3.1 Inleiding
Sinds 1 januari 2004 is het RIVM een baten-lastendienst van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De taken van het RIVM zijn erop gericht de publieke gezondheid, een gezond leefmilieu en de veiligheid van de leefomgeving te bevorderen. Kerntaak van het RIVM is het verrichten van onderzoek en het wereldwijd verzamelen van kennis. De uitkomsten daarvan dienen als beleidsondersteuning voor de overheid.
Het RIVM voert onderzoek uit voor de Ministeries van VWS, IenM, EL&I en SZW, voor diverse inspecties en voor internationale organisaties zoals de Europese Unie, de WHO en de Verenigde Naties. Informatie over de resultaten van het RIVM-onderzoek is te vinden via de thematische ingangen van de website www.rivm.nl. Het RIVM vervult ook regiefuncties en verzorgt de landelijke coördinatie van preventie- en interventieprogramma’s, zoals het Rijksvaccinatieprogramma (RVP).
In januari 2010 heeft de minister van VWS zijn besluit tot integratie van de publieke taken inkoop, opslag en distributie en de onderzoek- en ontwikkelingstaak van het Nederlands Vaccin Instituut binnen het RIVM bekend gemaakt (zie ook leeswijzer). De inname van de publieke taken vindt in 2011 plaats. De financiële effecten van deze inname zijn in deze begroting verwerkt.
3.2 Begroting van baten en lasten
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
A. Baten | |||||||
Opbrengst moederdepartement | 131 314 | 122 252 | 151 916 | 149 855 | 151 877 | 150 374 | 149 773 |
– Eigenaar | 20 886 | 17 956 | 25 045 | 24 399 | 27 815 | 27 329 | 27 158 |
– Opdrachtgevers | 110 428 | 104 296 | 126 871 | 125 456 | 124 062 | 123 045 | 122 615 |
Opbrengst overige departementen | 59 350 | 52 036 | 52 371 | 51 958 | 51 546 | 51 133 | 51 133 |
– Ministerie van IenM | 47 248 | 48 686 | 44 776 | 44 363 | 43 951 | 43 538 | 43 538 |
– Ministerie van EL&I | 4 699 | 1 350 | 1 350 | 1 350 | 1 350 | 1 350 | 1 350 |
– Ministerie van SZW | 0 | 0 | 3 445 | 3 445 | 3 445 | 3 445 | 3 445 |
– Overige departementen | 7 403 | 2 000 | 2 800 | 2 800 | 2 800 | 2 800 | 2 800 |
Opbrengst derden | 164 959 | 172 404 | 187 772 | 191 527 | 195 358 | 195 358 | 195 358 |
Rentebaten | 394 | 100 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
Vrijval voorzieningen | 965 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere baten | 2 196 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 359 178 | 346 792 | 392 109 | 393 390 | 398 831 | 396 915 | 396 314 |
B. Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 353 084 | 341 883 | 384 776 | 386 057 | 391 498 | 389 582 | 388 981 |
– Personele kosten | 120 619 | 110 710 | 118 308 | 118 308 | 118 308 | 118 308 | 118 308 |
Waarvan: | |||||||
eigen personeel | 106 477 | 106 477 | 106 477 | 106 477 | 106 477 | ||
externe inhuur | 11 831 | 11 831 | 11 831 | 11 831 | 11 831 | ||
– Materiële kosten | 232 465 | 231 173 | 266 468 | 267 749 | 273 190 | 271 274 | 270 673 |
Waarvan: | |||||||
ICT | 9 300 | 9 300 | 9 300 | 9 300 | 9 300 | ||
Overige lasten | 9 213 | 4 909 | 7 333 | 7 333 | 7 333 | 7 333 | 7 333 |
Rentelasten | 381 | 393 | 447 | 447 | 447 | 447 | 447 |
Afschrijvingskosten | 4 670 | 4 516 | 6 886 | 6 886 | 6 886 | 6 886 | 6 886 |
– Materieel | 3 785 | 3 637 | 6 170 | 6 170 | 6 170 | 6 170 | 6 170 |
– Immaterieel | 885 | 879 | 716 | 716 | 716 | 716 | 716 |
Overige kosten | 4 162 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– Dotaties voorzieningen | 4 162 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– Bijzondere lasten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal lasten | 362 297 | 346 792 | 392 109 | 393 390 | 398 831 | 396 915 | 396 314 |
Saldo van baten en lasten | – 3 119 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting op de begroting van baten en lasten
De bedragen 2010 betreffen de gerealiseerde baten en lasten volgens het departementale jaarverslag over 2010 (Kamerstuk 32 710 XVI, nrs. 1 en 2). De bedragen 2011 betreffen de begroting 2011 (Kamerstuk 32 500 XVI, nrs. 1 en 2). De omzetbedragen voor 2012 voor de primaire opdrachtgevers (VWS-eigenaar, VWS-opdrachtgevers, IenM, EL&I en SZW) zijn ramingen op grond van de verwachte opdrachtvolumes bij ongewijzigd beleid voor de komende jaren waarin thans bekende ontwikkelingen zijn meegenomen. De overige omzetbedragen zijn gebaseerd op lopende en naar verwachting nog aan te gane contracten met overige opdrachtgevers.
Baten
De hoogte van de inkomsten is afhankelijk van overeenstemming tussen de opdrachtgevers en het RIVM over de aard en omvang van de te verrichten activiteiten en – daarmee samenhangend – de in rekening te brengen kosten (zijnde uren x tarief plus directe projectgebonden kosten). De geraamde baten van VWS-eigenaar zijn hoofdzakelijk bestemd voor het strategisch onderzoek van het RIVM en als aanvullend huisvestingsbudget.
De geraamde baten van VWS-opdrachtgevers betreffen inkomsten die het RIVM op grond van lopende werkprogramma’s en thans bekende ontwikkelingen verwacht te verkrijgen door opdrachtverlening door de beleidsdirecties van VWS, de IGZ en de nVWA.
De geraamde baten van IenM en EL&I volgen uit werkzaamheden die op het taakveld milieu in relatie tot volksgezondheid worden uitgevoerd in opdracht van de beleidsdirecties van IenM, de Inspectie IenM en EL&I. De geraamde baten van SZW hebben betrekking op onderzoek op het gebied van (gevaarlijke) arbeidsomstandigheden.
Baten van derden verkrijgt het RIVM door het uitvoeren van werkzaamheden voor derden in Nederland en in internationaal verband.
Lasten
De personele kosten bedragen circa € 118 miljoen, waarvan circa € 106 miljoen voor ambtelijk personeel en circa € 12 miljoen voor inhuur. De materiële kosten bedragen circa € 264 miljoen. Een groot deel betreft uitvoeringskosten voor het Rijksvaccinatieprogramma (€ 109 miljoen).
In deze begroting is de bezuinigingstaakstelling Kabinet Rutte verwerkt, waarbij het RIVM wordt aangeslagen voor een financiële reductie van 1,5% ingaande 2012 tot 6% structureel vanaf 2015. Deze bezuiniging werkt door in de opdrachtgeversbudgetten van VWS en IenM en in de eigenaarsbijdrage van VWS aan het RIVM. De taakstelling moet voor 3/4 worden ingevuld als efficiencytaakstelling (en werkt daarmee door in de RIVM-tarieven) en voor 1/4 als volumetaakstelling. In de uurtarieven zijn de in de onderstaande tabel vermelde taakstellingen verwerkt.
2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Efficiencytaakstelling Kabinet Balkenende IV | – 2% | – | – | – | – | – | – |
Taakstelling Kabinet Rutte | – | – | – 1,5% | – 3% | – 4,5% | – 6% | – 6% |
3.3 Kasstroomoverzicht
Omschrijving | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Rekening-courant RHB 1–1 | 59 880 | 28 943 | 29 442 | 29 603 | 29 114 | 28 621 | 28 821 |
2. Totaal operationele kasstroom | – 26 030 | 5 015 | 7 047 | 6 397 | 6 393 | 7 086 | 6 843 |
3a. Totaal investeringen (-/-) | – 4 907 | – 4 516 | – 6 886 | – 6 886 | – 6 886 | – 6 886 | – 6 886 |
3b. Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3. Totaal investeringskasstroom | – 4 907 | – 4 516 | – 6 886 | – 6 886 | – 6 886 | – 6 886 | – 6 886 |
4a. Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4b. Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4c. Aflossingen op leningen (-/-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4d. Beroep op leenfaciliteit (+) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Totaal financieringskasstroom | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. Rekening-courant RHB 31–12 (=1+2+3+4) | 28 943 | 29 442 | 29 603 | 29 114 | 28 621 | 28 821 | 28 778 |
Toelichting kasstroomoverzicht
Het RIVM investeert in software en licenties, gebouwinstallaties en infrastructuur, laboratoriumapparatuur, vervoermiddelen, IT en audiovisuele apparatuur en facilitaire apparatuur. Dit betreft vervangingsinvesteringen, nodig om de continuïteit te waarborgen.
3.4 Doelmatigheid
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
---|---|---|---|---|---|
Generiek | |||||
1. Tarieven/ uur | |||||
– Gewogen uurtarief in € | 108,96 | 108,96 | 108,96 | 108,96 | 108,96 |
– Ontwikkeling uurtarief (2003 = 100) | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
2. Aantal fte totaal (exclusief externe inhuur) | 1 516 | 1 516 | 1 516 | 1 516 | 1 516 |
3. Saldo van baten en lasten (% van de baten) | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Specifiek | |||||
1. Liquiditeit (current ratio; norm: > 1,5) | 1,51 | 1,51 | 1,51 | 1,51 | 1,51 |
2. Solvabiliteit (debt ratio) | 0,94 | 0,94 | 0,94 | 0,94 | 0,94 |
3. Rentabiliteit eigen vermogen | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
4. Percentage externe inhuur t.o.v. totale personele kosten | 10% | 10% | 10% | 10% | 10% |
5. Percentage facturen betaald binnen 30 dagen | 97,5% | 97,5% | 97,5% | 97,5% | 97,5% |
Toelichting doelmatigheidsindicatoren c.q. kengetallen
Uurtarief
Het RIVM hanteert als indicator voor de doelmatigheid het gewogen uurtarief. De uurtarieven worden jaarlijks door de eigenaar vastgesteld. De hoogte van de tarieven wordt onder meer bepaald door de ontwikkeling van de loonkosten, de materiële kosten (waaronder de huren die de Rijksgebouwendienst in rekening brengt) en het aantal te declareren uren per medewerker evenals efficiencytaakstellingen.
Specifiek
Voor wat betreft de specifieke doelmatigheidsindicatoren steunt het RIVM op de gangbare bedrijfseconomische indicatoren zoals vermeld in bovenstaande tabel. Over de geleverde prestaties legt het RIVM systematisch verantwoording af richting de opdrachtgevers. Voor de primaire opdrachtgevers VWS en IenM gebeurt dat in periodieke voortgangsrapportages die door deze opdrachtgevers worden vastgesteld. Voor de overige opdrachtgevers gebeurt dat via de tijdige levering van de afgesproken producten en diensten en de daarop volgende tijdige betaling door de opdrachtgevers van de overeengekomen opdrachtsom.
Audits en benchmarkonderzoeken vinden periodiek plaats. Over de (wetenschappelijke) audits op onderdelen van de primaire processen wordt gerapporteerd aan de Commissie van Toezicht.