Base description which applies to whole site

13.05 Verkenningen en planstudies

De hogere uitgaven op deze operationele doelstelling hebben met name betrekking op de projecten «Traject Oost» in verband met behaalde mijlpalen op traject Driebergen–Zeist, «LMCA/PHS» en «Amsterdam Zuidas WTC/4-sp».

Slotwetmutaties (Bedragen x EUR 1 mln.)

Projectenoverzicht behorende bij 13.05.01

Spoorwegen personenvervoer; planstudie

Projectomschrijving

Stand projectbudget MIRT 2012

Stand projectbudget 2e suppl.begroting

Stand projectbudget 3e suppl.begroting

Programma Hoogfequent Spoorvervoer

2 841

2 822

2 822

Amsterdam Zuidas: deel station (tbv NSP)

231

231

231

Amsterdam Zuidas WTC 4-sp + keersporen

95

91

91

OV Schiphol–Amsterdam–Almere–Lelystad

989

982

982

Quick-scan Decentraal Spoor Gelderland

31

30

30

Traject Oost

8

4

4

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

43

43

43

Kleine projecten

5

5

5

Slotwetmutaties (Bedragen x EUR 1 mln.)

Projectenoverzicht behorende bij 13.05.02

Spoorwegen goederenvervoer; planstudie

Projectomschrijving

Stand projectbudget MIRT 2012

Stand projectbudget 2e suppl.begroting

Stand projectbudget 3e suppl.begroting

Aslasten Cluster III

38

38

38

Optimalisering Goederencorridor R'dam–Genua

28

26

26

ERTMS Amsterdamse haven–Betuweroute

3

2

2

ERTMS Rotterdam–Antwerpen

3

2

2

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverb.

212

210

210

Goederenverbinding Antwerpen–Roergebied (IJzeren Rijn)

0

0

0

Goederenroute Elst–Deventer–Twente (NaNOV)

5

5

5

Kleine projecten/studies

5

5

5

Verplichtingen

De lagere realisatie op het beschikbare verplichtingenbudget bestaat uit een saldering van hogere en lagere verplichtingen en betreft een groot aantal oorzaken, waarvan de belangrijkste hieronder worden toegelicht:

  • Vleuten–Geldermalsen: Het opstellen van de beschikkingsaanvraag voor het onderdeel Utrecht Centraal–Amsterdam Rijnkanaal vergt meer tijd dan vooraf aangenomen;

  • LCMA–Noord Nederland: Voor het programmabudget Sporendriehoek Noord Nederland is op projectniveau nog geen vaste onderverdeling naar projecten gemaakt. Om die reden is op dit programma nog sprake van een indicatieve kas- en verplichtingenraming die voor 2011, achteraf gezien, te optimistisch is gebleken;

  • ERMTS: Overleg precieze aanpak en financiering tussen ProRail, NS, goederenvervoerders en leasemaatschappijen is gaande, derhalve zijn er geen opdrachten verleend;

  • Corridor Rotterdam–Genua: Overleg met betrekking tot inhoud van de beschikkingsaanvraag vergt meer tijd dan verwacht;

  • Geïntegreerde contractvormen/PPS, indexering van de Infraprovider (IP): beschikbaarheidsvergoeding;

  • PHS: In 2011 e.v. is zowel de kas- als de verplichtingenraming indicatief opgenomen gezien de lopende uitwerkingsfase van PHS. Het indicatieve begrotingsbedrag voor 2011 bleek te hoog te zijn ingeschat. In 2011 is wel de planstudiebeschikking verleend voor de planuitwerkingsfase t/m 2013;

  • Regionale lijnen: De lopende planstudies vergen meer tijd dan verwacht waardoor de voor 2011 voorziene realisatiebeschikkingen zijn vertraagd naar 2012;

  • 2e fase Maasvlakte: In de begroting 2011 is er van uitgaan dat dit project in zijn geheel zou worden beschikt. De beschikkingsaanvraag moest in verband met de toekenning van de AP gelden een aantal wijzigingen ondergaan waardoor de aanvraag niet meer in 2011 is ingediend;

  • NSP Breda en NSP Rotterdam: Binnen het projectbudget wordt naar aanleiding van de commissie de Ruiter rekening gehouden met een reservering ten behoeve van AK (algemene kosten) dekking. Binnen NSP Rotterdam wordt daarnaast nog rekening gehouden met een risicoreservering. In 2011 bleek het nog niet nodig om voor de genoemde reserveringen een aanvullende beschikking te verlenen;

  • Regionet: Bij een aantal deelprojecten binnen het Regionetprogramma is sprake geweest van meevallers. De individuele projectbudgetten zijn neerwaarts bijgesteld en de gelden zijn toegevoegd aan de vrije ruimte binnen het Regionetprogramma. Daarnaast was rekening gehouden met het in 2011 beschikken van het project Beverwijk Aagtepoort. Dit is niet gebeurd omdat over dit project nog overleg plaatsvindt tussen de gemeente en ProRail over de precieze scope (lange tunnel) van het project;

  • Traject Oost: De prognose was dat in 2011 de realisatiebeschikking zou worden verleend voor het project Driebergen–Zeist. Door nadere afstemming en een noodzakelijk gebleken bestemmingsplanprocedure is dit project echter vertraagd en zal nu in het 1e kwartaal van 2012 de beschikkingsaanvraag voor dit project worden ingediend;

    Amsterdam–Cuypershal: In 2011 zijn 2 onderdelen van het project Amsterdam Cuypershal beschikt. Het onderdeel verbreding Oosttunnel kent een samenhang van PHS. De beschikkingsaanvraag voor dit onderdeel, oorspronkelijk gepland voor 2011, wacht op de resultaten van de planvoorbereiding in het kader van PHS voor Amsterdam CS;

  • Geluidsanering Spoor: Het wetsvoorstel Swung-1 is nog niet in werking getreden. Daarnaast is de onderliggende regelgeving nog niet helemaal afgerond. Als gevolg van bovenstaande oorzaken kan het meerjarenprogramma geluidsanering nog niet formeel van start en zijn de financiële middelen die gereserveerd waren voor 2011 niet allemaal besteed;

  • Page risicoreductie: Binnen het programma werd voor 2011 rekening gehouden met een bijdrage aan de provincie Limburg ten behoeve van Sittard Chemelot. De provincie heeft echter nog geen aanvraag ingediend. Daarnaast was voor 2011 ook rekening gehouden met aanvragen ten behoeve van HOTbox detectie, maar deze zijn niet in 2011 ingediend;

  • OV SAAL: Binnen het OV SAAL programma is sprake van meerdere deelprojecten. De verplichtingenraming voor 2011 bleek te optimistisch ingeschat.

Ontvangsten

De per saldo gerealiseerde hogere ontvangsten hebben enerzijds betrekking op een afrekening van de subsidie aan ProRail over de periode 2009/2010 (ca. € 111 mln.) en anderzijds in de begroting voor 2011 geraamde ontvangsten van lagere overheden die pas in 2012 zullen worden ontvangen.

Licence