Passend bij de status van het kabinet wordt in deze beleidsagenda geen nieuw beleid aangekondigd. Wel wordt ingegaan op financieel relevante ontwikkelingen en de implementatie van bestaand beleid.
Een veiliger Nederland en een sterke rechtsstaat, dat is en blijft de inzet van dit demissionaire kabinet. Dit kabinet staat tevens voor de niet geringe opgave om de overheidsfinanciën verder op orde te brengen. Deze opgave heeft uiteraard ook gevolgen voor het beleidsterrein van Veiligheid en Justitie. Meer doen met minder, is daarom de belangrijkste opdracht voor de begroting van 2013.
De in gang gezette vorming van een nationale politie en de herziening van de gerechtelijke kaart blijven de belangrijkste beleidsprioriteiten op het gebied van Veiligheid en Justitie. Daarnaast zijn de aanscherping van het strafrecht, de versterking van de prestaties in de strafrechtketen, en de versterking van de rol van het slachtoffer in het strafproces beleidsdoelen die op brede steun in de Kamer kunnen rekenen en waar dus ook in 2013 verder aan wordt gewerkt.
In het kader van de vorming van een nationale politie wordt het actieprogramma «Minder regels, meer op straat» in combinatie met het ICT-aanvalsprogramma uitgevoerd om de politieorganisatie zo efficiënt en effectief mogelijk te laten opereren.
In 2012 is het programma Versterking prestaties in de strafrechtketen (VPS) van start gegaan, waarbij onder centrale regie de prestaties in de strafrechtketen worden versterkt. Doorlooptijden gaan omlaag, uitval wordt teruggedrongen en de kwaliteit van de afdoening van zaken wordt verbeterd. Het programma zorgt voor een betere samenhang en regie op lopende verbeteringstrajecten binnen de keten, zoals:
-
• ZSM (Zo Samen, Snel, Slim, Selectief, Simpel en Samenlevingsgericht Mogelijk). Met ingang van 2013 zal de zogeheten ZSM-werkwijze landelijk worden toegepast. Met ZSM versterken politie en OM zowel de slagkracht als de «heterdaadkracht»: slimme, snelle en directe afhandeling van verdachten. Dit zodat slachtoffers, verdachten en samenleving weten waar ze aan toe zijn. In samenwerking met Reclassering, Slachtofferhulp Nederland en de Raad voor de Kinderbescherming beogen politie en OM bij eenvoudige strafzaken binnen de eerste zes uren respectievelijk drie dagen na aanhouding een eerste en vaak finale beoordeling van de zaak te realiseren. Dit betekent onder andere dat er buiten de normale kantooruren wordt samengewerkt op vaste locaties. De ZSM-werkwijze draagt dankzij deze samenwerking bij aan het verhogen van productiviteit (door vermindering administratieve lasten), betrokkenheid van medewerkers, tevredenheid van slachtoffers, vertrouwen in de overheid en het wegwerken en voorkomen van «stapels dossiers». In de tweede helft van 2012 is de ZSM-werkwijze landelijk geïmplementeerd op de aangehouden verdachten, zowel meerderjarigen als minderjarigen (ZSM versie 1.0). In 2013 vindt verbreding plaats naar andere verdachten («ontboden verdachten»). Ook zal in 2013 nadere uniformering plaatsvinden op thema's als jeugd, slachtofferzorg, supersnelrecht en de relatie tussen het programma ZSM en de veiligheidshuizen.
-
• Uiterlijk 2015 moet de doelstelling bereikt zijn dat tweederde van de standaardstrafzaken binnen één maand is afgedaan. Met het oog daarop wordt ketenbreed gewerkt aan verbetering en versnelling van de werkprocessen van politie tot en met de rechtspraak: het programma Herontwerp Keten Strafrechtelijke Handhaving. In 2013 zijn de ketenorganisaties in alle regio’s van de herziene gerechtelijke kaart aan de slag met de optimalisering van hun werkprocessen, wat direct bijdraagt aan een betere en snellere afhandeling van complexe zaken en beroepszaken.
-
• De Strafrechtketenmonitor van het WODC wordt uitgebreid met informatie over doorlooptijden. Als onderdeel van de zogenoemde Strafrechtketenmonitor worden de doorlooptijden in strafzaken voortdurend gemonitord. In 2013 wordt op basis van de gegevens uit deze monitor zichtbaar dat als gevolg van beide initiatieven de behandeltermijn voor standaardzaken substantieel afneemt.
-
• Het executiedeel van de strafrechtketen wordt versterkt met het programma Uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB). Het programma USB werkt aan een snelle, zekere en goed geïnformeerde tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen. Dit betekent een tijdige start, minder uitval en goed geïnformeerde betrokkenen, zoals slachtoffers en gemeenten.
Het verkrijgen van structureel inzicht in het presteren van de tenuitvoerleggingsketen en de rol van de verschillende ketenorganisaties is een van de doelstellingen. Tevens wordt hiermee overzicht en regie op de informatievoorziening tussen de organisaties in de tenuitvoerleggingsketen bewerkstelligd.
Het wetsvoorstel herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen wordt in de loop van 2013 ingediend bij de Tweede Kamer.