Algemeen
In deze leeswijzer wordt kort ingegaan op de nieuwe rijksbreed ingevoerde, begrotingsopzet: Verantwoord Begroten, de beleidsagenda en de beleidsartikelen, de wijzigingen in de begrotingsstructuur, de overzichts-constructies, meetbare gegevens en een aantal specifieke afspraken met het Ministerie van Financiën.
Daar waar gesproken wordt over het Regeerakkoord, wordt bedoeld het Regeerakkoord Rutte-Verhagen.
Verantwoord Begroten
Onder de naam Verantwoord Begroten (VB) is met ingang van de begroting 2013 een nieuwe rijksbrede begrotingsopzet ingevoerd. De aanleiding is gelegen in de wens van de Tweede Kamer voor een verbeterde informatievoorziening in begrotingen en jaarverslagen. De nieuwe presentatie moet leiden tot meer inzicht in financiële informatie en in de rol en verantwoordelijkheid van de minister en laat een duidelijke splitsing tussen apparaat en programma zien.
In de VenJ-begroting 2012 is reeds een eerste stap gezet. Er was al één centraal artikel opgenomen waarop alle apparaatsuitgaven van het kerndepartement zijn opgenomen, zijn de beleidsdoorlichtingen al centraal vermeld in de beleidsagenda en is een subsidieoverzicht aan de begroting toegevoegd. In de nu voorliggende begroting zijn alle veranderingen die uit de VB-exercitie voortvloeien doorgevoerd.
Concreet betekent dit voor de begroting het volgende:
-
• De uitgaven voor programma en de uitgaven voor apparaat zijn gesplitst. De apparaatsuitgaven zijn overgeheveld naar een centraal apparaatsartikel (artikel 91) en tevens zijn de apparaatsuitgaven gesplitst in een aantal categorieën;
-
• De apparaatsuitgaven van de Hoge Raad (HR), het Openbaar Ministerie (OM) en de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) zijn vanwege de budgettaire omvang niet in het centrale apparaatsartikel 91 maar apart in respectievelijk beleidsartikel 32 (HR en OM) en 35 (RvdK) opgenomen;
-
• De beleidsdoorlichtingen staan niet meer apart vermeld onder de beleidsartikelen maar zijn in een totaaloverzicht opgenomen in de beleidsagenda.
-
• De programmagelden zijn voor zover deze groter zijn dan € 1 mln. per artikel opgesplitst in een aantal vaste uitgavencategorieën, te weten: subsidies, opdrachten, bijdragen aan ZBO’s/RWT’s, bijdragen aan baten-lastendiensten, bijdragen aan internationale organisaties en bijdragen aan mede-overheden. Dit geeft de Kamer extra financiële informatie. De restcategorie overig, bestaande uit verschillende budgetten die elk afzonderlijk kleiner zijn dan € 1 mln., wordt voor de overzichtelijkheid niet separaat toegelicht;
-
• Bij VB ligt de nadruk op de verantwoordelijkheid van de minister. Zaken waar de minister niet verantwoordelijk voor is of geen invloed op heeft zijn niet langer opgenomen in de begroting. De begroting wordt hiermee dunner en toegankelijker;
-
• Beleidswijzigingen, bijvoorbeeld op basis van evaluaties of doorlichtingen, zijn expliciet in de beleidsartikelen opgenomen;
-
• Ten slotte is de artikelindeling evenals de nummering van de beleidsartikelen gewijzigd.
Beleidsagenda en beleidsartikelen
Ten tijde van het opstellen van deze begroting was er sprake van een demissionair kabinet. Derhalve is gekozen voor een technische invulling van de beleidsagenda. Daar waar in de beleidsagenda van vorig jaar nog uitgebreid werd ingegaan op de prioriteiten van het kabinet Rutte, is de beleidsagenda nu sober van aard.
In de beleidsagenda is zoals te doen gebruikelijk een cijfermatig overzicht opgenomen van de belangrijkste beleidsmatige mutaties.
In de beleidsartikelen vindt u de relevante financiële informatie die samenhangt met de voorgenomen programma-uitgaven.
Begrotingsstructuur
De begrotingsstructuur is ten opzichte van vorig jaar aanzienlijk aangepast. Dit hangt samen met Verantwoord Begroten. De beleidsartikelen zijn opnieuw gerangschikt, waarbij de volgorde van de beleidsartikelen overeenkomt met de justitieketen (opsporing en vervolging). Achter de leeswijzer is een was-wordt tabel opgenomen, waarin zowel de oude als de nieuwe artikelstructuur is weergegeven. Hierbij dient te worden opgemerkt dat door de gewijzigde structuur de realisatiecijfers over 2012 niet zijn opgenomen. Ten slotte wordt de begroting met ingang van het begrotingsjaar 2013 alleen in digitale vorm aangeboden.
De overzichtsconstructies
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie levert een bijdrage aan vier interdepartementale overzichtsconstructies (ozc): «Stedenbeleid», «Caribisch Nederland», «Milieubeleid» en de «Homogene Groep Internationale Samenwerking» (HGIS). De coördinatie is voor de eerste twee ozc’s in handen van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De Minister van Infrastructuur en Milieu coördineert de ozc Milieubeleid en de Minister van Buitenlandse Zaken de ozc HGIS.
Meetbare gegevens: outcome, output, throughput, input
In de beleidsartikelen zijn conform de Rijksbegrotingsvoorschriften bij de algemene doelstellingen van de beleidsartikelen prestatiegegevens opgenomen. Uiteraard wordt bij voorkeur het beoogde maatschappelijk effect van het beleid vermeld. Het is echter niet altijd mogelijk om een inschatting te maken van het maatschappelijk effect van het beleid (outcome): soms omdat dit methodologisch te ingewikkeld is, soms omdat de relatie tussen het VenJ-beleid en het beoogde maatschappelijke effect niet één-op-één is vast te stellen, soms omdat het eenvoudigweg nog te vroeg is om maatschappelijke effecten vast te kunnen stellen.
In het geval geen outcome-indicatoren kunnen worden opgenomen, wordt volstaan met indicatoren op een lager niveau. Het kan gaan om outputgegevens (de concrete producten van het beleid), om throughputgegevens (die inzicht bieden in processen, zoals bijvoorbeeld doorlooptijden) of om inputgegevens. In het laatste geval gaat het om een weergave van de beleidsinspanningen: welke activiteiten worden ondernomen, welke middelen worden ingezet, et cetera. In de beleidsartikelen worden dergelijke gegevens over het algemeen aangeduid als productiegegevens. Dit alles om toch een zo maximaal inzicht te bieden in de beleidseffecten die met het VenJ-beleid worden beoogd.
Indien in het geheel niet mogelijk is om prestatiegegevens op te nemen, wordt aangegeven waarom dat niet mogelijk is en wordt waar mogelijk een toelichting gegeven, waaruit blijkt op welke wijze op een meer kwalitatieve wijze inzicht wordt verkregen in de beleidsprestaties.
Specifieke afspraken
Het Ministerie van Veiligheid en Justitie heeft ten aanzien van de begroting (vormvereisten en inhoud) specifieke afspraken gemaakt met het Ministerie van Financiën. Deze punten worden hieronder genoemd.
Beleidsdoorlichtingen
Met betrekking tot de beleidsdoorlichtingen heeft het Ministerie van Veiligheid en Justitie een meerjarige programmering vastgesteld voor de periode van 2012 tot en met 2017. In deze programmering zijn alle beleidsartikelen opgenomen. Deze programmering is terug te vinden in de beleidsagenda.
Raad voor de rechtspraak
In het wetslichaam is een apart wetsartikel opgenomen voor de Raad voor de rechtspraak. In de Wet op de Rechterlijke Organisatie is de verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering geattribueerd aan de gerechten en aan de Raad voor de rechtspraak. Per 1 januari 2005 kent de Raad een bekostigingssystematiek die gebaseerd is op outputfinanciering en gelijktijdig is het baten-lastenstelsel ingevoerd. Door VenJ is gekozen voor een «bijdrage-constructie». Dit betekent dat op artikel 32 «Rechtspleging en rechtsbijstand» de bijdrage aan de Raad is opgenomen en de Raad voor de rechtspraak niet in de begrotingsstaat inzake baten/lastendiensten is opgenomen. Voor de Raad is in de begroting een apart hoofdstuk opgenomen, met daarin de gevolgen van de verstrekte bijdrage op het gebied van de bedrijfsvoering (hoofdstuk 6).
Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ)
Als bijlage is opgenomen de uitkomsten van het Prognosemodel Justitiële Ketens. Deze uitkomsten geven de geraamde capaciteitsbehoeften in meerjarig perspectief weer binnen de justitiële keten.
Oude begrotingsstructuur | Begrotingsstructuur vanaf 2013 | ||
---|---|---|---|
Artikel | Omschrijving | Artikel | Omschrijving |
Beleidsartikelen | Beleidsartikelen | ||
23 Veiligheidsregio's en politie | 31 Nationale Politie | ||
23.1 | Bekostiging politie (boven)regionaal) | 31.2 | Bekostiging nationale politie |
23.2 | Bekostiging politie landelijk | 31.3 | Kwaliteit, arbeidsvoorwaarden en ICT politie |
23.3 | Kwaliteit politie en veiligheidsregio's | ||
23.4 | Bekostiging veiligheidsregio's | ||
12 Rechtspleging en rechtsbijstand | 32 Rechtspleging en rechtsbijstand | ||
12.2 | Adequate toegang tot het rechtsbestel | 32.1 | Apparaatsuitgaven Hoge Raad |
12.3 | Slagvaardige en kwalitatief goede rechtspleging | 32.2 | Optimale randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend rechtsbestel |
32.3 | Slagvaardige en kwalitatief goede rechtspleging | ||
13 Rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding | 33 Veiligheid en Criminaliteitsbestrijding | ||
13.3 | Handhaving en vervolging | 33.1 | Apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie |
33.2 | Bestuur, informatie en technologie | ||
33.3 | Opsporing en vervolging | ||
34 Sanctietoepassing | |||
13.1 | Preventieve maatregelen | 34.2 | Preventieve maatregelen |
13.4 | Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties | 34.3 | Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties en vreemdelingenbewaring |
13.5 | Slachtofferzorg | 34.4 | Slachtofferzorg |
13.7 | Vreemdelingenbewaring | ||
14 Jeugd | 35 Jeugd | ||
14.1 | Uitvoering jeugdbescherming | 35.1 | Apparaatsuitgaven Raad voor de Kinderbescherming |
14.2 | Tenuitvoerlegging justitiële sancties jeugd | 35.2 | Uitvoering jeugdbescherming en voogdij AMV's |
14.3 | Voogdij AMV's | 35.3 | Tenuitvoerlegging justitiële sancties jeugd |
21 Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid | 36 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidbeleid | ||
21.1 | Nationale Veiligheid | 36.2 | Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid |
21.2 | Nationaal Crisiscentrum | 36.3 | Onderzoeksraad voor Veiligheid |
21.3 | Onderzoeksraad voor veiligheid | ||
21.4 | Terrorismebestrijding | ||
25 Veiligheid en bestuur | |||
25.1 | Veiligheid en bestuur | Overgeheveld naar artikel 31 en 36 | |
25.2 | Veiligheid, informatie en technologie | Overgeheveld naar artikel 31, 33 en 36 | |
29 Inspectie Openbare Orde en Veiligheid | |||
29.1 | Toezicht onderzoek en aanbevelingen | Overgeheveld naar artikel 91 | |
Niet beleidsartikelen | Niet-beleidsartikelen | ||
91 Apparaatsuitgaven kerndepartement | 91 Apparaat kerndepartement | ||
92 Nominaal en onvoorzien | 92 Nominaal en onvoorzien | ||
93 Geheim | 93 Geheim |