2012: de nieuwe verhoudingen krijgen vorm
Het Koninkrijk der Nederlanden vindt zijn grondslag in het Statuut van 1954. In dit Statuut is het Koninkrijk vastgelegd als een gemeenschappelijke politieke entiteit met een gemeenschappelijke regering. Het Koninkrijk wordt gevormd door de landen Nederland, Curaçao, Sint Maarten en Aruba. Deze landen behartigen zelfstandig hun eigen belangen, maar zijn verenigd in het nastreven van de overkoepelende belangen van het Koninkrijk en verlenen elkaar daarbij wederkerige bijstand.
De realisatie van een nieuwe staatkundige structuur binnen het Koninkrijk in 2010 was het startschot voor het concreet invullen van de nieuwe verhoudingen. Curaçao en Sint Maarten zijn autonome landen binnen het Koninkrijk geworden. Bij de autonome status hoort een andere verdeling van verantwoordelijkheden en een andere vorm van samenwerking met Nederland. 2012 staat in het teken van het verder vormgeven van de verantwoordelijkheden en de samenwerking binnen de nieuwe staatkundige structuur van het Koninkrijk.
Curaçao en Sint Maarten zullen in 2012 de opbouw van hun landen grotendeels afronden. Ze staan daarbij voor belangrijke uitdagingen, onder andere op het gebied van rechtshandhaving en financieel beheer. De nieuwe staatkundige structuur biedt echter ook kansen om juist op deze terreinen vooruitgang te boeken.
In 2012 zullen de laatste financiële bijdragen verstrekt worden in het kader van de samenwerkingsprogramma’s. Daarmee verandert het karakter van de samenwerking tussen Nederland en de autonome landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk. De samenwerkingsrelatie wordt dan voornamelijk bepaald door de aanwezigheid van Nederland in het Caribisch gebied in de vorm van de eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius.
Curaçao en Sint Maarten
De Nederlandse overheid ondersteunt de nieuwe landen bij het zo goed mogelijk inrichten van de nieuwe landsorganisaties. Deze ondersteuning wordt verleend op basis van de Algemene Maatregel van Rijksbestuur «Waarborging plannen van aanpak landstaken Curaçao en Sint Maarten» (Staatsblad 2010, nr. 344). De ondersteuning geldt voor die onderdelen die per «10-10-10» nog niet of onvoldoende functioneerden, zoals het Korps Politie en het gevangeniswezen. Voor de verbetering van deze onderdelen zijn plannen van aanpak opgesteld die in principe binnen 2 jaar moeten worden uitgevoerd. In 2012 staat voor de nieuwe landen de verdere implementatie en afronding van de plannen van aanpak centraal.
De verzelfstandiging van Curaçao en Sint Maarten wordt versterkt door de beëindiging van de samenwerkingsmiddelen in 2012. De uitvoering van aantal programma’s, bijvoorbeeld in het kader van het Sociaal Economisch Initiatief, loopt door tot uiterlijk eind 2014. Curaçao en Sint Maarten zullen steeds meer op hun eigen kracht moeten vertrouwen. Het democratisch proces wordt in deze landen bevorderd doordat de overheid van Curaçao en Sint Maarten meer verantwoordelijkheid draagt voor het sluitend krijgen van de begroting. Daarnaast bepaalt de overheid de eigen beleidsprioriteiten. De bevolking kan de effecten van het beleid van hun gekozen bestuurders zien en beoordelen, zowel wat de uitgaven- als de inkomstenkant betreft.
Het ontstaan van Caribisch Nederland is een belangrijke factor voor de samenwerking tussen de autonome landen en Nederland. De nieuw ontstane geografische nabijheid faciliteert samenwerking op tal van terreinen. Voorbeelden hiervan zijn de verstevigde relatie tussen de ziekenhuizen van Bonaire en Curaçao, samenwerking op het gebied van statistische gegevens en een gezamenlijke meteorologische dienst voor de eilanden in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Aruba
Nederland ondersteunt Aruba onder meer op gebieden als rechtshandhaving, leefklimaat van de binnenstad en wetgeving. In de zomer van 2012 wordt naar verwachting het onderzoek naar de staat van het bestuur op Aruba afgerond.
De verbetering van de vreemdelingenketen en van het Korps Politie Aruba zal met kracht worden voortgezet. Dit is de eerste verantwoordelijkheid van het land Aruba. Nederland biedt op ambtelijk niveau expertise.
Waarborgfunctie
Deugdelijk bestuur is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke landen binnen het Koninkrijk. Het Koninkrijk heeft een waarborgfunctie ten aanzien van de rechtszekerheid, de deugdelijkheid van bestuur en de fundamentele rechten. Bij het invullen van die waarborgfunctie past een terughoudende opstelling. Onderlinge samenwerking draagt bij aan het eigenstandig garanderen van de binnen het Koninkrijk geldende waarden. Nederland ziet een belangrijke taak voor zichzelf weggelegd in het bieden van hulp en bijstand. Zo wordt preventief invulling gegeven aan de waarborgfunctie, onder andere via het samenwerkingsprogramma Institutionele Versterking en Bestuurskracht (IVB) op Curaçao en Sint Maarten. Deze verbetertrajecten lopen tot in 2012.
De samenwerking tussen de landen binnen het Koninkrijk op het terrein van de rechtspleging en rechtshandhaving wordt in 2012, en de jaren daarna, zowel door de consensusrijkswetten als door andere samenwerkingsregelingen ingevuld. De grondslag hiervoor ligt in de waarborgfunctie. De schaalgrootte van de eilanden maakt samenwerking noodzakelijk om voldoende kwaliteit en kwantiteit te kunnen waarborgen. Nederland biedt op diverse terreinen, bijvoorbeeld bij de Kustwacht en de Rechterlijke Macht, ondersteuning om de rechtshandhavingketen te versterken.
Financieel Toezicht
De primaire verantwoordelijkheid voor de overheidsfinanciën ligt bij de autonome landen. In een consensus Rijkswet zijn afspraken vastgelegd over financieel toezicht. De rol van het College financieel toezicht (Cft) vloeit voort uit de Rijkswet financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten (Staatsblad 2010, nr. 344) en de Wet Financiën BES (Staatsblad 2010, nr. 365). Het Cft oefent sinds eind 2007 het financieel toezicht uit op basis van een Algemene Maatregel van Rijksbestuur financieel toezicht. De taken van het Cft zijn gericht op het verbeteren van het begrotingsproces en het financiële beheer van de landen.
Pensioenfonds Caribisch Nederland
De Staat der Nederlanden heeft op 10-10-10 de pensioenverplichtingen van het voormalige Land Nederlandse Antillen overgenomen. Deze verplichtingen zijn, inclusief het vermogen, geprivatiseerd en overgedragen aan het nieuwe private fonds Pensioenfonds Caribisch Nederland (PCN).
Vereffening Boedel Nederlandse Antillen
In 2011 is de vereffeningscommissie van start gegaan. De commissie is ingesteld om te adviseren over de toedeling van activa en passiva uit de boedel van het per 10 oktober 2010 opgeheven land Nederlandse Antillen. De commissie adviseert de ministers over de verdeling tussen Curaçao, Sint Maarten en Nederland (betreffende de delen van Bonaire, Saba en Sint Eustatius) van de aan het land Nederlandse Antillen toebehorende aandelen en de onderlinge vorderingen. De adviezen hebben betrekking op de vaststelling van de waarde van de boedel en de feitelijke toedeling van de activa en passiva uit die boedel. De commissie wordt ontbonden na het uitbrengen van het eindadvies. De onderliggende regeling vervalt op 1 januari 2014, maar kan door de minister bij gezamenlijk besluit steeds met 1 jaar verlengd worden. De commissie bepaalt zelf haar werkwijze en kan zich laten bijstaan door de ambtenaren van de landen. De commissie bestaat uit een onafhankelijke voorzitter, een lid namens Curaçao, een lid namens Sint Maarten en een lid namens Nederland.
Agendering beleidsdoorlichtingen | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Artikel/Operationele doelstelling | (realisatie) | (planning) | |||||||
1. Waarborgfunctie | ✓ | ||||||||
2. Bevorderen autonomie Koninkrijkspartners | ✓ |