in de zorg op orde is. Goede informatiebeveiliging is primair de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieders zelf, maar VWS heeft hier ook een belangrijke rol. In 2022 heeft VWS de focus gelegd op het verhogen van de bewustwording over digitale veiligheid, digitaal veilig gedrag en de geldende wet- en regelgeving op het gebied van informatiebeveiliging. Dit heeft VWS onder andere gedaan door de borging van de uitkomsten van het project ‘Informatieveilig gedrag in de zorg’ en door het ondersteunen van Z-CERT, het landelijk informatieknooppunt voor informatieveiligheid binnen de zorgsector. Voor de aansluiting van zorgpartijen bij Z-CERT volgt VWS een risico gestuurde aanpak: de zorgsectoren die het meeste baat hebben bij deelname worden als eerste aangesloten. In 2022 is Jeugdzorg Nederland collectief aangesloten bij Z-CERT. Ook alle GGD’en zijn in 2022 aangesloten bij Z-CERT.
ToegangEen belangrijke doelstelling van VWS is het stimuleren van digitale gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders en patiënten en tussen zorgaanbieders onderling. Omdat het hier om medische informatie gaat, moet de toegang tot deze informatie op betrouwbaarheidsniveau ‘hoog’ worden ontsloten. In het wetsvoorstel Digitale Overheid is bepaald welke inlogmiddelen hiervoor gebruikt mogen gaan worden. In 2022 is vervolg gegeven aan het aansluiten van zorgaanbieders op DigiD / de ToegangVerleningService (TVS) en de machtigingsvoorziening. Met BZK is de voorziening voor ouderlijk gezag ontwikkeld voor toepassing in de zorg en is een pilot gestart bij Maastricht UMC+. Daarnaast is in 2022 een start gemaakt met het wetgevingstraject voor een generieke voorziening voor digitale identificatie en authenticatie van zorgverleners.
Digitale ondersteuning bij aanpak COVID-19 Digitale ondersteuningsmiddelen zijn belangrijk geweest in de crisisaanpak van COVID-19 en hebben bijgedragen aan het openen en openhouden van de samenleving tijdens de acute fase van de COVID-19 crisis. Denk daarbij o.a. aan CoronaMelder, CoronaCheck en GGD Contact. Het jaar 2022 stond in het teken van het bestendigen, borgen en in beheer nemen van de gerealiseerde instrumenten. Daarnaast maakte de huidige fase van de pandemie het heroverwegen van het nut, de noodzaak en proportionaliteit van instrumenten opportuun. Zo is CoronaMelder in 2022 stopgezet en ontmanteld. Het CoronaCheck-stelsel daarentegen is nog altijd operationeel, zodat reizigers volgens de EU-verordening hun Digital Corona Certificate (DCC) kunnen tonen. Ter ondersteuning van de registratie van vaccinaties (in o.a. ziekenhuizen), de melding van vaccinatieregistratie aan het RIVM en het verstrekken van QR-codes waar deze niet automatisch kunnen worden verstrekt, wordt gebruik gemaakt van de digitale middelen BRBA, ZKVI en HKVI. Een andere belangrijke ontwikkeling het afgelopen jaar is het open source beschikbaar stellen van de Kwetsbaarheden Analyse Tool (KAT) per 1 juli 2022 die wordt gebruikt voor de monitoring van dreigingen en kwetsbaarheden in de systemen en omgevingen die VWS zelf ontwikkeld heeft, zoals hierboven benoemd. Dit is noodzakelijk zolang deze applicaties binnen beleid gehandhaafd blijven.
Realisatie1 | Vastgestelde begroting2 | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 20223 | 2022 | |
Verplichtingen | 1.076.471 | 1.269.744 | 3.299.470 | 2.152.935 | 1.290.647 | 1.138.485 | 152.162 |
Uitgaven | 957.620 | 1.120.778 | 3.051.899 | 2.154.091 | 1.312.176 | 1.352.629 | ‒ 40.453 |
1. Positie cliënt en transparantie van zorg | 69.029 | 80.255 | 68.055 | 75.897 | 71.741 | 52.795 | 18.946 |
Subsidies | 42.734 | 41.643 | 34.071 | 34.299 | 36.298 | 36.457 | ‒ 159 |
Patiënten- en gehandicaptenorganisaties | 18.106 | 16.148 | 16.224 | 16.369 | 16.896 | 17.000 | ‒ 104 |
Transparantie van zorg | 24.052 | 25.442 | 17.847 | 17.830 | 18.952 | 19.307 | ‒ 355 |
Overige | 576 | 53 | 0 | 100 | 450 | 150 | 300 |
Opdrachten | 20.415 | 32.774 | 27.464 | 34.472 | 27.524 | 8.689 | 18.835 |
Ondersteuning cliëntorganisaties | 4.283 | 7.207 | 2.692 | 3.998 | 3.999 | 4.033 | ‒ 34 |
Transparantie van zorg | 5.166 | 14.543 | 989 | 780 | 1.104 | 2.545 | ‒ 1.441 |
Overige | 10.966 | 11.024 | 23.783 | 29.694 | 22.421 | 2.111 | 20.310 |
Bijdragen aan agentschappen | 5.880 | 5.838 | 6.520 | 7.126 | 7.919 | 7.649 | 270 |
CIBG | 5.880 | 5.838 | 6.520 | 7.126 | 7.919 | 7.649 | 270 |
0 | |||||||
2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | 502.121 | 436.639 | 2.438.206 | 1.457.625 | 666.439 | 672.525 | ‒ 6.086 |
Subsidies | 484.030 | 420.711 | 2.417.168 | 1.398.135 | 645.466 | 650.376 | ‒ 4.910 |
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | 484.030 | 420.711 | 2.417.168 | 1.398.135 | 645.466 | 650.376 | ‒ 4.910 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 2.798 | 4.894 | 7.019 | 6.732 | 7.125 | 9.244 | ‒ 2.119 |
Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt | 2.798 | 4.894 | 7.019 | 6.732 | 7.125 | 9.244 | ‒ 2.119 |
Bijdragen aan agentschappen | 15.293 | 10.973 | 13.969 | 14.093 | 13.632 | 12.905 | 727 |
CIBG | 15.293 | 10.973 | 13.969 | 14.093 | 13.632 | 12.905 | 727 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 0 | 0 | 38.628 | 124 | 0 | 124 |
ZiNL | 0 | 0 | 0 | 38.628 | 124 | 0 | 124 |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 0 | 61 | 50 | 37 | 92 | 0 | 92 |
Overige | 0 | 61 | 50 | 37 | 92 | 0 | 92 |
3. Informatiebeleid | 19.456 | 18.425 | 76.890 | 104.868 | 97.033 | 191.917 | ‒ 94.884 |
Subsidies | 7.588 | 4.378 | 24.141 | 32.299 | 36.631 | 121.447 | ‒ 84.816 |
Informatiebeleid | 0 | 0 | 15.623 | 21.358 | 27.334 | 14.297 | 13.037 |
Maatschappelijke diensttijd | 0 | 0 | 0 | 1.000 | ‒ 423 | 94.677 | ‒ 95.100 |
Overige | 7.588 | 4.378 | 8.518 | 9.941 | 9.720 | 12.473 | ‒ 2.753 |
Opdrachten | 681 | 1.824 | 28.970 | 38.111 | 42.802 | 37.599 | 5.203 |
Informatiebeleid | 0 | 0 | 26.372 | 34.792 | 40.280 | 28.685 | 11.595 |
Overige | 681 | 1.824 | 2.598 | 3.319 | 2.522 | 8.914 | ‒ 6.392 |
Bijdragen aan agentschappen | 10.187 | 12.223 | 23.779 | 34.458 | 17.600 | 32.871 | ‒ 15.271 |
Informatiebeleid | 10.187 | 12.223 | 23.779 | 34.458 | 17.600 | 32.871 | ‒ 15.271 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 1.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Inrichting Zorgstelsel | 235.649 | 457.499 | 256.165 | 279.300 | 276.255 | 255.657 | 20.598 |
Subsidies | 6.334 | 0 | 335 | 735 | 1.039 | 0 | 1.039 |
Programma's Zorgstelsel | 6.334 | 0 | 335 | 735 | 1.039 | 0 | 1.039 |
Opdrachten | 605 | 1.090 | 1.373 | 1.218 | 872 | 1.582 | ‒ 710 |
Programma's Zorgstelsel | 42 | 533 | 802 | 661 | 460 | 1.027 | ‒ 567 |
Overige | 563 | 557 | 571 | 557 | 412 | 555 | ‒ 143 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 228.710 | 256.409 | 254.457 | 277.347 | 274.344 | 254.075 | 20.269 |
CAK | 117.534 | 129.689 | 126.585 | 129.743 | 124.075 | 112.456 | 11.619 |
NZa | 59.468 | 60.752 | 61.823 | 66.131 | 69.053 | 63.547 | 5.506 |
Zorginstituut Nederland | 49.463 | 63.768 | 64.149 | 79.873 | 79.616 | 74.722 | 4.894 |
CSZ | 2.245 | 2.200 | 1.900 | 1.600 | 1.600 | 1.600 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 1.750 | ‒ 1.750 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
EZK: ACM | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Begrotingsreserve | 0 | 200.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 200.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland | 131.365 | 127.960 | 212.583 | 236.401 | 200.708 | 179.735 | 20.973 |
Subsidies | 0 | 0 | 3.316 | 3.182 | 3.864 | 3.582 | 282 |
Zorg en Welzijn | 0 | 0 | 3.316 | 3.182 | 3.864 | 3.582 | 282 |
Bekostiging | 131.365 | 127.870 | 203.118 | 228.364 | 184.929 | 171.852 | 13.077 |
Zorg en Welzijn | 131.365 | 127.870 | 203.118 | 228.364 | 184.929 | 171.852 | 13.077 |
Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Zorg | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Welzijn | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 90 | 6.149 | 4.855 | 11.915 | 4.301 | 7.614 |
Overige | 0 | 90 | 6.149 | 4.855 | 11.915 | 4.301 | 7.614 |
6. Voorkomen oneigenlijk gebruik en aanpak fraude | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overig | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 85.356 | 76.293 | 86.701 | 41.434 | 30.656 | 11.153 | 19.503 |
Wanbetalers en onverzekerden | 72.272 | 58.492 | 60.073 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 13.084 | 17.801 | 26.628 | 41.434 | 30.656 | 11.153 | 19.503 |
NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, incidentele suppletoire begroting(en) en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB(s) die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting zijn opgeteld bij realisatie.
1. Positie cliënt en transparantie van zorg
Opdrachten
Overige
De uitgaven op het instrument opdrachten is € 20,3 miljoen hoger ten opzichte van de vastgestelde begroting 2022. Dit komt onder andere doordat er middelen vanuit andere onderdelen van de begroting hiernaartoe zijn overgeboekt ten behoeve van de begeleiding bij campagnes (€ 17,9 miljoen). Deze middelen zijn onder meer ingezet voor de campagnes ‘Eén tegen eenzaamheid’, ‘NIX18’ en ‘Hey het is oké’ en voor campagnes in het kadervan Covid-19, zoals‘Vaccinatie’ en ‘Testen& Quarantaine’.
Voor gemaakte kosten voor het beheren en bewaren van medische dossiers van patiënten en voormalige patiënten van het in 2018 failliet verklaarde MC IJsselmeerziekenhuizen B.V. is € 1,0 miljoen beschikbaar gesteld.
2. Opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt
Subsidies
Sectorplanplus
Zoals reeds vermeld in de eerste suppletoire begroting zijn niet alle aangevraagde subsidies voor de tijdvakken 1 tot en met 3 van Sectorplanplus zijn gerealiseerd. Daardoor is een bedrag van € 9,9 miljoen vrijgevallen.
Verlenging Coronabanen in de Zorg
Het kabinet heeft in 2022 € 45 miljoen extra beschikbaar gesteld voor een derde tijdvak van de subsidieregeling Coronabanen in de Zorg. Met deze subsidieregeling kunnen zorgorganisaties ondersteunende functies creëren die zorgprofessionals ontlasten. De inzet van ondersteunend personeel ter ontlasting van de zorgprofessionals zorgt voor meer capaciteit en een groter herstelvermogen van zorgprofessionals. In de tweede suppletoire begroting is dit budget overgeheveld naar 2023.
Verlenging Nationale Zorgklas
Het kabinet heeft in 2022 € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld voor de Nationale Zorgklas. Met de Nationale Zorgklas kunnen niet-medisch geschoolden in korte tijd worden opgeleid voor ondersteunende functies in de zorg die zorgprofessionals ontlasten. Ook kunnen mensen die de ambitie hebben duurzaam in te stromen, mbo-deelcertificaten volgen gericht op de zorg.
Intensivering Nationale Zorgreserve
Het kabinet heeft in 2022 € 5 miljoen beschikbaar gesteld voor de nationale zorgreserve. Met dit bedrag kan de beoogde capaciteit van de Nationale Zorgreserve in 2022 tijdelijk worden vergroot van 2000 reservisten naar 5000 reservisten.
Zeggenschap
De uitgaven op grond van de subsidieregeling Veerkracht en Zeggenschap zijn € 5,0 miljoen lager dan geraamd.
Behoud langdurig Zieke Zorgmedewerkers
In de zesde incidentele suppletoire begroting is € 27 miljoen vrijgemaakt voor een regeling voor het behoud van langdurig zieke zorgmedewerkers. Bij tweede suppletoire begroting 2022 is € 12,0 miljoen van 2022 naar 2023 geschoven. Bij de initiële verdeling van de beschikbare middelen over de jaren 2022 en 2023 was geen rekening gehouden met wanneer aanvragen ingediend konden worden en de behandeltermijn van 13 weken. De uiteindelijke realisatie op deze regeling in 2022 is € 0,1 mln. De aanvragen zijn lager dan verwacht, daarnaast zijn niet alle aanvragen in 2022 behandeld waardoor bij Slotwet € 14,9 miljoen vrijvalt.
Kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg
Met de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls personeel ziekenhuiszorg 2020-2022 (KPZ) worden ziekenhuizen en UMC’s gestimuleerd meer en strategischer te investeren in bij- en nascholing van personeel. Er was € 211 miljoen in de begroting beschikbaar gesteld en met de Overheidsbijdrage in de Arbeidskostenontwikkeling (OVA) is dit bedrag verhoogd tot € 216 miljoen.
Subsidieregeling Stageplaatsen Zorg II
In 2022 is € 179,2 miljoen uitbetaald in het kader van de Subsidieregeling Stageplaatsen Zorg II (het Stagefonds Zorg) voor stages gerealiseerd in het opleidingsjaar 2021-2022. Het budget is in 2022 incidenteel verhoogd met € 63,5 miljoen. Hiermee stimuleert VWS ten behoeve van het collegejaar 2022-2023 werkgevers om meer stage- en leerwerkplekken aan te bieden voor de initiële opleidingen.
Overige
Bij de tweede suppletoire begroting is € 12,2 miljoen afgeboekt vanwege onder andere lagere uitgaven ad € 5 miljoen aan de taskforce arbeidsmarkt en € 2,0 miljoen lagere uitgaven aan de campagne Werken in de zorg. De plannen ten aanzien van een meerjarige inzet om zeggenschap te bevorderen zijn niet volledig uitgevoerd , waardoor € 4,0 miljoen niet is uitgegeven.
3. Informatiebeleid
Subsidies
Op het instrument subsidies is € 84,8 miljoen minder gerealiseerd ten opzichte van de vastgestelde begroting. Dit is als volgt opgebouwd:
Informatiebeleid
Naar aanleiding van het coalitieakkoord zijn activiteiten in het kader van standaardisatie gegevensuitwisseling in de zorg gecontinueerd en versneld. Tevens zijn voorbereidingen getroffen voor een meerjarige uitwerking van dit thema. Voor standaardisatie gegevensluitwisseling is in 2022 voor € 7 miljoen aan aanvullende uitgaven gerealiseerd.
Ten behoeve van Nictiz is € 2,9 miljoen meer uitgaven gerealiseerd in het kader van het reguliere programma plan, informatiestandaarden geboortezorg en medicatieoverdracht. Daarnaast is voor diverse andere subsidies per saldo voor € 1 miljoen meer uitgaven gerealiseerd.
Binnen het programma Innovatie en Zorgvernieuwing zijn de subsidie-uitgaven met € 2,1 miljoen toegenomen voor de afwikkeling van de in 2020 ontwikkelde OLVG corona-applicatie Luscii.
Maatschappelijke diensttijd
De middelen ten behoeve van maatschappelijke diensttijd ad € 95,1 miljoen zijn bij de eerste suppletoire begrotingswet 2022 overgeheveld naar de begroting van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap.
Overig
Voor diverse subsidies is binnen programma Innovatie en Zorgvernieuwing voor € 2,8 miljoen minder uitgaven gerealiseerd. Dit komt onder meer door lagere uitgaven voor de subsidieregeling voor GROZzerdammen.
Opdrachten
Op het instrument Opdrachten is € 5,2 miljoen meer gerealiseerd ten opzichte van de vastgestelde begroting. Dit is als volgt opgebouwd:
Informatiebeleid
Op het opdrachtenbudget is € 8,8 miljoen minder tot besteding gekomen, onder meer door vertraging op beleidsdossiers bij de totstandkoming van de Wet Digitale Overheid (WDO), zoals bij implementatie Toegang (TVS), de UZI-pilots, de totstandkoming van de Wegiz en de uitloop van Lijn4. Daarnaast is voor € 2,5 miljoen een instrumentwijziging doorgezet naar apparaatsuitgaven (artikel 10) en heeft voor € 1,6 miljoen aan budgetoverhevelingen plaatsgevonden onder meer voor uitvoeringstoets Egiz. Hier tegenover staat dat voor € 1,6 miljoen aan technische mutaties naar Opdrachten is doorgezet, dat € 1,5 miljoen beschikbaar is gesteld voor versterking van de inlichtingendiensten voor Vitaal en Cybersecurity en dat voor DIGID/Logius sprake is van een technische verschuiving ad € 18 miljoen van het instrument Bijdrage aan agentschappen.
Naar aanleiding van het coalitieakkoord zijn activiteiten in het kader van standaardisatie gegevensuitwisseling in de zorg gecontinueerd en versneld. Aan opdrachten is € 0,3 miljoen meer gerealiseerd.
Daarnaast is bij de vierde incidentele suppletoire begrotingswet 2022 en de eerste suppletoire begrotingswet 2022 aanvullend budget beschikbaar gesteld voor het beheer en de (door)ontwikkeling van de diverse applicaties die kunnen bijdragen aan de bestrijding van het coronavirus. Van het aanvullend beschikbaar gestelde budget is uiteindelijk € 3,1 miljoen aan opdrachten gerealiseerd.
Overige
Binnen het programma Innovatie en Zorgvernieuwing is € 5,5 miljoen minder uitgaven voor opdrachten gerealiseerd. Dit komt vooral door minder uitgaven voor de PGO-gebruikersregeling, doordat het aantal PGO-gebruikers in 2022 minder hard op gang is gekomen dan verwacht. Daarnaast ontstaat de lagere uitgavenrealisatie door diverse budgetoverhevelingen, onder meer voor uitvoering van programma ‘Zorg voor Innoveren’, de campagne ‘Zorg van Nu’ en het project ‘Digitale Zorgzandbak’.
Tot slot is voor € 0,9 miljoen minder aan kleinere opdrachten gerealiseerd.
Bijdrage aan agentschappen
Op het instrument Bijdrage aan agentschappen is € 15,2 miljoen minder gereasliseerd ten opzichte van de vastgestelde begroting.
Informatiebeleid
Op informatiebeleid hebben bij de eerste en tweede suppletoire begrotingswet 2022 diverse mutaties plaatsgevonden die leiden tot een afname van het kader. Het budget is met € 1,3 miljoen opgehoogd ten behoeve van beleidsmatige bijdragen en uitgaven. Daarnaast is het kader door technische mutaties per saldo met € 1,3 miljoen verlaagd. Voor DIGID/Logius is voor € 18 miljoen sprake van een technische verschuiving naar het instrument Opdrachten. Voor de hosting van CoronaMelder bij het CIBG is tot slot € 2,8 miljoen gerealiseerd.
4. Inrichting Zorgstelsel
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
CAK
De uitvoeringskosten van het CAK waren in 2022 € 1,0 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. De belangrijkste oorzaak is dat € 10,6 miljoen extra is toegekend in het kader van projecten en incidentele kosten (zoals uitgaven in het kader van Werk aan Uitvoering en extra uitvoeringskosten in het kader van de kinderopvangtoeslagaffaire). Daarnaast is sprake van extra uitvoeringskosten Wmo.
NZa
Onder andere om de taakstellende onderuitputting correct in te vullen heeft een herschikking van budget plaatsgevonden (€ 3,7 miljoen), is de loonbijstelling bijgeboekt (€ 1,5 miljoen) en is een IGJ-bijdrage in de Wtza-taken overgeheveld vanuit artikel 10 (€ 0,3 miljoen).
Zorginstituut Nederland
De uitvoeringskosten van het Zorginstituut zijn € 4,9 miljoen hoger dan oorspronkelijk geraamd. Dit heeft te maken met het feit dat het Zorginstituut in 2022 is gestart met een aantal nieuwe projecten waarvoor door VWS extra budget beschikbaar is gesteld. Dit betreft onder andere het opstarten en bepalen van de benodigde capaciteit voor Passende Zorg. Verder zijn in 2022 extra middelen beschikbaar gesteld voor geneesmiddelenbeoordelingen om dure geneesmiddelen in Nederland betaalbaar en beschikbaar te maken. Ten slotte hebben er voor een aantal projecten mutaties plaatsgevonden vanuit andere (sub)artikelen. Deze mutaties bestaan onder andere uit WEGIZ, Moleculaire diagnostiek en Zorgzandbak.
5. Zorg, welzijn en jeugdzorg op Caribisch Nederland
Bekostiging
Zorg en Welzijn
Totaal verschil op bekostiging met de stand van de vastgestelde begroting is €13 miljoen en betreft onder meer middelen die ter beschikking zijn gesteld in de 2e suppletoire begroting voor de koersverschil €13,5 miljoen en extra kosten in de curatieve zorg €5,7 miljoen in verband met het inhalen van zorg als gevolg van de coronacrisis. Verder is in de 2e suppletoire begroting een meevaller van €1,2 miljoen op Jeugd ingediend door een aantal projecten die vertraging hebben opgelopen. Tenslotte, zijn in de 1e suppletoire begroting €19,3 miljoen aan middelen ter beschikking gesteld in het kader van bestrijding van het COVID-19 virus. Deze extra COVID middelen waren alleen bedoeld in het geval van een grote uitbraak in het Caribisch deel van het Koninkrijk die dan ingezet zouden worden voor onder andere medisch personeel, levering van persoonlijke beschermingsmiddelen, ondersteunen van de ziekenhuizen en ondersteuning op publieke gezondheid. De uitbraak is niet aangekomen waardoor er minder is gerealiseerd dan geraamd (€26 miljoen).
Bijdrage aan medeoverheden
Overige
Het verschil tussen het bedrag in de vastgestelde begroting en de realisatie komt vooral door een overboeking van € 6,9 miljoen van artikel 6 naar dit instrument in het kader van het Caribisch Nederland Sport- en Preventieakkoord. ZJCN werkt de afgelopen jaren intensief samen met de Openbare Lichamen om de achterstanden op de sportaccommodaties weg te werken. Met deze bijzondere uitkering, die voor een groot deel gefinancierd wordt uit de zogenoemde BOSA regeling, subsidieregeling Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA), is het mogelijk om de opgave op de sportaccommodaties te versnellen. Deze mutatie is reeds gemeld in de tweede suppletoire begroting.
Ontvangsten
Binnen het beleidsartikel «Zorgbreed beleid» is € 19,5 miljoen meer ontvangsten gerealiseerd dan geraamd. De hogere ontvangstenrealisatie komt onder meer doordat de vaststellingen en herzieningen van een aantal subsidies en bijdragen aan ZBO's heeft geleid tot terugbetalingen. Hiervan betreft € 2,2 miljoen specifiek afrekening en terugontvangst van verstrekte subsidies voor de zorgbonus in 2020 en 2021.
De Stichting Waarborgfonds voor de Zorgsector (WFZ) heeft € 1,7 miljoen teruggestort voor een bij de oprichting vanuit de Rijksoverheid ontvangen initiële storting.
De ontvangsten van de onverzekerden betreffen € 3,8 miljoen, deze ontvangsten staan begroot op beleidsartikel 2 terwijl de realisatie op beleidsartikel 4 staat.
Door het CAK is € 2,3 miljoen afgelost op een lening die in 2017 aan het CAK is verstrekt.
Tot slot zijn voor € 9,5 miljoen diverse kleinere ontvangsten gerealiseerd.