Artikel
Zorgdragen voor adequate bescherming zonder activerende voorwaarden tegen de financiële risico’s bij inkomensverlies
Algemene doelstelling
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Om inkomensbescherming op minimumniveau te bieden. SZW creëert de voorwaarden voor de toekenning van een uitkering of toeslag en SVB en UWV zijn verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan in Nederland. Voor de uitvoering in Caribisch Nederland (de eilanden Bonaire, St. Eustatius en Saba) is de Minister van SZW verantwoordelijk.
Verantwoordelijkheid
De minister is verantwoordelijk voor:
-
• de vaststelling van het niveau van de uitkering of toeslag op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw), Algemene Ouderdomswet (AOW), Toeslagenwet (TW) en de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO);
-
• de vaststelling van het niveau van de uitkering op grond van de Algemene Ouderdoms Verzekering (AOV) en de Algemene Weduwen- en Wezenwet (AWW) voor Caribisch Nederland;
-
• de vormgeving van het stelsel van wet- en regelgeving;
-
• de sturing en het toezicht op de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige uitvoering door UWV en SVB;
-
• de organisatie van de eigen uitvoering binnen het verband van de Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN).
Externe factoren
Behalen van deze doelstelling hangt af van:
-
• de economische omstandigheden die van invloed zijn op de situatie op de arbeidsmarkt;
-
• de effectieve uitvoering van de wetten door de uitvoeringsorganen SVB, UWV;
-
• de mate van naleving van de verplichtingen uit wet- en regelgeving door gerechtigden.
Indicatoren
Voor de algemene doelstelling zijn geen aparte indicatoren geformuleerd, omdat op dit aggregatieniveau onvoldoende concrete doelstellingen geformuleerd kunnen worden.
Budgettaire gevolgen van beleid
artikelonderdeel | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 638 552 | 679 731 | 632 673 | 608 401 | 631 034 | 630 230 | 626 788 |
Uitgaven | 638 552 | 679 731 | 632 673 | 608 401 | 631 034 | 630 230 | 626 788 |
Programma-uitgaven | 636 710 | 677 963 | 632 673 | 608 401 | 631 034 | 630 230 | 626 788 |
waarvan juridisch verplicht | 100% | 0% | 0% | 0% | 0% | ||
Operationele Doelstelling 2 | |||||||
Uitkeringslasten AIO (WWB 65+) | 205 231 | 236 728 | 227 238 | 237 774 | 249 220 | 259 902 | 270 335 |
Uitvoeringskosten AIO (WWB 65+) | 12 585 | 13 306 | 12 443 | 12 081 | 12 082 | 12 475 | 13 272 |
Operationele Doelstelling 3 | |||||||
Toeslagenwet Uitkeringslasten | 418 894 | 410 905 | 375 235 | 340 810 | 352 038 | 339 494 | 324 899 |
Operationele Doelstelling 4 | |||||||
Uitkeringen Caribisch Nederland | 0 | 17 024 | 17 757 | 17 736 | 17 694 | 18 359 | 18 282 |
Apparaatsuitgaven | 1 842 | 1 768 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Personeel en materieel | 1 842 | 1 768 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 288 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO)
Toelichting
De algemene bijstand voor ouderen met een onvolledig AOW-pensioen wordt uitgevoerd door de SVB. De uitkeringslasten van deze regeling laten over de gehele periode een stijgende lijn zien. Dit hangt samen met de toename van het aantal AOW-gerechtigden (zie ook de toelichting bij tabel 49.2). In 2012 treedt een lichte trendbreuk op. Dit hangt samen met het voornemen van de regering om vanaf 2012 de MKOB onderdeel uit te laten maken van de middelentoets van de bijstand 65+ (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 777, nr. 3). Hierdoor neemt de gemiddelde hoogte van de uitkering af.
De regering is tevens voornemens om vanaf 2012 de overdraagbaarheid van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon geleidelijk af te bouwen (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 777, nr. 3). Het referentieminimumloon stijgt als gevolg hiervan minder snel. Dit is niet zichtbaar in tabel 49.1, maar wordt verwerkt bij de jaarlijkse indexering.
De uitvoeringskosten AIO zijn gerelateerd aan de volumes en laten vanaf 2013 eveneens een stijgende lijn zien. De voorgenomen afbouw van de overdraagbaarheid van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon leidt eerst nog tot een geringe stijging van de uitvoeringskosten in 2012 en 2013, maar daarna tot een besparing (€ 0,25 mln).
Toeslagenwet (TW)
De toeslagenwet verleent aan bepaalde uitkeringsgerechtigden toeslagen tot het relevante sociaal minimum. Uitkeringsgerechtigden die met hun uitkering en het eventuele partnerinkomen niet tot het relevante sociaal minimum komen, krijgen een toeslag op de uitkering van de zogeheten moederwet. De belangrijkste moederwetten zijn de WAO, WAZ, Wajong, WIA, WW, ZW en IOW.
De TW-uitgaven worden vooral bepaald door volume-ontwikkelingen in de genoemde regelingen. In 2012 dalen de TW-uitkeringslasten fors ten opzichte van 2011. Dit is voornamelijk het gevolg van de voorgenomen geleidelijke afbouw van de overdraagbaarheid van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon. Doordat het sociale minimum minder snel stijgt, is minder aanvulling vanuit de TW nodig.
In het kader van de vereenvoudiging van de administratieve uitvoering gaat de BIA met ingang van 2012 op in de TW. De uitgaven van de TW zijn daarom vanaf 2012 verhoogd met de uitgaven van de BIA. De BIA werd voorheen verantwoord op artikel 46. De BIA is de in 1996 in werking getreden tijdelijke wet die tracht de inkomensgevolgen van de Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen te beperken. De BIA vervalt met ingang van 1 december 2016.
De uitvoeringskosten van de Toeslagenwet zijn toegerekend aan de uitvoeringskosten van de moederwetten en komen ten laste van de betreffende sociale fondsen.
Uitkeringen Caribisch Nederland
De regelingen van SZW voor Caribisch Nederland (Bonaire, St. Eustatius en Saba) op het terrein van dit artikel betreffen de Algemene ouderdomsverzekering (AOV) en de Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW). Bij de uitgavenraming is rekening gehouden met de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd die ingaat per 2013. De raming is bijgesteld aan de hand van de eerste gegevens sinds de overname van de uitvoering per 1 januari 2011.
Uitvoeringskosten UWV en SVB
Vanaf 2013 zijn de regeerakkoordtaakstellingen technisch in de uitvoeringskosten van het UWV en de SVB verwerkt.
Artikelonderdeel | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 31 029 216 | 31 668 584 | 32 501 669 | 34 263 329 | 36 028 617 | 37 518 989 | 38 742 801 |
Programma-uitgaven | 31 029 216 | 31 668 584 | 32 126 042 | 33 050 239 | 33 867 736 | 34 411 661 | 34 748 200 |
Operationele doelstelling 1 | |||||||
Anw uitkeringslasten | 1 064 744 | 956 875 | 841 856 | 727 854 | 627 394 | 547 863 | 508 699 |
Anw tegemoetkoming | 20 953 | 17 433 | 15 402 | 13 695 | 12 035 | 10 740 | 10 091 |
Anw uitvoeringskosten | 24 195 | 25 482 | 19 866 | 15 887 | 13 761 | 12 437 | 12 791 |
Operationele doelstelling 2 | |||||||
AOW uitkeringslasten | 28 617 668 | 30 055 864 | 31 110 897 | 32 169 443 | 33 096 013 | 33 725 940 | 34 099 181 |
AOW tegemoetkoming | 1 177 722 | 488 506 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
AOW uitvoeringskosten | 123 934 | 124 424 | 138 021 | 123 360 | 118 533 | 114 681 | 117 438 |
Nominaal | 0 | 0 | 375 627 | 1 213 090 | 2 160 881 | 3 107 328 | 3 994 601 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Algemene nabestaandenwet (Anw)
Toelichting
De Anw is een financiële ondersteuning na het overlijden van de partner of ouder(s). Voor mensen die na 1950 zijn geboren gelden andere toelatingseisen tot de Anw dan voor mensen die vóór 1950 zijn geboren. Deze laatste groep Anw-gerechtigden neemt aanzienlijk af, omdat bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd het recht op de Anw-uitkering vervalt. Op 1 januari 2015 is deze groep helemaal uitgestroomd uit de Anw. Hierdoor dalen de uitkeringslasten Anw. Ook de groep mensen die bij de inwerkingtreding van de Anw in 1996 al recht hadden op diens voorganger, de AWW, stroomt de komende tien jaar grotendeels uit, omdat velen de 65-jarige leeftijd bereiken. Vanaf 2020 is de groep oud-AWW-gerechtigden aanzienlijk gereduceerd.
De voorgenomen geleidelijke afbouw van de overdraagbaarheid van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon werkt door in de hoogte van de Anw-uitkering. Deze zal minder snel stijgen. Dit wordt verwerkt in de jaarlijkse indexering (de post «nominaal» in tabel 49.2).
Daarnaast is de regering voornemens om vanaf 1 juli 2012 het woonlandbeginsel van toepassing te laten zijn op de Algemene nabestaandenwet. Dit levert een besparing op van enkele miljoenen.
De uitkeringslasten van de Anw-tegemoetkoming zijn gerelateerd aan de ontwikkeling van het aantal Anw-gerechtigden. Ook de uitvoeringskosten Anw zijn gerelateerd aan de volumes en laten een dalende lijn zien. De voorgenomen invoering van het woonlandbeginsel per 1 juli 2012 is verwerkt in de uitvoeringskosten.
Algemene Ouderdomswet (AOW)
De AOW is een basispensioen voor mensen die 65 jaar of ouder zijn. Als gevolg van de stijgende levensverwachting en de vergrijzing zullen de uitkeringslasten AOW de komende jaren toenemen. Sinds 2011 stromen de eerste babyboomers in in de AOW. De beperktere stijging van de uitkeringslasten vanaf 2015 hangt samen met het afschaffen van de partnertoeslag (voor nieuwe AOW-gerechtigden) per 1 januari van dat jaar.
Sinds 1 augustus 2011 wordt er op de AOW-partnertoeslag een korting toegepast van 10%. AOW-gerechtigden met een huishoudinkomen tot ongeveer € 30 000 (162% WML) zijn van deze korting uitgezonderd.
Het kabinet heeft een wetsvoorstel ingediend om met ingang van 2012 de AOW niet meer toe te kennen met ingang van de eerste dag van de maand dat men 65 wordt, maar met ingang van de dag dat daadwerkelijk de 65-jarige leeftijd wordt bereikt (Kamerstukken II, 2010–2011, 32 430, nr. 3). De besparing als gevolg van dit wetsvoorstel is in tabel 49.2 verwerkt. De besparing op de AOW-uitgaven als gevolg van de stevigere aanpak van fraude is eveneens verwerkt.
Voor de stand van zaken met betrekking tot de voorgenomen verhoging van de AOW-leeftijd en het pensioenakkoord wordt verwezen naar de beleidsagenda.
De AOW-tegemoetkoming is per 1 juni 2011 afgeschaft. Tegelijkertijd is een nieuwe regeling geïntroduceerd voor oudere belastingplichtigen: de mogelijkheid koopkrachttegemoetkoming oudere belastingplichtigen (de MKOB, zie artikel 50).
De voorgenomen geleidelijke afbouw van de overdraagbaarheid van de dubbele algemene heffingskorting in het referentieminimumloon heeft geen gevolgen voor de hoogte van het AOW-pensioen.
De uitvoeringskosten AOW bewegen voor het grootste deel mee met de volumes. De kosten in 2012 zijn hoger dan in 2011 en 2013 doordat ondermeer projectuitgaven van het investeringsprogramma SVB 10 van 2013 naar 2012 zijn verschoven.
Uitvoeringskosten SVB
Vanaf 2013 is de regeerakkoordtaakstelling technisch in de uitvoeringskosten van de SVB verwerkt.
Grafiek budgetflexibiliteit per operationele doelstelling 2012
Toelichting
De budgetten OD2, OD3 en OD 4 zijn volledig juridisch verplicht op grond van wettelijke bepalingen.
1 Zorgdragen dat inkomen op tenminste minimumniveau wordt verstrekt aan alleenstaande nabestaanden; tevens het verstrekken van een uitkering ten behoeve van wezen en halfwezen
Operationele doelstelling
Motivering
Om personen die geconfronteerd zijn met het overlijden van een partner of ouders en die vanwege leeftijd, de zorg voor een jong kind of arbeidsongeschiktheid niet (volledig) een eigen inkomen kunnen verwerven, te voorzien van een minimuminkomen en/of een compensatie.
-
• Uitkeringen op grond van de Anw;
-
• Bijdrage uitvoeringskosten aan de SVB.
Instrumenten
Activiteiten
Activiteiten SZW:
-
• Opstellen en onderhouden van beleid, wet en regelgeving;
-
• Twee maal per jaar aanpassen van het niveau van de Anw in verband met wijziging van het minimumloon;
-
• Aansturen van en toezicht houden op de SVB.
Activiteiten SVB:
-
• Beoordelen nieuwe aanvragen;
-
• Verstrekken van uitkeringen;
-
• Handhaven van wet- en regelgeving.
-
• Nabestaanden geboren voor 1950, nabestaanden met een kind onder de 18 jaar, nabestaanden die ten minste 45% arbeidsongeschikt zijn;
-
• Verzorgers van halfwezen;
-
• Wezen.
Doelgroepen
Indicatoren
De Anw heeft geen activerend karakter. Er wordt niet gestuurd op in- en uitstroom. Op dat punt heeft het gebruik van prestatie-indicatoren dus geen toegevoegde waarde. Wel is er een indicator opgenomen met betrekking tot het nalevingniveau opgave inkomen uit arbeid. In 2010 werd deze verplichting in 94% van de gevallen nageleefd. Het streven is deze naleving de komende jaren verder te verhogen, tot in eerste instantie minimaal 95% in 2012. Streefwaarden voor latere jaren zullen in de volgende begroting worden opgenomen, wanneer ook meer bekend is over de exacte vormgeving van de voorgenomen plannen ten aanzien van de aanscherping fraude-aanpak. In de beleidsagenda wordt nader ingegaan op deze aanscherping van de fraude-aanpak.
Realisatie 2010 | Streven 2011 | Streven 2012 | Streven 2016 | |
---|---|---|---|---|
Nalevingniveau opgave inkomen uit arbeid (%) | 94 | – | 95 | n.t.b. |
Bron: SZW-berekeningen op basis van SVB- en CBS-informatie
-
• Het aantal Anw-gerechtigden neemt af vanwege de aanpassing die in 1996 in de toetredingsvoorwaarden is aangebracht.
-
• Voor de Anw zijn kengetallen ontwikkeld gericht op handhaving. De kengetallen geven onder meer het niveau weer waarin gerechtigden de in de wet opgenomen informatieplicht ten aanzien van de leefsituatie naleven.
Kengetallen
Realisatie 2010 | Raming 2011 | Raming 2012 | |
---|---|---|---|
Nabestaanden uitkeringsjaren (x 1 000): | |||
Volume: Ingang recht voor 1 juli 1996 | 23 | 23 | 19 |
– waarvan nabestaanden- en halfwezenuitkering | 1 | < ½ | < ½ |
– waarvan nabestaandenuitkering | 22 | 22 | 18 |
Volume: Ingang recht na 1 juli 1996 | 61 | 57 | 52 |
– waarvan nabestaanden- en halfwezenuitkering | 9 | 9 | 9 |
– waarvan alleen nabestaandenuitkering | 37 | 33 | 29 |
– waarvan alleen halfwezenuitkering | 14 | 15 | 15 |
Wezenuitkering: Totaal volume uitkeringsjaren (x 1 000 uitkeringsjaren) | 1 85 | 1 81 | 1 72 |
Totaal aantal uitkeringsgerechtigden (x 1 000 personen) | 102 | 93 | 83 |
Bron: SVB, Jaarverslag
-
• De bekendheid met regels voor samenwonen en inkomen worden door de SVB gemeten middels een telefonische enquête onder aselect gekozen cliënten. Doordat gewerkt wordt met een steekproef zijn de uitkomsten omgeven door een bandbreedte. De in de tabel gepresenteerde verschillen tussen 2009 en 2010 vallen binnen deze bandbreedte en zijn zodoende niet significant.
-
• Het aantal onderzochte fraudesignalen ligt, na een toename in 2009, in 2010 weer op het niveau van de jaren voor 2009.
Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | |
---|---|---|---|
Handhaving: | |||
Nalevingniveau melden samenwonen1 Bekendheid met regels samenwonen (%)2 | 98 85 | 98 92 | 99 85 |
Bekendheid met regels inkomen (%)2 | 93 | 95 | 94 |
Aantal onderzochte fraudesignalen2 | 961 | 1 117 | 967 |
Totaal schadebedrag fraude (x € 1 mln)2 | 2,8 | 2,9 | 2,5 |
Incassoratio (%)2 | 92 | 91 | 93 |
2 Zorgdragen dat een minimuminkomen wordt verstrekt aan personen van 65 jaar en ouder
Operationele doelstelling
Motivering
Om personen die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt inkomensbescherming te bieden.
-
• Ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW);
-
• AOW-partnertoeslag ten behoeve van de partner jonger dan 65 jaar aan personen die een ouderdomspensioen op grond van de AOW ontvangen;
-
• Aanvullende uitkering op grond van de wet Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) indien een onvolledig AOW-pensioen wordt verstrekt in verband met niet-verzekerde jaren en indien geen toereikende middelen aanwezig zijn;
Instrumenten
Activiteiten
Activiteiten SZW:
-
• Opstellen en onderhouden van beleid, wet- en regelgeving;
-
• Halfjaarlijks aanpassen van het uitkeringsniveau AOW en AIO aan de minimumloon-ontwikkeling;
-
• Voorlichtingscampagne over de afschaffing van de AOW-partnertoeslag;
-
• Aansturen van en toezicht houden op de SVB.
Activiteiten SVB:
-
• Beoordelen recht op uitkering;
-
• Verstrekken van uitkeringen;
-
• Handhaven van wet- en regelgeving.
Doelgroepen
Personen van 65 jaar en ouder
Indicatoren
Het gebruik van prestatie-indicatoren heeft, naast het gebruik van kengetallen, geen toegevoegde waarde omdat de AOW en AIO geen activerend karakter kennen. Er wordt niet gestuurd op in- en uitstroom.
-
• Het aantal AOW-gerechtigden neemt de komende jaren toe als gevolg van de vergrijzing. Sinds 2011 stroomt de babyboom-generatie in in de AOW.
-
• Om dezelfde reden neemt ook het aantal AIO-gerechtigden toe.
Daar staat tegenover dat het aantal AIO-gerechtigden afneemt door het voornemen om de MKOB onderdeel uit te laten maken van de middelentoets. Per saldo resteert een lichte stijging.
-
• De bekendheid met de afschaffing van de AOW-partnertoeslag per 2015 is in 2011 vergelijkbaar met de bekendheid in 2010. De meting van de bekendheid is gebaseerd op een steekproef. De in de tabel gepresenteerde daling van 33% in 2010 naar 28% in 2011 is statistisch niet significant. Overigens is de bekendheid onder mensen die als eerste geconfronteerd worden met de afschaffing (mensen tussen de 55 en 60 jaar met een jongere partner) met ruim 60% een stuk hoger.
Kengetallen
Realisatie 2010 | Raming 2011 | Raming 2012 | |
---|---|---|---|
AOW uitkeringsjaren (x 1 000):1 | |||
70% uitkering (totaal)1 | 1 011 | 1 031 | 1 060 |
– waarvan partner < 65 jaar1 | 1 | 1 | 1 |
50% uitkering (totaal)1 | 1 598 | 1 662 | 1 748 |
– waarvan partner < 65 jaar1 | 254 | 265 | 279 |
Volume in aantal personen | |||
Volume AOW (x 1 000 personen)1 | 2 853 | 2 953 | 3 086 |
Volume AIO (x 1 000 huishoudens)2 | 37 | 40 | 41 |
Korting op de AOW-uitkering i.v.m. niet-verzekerde jaren: | |||
Personen met een onvolledige AOW (% van totaal)1 | 18 | 18 | 19 |
Gemiddeld kortingspercentage (%)1 | 48 | 48 | 48 |
Bekendheid met afschaffen partnertoeslag (%)3 | 33 | 28 | – |
-
• De realisatiecijfers bekendheid met regels voor samenwonen en inkomen laten forse fluctuaties zien. De bekendheid wordt gemeten door middel van een steekproef en gaat daarom gepaard met een bandbreedte. Aangezien de gemeten mutaties binnen deze brandbreedte vallen, zijn ze niet significant.
-
• Het totale schadebedrag is, net als in 2009, in 2010 flink gedaald.
Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | |
---|---|---|---|
Handhaving: | |||
Nalevingniveau melden samenwonen (%)1 | 99 | 99 | 99 |
Bekendheid met regels samenwonen (%)2 | 80 | 82 | 75 |
Bekendheid met regels inkomen (%)3 | 81 | 74 | 79 |
Aantal onderzochte fraudesignalen3 | 3 338 | 3 794 | 3 918 |
Totaal schadebedrag fraude (x € 1 mln)3 | 2,4 | 0,7 | 0,4 |
Incassoratio (%)3 | 96 | 95 | 95 |
3 Zorgdragen dat een aanvulling tot inkomen op minimumniveau wordt verstrekt aan zieke, arbeidsongeschikte en werkloze werknemers
Operationele doelstelling
Motivering
Om personen die een uitkering op grond van de WW, Wet WIA, ZW, WAO, Wet Wajong, IOW, Wet arbeid en zorg, Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Militairen (WAMIL) of loondoorbetaling in het tweede ziektejaar ontvangen, te voorzien van een minimuminkomen.
Zieke, arbeidsongeschikte en werkloze werknemers ontvangen een toeslag op hun loondervingsuitkering of loondoorbetaling tot het minimumniveau als de betrokkene daar met zijn gezinsinkomen onder blijft. Er is een maximum gesteld aan de toeslag. In het algemeen mogen de toeslag en de uitkering samen niet meer bedragen dan het dagloon of de grondslag. De TW kent een partnertoets, maar geen vermogenstoets.
-
• Toeslag op grond van de Toeslagenwet (TW);
-
• Bijdrage uitvoeringskosten aan UWV.
Instrumenten
Activiteiten
Activiteiten SZW:
-
• Opstellen en onderhouden beleid, wet- en regelgeving;
-
• Aanpassen tweemaal per jaar van het niveau van uitkeringen aan minimumloonontwikkeling;
-
• Aansturen van en toezicht houden op UWV.
Activiteiten UWV:
-
• Beoordelen van recht, hoogte en duur toeslag;
-
• Verstrekken van uitkeringen.
Doelgroepen
Personen die een loondervingsuitkering of loondoorbetaling ontvangen (volgens de definitie van de TW) en per dag een inkomen hebben dat lager is dan het relevante sociaal minimum.
Indicatoren
Er zijn geen indicatoren opgenomen. Recht op een toeslag op grond van de Toeslagenwet bestaat naast het recht op een loondervingsuitkering, waarvoor wel indicatoren bestaan.
Kengetallen
Als gevolg van de afbouw van de overdraagbaarheid van de dubbele algemene heffingskorting zijn het volume en de prijs van de TW in 2012 gedaald. Het volume daalt vooral bij de WW- en ZW-gerechtigden en het prijseffect vindt vooral plaats in de Wajong-regeling. De Wajong ondervindt nog geen volume-effect, omdat pas in 2013 het sociaal minimum lager ligt dan de hoogte van een volledige Wajong-uitkering.
Realisatie 2010 | Raming 2011 | Raming 2012 | |
---|---|---|---|
Toeslagenwet: | |||
Gemiddeld jaarvolume TW (x 1 000 uitkeringsjaren) | 182 | 180 | 167 |
Gemiddelde toeslag (x € 1) | 2 302 | 2 289 | 2 252 |
Bron: UWV, Jaarverslag
-
• Het aantal gerapporteerde overtredingen bij de TW is in 2010 met ongeveer 20% toegenomen. Deze stijging is in belangrijke mate een gevolg van het gebruik van nieuwe bestandsvergelijkingen die zijn opgezet in nauwe samenwerking tussen de Belastingsdienst, de SVB en het UWV. Omdat lang niet bij alle geconstateerde overtredingen sprake bleek te zijn van verwijtbaar gedrag, is besloten in het kader van de campagne «Voorkom problemen, weet hoe het zit» extra aandacht te besteden aan de regels rondom een TW-uitkering. Daarbij is onder meer een laagdrempelige uitleg ontwikkeld en zijn tevens de betaalspecificaties vereenvoudigd.
-
• Met het aantal geconstateerde overtredingen is eveneens het schadebedrag in 2010 toegenomen.
Realisatie 2008 | Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | |
---|---|---|---|
Handhaving: | |||
Aantal gerapporteerde overtredingen | 2 931 | 3 214 | 3 941 |
Totaal schadebedrag (x € 1 mln) | 6,8 | 8,4 | 9,3 |
Afdoeningspercentage (%) | 93,8 | 93,2 | 91,1 |
Bron: UWV, Jaarverslag
4 Zorgdragen voor adequate overige inkomensbescherming aan inwoners van Caribisch Nederland
Operationele doelstelling
Motivering
Om inwoners van Caribisch Nederland (de eilanden Bonaire, St. Eustatius en Saba), die de leeftijd van 60 jaar hebben bereikt, of om personen die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouders, inkomensbescherming te bieden. Daarbij wordt de ontwikkeling van uitkeringen op de eilanden gekoppeld aan de ontwikkeling van het prijsniveau op de eilanden.
Instrumenten
De uitkeringslasten Caribisch Nederland op het terrein van overige inkomensbescherming hebben betrekking op de Algemene ouderdomsverzekering (AOV), de AOV tegemoetkoming en de Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW).
De SZW-unit bij de RCN is verantwoordelijk voor de uitvoering van deze regelingen in Caribisch Nederland. De bijdrage in de uitvoeringskosten aan RCN wordt verantwoord op artikel 98.
Algemene ouderdomsverzekering (AOV)
Ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdoms Verzekering in Caribisch Nederland.
De pensioengerechtigde leeftijd in Caribisch Nederland is momenteel 60 jaar. Met de eilanden is afgesproken deze leeftijd gefaseerd te verhogen naar 65 jaar. De eerste stap tot verhoging van de AOV-leeftijd wordt ingezet in 2013 en zal met ingang van 2015 zijn gerealiseerd. De AOV-leeftijd wordt dan 62 jaar. Daarna schuift de AOV-leeftijd ieder jaar één jaar op. Voor mensen die geboren zijn in 1952 of eerder blijft 60 jaar de leeftijd waarop men recht krijgt op een ouderdomspensioen. Vanaf 2021 zal voor iedereen de pensioengerechtigde leeftijd 65 jaar zijn.
Naast het ouderdomspensioen wordt op St. Eustatius en Saba een tegemoetkoming verstrekt die recht doet aan de prijsverschillen tussen de eilanden.
Algemene weduwen- en wezenverzekering (AWW)
Uitkering aan personen die geconfronteerd zijn met het overlijden van hun partner of ouders en (half)wezen op grond van de Algemene weduwen- en wezenverzekering in Caribisch Nederland.
Activiteiten
Activiteiten SZW:
-
• Onderhouden van de wet- en regelgeving;
-
• Uitkeringsverzorging;
-
• Toezicht en handhaving;
-
• Eenmaal per jaar aanpassen van het niveau van de AOV en AWW in verband met de ontwikkeling van de prijsindexcijfers;
-
• Uitvoering Caribisch Nederland binnen RCN.
Doelgroepen
Inwoners van Caribisch Nederland (Bonaire, St. Eustatius en Saba):
-
• Voor de AOV: personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt;
-
• Voor de AWW: nabestaanden van partners, weduwen/weduwnaars, nabestaanden van ouders en (half)wezen.
Indicatoren
Gegeven het geringe aantal gerechtigden zijn geen indicatoren geformuleerd.
Volume uitkeringen Caribisch Nederland
Kengetallen
In 2010 was het totale volume uitkeringen overige inkomensbescherming ongeveer 2900. De verwachting is dat in 2011 dit aantal op hetzelfde niveau ligt.
Realisatie 2009 | Realisatie 2010 | Prognose 2011 | Raming 2012 | |
---|---|---|---|---|
Volume uitkeringen Caribisch Nederland (x 1 000) | – | 2,9 | 2,9 | 2,9 |
Bron: Gegevens SZW-unit RCN
Artikel