A. Algemene doelstelling
Schuldfinanciering tegen zo laag mogelijke rentekosten onder acceptabel risico voor de begroting.
B. Rol en verantwoordelijkheid Minister
De Minister van Financiën heeft een uitvoerende rol bij de financiering van de staatsschuld. Het doel is om de schuld tegen zo laag mogelijke rentekosten met een acceptabel risico voor de begroting te financieren. De wettelijke basis voor deze uitvoerende rol is geregeld in de Comptabiliteitswet 2001 23.
Het risico voor de begroting is laag wanneer de rentes op leningen zo lang mogelijk vast worden gezet. Als de rente langer vastgezet wordt, gaat dit echter over het algemeen gepaard met hogere kosten. Er is daarom een balans gezocht tussen kosten en risico. Mede op basis van onderzoek in 2007 wordt de balans tussen kosten en risico optimaal geacht als de rente steeds voor 7 jaar wordt vastgezet 24. Daarom werkt het Agentschap van de Generale Thesaurie sinds 2008 met een renterisico voor de staatsschuld dat gelijk is aan dat van een 7-jaars gecentreerde portefeuille. Een dergelijke financiering is efficiënt in de zin dat er geen portefeuille is met een gelijk risico maar lagere kosten, of gelijke kosten maar een lager risico.
Om te meten hoe goed de 7-jaars gecentreerde portefeuille benaderd wordt, wordt sinds 2008 gewerkt met een benchmark. De benchmark is een theoretische financiering van de staatsschuld waarbij elke dag een deel van financieringsbehoefte wordt gefinancierd met de uitgifte van een 7-jarige lening. Ieder jaar wordt in het jaarverslag gerapporteerd in hoeverre de benchmark benaderd is. De benchmark maakt het mogelijk om de gevolgen van bewuste afwijkingen van het renterisicokader transparant te rapporteren. Het gaat dan om zowel de kosten als het risico van de feitelijke portefeuille ten opzichte van de benchmark.
Sinds 2012 is het onder voorwaarden mogelijk om van dit kader af te wijken en de rente op een kapitaalmarktuitgifte niet met renteswaps om te zetten naar de 7-jaarsrente. De voorwaarden zijn dat afwijkingen niet mogen leiden tot meer risico voor de begroting en de rentelasten inpasbaar zijn binnen de begroting.
C. Beleidswijzigingen
Er zijn geen wijzigingen van het beleid voorzien.
D1. Budgettaire gevolgen van beleid
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 53.467 | 38.424 | 41.563 | 59.093 | 35.631 | 46.185 | 44.423 |
Juridisch verplicht | 100% | ||||||
| |||||||
Programma-uitgaven | 53.436 | 38.403 | 41.537 | 59.074 | 35.612 | 46.166 | 43.688 |
Leningen | |||||||
Totaal Rentelasten | 10.312 | 9.730 | 9.355 | 10.513 | 11.984 | 12.961 | 13.656 |
Rentelasten vaste schuld | 10.088 | 9.669 | 9.153 | 9.741 | 10.774 | 11.439 | 12.272 |
Rentelasten vlottende schuld | 199 | 61 | 202 | 772 | 1.120 | 1.462 | 1.384 |
Uitgaven voortijdige beëindiging | 25 | ||||||
Aflossing vaste schuld | 33.325 | 28.658 | 32.182 | 48.561 | 23.718 | 33.265 | 30.748 |
Mutatie vlottende schuld | 9.799 | 15 | |||||
Overige kosten | 30 | 22 | 26 | 19 | 19 | 19 | 19 |
Ontvangsten | 65.891 | 50.109 | 48.529 | 64.525 | 41.213 | 50.472 | 46.607 |
Programma- ontvangsten | 65.891 | 50.109 | 48.529 | 64.525 | 41.213 | 50.472 | 46.607 |
Leningen | |||||||
Totaal Rentebaten schuld | 226 | 109 | 216 | 1.163 | 1.630 | 1.623 | 1.313 |
Rentebaten vaste schuld | 106 | 1.040 | 1.529 | 1.525 | 1.257 | ||
Rentebaten vlottende schuld | 223 | 109 | 110 | 123 | 101 | 98 | 56 |
Ontvangsten voortijdige beëindiging | 3 | ||||||
Uitgifte vaste schuld | 65.665 | 50.000 | 48.312 | 63.362 | 39.582 | 48.849 | 45.294 |
Mutatie vlottende schuld |
D2. Budgetflexibiliteit
Voor dit artikel is de budgetflexibiliteit zeer gering, omdat de verplichtingen voornamelijk voortvloeien uit de in het verleden opgebouwde schuld. De verplichtingen in deze begroting zijn op grond van de Comptabiliteitswet 2001 gelijk gesteld aan de uitgaven.
De ontvangsten en uitgaven zijn voor 100% als juridisch verplicht aan te merken. De beleidsmatige ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de operationele doelstelling bestaan uit renteontvangsten en rentebetalingen als gevolg van transacties op de geldmarkt en de kapitaalmarkt. Aangezien de (betalings)verplichtingen van de aangegane staatsschuld voortvloeien uit beleids- en bedrijfsvoeringsuitgaven die ten laste van andere begrotingen komen, heeft een verplichtingenbenadering (als begrotingsstelsel) voor de begroting van Nationale Schuld noch uit het oogpunt van budgettaire beheersing, noch uit het oogpunt van budgetrecht meerwaarde ten opzichte van het kasstelsel. Om die reden is in de Comptabiliteitswet 2001 bepaald dat voor de uitgaven ten laste van de begroting van Nationale Schuld de verplichtingen in een jaar gelijk gesteld mogen worden aan de uitgaven in dat jaar.
E. Toelichting
De totale uitgaven en totale ontvangsten zijn opgebouwd uit drie onderdelen. Ten eerste worden rentelasten en rentebaten verantwoord. Ten tweede zijn de aflossing en uitgifte vaste schuld de mutatie vlottende schuld in de tabel opgenomen. De derde post betreft de overige kosten.
Rentelasten en rentebaten
Binnen de rentelasten wordt onderscheid gemaakt tussen de rentelasten vaste schuld (schuld met een oorspronkelijke looptijd langer dan een jaar), de rentelasten vlottende schuld (korter dan een jaar) en uitgaven voortijdige beëindiging. De grootste post binnen de rentelasten wordt gevormd door de rentelasten over de vaste schuld (Dutch State Loans, ook afgekort als DSL’s). Hieronder vallen ook rentekosten vanwege de euriborswaps. Dit zijn de renteswaps die afgesloten worden om het profiel van het renterisico in overeenstemming te brengen met de 7-jaars gecentreerde portefeuille.
Er worden zogenaamde payer en receiverswaps afgesloten. Bij payerswaps wordt een vaste rente betaald en een variabele rente ontvangen. Bij receiverswaps is het andersom: er wordt een vaste rente ontvangen en een variabele rente betaald. Per saldo geeft dit rentelasten of rentebaten. Dit saldo wordt meegeteld bij de rentelasten of rentebaten vaste schuld.
De rentelasten over de vlottende schuld bestaan uit de rentelasten van schatkistpapier (Dutch Treasury Certificates, ook afgekort als DTC’s), Commercial Paper (CP’s) en rentelasten vanwege overige kortlopende schulden. Ook eventuele rentelasten vanwege de eoniaswaps maken onderdeel uit van de rentelasten vlottende schuld. De eoniaswaps worden afgesloten om het renterisico van de korte financiering (geldmarkt) op «overnight» te brengen. Het streven is om de geldmarkt te financieren tegen daggeldtarief (overnight). De Staat geeft kort schuldpapier uit met looptijden variërend van enkele dagen tot maximaal 12 maanden. Via het afsluiten van een eoniaswap wordt het rentetarief (en renterisico) teruggebracht op 1 dag.
De rentebaten vlottende schuld bestaan vooral uit vergoedingen over tijdelijk op de geldmarkt uitgezette liquiditeiten als gevolg van een positief schatkistsaldo en uit eventuele rentebaten vanwege eoniaswaps. Ook de rentebaten over de overgenomen schulden van ABN AMRO (voorheen Fortis Bank Nederland) vallen onder deze rubriek.
Aflossing en uitgifte vaste schuld en mutatie vlottende schuld
Ieder jaar wordt een deel van de vaste schuld afgelost omdat het einde van de looptijd van leningen wordt bereikt.
De raming van de uitgifte vaste schuld is gebaseerd op de omvang van de af te lossen DSL’s en de raming voor het tekort op kasbasis. Er wordt verondersteld dat de afgeloste schuld weer opnieuw wordt uitgegeven en dat daarnaast extra uitgifte van vaste schuld plaatsvindt om het kastekort te financieren. In werkelijkheid zal de uitgifte van vaste schuld afwijken van de som van de aflossingen en het tekort, omdat de uit te geven hoeveelheid vaste schuld wordt verkleind of vergroot door de hoeveelheid kortlopende schuld te laten toe- of afnemen. Dit leidt tot een mutatie in de vlottende schuld.
Op het moment dat het financieringsplan staatsschuld 2014 wordt gepubliceerd (december 2013) wordt de raming van de uitgifte vaste schuld voor 2014 definitief vastgesteld.
Overige kosten
Het leeuwendeel van de overige kosten bestaat uit provisiekosten Primary Dealers. De Nederlandse Staat maakt gebruik van een stelsel van momenteel 15 banken (Primary Dealers) voor de distributie en promotie van Nederlandse Staatsleningen. De Primary Dealers verplichten zich onder andere om Dutch State Loans (DSL’s) af te nemen, te verspreiden en te promoten. Tot de verplichtingen hoort ook een maandelijkse rapportage over de verrichte activiteiten op de secundaire markt en het quoteren van DSL’s en DTC’s.
In onderstaande tabel worden de belangrijkste mutaties in de rentekosten vanaf de ontwerpbegroting 2013 weergegeven.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | artnr. | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerpbegroting 2013 1 | 9.674 | 9.713 | 9.629 | 10.308 | 10.975 | ||
Mutaties: | 11 | ||||||
Renteswaps | – 120 | – 223 | – 104 | – 157 | – 149 | 11 | |
Bijstelling kassaldo | 69 | 61 | 9 | – 108 | 11 | ||
Bijstelling rekenrente | – 309 | – 536 | – 567 | – 800 | – 965 | 11 | |
Effect van schulduitgifte | – 721 | – 374 | – 322 | – 214 | – 149 | 11 | |
Bijstelling rente interne schuldverhoudingen | – 41 | 88 | 134 | 385 | 574 | 12 | |
Stand ontwerpbegroting 2014 | 9.132 | 8.738 | 8.832 | 9.530 | 10.178 | 10.932 |
De rentekosten over de staatsschuld liggen voor een groot deel vast. Dit komt omdat deze kosten grotendeels het gevolg zijn van de tekortontwikkeling en daarmee de schuldopbouw in het verleden en de keuzes die toen gemaakt zijn in het financieringsbeleid en het risicomanagement.
Mutaties in de raming worden veroorzaakt door een aantal factoren. In de eerste plaats wijzigen de rentekosten als gevolg van nieuwe swaps die afgesloten zijn in de periode na het verschijnen van de vorige begroting. In de tweede plaats wijzigen de rentekosten als gevolg van nieuwe ramingen voor het kassaldo. Als de nieuwe saldoraming tegenvalt ten opzichte van de vorige raming, stijgen de rentekosten. Als de saldoraming meevalt, dalen de rentekosten. In de derde plaats leiden bijstellingen in de rekenrente (bron: CPB) tot mutaties in de rentekosten. Ten vierde ontstaan mutaties als gevolg van nieuwe uitgiftes. Als de rente op de uitgiftes afwijkt van de rekenrente wordt de raming aangepast.