Algemeen
De Dienst Vastgoed Defensie (DVD) maakt als baten-lastendienst onderdeel uit van het Commando DienstenCentra als bedrijfsgroep Vastgoed. De DVD is de vastgoedbeheerder van het ministerie van Defensie. De DVD is verantwoordelijk voor het doelmatige en maatschappelijk verantwoorde beheer en inrichting van het defensievastgoed. De DVD geeft adviezen en treedt op als intermediair voor de waarborging van de ruimtelijke belangen van de klanten bij Defensie. De DVD staat de klanten bij in hun zorg voor de beschikbaarheid en bruikbaarheid van het vastgoed.
Begroting van baten en lasten
Bedragen x € 1 000 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
BATEN | |||||||
Opbrengst moederdepartement | 120 935 | 127 703 | 84 908 | 84 127 | 82 379 | 80 647 | 79 131 |
Programmagelden instandhouding | 145 882 | 144 062 | 130 015 | 121 263 | 116 260 | 112 067 | 112 860 |
Opbrengsten huisvestingsactiviteiten | 8 714 | 13 513 | 18 182 | 17 603 | 17 425 | 17 118 | 16 811 |
Opbrengst overige departementen | 517 | ||||||
Opbrengst derden | 57 | ||||||
Mutatie onderhanden werk | 5 592 | ||||||
Rentebaten | 5 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Vrijval voorzieningen | 3 654 | ||||||
Bijzondere baten | 556 | ||||||
Totaal baten | 285 912 | 285 378 | 233 105 | 222 993 | 216 064 | 209 832 | 208 802 |
LASTEN | |||||||
Apparaatskosten | |||||||
– personele kosten | 99 450 | 103 817 | 68 105 | 66 526 | 64 948 | 63 370 | 61 791 |
– uitbesteding | 3 640 | 8 064 | |||||
– materiële kosten | 13 400 | 13 806 | 13 806 | 13 806 | 13 306 | 13 306 | 13 306 |
Programmagelden instandhouding | 146 916 | 144 062 | 130 015 | 121 263 | 116 260 | 112 067 | 112 860 |
Rentelasten | 1 474 | 1 509 | 1 579 | 1 623 | 1 815 | 2 085 | 2 185 |
Rentelasten huisvestingsactiviteiten | 6 074 | 10 791 | 15 462 | 11 802 | 11 083 | 10 777 | 10 471 |
Afschrijvingskosten | |||||||
– materieel | 1 501 | 1 775 | 2 098 | 2 094 | 2 422 | 2 422 | 2 422 |
– materieel huisvestingsactiviteiten | 2 475 | 2 722 | 2 720 | 5 801 | 6 342 | 6 341 | 6 340 |
– immaterieel | |||||||
Overige kosten | |||||||
– Dotaties voorzieningen | 4 694 | 150 | 550 | 400 | 250 | 100 | |
– Bijzondere lasten | 3 252 | 150 | |||||
Totaal lasten | 282 876 | 286 846 | 233 785 | 222 915 | 216 176 | 210 098 | 209 005 |
Saldo van baten en lasten | 3 036 | – 1 468 | – 680 | 78 | – 112 | – 266 | – 203 |
Opm.: In deze begroting is de DBBO niet meegenomen in verband met de opname per 01-01-2011 in het kasverplichtingenstelsel. De Dienst Beveiliging Vastgoed (DBV) zal vanaf die datum zijn opgenomen in de DBBO-organisatie.
Toelichting begroting baten en lasten
Baten
Opbrengst moederdepartement
De opbrengst moederdepartement vormt het honorarium voor de totale dienstverlening van de bedrijfsgroep. Het grootste deel heeft betrekking op «Verwerving en Afstoting», «Instandhouding» en «Expertise en Advies». In overeenstemming met de meerjarenreeksen voor investeringen en exploitatie daalt de vraag naar de dienstverlening gestaag over de jaren. Het honorarium voor Nieuwbouw bedraagt 12,2 procent van het bouwvolume. Het honorarium voor commandantenvoorziening bedraagt 19 procent van het bouwvolume en het honorarium voor Instandhouding is opgenomen in de gebruiksvergoeding die de bedrijfsgroep ontvangt voor het onderhoud en beheer van het vastgoed van Defensie. De overige opbrengsten moederdepartement komen tot stand uit de behoeftes van de klant tegen de tarieven die zijn opgenomen in de producten- en dienstencatalogus. In de omzet DBV (Dienst Beveiliging Vastgoed) is in 2010 rekening gehouden met het feit dat de DBV nog geheel 2010 in werking is. De meerjarige omzet DBBO (waarvan de oprichting wordt verwacht op 1 januari 2011) is niet meegenomen in de cijfers. De DBV wordt bij de oprichting van de DBBO geïntegreerd in laatstgenoemde organisatie.
Programmagelden instandhouding
De programmagelden Instandhouding zijn de vergoedingen die de bedrijfsgroep ontvangt voor de aannemerskosten voor het planbaar en niet planbaar onderhoud. De gebruikersvergoeding voor Instandhouding is afgestemd op de defensiebegroting 2011 en verder. Omdat het aantal objecten bij Defensie in de loop der jaren daalt, dalen ook de kosten voor het onderhoud (de programmagelden zijn exclusief de kosten die benodigd zijn om het achterstallig onderhoud van het vastgoed van Defensie op te vangen).
Opbrengst huisvestingsactiviteiten
De opbrengst huisvestingsactiviteiten bestaat uit de vergoeding die de bedrijfsgroep ontvangt van de defensieonderdelen voor de met leenfaciliteit gefinancierde projecten. De vergoeding dekt de rentelasten en afschrijvingskosten van de leningen.
Rentebaten
De rentebaten betreffen de verwachte opbrengsten van de verrekening rekening-courant rente met het ministerie van Defensie.
Lasten
Personele lasten
De personele lasten omvatten alle capaciteitskosten, zowel van direct personeel als indirect personeel. Ook de uitbestedingskosten en kosten van inhuur van derden zijn daarin opgenomen. De personele lasten hebben een relatie met de werklast die tot uitdrukking komt in de begrotingspost «Omzet Moederdepartement». De kosten DBV en DBBO Projectorganisatie zijn in 2010 apart begroot (deze kosten betreffen zowel de personele lasten alsmede de overige lasten). Voor 2011 en verder is de DBBO ook niet meegenomen in de lasten.
Programmagelden instandhouding
De programmagelden Instandhouding zijn de aannemerskosten van het planbaar en het niet planbaar onderhoud. Het niveau van de hiervoor ontvangen vergoeding komt hiermee overeen. Dit komt tot uitdrukking in de begrotingspost programmagelden Instandhouding aan de batenkant.
Rentelasten huisvestingsactiviteiten
De rentelasten huisvestingsactiviteiten vormen een component van de kosten die samenhangen met de financiering vanuit de leenfaciliteit, de andere component wordt gevormd door de afschrijvingen. Zie hiertoe ook de toelichting op de baten.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingen zijn terug te voeren op de materiële vaste activa van de bedrijfsgroep.
Dotaties voorzieningen
Dit betreft voorzieningen in verband met (de kosten van) risico’s zoals bijvoorbeeld claims.
Kasstroomoverzicht
Bedragen x € 1 000 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening courant RHB 1 januari (inclusief deposito) | 57 454 | 32 357 | 31 039 | 30 510 | 30 737 | 30 775 | 30 660 |
2. | Totaal operationele kasstroom | – 20 594 | 3 029 | 4 139 | 7 973 | 8 652 | 8 497 | 8 559 |
–/– totaal investeringen | – 15 143 | – 43 437 | – 69 051 | – 36 759 | – 16 984 | – 6 215 | – 2 682 | |
+/+ totaal boekwaarde desinvesteringen | 81 | 150 | 150 | 150 | 150 | 150 | 150 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | –15 062 | – 43 287 | – 68 901 | – 36 609 | – 16 834 | – 6 065 | – 2 532 |
–/– eenmalige uitkering aan moederdepartement | ||||||||
+/+ eenmalige storting door moederdepartement | ||||||||
–/– aflossingen op leningen | – 4 781 | – 4 497 | – 4 818 | – 7 896 | – 8 764 | – 8 763 | – 8 763 | |
+/+ beroep op leenfaciliteit | 15 340 | 43 437 | 69 051 | 36 759 | 16 984 | 6 215 | 2 682 | |
4. | Totaal financieringskasstroom | 10 559 | 38 940 | 64 233 | 28 863 | 8 220 | – 2 548 | – 6 081 |
5. | Rekening courant RHB 31 december (inclusief deposito) (=1+2+3+4) | 32 357 | 31 039 | 30 510 | 30 737 | 30 775 | 30 659 | 30 606 |
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom wordt gevormd door het jaarlijkse bedrijfsresultaat, aangevuld met de afschrijvingen op de materiële activa en de dotaties aan de voorzieningen.
Investeringskasstroom
De investeringskasstroom vloeit voort uit de financiering van de projecten «Tactische Helikopter Groep» en «CKmar Nieuwbouw Schiphol» met behulp van de leenfaciliteit.
Financieringskasstroom
De financieringskasstroom representeert het (vreemd) vermogen dat aangetrokken wordt voor de financiering van de investeringen via de leenfaciliteit.
Doelmatigheidsparagraaf
Omschrijving generieke deel | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|
Vte’s totaal | 1 061 | 1 043 | 1 024 | 1 005 | 987 |
– waarvan in eigen dienst | 1 003 | 996 | 989 | 982 | 975 |
– waarvan inhuur | 59 | 47 | 35 | 24 | 12 |
Saldo van baten en lasten (%) | – 0,31% | 0,04% | – 0,06% | – 0,14% | – 0,10% |
Omschrijving specifiek deel | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|
Productiviteitsgroei | 94,3 | 95,1 | 94,7 | 94,4 | 94,4 |
Servicelevels (norm ≥ 80%) | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% |
Projecttevredenheid (norm ≥ 90%) | 81% | 83% | 85% | 87% | 89% |
Toelichting
Een belangrijk aandachtspunt voor de bedrijfsgroep is de doelmatigheid van de inzet van middelen in relatie tot de output. Uitgangspunt is daarbij dat de kwaliteit van de dienstverlening minimaal overeind blijft. Deze doelmatigheidsdruk en de aandacht voor de verbetering van de kwaliteit hebben de volgende aspecten:
• de periodieke uitvoering van benchmarkonderzoeken;
• het voortdurend nastreven van productiviteitsgroei;
• de evaluatie van de kostprijzen;
• de sturing op serviceniveaus, project- en klanttevredenheid (kwaliteitsindicatoren).
Benchmarkonderzoeken
Naar aanleiding van de gehouden benchmark in 2008 naar de marktconformiteit van de tarieven voor de producten «Instandhouding» en «Nieuwbouw» is een nieuw besturingsmodel ingevoerd. Daarnaast is in de loop van 2009 een nieuwe blauwdruk vastgoed opgesteld. Deze blauwdruk vormt de randvoorwaarde voor de verdere groei van de doelmatigheid in de komende planperiode, onder andere door de verdere harmonisering van zowel de primaire als de ondersteunende processen. Momenteel (2010 en verder) wordt deze blauwdruk geïmplementeerd in de bedrijfsgroep Vastgoed.
In de toekomst staat een aantal benchmarks gepland. In 2010 wordt een benchmark gehouden naar de marktconformiteit van de producten «Commandantenvoorzieningen» en «Expertise en Advies». In 2013 wordt wederom een benchmark gehouden naar de marktconformiteit van de producten «Instandhouding» en «Nieuwbouw».
Vte’s en productiviteitsgroei
De benodigde vte’s worden berekend door deling van de omzet door de productiviteit (omzet per medewerker).
Saldo van baten en lasten
De bedrijfsgroep Vastgoed streeft naar een licht positief bedrijfsresultaat.
(Kwaliteits)indicatoren
De bedrijfsgroep werkt al een aantal jaren met een pakket aan indicatoren waarmee de kwaliteit van de dienstverlening gemeten wordt. Op basis van de uitkomsten wordt de dienstverlening indien nodig aangepast. Naast een jaarlijks uit te voeren klanttevredenheidsonderzoek wordt een aantal andere indicatoren gehanteerd: de snelheid van reageren op en het opheffen van defecten en storingen, het meten van de projecttevredenheid na afloop van bouw- en onderhoudsprojecten en de snelheid waarmee een behoefte wordt omgezet in een raming of offerte. Deze kwaliteitsindicatoren zijn integraal onderdeel van de dienstverleningsovereenkomsten die worden afgesloten tussen de bedrijfsgroep en haar opdrachtgevers. De doelstelling van de bedrijfsgroep is een voortdurende toename van de kwaliteit van de dienstverlening.