Base description which applies to whole site

4.2. DIENST VASTGOED DEFENSIE

Algemeen

De Dienst Vastgoed Defensie (DVD) maakt als baten-lastendienst onderdeel uit van het Commando DienstenCentra als bedrijfsgroep Vastgoed. De DVD is de vastgoedbeheerder van het ministerie van Defensie. De DVD is verantwoordelijk voor het doelmatige en maatschappelijk verantwoorde beheer en inrichting van het defensievastgoed. De DVD geeft adviezen en treedt op als intermediair voor de waarborging van de ruimtelijke belangen van de klanten bij Defensie. De DVD staat de klanten bij in hun zorg voor de beschikbaarheid en bruikbaarheid van het vastgoed.

Begroting van baten en lasten

Bedragen x € 1 000

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

BATEN

       

Opbrengst moederdepartement

120 935

127 703

84 908

84 127

82 379

80 647

79 131

Programmagelden instandhouding

145 882

144 062

130 015

121 263

116 260

112 067

112 860

Opbrengsten huisvestingsactiviteiten

8 714

13 513

18 182

17 603

17 425

17 118

16 811

Opbrengst overige departementen

517

      

Opbrengst derden

57

      

Mutatie onderhanden werk

5 592

      

Rentebaten

5

100

100

100

100

100

100

Vrijval voorzieningen

3 654

      

Bijzondere baten

556

      

Totaal baten

285 912

285 378

233 105

222 993

216 064

209 832

208 802

LASTEN

       

Apparaatskosten

       

– personele kosten

99 450

103 817

68 105

66 526

64 948

63 370

61 791

– uitbesteding

3 640

8 064

     

– materiële kosten

13 400

13 806

13 806

13 806

13 306

13 306

13 306

Programmagelden instandhouding

146 916

144 062

130 015

121 263

116 260

112 067

112 860

Rentelasten

1 474

1 509

1 579

1 623

1 815

2 085

2 185

Rentelasten huisvestingsactiviteiten

6 074

10 791

15 462

11 802

11 083

10 777

10 471

Afschrijvingskosten

       

– materieel

1 501

1 775

2 098

2 094

2 422

2 422

2 422

– materieel huisvestingsactiviteiten

2 475

2 722

2 720

5 801

6 342

6 341

6 340

– immaterieel

       

Overige kosten

       

– Dotaties voorzieningen

4 694

150

550

400

250

100

 

– Bijzondere lasten

3 252

150

     

Totaal lasten

282 876

286 846

233 785

222 915

216 176

210 098

209 005

Saldo van baten en lasten

3 036

– 1 468

– 680

78

– 112

– 266

– 203

Opm.: In deze begroting is de DBBO niet meegenomen in verband met de opname per 01-01-2011 in het kasverplichtingenstelsel. De Dienst Beveiliging Vastgoed (DBV) zal vanaf die datum zijn opgenomen in de DBBO-organisatie.

Toelichting begroting baten en lasten

Baten

Opbrengst moederdepartement

De opbrengst moederdepartement vormt het honorarium voor de totale dienstverlening van de bedrijfsgroep. Het grootste deel heeft betrekking op «Verwerving en Afstoting», «Instandhouding» en «Expertise en Advies». In overeenstemming met de meerjarenreeksen voor investeringen en exploitatie daalt de vraag naar de dienstverlening gestaag over de jaren. Het honorarium voor Nieuwbouw bedraagt 12,2 procent van het bouwvolume. Het honorarium voor commandantenvoorziening bedraagt 19 procent van het bouwvolume en het honorarium voor Instandhouding is opgenomen in de gebruiksvergoeding die de bedrijfsgroep ontvangt voor het onderhoud en beheer van het vastgoed van Defensie. De overige opbrengsten moederdepartement komen tot stand uit de behoeftes van de klant tegen de tarieven die zijn opgenomen in de producten- en dienstencatalogus. In de omzet DBV (Dienst Beveiliging Vastgoed) is in 2010 rekening gehouden met het feit dat de DBV nog geheel 2010 in werking is. De meerjarige omzet DBBO (waarvan de oprichting wordt verwacht op 1 januari 2011) is niet meegenomen in de cijfers. De DBV wordt bij de oprichting van de DBBO geïntegreerd in laatstgenoemde organisatie.

Programmagelden instandhouding

De programmagelden Instandhouding zijn de vergoedingen die de bedrijfsgroep ontvangt voor de aannemerskosten voor het planbaar en niet planbaar onderhoud. De gebruikersvergoeding voor Instandhouding is afgestemd op de defensiebegroting 2011 en verder. Omdat het aantal objecten bij Defensie in de loop der jaren daalt, dalen ook de kosten voor het onderhoud (de programmagelden zijn exclusief de kosten die benodigd zijn om het achterstallig onderhoud van het vastgoed van Defensie op te vangen).

Opbrengst huisvestingsactiviteiten

De opbrengst huisvestingsactiviteiten bestaat uit de vergoeding die de bedrijfsgroep ontvangt van de defensieonderdelen voor de met leenfaciliteit gefinancierde projecten. De vergoeding dekt de rentelasten en afschrijvingskosten van de leningen.

Rentebaten

De rentebaten betreffen de verwachte opbrengsten van de verrekening rekening-courant rente met het ministerie van Defensie.

Lasten

Personele lasten

De personele lasten omvatten alle capaciteitskosten, zowel van direct personeel als indirect personeel. Ook de uitbestedingskosten en kosten van inhuur van derden zijn daarin opgenomen. De personele lasten hebben een relatie met de werklast die tot uitdrukking komt in de begrotingspost «Omzet Moederdepartement». De kosten DBV en DBBO Projectorganisatie zijn in 2010 apart begroot (deze kosten betreffen zowel de personele lasten alsmede de overige lasten). Voor 2011 en verder is de DBBO ook niet meegenomen in de lasten.

Programmagelden instandhouding

De programmagelden Instandhouding zijn de aannemerskosten van het planbaar en het niet planbaar onderhoud. Het niveau van de hiervoor ontvangen vergoeding komt hiermee overeen. Dit komt tot uitdrukking in de begrotingspost programmagelden Instandhouding aan de batenkant.

Rentelasten huisvestingsactiviteiten

De rentelasten huisvestingsactiviteiten vormen een component van de kosten die samenhangen met de financiering vanuit de leenfaciliteit, de andere component wordt gevormd door de afschrijvingen. Zie hiertoe ook de toelichting op de baten.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingen zijn terug te voeren op de materiële vaste activa van de bedrijfsgroep.

Dotaties voorzieningen

Dit betreft voorzieningen in verband met (de kosten van) risico’s zoals bijvoorbeeld claims.

Kasstroomoverzicht

Bedragen x € 1 000

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

1.

Rekening courant RHB 1 januari (inclusief deposito)

57 454

32 357

31 039

30 510

30 737

30 775

30 660

         

2.

Totaal operationele kasstroom

– 20 594

3 029

4 139

7 973

8 652

8 497

8 559

         
 

–/– totaal investeringen

– 15 143

– 43 437

– 69 051

– 36 759

– 16 984

– 6 215

– 2 682

 

+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen

81

150

150

150

150

150

150

3.

Totaal investeringskasstroom

–15 062

– 43 287

– 68 901

– 36 609

– 16 834

– 6 065

– 2 532

         
 

–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement

       
 

+/+ eenmalige storting door moederdepartement

       
 

–/– aflossingen op leningen

– 4 781

– 4 497

– 4 818

– 7 896

– 8 764

– 8 763

– 8 763

 

+/+ beroep op leenfaciliteit

15 340

43 437

69 051

36 759

16 984

6 215

2 682

4.

Totaal financieringskasstroom

10 559

38 940

64 233

28 863

8 220

– 2 548

– 6 081

5.

Rekening courant RHB 31 december

(inclusief deposito) (=1+2+3+4)

32 357

31 039

30 510

30 737

30 775

30 659

30 606

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom wordt gevormd door het jaarlijkse bedrijfsresultaat, aangevuld met de afschrijvingen op de materiële activa en de dotaties aan de voorzieningen.

Investeringskasstroom

De investeringskasstroom vloeit voort uit de financiering van de projecten «Tactische Helikopter Groep» en «CKmar Nieuwbouw Schiphol» met behulp van de leenfaciliteit.

Financieringskasstroom

De financieringskasstroom representeert het (vreemd) vermogen dat aangetrokken wordt voor de financiering van de investeringen via de leenfaciliteit.

Doelmatigheidsparagraaf

Doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen

Omschrijving generieke deel

2011

2012

2013

2014

2015

Vte’s totaal

1 061

1 043

1 024

1 005

987

– waarvan in eigen dienst

1 003

996

989

982

975

– waarvan inhuur

59

47

35

24

12

Saldo van baten en lasten (%)

– 0,31%

0,04%

– 0,06%

– 0,14%

– 0,10%

Omschrijving specifiek deel

2011

2012

2013

2014

2015

Productiviteitsgroei

94,3

95,1

94,7

94,4

94,4

Servicelevels (norm ≥ 80%)

90%

90%

90%

90%

90%

Projecttevredenheid (norm ≥ 90%)

81%

83%

85%

87%

89%

Toelichting

Een belangrijk aandachtspunt voor de bedrijfsgroep is de doelmatigheid van de inzet van middelen in relatie tot de output. Uitgangspunt is daarbij dat de kwaliteit van de dienstverlening minimaal overeind blijft. Deze doelmatigheidsdruk en de aandacht voor de verbetering van de kwaliteit hebben de volgende aspecten:

  • de periodieke uitvoering van benchmarkonderzoeken;

  • het voortdurend nastreven van productiviteitsgroei;

  • de evaluatie van de kostprijzen;

  • de sturing op serviceniveaus, project- en klanttevredenheid (kwaliteitsindicatoren).

Benchmarkonderzoeken

Naar aanleiding van de gehouden benchmark in 2008 naar de marktconformiteit van de tarieven voor de producten «Instandhouding» en «Nieuwbouw» is een nieuw besturingsmodel ingevoerd. Daarnaast is in de loop van 2009 een nieuwe blauwdruk vastgoed opgesteld. Deze blauwdruk vormt de randvoorwaarde voor de verdere groei van de doelmatigheid in de komende planperiode, onder andere door de verdere harmonisering van zowel de primaire als de ondersteunende processen. Momenteel (2010 en verder) wordt deze blauwdruk geïmplementeerd in de bedrijfsgroep Vastgoed.

In de toekomst staat een aantal benchmarks gepland. In 2010 wordt een benchmark gehouden naar de marktconformiteit van de producten «Commandantenvoorzieningen» en «Expertise en Advies». In 2013 wordt wederom een benchmark gehouden naar de marktconformiteit van de producten «Instandhouding» en «Nieuwbouw».

Vte’s en productiviteitsgroei

De benodigde vte’s worden berekend door deling van de omzet door de productiviteit (omzet per medewerker).

Saldo van baten en lasten

De bedrijfsgroep Vastgoed streeft naar een licht positief bedrijfsresultaat.

(Kwaliteits)indicatoren

De bedrijfsgroep werkt al een aantal jaren met een pakket aan indicatoren waarmee de kwaliteit van de dienstverlening gemeten wordt. Op basis van de uitkomsten wordt de dienstverlening indien nodig aangepast. Naast een jaarlijks uit te voeren klanttevredenheidsonderzoek wordt een aantal andere indicatoren gehanteerd: de snelheid van reageren op en het opheffen van defecten en storingen, het meten van de projecttevredenheid na afloop van bouw- en onderhoudsprojecten en de snelheid waarmee een behoefte wordt omgezet in een raming of offerte. Deze kwaliteitsindicatoren zijn integraal onderdeel van de dienstverleningsovereenkomsten die worden afgesloten tussen de bedrijfsgroep en haar opdrachtgevers. De doelstelling van de bedrijfsgroep is een voortdurende toename van de kwaliteit van de dienstverlening.

Licence