Het onder dit artikel opgenomen budget ten behoeve van wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer betreft de kosten van interparlementaire activiteiten.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4, lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.
Voor wat betreft de uitvoering en de beoogde resultaten deden zich geen bijzonderheden voor.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Verplichtingen | 1.172 | 904 | 891 | 1.031 | 1.380 | 1.574 | ‒ 194 |
Uitgaven | 1.181 | 904 | 891 | 948 | 1.456 | 1.574 | ‒ 118 |
Materiële uitgaven | |||||||
Interparlementaire betrekkingen | 1.181 | 904 | 891 | 948 | 1.456 | 1.574 | ‒ 118 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitgaven
Materiële uitgaven
Interparlementaire betrekkingen
De uitgaven voor interdepartementale betrekkingen is in 2023 nagenoeg in lijn met de begroting.