Realisatie | Vastgestelde begroting1 | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Verplichtingen | 0 | 149.717 | 153.244 | 173.640 | 226.244 | 183.088 | 43.156 |
Uitgaven | 0 | 149.717 | 153.244 | 173.640 | 226.244 | 183.088 | 43.156 |
Personele uitgaven | |||||||
Eigen personeel | 0 | 93.442 | 101.894 | 118.557 | 148.417 | 138.959 | 9.458 |
Externe inhuur | 0 | 9.133 | 7.918 | 7.133 | 18.429 | 3.092 | 15.337 |
Overige personele uitgaven | 0 | 3.125 | 1.870 | 1.909 | 2.701 | 1.724 | 977 |
Materiële uitgaven | |||||||
ICT | 0 | 648 | 510 | 531 | 500 | 531 | ‒ 31 |
Bijdrage aan SSO's (exclusief DICTU) | 0 | 18.043 | 16.078 | 12.929 | 15.165 | 12.929 | 2.236 |
SSO DICTU | 0 | 22.065 | 21.531 | 23.735 | 30.086 | 20.881 | 9.205 |
Overige materiële uitgaven | 0 | 3.261 | 3.443 | 8.846 | 10.946 | 4.972 | 5.974 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 2.488 | 1.700 | 3.613 | 3.495 | 118 |
Ontvangsten | |||||||
Ontvangsten | 0 | 0 | 2.488 | 1.700 | 3.613 | 3.495 | 118 |
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
Eigen personeel
De gerealiseerde uitgaven op het eigen personeel komen hoger uit dan geraamd in de vastgestelde begroting 2023. Dit verschil wordt voornamelijk verklaard doordat bij de 1e suppletoire begroting 2023 middelen aan de LNV-begroting zijn toegevoegd voor capaciteitsuitbreiding (circa 10 mln.). Dit om goed gevolg te geven aan o.a. Piekbelastersaanpak en andere noodzakelijke werkzaamheden in relatie tot behalen van de doelen van het Ministerie van LNV. Deze middelen zijn afkomstig uit de gereserveerde middelen voor het Transitiefonds en zijn voor drie jaar middels een ingroeipad aan de LNV-begroting toegevoegd.
Externe inhuur
De uitgaven voor externe inhuur zijn in 2023 hoger dan begroot. Dit wordt grotendeels verklaard doordat de omvang qua fte en taken van het Ministerie van LNV is gegroeid, maar dat door krapte op de arbeidsmarkt functies niet snel vervuld konden worden. Daarom is voor, met name specialistische functies waaronder voor ICT-projecten, personeel ingehuurd. Tijdens de verschillende begrotingsmomenten van het begrotingsjaar hebben de betreffende dienstonderdelen budget (vanuit de middelen voor eigen personeel) ten gunste van het externe inhuur budget geboekt om deze kosten op te vangen.
Materiële uitgaven
SSO DICTU
De gerealiseerde uitgaven op «SSO DICTU» vallen hoger uit dan geraamd in de vastgestelde begroting 2023. Dit komt onder andere doordat de kosten van een aantal opdrachten aan DICTU hoger uitvielen. Een andere reden zit in het feit dat de ministeries van LNV en EZK de dienstonderdelen voor de bedrijfsvoering delen. Gemaakte kosten door deze gezamenlijke bedrijfsvoeringsonderdelen worden volgens een verdeelsleutel verdeeld over de begroting van beide departementen. Een aantal kosten die voor het ministerie van EZK zijn gemaakt, zijn via deze constructie met gedeelde dienstonderdelen doorbelast aan LNV.
Overige materiele uitgaven
De gerealiseerde uitgaven op «Overige materiele uitgaven» komen hoger uit dan eerder was begroot in de vastgestelde begroting 2023. Dit verschil wordt voornamelijk verklaard doordat de middelen voor een aantal «Overige materiele uitgaven» geraamd waren op de post voor personeelgerelateerde zaken, echter vallen deze uitgaven onder overige materiele uitgaven. Daarnaast zijn de kosten voor externe vergaderruimte in verband met de verbouwing van het pand B73 hoger uitgevallen dan waar eerder rekening mee werd gehouden.
Totaaloverzicht apparaatsuitgaven inclusief agentschappen en ZBO's
In de tabel zijn onder andere de personele en materiële apparaatskosten van de NVWA, ZBO’s en RWT’s vermeld. Deze apparaatskosten worden niet alleen door LNV gefinancierd, maar ook door andere opdrachtgevende ministeries, decentrale overheden en derden. In de agentschapsparagraaf en in Bijlage 1: Toezichtrelaties rwt's en zbo's wordt dit nader toegelicht. De apparaatskosten van de zelfstandige bestuursorganen zonder rechtspersoonlijkheid Grondkamers, Centrale Commissie Dierproeven, Kamer voor de Binnenvisserij en Raad voor Plantenrassen zijn vanwege hun beperkte omvang niet opgenomen in de tabel. Met uitzondering van de Raad voor Plantenrassen is aan deze zelfstandige bestuursorganen personeel afkomstig van RVO.nl, ter beschikking gesteld door de minister. In het geval van de Raad voor Plantenrassen is het ondersteunend personeel afkomstig van Naktuinbouw.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2023 | 2023 | |
Totaal apparaatsuitgaven Ministerie | 138.841 | 149.717 | 153.244 | 173.640 | 226.244 | 183.088 | 43.156 |
Kerndepartement | 138.841 | 149.717 | 153.244 | 173.640 | 226.244 | 183.088 | 43.156 |
Totaal apparaatskosten Agentschappen | 377.218 | 399.236 | 413.528 | 456.888 | 540.318 | 532.201 | 8.117 |
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) | 377.218 | 399.236 | 413.528 | 456.888 | 540.318 | 532.201 | 8.117 |
Totaal apparaatskosten ZBO's en RWT's | 494.227 | 499.527 | 550.587 | 649.347 | 326.076 | 284.787 | 41.289 |
Staatsbosbeheer | 87.864 | 86.226 | 86.669 | 146.7501 | 158.4221 | 149.724 | 8.698 |
College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (Ctgb) | 16.365 | 17.154 | 18.309 | 18.558 | 20.463 | 21.564 | ‒ 1.101 |
Wageningen Research | 302.092 | 304.660 | 307.703 | 333.108 | ‒2 | ‒ | ‒ |
Stichting Bloembollenkeuringsdienst (BKD) | 9.176 | 8.844 | 9.180 | 9.955 | 10.859 | 10.359 | 500 |
Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen (NAK) | 19.204 | 19.695 | 19.411 | 24.257 | 25.584 | 25.131 | 453 |
Stichting Controleorgaan voor Kwaliteitszaken (COKZ) | 6.509 | 6.832 | 6.914 | 7.246 | ‒3 | ‒ | ‒ |
Kwaliteits Controle Bureau (KCB) | 17.680 | 18.786 | 23.285 | 26.549 | 24.307 | 24.845 | ‒ 538 |
Stichting Algemene Kwaliteitsdienst Tuinbouw (Naktuinbouw) | 30.008 | 30.659 | 31.840 | 35.873 | 38.541 | 38.409 | 132 |
GD BV | ‒ | ‒ | 38.260 | 35.458 | 34.684 | 34.684 | |
Stichting Skal | 5.329 | 6.671 | 9.016 | 11.593 | 13.216 | 14.755 | ‒ 1.539 |