Algemene doelstelling
Een veilige samenleving met behulp van een goed functionerende politieorganisatie.
Rol en verantwoordelijkheid
Als verantwoordelijke voor het politiebestel draagt de minister vanaf 2013 ervoor zorg dat de politieorganisatie is toegerust om de door de gezagsdragers opgedragen taken te kunnen uitvoeren.
De minister legt hierover verantwoording af aan het parlement. Om die verantwoordelijkheid te kunnen waarmaken, kan de minister de korpschef te allen tijde over alle beheersaangelegenheden algemene en bijzondere aanwijzingen geven. Zo stelt hij regels aan het beheer, waaronder het financieel beheer, van de politie door de korpschef. Voorts stelt de minister niet alleen de begroting, de meerjarenraming, de jaarrekening, het beheersplan en het jaarverslag vast, maar ook de sterkte en de verdeling van die sterkte over de eenheden.
Daarnaast stelt de minister ten minste eens in de vier jaar de landelijke beleidsdoelstellingen ten aanzien van de taakuitvoering van de politie vast, alsmede, gehoord het College van Procureurs-Generaal en de regioburgemeesters, het aandeel van elke regionale of landelijke eenheid in de verwezenlijking van die landelijke beleidsdoelstellingen. De landelijke doelstellingen komen tot stand na consultatie van de regioburgemeesters, die daaraan voorafgaand de burgemeesters moeten horen. Verdeling van de sterkte over de onderdelen van de regionale eenheden geschiedt door de burgemeesters en de hoofdofficier van Justitie en wordt neergelegd in het regionale beleidsplan.
Dit beleidsplan, waarvoor de gemeentelijke integrale veiligheidsplannen de basis vormen, wordt – met inachtneming van de landelijke doelstellingen voor de betrokken eenheid – vastgesteld door de gezamenlijke burgemeesters en de hoofdofficier van Justitie. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt, stelt de regioburgemeester (in overeenstemming met de hoofdofficier) het beleidsplan vast. Tegen dit besluit kan een betrokken burgemeester in beroep komen bij de minister.
De politie-inzet is een verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. De burgemeester behoudt het gezag wat betreft de handhaving van de openbare orde en hulpverlening. De officier van Justitie behoudt het gezag wat betreft de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Het gezag voor het vreemdelingentoezicht berust bij de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.
De politie, bestaande uit 10 regionale eenheden, een landelijke eenheid en een ondersteunende dienst, is een rechtspersoon sui generis. De korpschef is belast met de leiding en het beheer van de politie. De korpschef is volledig ondergeschikt aan de Minister van Veiligheid en Justitie en opereert binnen de kaders die de minister stelt.
De beheersverantwoordelijkheid voor het politie- en brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) berust bij de Minister van Veiligheid en Justitie. De ministeriële verantwoordelijk is vermeld in de Veiligheidswet BES (Stb. 2010, 362).
Meetbare gegevens
Voor de periode 2011 tot en met 2014 zijn voor de politie landelijke prioriteiten vastgesteld. Voor sommige landelijke prioriteiten zijn ontwikkelafspraken gemaakt die niet leiden tot kwantitatieve uitkomsten maar tot een kwaliteitsverbetering. De landelijke prioriteiten die wel meetbare resultaten kennen in 2013 zijn:
Nulmeting | Waarde Ultimo 2011 | Streefwaarde 2012 | Streef waarde 2013 | Streefwaarde 2014 | |
---|---|---|---|---|---|
Terugdringen aantal overvallen naar niveau 20061 | 1 900 in 2006 | 2 271 | 2 100 | 2 000 | < 1 900 |
Verhogen verdachtenratio overvallen (pakkans) met 40%2 | 23 in 2009 | 66 | 32% | 36% | 40% |
Terugdringing aantal straatroven met 25% | 2009: 8 743 | 7 869 | 7 432 | 6 995 | 6 557 |
Aanleveren gebiedsscan op gemeentelijk niveau | 2010: 15 korpsen geimplementeeerd; 11 nog niet | 24 | 26 | 100% dekking | 100% dekking |
Cybercrime: standaardisering, uniformering en professionalisering van de Digitale Expertise | 2010: kwantitatief en kwalitatief in de pas lopen | 10 eenheden | Plan van aanpak capaciteitsuitbreiding | idem | |
In 2014 wordt de aangever standaard geïnformeerd over de afloop van de aangifte, of wordt de aangever in zwaardere zaken op basis van maatwerk geïnformeerd | 2010: aangifte is divers en de burger krijgt niet in alle gevallen een terugkoppeling 4 kanalen voor melding/aangifte: balie, telefonie, internet en op locatie | Implementatie Multi channel aanpak | 6 kanalen voor aangifte | 6 kanalen voor aangifte | |
Vermindering administratieve lastendruk politie met 25% (5000 fte) | Vindt nu plaats door politieacademie | 5% | 15% | 25% | |
Verhoging van de heterdaad ratio met 25% | 5% | 15% | 25% | ||
Aanpak criminele vreemdelingen | 2010: 80% voldoet aan eisen | 80% | 83% | 87% | 90% |
Bij alle naar het OM verzonden pv’s met een niet-Nederlander als verdachte wordt de niet-Nederlander voorzien van een vreemdelingennummer | 2010: 25% | Implementatie Progris | 100% | 100% | |
Uitvoering plan van aanpak ICT politie: vermindering aantal verzorgingsgebieden | 7 | 7 | 7 | 5 | |
Vrijwillige ambtenaren van politie | 2 406 (2010) | 3 125 | 3 750 | 4 375 |
Bron: Jaarverslag Nederlandse Politie 2011
Voor de periode 2011 tot en met 2014 zijn landelijke prioriteiten voor de politie vastgesteld. Deze prioriteiten sluiten aan op de problemen die op lokaal niveau met voorrang om een oplossing vragen.
2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 | |
---|---|---|---|---|---|
Operationele sterkte incl. aspiranten in fte’s | 50 587 | 51 124 | 50 688 | 49 972 | 49 809 |
Toelichting
Doelstelling is te komen tot een aangepaste instroom van aspiranten in de komende jaren om de doelstelling van de operationele sterkte (49 500 fte) te bereiken in 2015. De onvoorspelbaarheid van de uitstroom op grond van leeftijd (keuze in pensioenleeftijd) zorgt dat de politiesterkte in 2015 en verdere jaren hoger kan uitkomen (zie ook TK 2011–2012 29 628 326).
Korps politie Caribisch Nederland
Het korps politie Caribisch Nederland zal in het eerste kwartaal van 2013 de beschikking krijgen over een geactualiseerde criminaliteitsbeeldanalyse. Met dat beeld (de bevindingen) wordt het OM en de Gezaghebber in staat gesteld om op basis van prioriteiten een strategie te ontwikkelen voor de repressieve en preventieve aanpak van de criminaliteit. Het politiekorps geeft in de loop van 2013 uitvoering aan de door het gezag te benoemen geprioriteerde criminaliteitsvelden. Aan de hand van prestatie-indicatoren kan de effectiviteit van het politie optreden worden vastgesteld. Voornoemde effectiviteit is mogelijk omdat in 2012 het politiekorps de criminaliteit structureel en nauwgezet registreert waardoor een vergelijking met 2013 mogelijk wordt.
Beleidswijzigingen
Door een wijziging van wetsvoorstel 30 880 (stb. 2012, 315) realiseert het kabinet de nationale politie in juridische zin. Na inwerkingtreding van de Nationale Politie met ingang van 1 januari 2013 zal de positionering van de Politieacademie en de VtsPN in het bestel worden vastgelegd.
De nationale politie komt onder inhoudelijke verantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie en zal bestaan uit 10 regionale eenheden, één of meer landelijke eenheden en één of meer ondersteunende diensten. De korpschef is belast met de leiding en het beheer van de nationale politie.
De verhouding tussen minister en korpschef wordt bepaald door de wet. In essentie bevat de wijziging van de Politiewet een sturingsmodel waarbij de minister vanuit zijn politiek-bestuurlijke verantwoordelijkheid de kaders stelt en de korpschef vanuit zijn verantwoordelijkheid voor de leiding en het beheer van het korps zorg draagt voor de uitvoering.
Het aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie is verder geconcretiseerd en uitgewerkt in een jaarplan tot half 2013.
Voor het jaar 2013 wordt een separate begroting voor de Nationale Politie opgesteld. Deze begroting zal minimaal ingaan op de onderdelen die zijn genoemd in de Politiewet 2012 (Stb. 2012, 315): de regionale en landelijke eenheden en de ondersteunende diensten.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 5 535 250 | 5 521 234 | 5 346 363 | 5 015 404 | 4 978 865 | |
Programma-uitgaven | 5 220 150 | 5 146 734 | 5 050 063 | 5 015 404 | 4 978 865 | |
Waarvan juridisch verplicht | 99,92% | |||||
31.2 Bekostiging nationale politie | ||||||
Bijdrage ZBO's/RWT's | ||||||
Nationale politie | 4 940 566 | 4 883 075 | 4 779 846 | 4 736 225 | 4 710 669 | |
VtsPN | 90 087 | 94 589 | 94 589 | 94 588 | 94 576 | |
Politieacademie | 132 295 | 121 320 | 111 813 | 107 781 | 107 781 | |
Bijdrage mede-overheden | ||||||
BES brandweer- en politiekorps | 16 575 | 16 575 | 16 575 | 16 575 | 16 575 | |
31.3 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie | ||||||
Bijdrage ZBO's/RWT's | ||||||
Bestuur en Organisatie | 10 658 | 1 920 | 790 | 790 | 790 | |
Informatiebeleid politie: Innovatieprojecten | 5 318 | 4 920 | 4 779 | 4 700 | 4 694 | |
Bijdragen mede-overheden | ||||||
Bijdragen in het kader van de kwaliteit van de politiezorg | 3 637 | 3 821 | 21 157 | 34 231 | 23 266 | |
Subsidies | ||||||
Subsidies in het kader van opsporing | 700 | 700 | 700 | 700 | 700 | |
Opdrachten | ||||||
Providers | 14 606 | 14 106 | 14 106 | 14 106 | 14 106 | |
Kwaliteit en arbeidsvoorwaarden politie | 1 208 | 1 208 | 1 208 | 1 208 | 1 208 | |
Bijdragen Sociale fondsen | ||||||
Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie | 4 500 | 4 500 | 4 500 | 4 500 | 4 500 | |
Ontvangsten | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
Het niet-juridisch verplichte deel wordt aangewend voor onderwerpen op het gebied van kwaliteit en innovatieve en technologische ontwikkelingen bij en voor de politie.
31.2 Bekostiging Nationale Politie
Toelichting op de instrumenten
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
Voor een adequate politiezorg worden middelen beschikbaar gesteld voor:
-
• De Nationale Politie voor de taakuitvoering in het kader van de Politiewet;
-
• de Politieacademie voor onderwijs en kennisdiensten;
-
• de producten en adviezen op het gebied van beleid, ICT en inkoop;
-
• De VtsPN voor het beheer van het C2000 netwerk.
Bijdrage mede-overheden
De uitgaven voor het politie- en brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba worden bekostigd uit de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De jaarlijks vastgestelde begroting van het ministerie vormt telkens de wettelijke grondslag voor de bekostiging van de korpsen 31.3 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT Politie
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
Bestuur en Organisatie
In het kader van handhaving, opsporing, preventie en innovatie worden er bijdragen verstrekt aan het politieveld. Het gaat onder meer om incidentele bijdragen aan:
-
• pilots ter verbetering van de efficiency (onder andere door middel van innovatie) binnen de politieorganisatie;
-
• pilot gebiedsgebonden politiezorg;
-
• pilot versterken heterdaadkracht;
-
• NIK-themadagen (netwerk voor innovatie en kwaliteit);
-
• doorontwikkeling elektronische aangifte.
Informatiebeleid politie: Innovatieprojecten
Naast financiering van eerdergenoemde informatiesystemen wordt ook budget beschikbaar gesteld om innovatieve en technologische ontwikkelingen bij de politie te stimuleren. Met eenmalige bijdragen aan het politieveld worden innovatieve ontwikkelingen ondersteund om het presterend vermogen van de politie en de ketenpartners te verhogen. Deze bijdragen (veilig uitgaan, 3D teleservice, wapenscanner, keteninformatisering) kunnen in financiële omvang variëren.
Bijdrage mede-overheden
Bijdragen in het kader van kwaliteit politiezorg
Het gaat hier om budgetten voor de ondersteuning van het arbeidsvoorwaardenoverleg en de uitvoering van het arbeidsvoorwaardenbeleid (o.a. Centrum Arbeidsverhoudingen Overheids Personeel).
Subsidies
Subsidies in het kader van opsporing
Deze subsidie wordt verstrekt aan de Stichting Meld Misdaad Anoniem, met als doel criminaliteit aan te pakken. De onafhankelijke stichting exploiteert de meldlijn, waar mensen anoniem informatie kunnen geven over misdrijven.
Opdrachten
Providers
De Staat der Nederlanden heeft met de grote telecomproviders afspraken gemaakt over de wijze van aanleveren van gegevens en het verwerken van tapbevragingen in combinatie met de daarover verstrekte gegevens. Deze afspraken zijn voor een periode van drie jaar in 2011 vernieuwd.
Bijdragen Sociale fondsen
Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie
Dit betreft budgetten die gemoeid zijn met het voorbereiden en uitvoeren van arbeidsvoorwaardenbeleid.
Het hierover onderhouden van contacten met vergelijkbare sectoren, de politievakbonden en de politieorganisatie.