Base description which applies to whole site

29 Inspectie Openbare Orde en Veiligheid

Algemene doelstelling

Een bijdrage leveren aan een veilige samenleving en het vertrouwen van de burger in de overheid vergroten door onafhankelijk toezicht, onafhankelijk onderzoek en het doen van aanbevelingen die verantwoordelijken in staat stellen de kwaliteit van hun werk en daarmee de veiligheid te verbeteren.

Meerjarenperspectief

Veiligheidsvraagstukken worden steeds complexer, maar ook veranderingen op het politiek-bestuurlijke terrein en ontwikkelingen in het brede veiligheidsdomein vragen om een moderne toezichthouder. Om effectief toezicht uit te voeren is het nodig om snel en flexibel in te spelen op ontwikkelingen en vraagstukken in de samenleving.

Door het structureel en systematisch verzamelen van informatie levert de Inspectie een actueel en continu beeld van de staat van de rampenbestrijding, het politieonderwijs en de politiezorg op. Mogelijke gesignaleerde risico’s uit dit type onderzoek kunnen aanleiding zijn voor nader thematisch onderzoek.

Omschrijving van de samenhang

Toezicht en onderzoek zijn een onderdeel van de beleidscyclus. Het is de schakel tussen beleid en regelgeving enerzijds en uitvoering anderzijds. Op basis van informatie die toezicht en onderzoek leveren over de uitvoering, kan bestaand beleid worden aangepast of nieuw beleid worden ingevoerd om een bijdrage te leveren aan een veiliger samenleving. Ook de onder toezicht geplaatsten kunnen de resultaten van toezichtonderzoeken gebruiken om de kwaliteit van hun taakuitvoering te verbeteren.

Verantwoordelijkheid

De Minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor het rijkstoezicht ten aanzien van veiligheid en justitie. Het gaat hier om het toezicht op de kwaliteit van de taakuitvoering van onder andere politie, brandweer, gemeenten, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen en rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisaties. De verantwoordelijkheid voor het toezicht wordt ingevuld door onderzoek te laten verrichten naar en aan de Tweede Kamer te rapporteren over de kwaliteit waarmee verantwoordelijke organisaties en besturen binnen het domein hun publieke taken invullen.

Externe factoren

Het behalen van de doelstelling van de Inspectie hangt af van (brede) opvolging van de aanbevelingen van de Inspectie OOV door de eerstverantwoordelijke bestuurders en betrokken organisaties.

Meetbare gegevens bij de algemene doelstelling

Het effect van het toezicht door de Inspectie wordt uiteindelijk zichtbaar in een kwaliteitsverbetering van de taakuitvoering door de eerstverantwoordelijke bestuurders en betrokken organisaties binnen het domein van veiligheid en justitie. Het directe causaal verband van toezicht en kwaliteitsverbetering is niet in meetbare gegevens uit te drukken. Door vervolgonderzoek meet de Inspectie in hoeverre aanbevelingen zijn opgevolgd en of dit heeft geleid tot kwaliteitsverbetering. De Inspectie neemt de voorgenomen onderzoeksactiviteiten op in haar werkplan. In haar jaarverslag rapporteert de Inspectie over de resultaten en effecten van de onderzoeken. Zowel het werkplan als het jaarverslag van de Inspectie worden door de Minister van Veiligheid en Justitie aan de Tweede Kamer aangeboden.

Budgettaire gevolgen van beleid x € 1 000
   

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

Verplichtingen

0

5 621

4 583

4 625

4 624

4 624

4 683

                 

Apparaatsuitgaven

 

4 608

4 183

4 180

4 180

4 180

4 180

29.1.1 IOOV

 

4 608

4 183

4 180

4 180

4 180

4 180

                 

Programma-uitgaven

0

1 013

400

445

444

444

503

                 

29.1 Toezicht onderzoek en aanbevelingen

0

1 013

400

445

444

444

503

Waarvan juridisch verplicht

 

1 013

400

445

444

444

503

 

29.1.1 IOOV

0

1 013

400

445

444

444

503

                 

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Operationele doelstelling 29.1

Het vergroten van de kwaliteit van de taakuitvoering en de organisatie van politie, brandweer, Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) en rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisaties door toezicht en onderzoek.

Motivering

De Inspectie oefent toezicht uit op de besturen en organisaties die verantwoordelijk zijn voor veiligheid. De Inspectie toetst of wet- en regelgeving en geformuleerd beleid in de praktijk daadwerkelijk tot de gewenste resultaten leiden. Op basis van professioneel en onafhankelijk uitgevoerde inspecties stelt de Inspectie de verantwoordelijke organisaties en besturen in staat de veiligheid te verbeteren. Ook in de beleidsvormende fase heeft de Inspectie een adviserende rol. De Inspectie kan aangeven of (voorgenomen en bestaand) beleid, wet- en regelgeving en andere normen in de praktijk handhaafbaar en uitvoerbaar zijn. Daarnaast kan de Inspectie gevraagd en ongevraagd haar oordeel geven over actuele en maatschappelijke veiligheidsvraagstukken.

Instrumenten

De Inspectie verricht uitvoeringstoezicht met als doel de daadwerkelijk geleverde prestaties door besturen en organisaties in het veiligheidsdomein inzichtelijk te maken. Zij kan daar de volgende instrumenten voor inzetten:

  • Systematisch toezicht op de politie, het politieonderwijs en de voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing door veiligheidsregio’s;

  • Thematisch onderzoek naar risico’s in de taakuitvoering binnen de verschillende terreinen in het domein veiligheid;

  • Incidenteel onderzoek naar aanleiding van politieke of maatschappelijke actualiteiten of incidenten.

De Inspectie hanteert risicoanalyse als instrument om keuzes te maken, binnen de kaders van geldende wet- en regelgeving en de te realiseren beleidsdoelen. De Inspectie betrekt relevante besturen en organisaties bij de risicoanalyse en de totstandkoming van het Werkplan 2012. Het Werkplan wordt eind 2011 aan de Tweede Kamer aangeboden.

De Inspectie werkt waar nodig actief samen met partijen op het gebied van beleid, uitvoering en toezicht (zoals de rijksinspecties). Dit gebeurt zowel in het veiligheidsdomein als op aanverwante terreinen. Daarnaast adviseert de Inspectie, als onderdeel van de beleidscyclus, over de mate waarin beleidsdoelen toetsbaar en publieke taken uitvoerbaar zijn.

In het kader van de beleidsdoelen van de Minister van Veiligheid en Justitie richt de Inspectie zich in de periode tot en met 2012 onder meer op de prioriteiten «politie», «aanpak georganiseerde criminaliteit» en «veiligheidsregio’s op orde». Daarnaast richt de Inspectie zich op bestuurlijke veiligheidsvraagstukken zoals de toepassing van de Wet Mbveo (Voetbalwet) en het bewustzijn binnen de rijksdienst over de kwetsbaarheid voor spionage.

Politie

De Inspectie zal de diverse onderdelen van de politie periodiek doorlichten op de kwaliteit van de taakuitvoering, naast haar taak in thematisch en incidentonderzoek. In 2011 is een aanvang gemaakt met een periodieke doorlichting. Deze ontwikkeling wordt voortgezet, waarna de Inspectie in 2012 voor het eerst over de resultaten van de periodieke doorlichting van diverse onderdelen van de politie zal rapporteren (Staat van de politie). Uiteindelijk zal de Staat van de politie moeten leiden tot een periodiek inzicht in de kwaliteit van de taakuitvoering van de politie. Bij de vormgeving van het toezicht is nadrukkelijk aandacht voor het voorkomen van een verzwaring van de administratieve lasten voor de politieorganisatie. In het kader van toezicht op de BES kan de Raad voor de Rechtshandhaving (bij toezicht op de uitvoeringstaak van de politie) gebruik maken van de kennis en expertise van de Inspectie OOV.

Aanpak georganiseerde criminaliteit

De focus van het toezicht van de Inspectie ligt tevens op aspecten van sociale veiligheid. Daarbij zal de Inspectie nauwlettend aansluiten bij de beleidsprioriteiten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, waaronder «aanpak georganiseerde criminaliteit». Het toezicht zal dan vooral gericht zijn op de naleving van landelijke afspraken (TK 29 628, nr. 237, Landelijke prioriteiten voor de politie 2011–2014) die de Minister van Veiligheid en Justitie in het kader van de beleidsprioriteiten heeft vastgesteld. In 2012 wordt onder andere onderzoek uitgevoerd op de speerpunten «aanpak van overvalcriminaliteit» en «aanpak mensenhandel».

Rampenbestrijding en Veiligheidsregio’s op orde

De Inspectie levert eind 2012 een «Staat van de rampenbestrijding» op, waarin gerapporteerd wordt of de veiligheidsregio's voldoen aan enkele eisen zoals geformuleerd in de Wet veiligheidsregio’s en in de bijbehorende AMvB (onder andere voertuigbezetting, opkomsttijden, bovenregionale samenwerking, risicoprofiel en regionale crisisplannen). De uitkomsten worden betrokken bij de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s.

Ook zal de Inspectie in dit kader toezichtactiviteiten verrichten conform de Veiligheidswet BES.

Daarnaast is de programmering van de Inspectie zodanig flexibel dat incidenten binnen het veiligheidsdomein kunnen worden onderzocht om leerpunten snel inzichtelijk te maken. Ook zullen hier incidenten op het terrein van de beveiliging burgerluchtvaart onder vallen.

Meetbare gegevens

Zie toelichting bij Algemene doelstelling.

Licence