Rijkswaterstaat
Introductie
Rijkswaterstaat (RWS) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van IenM die, in opdracht van de Minister en de Staatssecretaris van IenM de nationale infrastructurele netwerken in Nederland aanlegt, beheert en ontwikkelt.
Rijkswaterstaat werkt aan:
-
• droge voeten;
-
• voldoende en schoon water;
-
• vlot en veilig verkeer over water en weg;
-
• bruikbare en betrouwbare informatie.
Het Ministerie van IenM kent een scheiding tussen beleid, toezicht en uitvoering. RWS fungeert hierbij als uitvoeringsorganisatie van het ministerie. Het formuleren van beleid is belegd bij de beleids-Directoraten-Generaal. Dit betekent dat de doelstellingen van het agentschap afhankelijk zijn van de (veelal lange termijn) beleidsdoelstellingen en kaders welke door IenM worden aangegeven. Deze beleidsdoelen zijn geformuleerd in de beleidsartikelen van de Begroting hoofdstuk XII.
Producten en diensten
RWS treedt op als manager van het gebruik van een aantal hoofdinfrastructuur-netwerken (hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdwatersystemen), als beheerder van die netwerken, als realisator van uitbreidingen van deze netwerken en als adviseur voor het ten aanzien hiervan te voeren beleid. RWS voert deze taken uit vanuit een netwerkbenadering. Belangrijkste producten zijn:
-
• Verkeersmanagement: het inzetten van instrumenten en hulpmiddelen om vraag en aanbod op elk moment zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en om het verkeersaanbod zo goed mogelijk af te wikkelen. Het betreft vooral bediening van objecten als bruggen en sluizen, verstrekken van route-informatie en incidentmanagement.
-
• Watermanagement: reguleren van de hoeveelheden water in het hoofdwatersysteem en van de kwaliteit daarvan, door het hanteren van de te onderscheiden categorieën «vasthouden/bergen/afvoeren» en «schoonhouden/scheiden/zuiveren».
-
• Beheer, onderhoud & vervanging: instandhouding van objecten en areaal op een vooruitstrevende, toekomstgerichte manier, gericht op het ook in technische zin steeds verder ontwikkelen van het netwerk of systeem. Dit product voegt dus kwaliteit toe aan het netwerk.
-
• Aanleg: dit betreft investeringen om de functionaliteit van het netwerk te vergroten. Nieuwe verbindingen of verbreding van bestaande. Sleutelwoord: capaciteitsvergroting.
-
• Beleidsondersteuning en -advisering: het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid.
-
• Leveren van kennis en expertise: ten behoeve van beleidsondersteuning en -advisering, milieu en leefomgeving, grote (aanleg)projecten en aansturing projecten en uitvoeringsorganisaties, het verstrekken van subsidies en basisinformatie.
-
• Het leveren van kennis en doen van uitvoeringstaken op het gebied van milieu en leefomgeving.
Totaal | Realisatie 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet IenM | 2.270.042 | 2.295.878 | 2.119.836 | 2.130.714 | 1.979.545 | 1.941.395 | 1.913.408 |
Omzet nutv werkzaamheden | 0 | 153.915 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omzet overige departementen | 36.089 | 30.544 | 29.718 | 25.810 | 25.810 | 25.810 | 25.810 |
Omzet derden | 109.903 | 137.440 | 136.886 | 140.844 | 141.369 | 141.394 | 141.394 |
Rentebaten | 947 | 800 | 800 | 800 | 800 | 800 | 800 |
Bijzondere baten | 4.431 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 | 10.000 |
Vrijval voorziening | 964 | ||||||
Totaal baten | 2.422.376 | 2.628.577 | 2.297.240 | 2.308.168 | 2.157.524 | 2.119.399 | 2.091.412 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 1.071.454 | 1.047.991 | 965.478 | 929.374 | 897.337 | 882.280 | 876.435 |
– Personele kosten | 802.885 | 785.391 | 725.185 | 694.535 | 668.149 | 657.400 | 651.555 |
* waarvan eigen personeel | 697.629 | 711.489 | 673.243 | 648.823 | 624.887 | 614.488 | 608.643 |
* waarvan externe inhuur | 105.256 | 73.902 | 51.942 | 45.712 | 43.262 | 42.912 | 42.912 |
– Materiele kosten | 268.569 | 262.600 | 240.293 | 234.839 | 229.188 | 224.880 | 224.880 |
* waarvan apparaat ICT | 49.544 | 45.000 | 45.000 | 45.000 | 45.000 | 45.000 | 45.000 |
* waarvan bijdrage aan SSO’s | 56.000 | 56.000 | 56.000 | 56.000 | 56.000 | 56.000 | |
Onderhoud | 1.273.370 | 1.556.863 | 1.274.039 | 1.321.072 | 1.202.465 | 1.179.396 | 1.157.254 |
Rentelasten | 6.502 | 8.748 | 8.748 | 8.748 | 8.748 | 8.748 | 8.748 |
Afschrijvingskosten | 40.361 | 39.975 | 39.975 | 39.975 | 39.975 | 39.975 | 39.975 |
– materieel | 39.357 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 |
* waarvan ICT | 6.079 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 |
– immaterieel | 1.004 | 1.975 | 1.975 | 1.975 | 1.975 | 1.975 | 1.975 |
Dotaties | 19.900 | ||||||
Bijzondere lasten | 14.314 | ||||||
Totaal lasten | 2.425.901 | 2.653.577 | 2.288.240 | 2.299.169 | 2.148.525 | 2.110.399 | 2.082.412 |
Saldo van baten en lasten | – 3.525 | – 25.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 |
Dotatie aan reserve Rijksrederij | 9.319 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 |
Te verdelen resultaat | – 12.844 | – 34.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet IenM
De omzet IenM betreft de omzet uit hoofde van activiteiten (en de daarmee samenhangende producten) die RWS verricht voor IenM. De omzet IenM is onder andere een vergoeding voor:
-
• het beheer en onderhoud van de infrastructuur en waterkwaliteit;
-
• de apparaatskosten (personeel en materieel) van RWS die verband houden met de aanleg, verkeers- en watermanagement en onderhoud van infrastructuur;
-
• de capaciteit die RWS levert in het kader van zijn kennis- en adviestaken en de activiteiten in het kader van RWS-Leefomgeving.
Met name als gevolg van schommelingen in de beschikbaarheid van middelen voor beheer en onderhoud door de jaren heen, fluctueert de post omzet IenM.
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Deltafonds artikel | 406.672 | 429.742 | 388.748 | 358.231 | 362.375 | 354.197 |
Artikel 1 Investeren in waterveiligheid | 2.850 | 4.550 | 1.100 | – | – | – |
Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening | 1.201 | 1.223 | – | – | – | – |
Artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging | 169.867 | 144.767 | 147.098 | 126.052 | 126.016 | 118.070 |
Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven | 232.754 | 237.572 | 231.936 | 228.915 | 235.595 | 235.363 |
Artikel 7 Waterkwaliteit | – | 41.630 | 8.614 | 3.264 | 764 | 764 |
Infrastructuurfonds | 1.749.473 | 1.634.456 | 1.691.492 | 1.581.448 | 1.541.154 | 1.521.249 |
Artikel 12 Hoofdwegennet | 970.902 | 911.979 | 961.364 | 942.848 | 934.325 | 931.124 |
Artikel 15 Hoofdvaarwegennet | 558.612 | 509.981 | 542.812 | 472.532 | 456.591 | 445.099 |
Artikel 18 overige uitgaven | 219.958 | 212.496 | 187.316 | 166.067 | 150.237 | 145.026 |
Hoofdstuk XII | 139.733 | 55.638 | 50.474 | 39.866 | 37.866 | 37.962 |
Artikel 11 Waterkwantiteit | 18.774 | 17.605 | 16.629 | 15.938 | 15.008 | 15.610 |
Artikel 12 Waterkwaliteit | 78.944 | – | – | – | – | – |
Artikel 13 Ruimtelijke ontwikkeling | 9.818 | 8.263 | 7.830 | 7.710 | 7.710 | 7.710 |
Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid | 3.312 | 2.948 | 2.948 | 2.948 | 2.948 | 2.948 |
Artikel 15 OV-Keten | 1.014 | 995 | 995 | 995 | 995 | 995 |
Artikel 17 Luchtvaart | 10.048 | 11.898 | 8.948 | 48 | 48 | 48 |
Artikel 18 Scheepvaart en Havens | 1.404 | 1.404 | 1.404 | 1.404 | 1.404 | 1.404 |
Artikel 19 Klimaat | 4.360 | 3.793 | 3.285 | 2.668 | 1.760 | 1.760 |
Artikel 20 Lucht en geluid | 1.028 | 1.057 | 890 | 759 | 597 | 597 |
Artikel 21 Duurzaamheid | 6.458 | 3.663 | 3.663 | 3.663 | 3.663 | 3.663 |
Artikel 22 Externe veiligheid en risico’s | 3.966 | 3.407 | 3.275 | 3.126 | 3.126 | 2.620 |
Artikel 97 Algemeen departement | 607 | 605 | 607 | 607 | 607 | 607 |
Totaal | 2.295.878 | 2.119.836 | 2.130.714 | 1.979.545 | 1.941.395 | 1.913.408 |
Van totale omzet IenM | ||||||
* apparaats- en afchrijvingskosten en rentelasten | 1.023.862 | 976.908 | 936.846 | 904.284 | 889.204 | 883.358 |
* programma | 1.272.016 | 1.142.928 | 1.193.868 | 1.075.261 | 1.052.192 | 1.030.050 |
Nog uit te voeren werkzaamheden
Dit betreffen middelen die RWS in 2013 van het moederdepartement heeft ontvangen en bestemd waren voor werkzaamheden die gepland waren in 2013, maar waarvan de uitvoering doorloopt in 2014 (€ 153,9 mln).
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft betrekking op van andere ministeries ontvangen vergoedingen voor het gebruik van vaartuigen van de Rijksrederij.
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | 16.619 | 16.798 | 12.891 | 12.891 | 12.891 | 12.891 |
Ministerie van Financiën | 5.900 | 5.900 | 5.900 | 5.900 | 5.900 | 5.900 |
Ministerie van Economische Zaken | 8.025 | 7.020 | 7.019 | 7.019 | 7.019 | 7.019 |
Totaal | 30.544 | 29.718 | 25.810 | 25.810 | 25.810 | 25.810 |
Omzet derden
De omzet derden heeft betrekking op vergoedingen van onder meer provincies, gemeenten en de Europese Unie in het kader van het beheer en onderhoud van de infrastructuur en de kennis- en adviesfunctie. Daarnaast bevat deze post de verwachte opbrengsten uit schaderijdingen en schadevaringen ter dekking van de kosten van reparatiewerkzaamheden, opbrengsten uit vergunningverlening, beheeropbrengsten op het areaal, opbrengsten voor de Nationale Bewegwijzeringsdienst en adviezen vanuit RWS Leefomgeving aan onder meer gemeenten.
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Schaderijdingen/schadevaringen | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 |
Vergunningen WVO | 22.500 | 22.500 | 22.500 | 22.500 | 22.500 | 22.500 |
Vergoeding provincies etc. | 37.460 | 38.286 | 42.266 | 42.266 | 42.266 | 42.266 |
Nationale Bewegwijzeringsdienst | 17.080 | 15.700 | 15.750 | 16.275 | 16.300 | 16.300 |
RWS Leefomgeving | 3.700 | 3.700 | 3.700 | 3.700 | 3.700 | 3.700 |
Beheeropbrengsten areaal (RWS Partner) | 35.700 | 35.700 | 35.700 | 35.700 | 35.700 | 35.700 |
Totaal | 137.440 | 136.886 | 140.916 | 141.441 | 141.466 | 141.466 |
Bijzondere baten
De geraamde bijzondere baten betreffen voornamelijk verwachte boekwinst op de verkoop van vaste activa.
Lasten
Personele kosten
De specificatie van de personele kosten is als volgt:
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal FTE | 8.800 | 8.550 | 8.145 | 7.829 | 7.651 | 7.651 |
Eigen Personeelskosten (x € 1.000) | 711.489 | 673.243 | 648.823 | 624.887 | 614.488 | 608.643 |
Inhuur (x € 1.000) | 73.902 | 51.942 | 45.712 | 43.262 | 42.912 | 42.912 |
Eigen personeel
De kracht van Rijkswaterstaat ligt in de zakelijke en professionele wijze waarop het zijn kerntaken uitvoert. Om daarop te kunnen sturen is gedefinieerd welke taken RWS met eigen mensen uitvoert (de kerntaken) en welke taken aan de markt kunnen worden overgelaten (de niet-kern taken).
De bovengenoemde kosten van externe inhuur betreffen de inzet van derden op de kerntaken van RWS. Daarnaast vindt er inzet van derden plaats op taken die RWS aan de markt overlaat en derhalve niet tot de apparaatskosten behoren. Omwille van de aansluiting op de Rijksbrede rapportages is ervoor gekozen om de daarmee samenhangende kosten ook hier inzichtelijk te maken in onderstaande tabel.
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Inhuur apparaat | 73.902 | 51.942 | 45.712 | 43.262 | 42.912 | 42.912 |
Inhuur programma | 93.000 | 79.000 | 69.000 | 63.000 | 57.000 | 57.000 |
166.902 | 130.942 | 114.712 | 106.262 | 99.912 | 99.912 |
Inhuur apparaat (kerntaken)
RWS streeft ernaar om de inhuur van externen op kerntaken zoveel mogelijk te beperken vanuit het basisprincipe dat Rijkswaterstaat op kerntaken eigen mensen inzet, ter vermindering van de kwetsbaarheid en het verkleinen van de afhankelijkheid van externen. Inhuur op kerntaken vindt in beginsel alleen plaats als er sprake is van piekbelasting in de directe productie of in geval van onderbezetting, ziekte of vervanging. Inhuur op kerntaken kan ook een keuze zijn als vanuit de arbeidsmarkt hele specifieke kennis/specialisme niet kan worden aangetrokken.
Bij inhuur op kerntaken wordt eerst nagegaan of de vacature binnen de eigen RWS organisatie kan worden ingevuld (met eigen medewerkers of vanuit de mobiliteitspool). Door deze maatregelen zal de inhuur op kerntaken de komende jaren gaan dalen.
Inhuur programma (niet-kerntaken)
Voor inhuur op niet-kerntaken geldt dat deze zoveel mogelijk op basis van op productafspraken gebaseerde contracten moet worden gedaan. Hierdoor zal de inhuur op niet-kerntaken de komende jaren gaan dalen. In de verantwoording van 2012 en 2013 is in de bijlage externe inhuur in beeld gebracht wat de hoogte is van de totale externe inhuur door RWS op basis van de definitie van het Ministerie van BZK. Met ingang van deze begroting wordt de inhuur die betrekking heeft op de niet-kerntaken van RWS, inzichtelijk gemaakt. De inhuur op niet-kerntaken in het primaire proces wordt met name onder de posten onderhoud en aanleg op het Infrastructuurfonds en het Deltafonds verantwoord.
Materiële kosten
De materiële kosten omvatten onder andere ICT, huisvesting, bureaukosten en communicatie.
Onderhoud
De kosten beheer en onderhoud hebben betrekking op de kosten die in rekening worden gebracht door derden (met name aannemers en ingenieursbureaus). Deze voeren werkzaamheden uit die direct bijdragen aan het beheer en de instandhouding van de infrastructuur. Tevens vindt er een bijdrage van circa € 2 mln in 2015 aan het KNMI plaats.
Saldo van baten en lasten
RWS zal in 2014 naar verwachting een negatief resultaat lijden van circa € 34 mln. Dit wordt veroorzaakt doordat de maatregelen die zijn getroffen om te voldoen aan de taakstelling Rutte 1 nog niet de besparingen opleveren in het tempo zoals benodigd voor de invulling van de ingeboekte taakstelling. Om aan de taakstelling te voldoen heeft RWS een aantal maatregelen getroffen. Deze maatregelen hebben betrekking op het budget voor materiële uitgaven zoals huisvesting, structurele reductie van inhuur en voor het grootste deel door afbouw van de formatie. Deze afbouw van formatie wordt zowel gerealiseerd door versobering in de taakuitvoering als door efficiencyverbetering in de werkprocessen van RWS. Deze efficiencyverbetering is gebaseerd op procesanalyses en de daaruit voortvloeiende verandering in werkwijze en organisatie vanuit het Ondernemingsplan RWS 2015. De krimp en de daarvoor benodigde uitstroom is inmiddels goed op gang gekomen en wordt sterk door gezet (van Werk naar Werk).
Verder wordt een deel van het tekort veroorzaakt door de (incidentele) extra inhuur (€ 12 mln) die nodig is om de hoge productie opgaven in 2014 te kunnen realiseren. De productie blijft namelijk onveranderlijk hoog.
Om toekomstige negatieve resultaten te voorkomen worden – naast de natuurlijke uitstroom – de volgende maatregelen genomen:
-
• mobiliteit tot stand brengen door mensen van werk naar werk te begeleiden.
-
• samenwerking met anderen (Alliantievorming).
-
• het werken voor tweeden en derden (RWS Partner) waardoor extra inkomsten kunnen worden gegenereerd.
-
• het terugdringen van de inhuur waardoor kosten kunnen worden bespaard (zie hiertoe de toelichting onder personele kosten).
Stand slotwet 2013 | 2014 VJN* | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari 2012+ stand depositorekening | 359.905 | 394.129 | 222.713 | 207.761 | 201.309 | 193.257 | 177.005 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 77.530 | 129.921- | 17.748 | 17.748 | 17.748 | 17.748 | 17.748 |
3a. | Totaal investeringen (-/-) | 16.580 | 40.500- | 50.500- | 31.100- | 56.100- | 56.100- | 56.100- |
3b. | Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) | 31.739- | – | – | – | – | – | – |
3. | Totaal investeringskasstroom | 15.159- | 40.500- | 50.500- | 31.100- | 56.100- | 56.100- | 56.100- |
4a. | Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | – | 195- | – | – | – | – | – |
4b. | Eenmalige storting door het moederdepartement (+) | 9.400 | 8.700 | 7.300 | 15.800 | 14.200 | 6.000 | 8.600 |
4c. | Aflossingen op leningen (-/-) | 13.200 | 50.000- | 40.000- | 40.000- | 40.000- | 40.000- | 41.000- |
4d. | Beroep op leenfaciliteit (+) | 50.747- | 40.500 | 50.500 | 31.100 | 56.100 | 56.100 | 56.100 |
4. | Totaal financieringskasstroom | 28.147- | 995- | 17.800 | 6.900 | 30.300 | 22.100 | 23.700 |
5. | Rekening-courant RHB 31 december 2012 + stand depositorekening) (=1+2+3+4) | 394.129 | 222.713 | 207.761 | 201.309 | 193.257 | 177.005 | 162.353 |
(maximale roodstand 0,5 miljoen Euro) |
Toelichting
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de inkomsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering. Meerjarig wordt gestreefd naar een stabiel saldo van baten en lasten.
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de verkopen van activa en de nieuwe investeringen. De investeringen hebben betrekking op het in stand houden van de activa van RWS. Deels betreft het investeringen in activasoorten, zoals voertuigen, waarbij de omvang van de jaarlijkse investeringen op een constant niveau ligt.
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die gerelateerd zijn aan de financiering van het agentschap. RWS doet een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën ter financiering van haar investeringen als agentschap. Daarnaast is in de begroting van het agentschap rekening gehouden met aflossing op deze leenfaciliteit. De storting door moederdepartement betreft de aflossing van de langlopende vordering die RWS heeft op het moederdepartement. De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft het, op basis van de Regeling agentschappen, uitkeren van het surplus aan eigen vermogen aan de eigenaar. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de Voorjaarsnota 2014.
Omschrijving | 2013 realisatie | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Apparaatskosten per eenheid areaal | |||||||
Hoofdwegennet | 27.683 | 25.659 | 23.878 | 23.184 | 22.536 | 22.222 | 22.059 |
Hoofdvaarwegennet | 27.443 | 25.544 | 24.395 | 24.146 | 23.927 | 23.750 | 23.733 |
Hoofdwatersystemen | 1.140 | 1.058 | 1.014 | 1.003 | 992 | 985 | 983 |
% Apparaatskosten tov omzet | |||||||
% Apparaatskosten tov omzet | 23% | 21% | 20% | 22% | 20% | 21% | 20% |
Tarieven per FTE | |||||||
Kosten per FTE | 120.574 | 125.649 | 119.673 | 121.190 | 121.991 | 122.860 | 122.096 |
Omzet BLD per product | |||||||
Hoofdwatersystemen | 443.405 | 406.672 | 429.742 | 388.748 | 358.231 | 362.375 | 354.197 |
Hoofdwegen | 1.028.266 | 970.902 | 911.979 | 961.364 | 942.848 | 934.325 | 931.124 |
Hoofdvaarwegen | 539.986 | 558.612 | 509.981 | 542.812 | 472.532 | 456.591 | 445.099 |
Overig | 246.225 | 359.691 | 268.134 | 237.790 | 205.933 | 188.103 | 182.988 |
TOTAAL | 2.257.881 | 2.295.878 | 2.119.836 | 2.130.714 | 1.979.545 | 1.941.395 | 1.913.408 |
Bezetting | |||||||
FTE formatie | 9.278 | 8.800 | 8.550 | 8.145 | 7.829 | 7.651 | 7.651 |
% overhead | – | 13% | 13% | 13% | 13% | 13% | 13% |
Exploitatiesaldo | |||||||
Exploitatiesaldo | – 0,1% | – 1,3% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Gebruikerstevredenheid | |||||||
publieksgerichtheid | 44% | 68% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% |
gebruikerstevredenheid HWS | * | 68% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% |
gebruikerstevredenheid HWN | 79% | 78% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% |
gebruikerstevredenheid HVWN | 65% | 73% | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% |
Ontwikkeling pinwaarde | |||||||
Hoofdwatersystemen | 103 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Hoofdwegen | 130 | 100 | 98 | 96 | 96 | 96 | 96 |
Hoofdvaarwegen | 180 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Toelichting
Apparaatskosten per eenheid areaal
Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van RWS maakt voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal. Een dalende trend van de kosten per eenheid areaal geeft een indicatie van een toename in de efficiëntie van de organisatie op het gebied van Beheer en Onderhoud en Verkeersmanagement.
Percentage Apparaatskosten tov omzet
Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale omzet (incl. GVKA-gelden) van RWS.
Kosten per FTE
Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (loonkosten en materiële kosten) per formatieve ambtelijke fte. Wanneer deze kosten dalen kan dit een indicatie van een toename in doelmatigheid van de organisatie zijn. De reden achter de stijging in 2016 en 2018 wordt veroorzaakt doordat bij de invulling van de taakstelling de besparingen op materiële kosten sneller gerealiseerd kunnen worden dan de besparingen op personeel.
Omzet per productgroep
In de tabel is de Omzet IenM uitgesplitst naar de verschillende netwerken.
Organisatiegrootte in FTE
Deze voorgeschreven indicator geeft aan hoe de ambtelijke formatie van RWS zich ontwikkelt.
Percentage overhead
Deze indicator geeft aan welk deel van het ambtelijke personeel (in FTE) binnen RWS zich bezig houdt met de bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering bevat alle processen die ondersteunend zijn aan de organisatie. Het streven is daarbij voortdurend een optimale kwalitatieve en kwantitatieve omvang van de bedrijfsvoering. De definitie van deze indicator is begin 2014 aangepast in verband met de organisatieverandering die is doorgevoerd, waardoor het realisatiecijfer van 2013 niet vergelijkbaar is.
Exploitatiesaldo (% van de omzet)
Deze voorgeschreven indicator toont de ontwikkeling van het exploitatiesaldo als percentage van de omzet.
Gebruikerstevredenheid
Publieksgerichtheid: geeft aan hoe tevreden onze gebruikers en partners over RWS zijn als publieke dienstverlenende organisatie. Dan gaat het over zaken als «luisteren; verwachtingenmanagement; aanspreekbaarheid; houding en gedrag en de wijze waarop wij communiceren».
Gebruikerstevredenheid (per netwerk): geeft aan hoe tevreden onze gebruikers over de kwaliteit van de drie netwerken zijn. Denk daarbij aan veiligheid, doorstroming; kwaliteit infrastructuur en tijdige en betrouwbare informatievoorziening (gekoppeld aan de netwerken).
Ontwikkeling PIN-waarden
De ontwikkeling van de PIN-waarden geeft een beeld hoe de ontwikkeling is in de toestand van het door RWS beheerde areaal. Het weergegeven cijfer betreft een index ten opzichte van het jaar 2014. De hoge scores in 2013 zijn met name het gevolg van het feit dat enkele PINs zoals het percentage ongeplande stremmingen goed hebben gescoord ten opzichte van de afspraken voor 2014.
Inspectie Leefomgeving en Transport
Introductie
Het Ministerie van IenM kent een scheiding tussen beleid, uitvoering en toezicht. Het formuleren van beleid en wet- en regelgeving is primair belegd bij de beleidsdirectoraten-generaal. De toezichthoudende taken zijn bij IenM belegd bij de Inspectie Leefomgeving en Transport.
Producten en diensten
De producten en diensten van de Inspectie betreffen de toelating op de markt (vergunningen) en vervolgens de handhaving van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving.
1. vergunningverlening
Nieuwe toetreders tot een markt moeten aan wettelijke eisen voldoen. Wordt daar aan voldaan, dan verleent de inspectie één of meer vergunning(en) of certificaten. De wetgever verbindt door die keuze veiligheidseisen aan marktordeningsprincipes: zonder vergunning mag het bedrijf niet handelen.
2. handhaving
Het handhaven van wet- en regelgeving geschiedt door middel van dienstverlening, toezicht en opsporing. Het zwaartepunt van de inspectieactiviteiten ligt op het terrein van het toezicht. De inspectie kent de volgende vormen:
-
– objectinspecties;
-
– administratiecontroles;
-
– audits;
-
– convenanten;
-
– digitale inspecties.
Toezicht wordt gehouden vanuit het beginsel «vertrouwen, tenzij». Basis daarvoor vormt een nog verder uit te werken risicoselectiesysteem. Bij correcte naleving krijgt de ondertoezichtstaande minder toezicht en kunnen handhavingsconvenanten worden gesloten (horizontaal toezicht). Fysieke inspecties (objecten, producten en personen), audits, administratiecontroles, steekproefcontroles en acties (landelijk, regionaal of themagericht) vormen het verdere instrumentarium.
3. incident- en ongevalsonderzoek
Ongevallenonderzoek is bij ernstige ongevallen, soms geheel (luchtvaart), opgedragen aan de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV). In die gevallen levert de inspectie expertise en deskundigen. In de scheepvaart en het railvervoer heeft de inspectie een eigen taak bij het onderzoeken van ongevallen. Op de weg ligt de taak bij de politie. Ongevallenonderzoek kan aanleiding zijn om de dienstverlening te vergroten en/of het toezicht te versterken. In ernstige gevallen van falen kan uit het onderzoek een toezichtmaatregel voortvloeien.
Incidenten en ongevallen vragen om een snelle respons en moeten gecoördineerd worden aangepakt. Crisismanagement is geen toezichtstaak, maar de (systeem) verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de crisisbeheersingstaak is belegd bij de Inspecteur-generaal. Het betreft de preparatie, respons en (deels) nazorg van incidenten.
Realisatie 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
BATEN | |||||||
Omzet IenM | 132.231 | 129.770 | 126.047 | 123.471 | 120.448 | 118.169 | 118.164 |
Omzet overige departementen | 11.078 | 6.690 | 6.527 | 6.374 | 6.217 | 6.060 | 6.060 |
Omzet derden | 8.810 | 7.584 | 7.584 | 7.584 | 7.584 | 7.584 | 7.584 |
Rentebaten | 164 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 | 50 |
Bijzondere baten | 3.456 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
totaal baten | 155.739 | 144.094 | 140.208 | 137.479 | 134.299 | 131.863 | 131.858 |
LASTEN | |||||||
apparaatskosten | 141.788 | 141.979 | 138.008 | 135.304 | 132.124 | 129.688 | 129.683 |
* personele kosten | 100.979 | 108.664 | 111.241 | 108.755 | 105.995 | 103.978 | 104.175 |
waarvan eigen personeel | 97.361 | 100.564 | 108.541 | 106.255 | 103.895 | 102.438 | 103.675 |
waarvan externe inhuur | 3.618 | 8.100 | 2.700 | 2.500 | 2.100 | 1.540 | 500 |
* materiële kosten | 40.809 | 33.315 | 26.767 | 26.549 | 26.129 | 25.710 | 25.508 |
waarvan apparaat. ICT | 4.941 | 14.411 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 |
waarvan bijdrage aan SSO’s | 17.346 | 14.100 | 18.000 | 18.000 | 18.000 | 18.000 | 18.000 |
rentelasten | 2 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
afschrijvingskosten | 1.608 | 2.015 | 2.100 | 2.075 | 2.075 | 2.075 | 2.075 |
* materieel | 1.429 | 1.720 | 2.100 | 2.075 | 2.075 | 2.075 | 2.075 |
waarvan apparaat ICT | 430 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
* immaterieel | 179 | 292 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
overige kosten | 11.583 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
totaal lasten | 146.957 | 144.094 | 140.208 | 137.479 | 134.299 | 131.863 | 131.858 |
saldo van baten en lasten | 11.503 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet IenM
De omzet IenM is een vergoeding voor de productgroepen vergunningverlening en handhaving (toezicht, incidentmelding en onderzoek)
Hoofdstuk XII | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
artikel 24 Handhaving en Toezicht | 113.770 | 110.047 | 107.471 | 104.448 | 102.169 | 102.164 |
artikel 97 algemeen | 16.000 | 16.000 | 16.000 | 16.000 | 16.000 | 16.000 |
Totaal | 129.770 | 126.047 | 123.471 | 120.448 | 118.169 | 118.164 |
Van totale omzet IenM | ||||||
– apparaats-en afschrijvingskosten en rentelasten | 129.770 | 126.047 | 123.471 | 120.448 | 118.169 | 118.164 |
– programma | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen betreft een bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken voor de door de ILT doorbelaste kosten inzake de handhavingsactiviteiten van de Kernfysische Dienst. De Inspectie houdt in dit kader toezicht op de nucleaire industrie en op alle andere branches waarin radioactieve stoffen en ioniserende straling worden toegepast.
De handhavingstaken van de Kernfysische Dienst worden vanaf 1 januari 2015 volledig overgedragen aan de nieuwe Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Straling (ANVS).
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Ministerie van Economische zaken | 6.690 | 6.527 | 6.374 | 6.217 | 6.060 | 6.060 |
Totaal | 6.690 | 6.527 | 6.374 | 6.217 | 6.060 | 6.060 |
Omzet derden
De opbrengsten derden betreffen de doorberekende kosten aan de afnemers van de vergunningen.
Lasten
Personele kosten
Vanaf 2015 zal de omvang van de ILT geleidelijk dalen door pensionering van een groot aantal medewerkers. In 2013 en 2014 heeft anticiperende werving plaatsgevonden zodat vertrekkende medewerkers tijdig vervangen kunnen worden door goed opgeleide nieuwe medewerkers.
De specificatie van de personele kosten is als volgt:
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal Fte’s | 1.166 | 1.141 | 1.113 | 1.067 | 1.029 | 1.029 |
Eigen personeelskosten (x € 1.000) | 100.564 | 108.541 | 106.255 | 103.895 | 102.438 | 103.675 |
Externe inhuur (x € 1.000) | 8.100 | 2.700 | 2.500 | 2.100 | 1.540 | 500 |
Materiële kosten
De materiële uitgaven omvatten onder andere ICT, huisvesting, opleidingen, communicatie, et cetera. Er vindt daarnaast een bijdrage van € 0,2 mln aan het KNMI plaats in het kader van BORI (Back Office Radiologische Informatie) en BOT-mi (Beleidsondersteunend Team milieu-incidenten).
Stand slotwet 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Rekening courant RHB 1 januari + stand depositorekeningen | 82.851 | 65.474 | 39.301 | 33.301 | 29.301 | 27.301 | 26.301 |
2. Totaal operationele kasstroom | – 11.264 | – 10.000 | – 6.000 | – 4.000 | – 2.000 | – 1.000 | – 1.000 |
3a. totaal investeringen (-/-) | – 4.581 | – 4.500 | – 2.000 | – 2.000 | – 2.000 | – 2.000 | – 2.000 |
3b. totaal boekwaarde desinvesteringen (+/+) | 351 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3. Totaal investeringskasstroom | – 4.230 | – 4.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4a. eenmalige uitkering aan | – 1.825 | – 11.615 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
moederdepartement (-/-) | |||||||
4b. eenmalige storting door het | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
moederdepartement (+/+) | |||||||
4c. aflossingen op leningen (-/-) | – 58 | – 58 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4d. beroep op leenfaciliteit(+/+) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4. Totaal financieringskasstroom | – 1.883 | – 11.673 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5. Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekening en (=1+2+3+4) | 65.474 | 39.301 | 33.301 | 29.301 | 27.301 | 26.301 | 25.301 |
(Maximale roodstand € 0,5 mln.) |
Toelichting
Operationele kasstroom
De verwachting is dat de gereserveerde middelen voor het project BCT vanaf 2013 tot betaling komen.
Investeringskasstroom
Investeringen hebben vooral betrekking op het wagenpark. Gelet op de beschikbare liquiditeiten worden de investeringen gefinancierd met eigen middelen. De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft het, op basis van de Regeling agentschappen, uitkeren van het surplus aan eigen vermogen aan de eigenaar. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de eerste suppletoire begroting 2014.
Financieringskasstroom
Het beroep op de leenfaciliteit van het Ministerie van Financiën betreft investeringen in 2011.
Omschrijving Generiek Deel | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Kostprijzen per produkt (groep) | |||||||
– Handhaving | 118.837 | 136.299 | 112.513 | 110.006 | 106.874 | 103.912 | 103.912 |
– Vergunningverlening | 13.832 | 7.584 | 22.784 | 22.579 | 22.762 | 22.881 | 22.881 |
– Incidentafh. en onderzoek | nb | nb | 5.083 | 5.065 | 4.741 | 4.781 | 4.781 |
2. Tarieven/uur | |||||||
– Handhaving | 131,3 | 148,4 | 148,4 | 148,4 | 148,4 | 148,4 | 148,4 |
– Vergunningverlening | 132,8 | 147,3 | 147,3 | 147,3 | 147,3 | 147,3 | 147,3 |
– Incidentafh. en onderzoek | nb | nb | 134,2 | 133,8 | 138,2 | 139,4 | 139,4 |
3. Omzet per produktgroep (pxq) | |||||||
– Handhaving | 143.309 | 136.299 | 112.513 | 110.006 | 106.874 | 103.912 | 103.912 |
– Vergunningverlening | 8.810 | 7.584 | 22.784 | 22.579 | 22.762 | 22.881 | 22.881 |
– Incidentafh. en onderzoek | nb | nb | 5.083 | 5.065 | 4.741 | 4.781 | 4.781 |
4. FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 1.119 | 1.166 | 1.141 | 1.113 | 1.067 | 1.029 | 1.029 |
5. Saldo van baten en lasten (%) | 7,56% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
6. Kwaliteitsindicator 1: Binnen norm doorlooptijd vergunningen | 85% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
7. Kwaliteitsindicator 2: wachttijden informatiecentrum | nb | <20sec. | <20sec. | <20sec. | <20sec. | <20sec. | <20sec. |
Omschrijving Specifiek Deel Inspectiediensten | |||||||
8. Kostprijs/produkt: | |||||||
Inspectie | 117.316 | 136.299 | 117.596 | 115.071 | 111.615 | 108.693 | 108.693 |
Vergunningverlening | 23.832 | 7.584 | 22.784 | 22.579 | 22.762 | 22.881 | 22.881 |
Monsterafname | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. | n.v.t. |
9. Kwaliteit Handhaving: | |||||||
Klachten | 39 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 |
Waarvan afgerond binnen wettelijke termijn | nb | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% |
Toelichting
Bovenstaand overzicht bevat de doelmatigheidsindicatoren van de ILT is opgesteld conform de Rijksbegrotingsvoorschriften. Het aantal fte in de organisatie is gebaseerd op de geraamde formatie passend binnen de randen van de begroting.
De kwaliteitsindicatoren (6, 7 en 9) betreffen de kwaliteit van vergunningverlening, dienstverlening en handhaving. Aangezien «gegronde klachten» in het Inspectieproces niet bestaan, cq. van de klachten niet formeel wordt vastgesteld of deze wel of niet gegrond zijn, is deze vervangen door «afgerond binnen wettelijke termijn». Conform de AWB moeten deze klachten binnen zes weken in behandeling worden genomen. De inspectie verwacht voor 95% van het aantal klachten aan deze norm te voldoen.
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI)
Introductie
De werkzaamheden van het KNMI zijn gericht op de algemene doelstelling van het KNMI: bijdragen aan de veiligheid, de economie en een duurzaam milieu in en van Nederland met informatie, kennis en data op het gebied van meteorologie en seismologie.
Er wordt gestreefd om per 1 januari 2015 de Wet taken meteorologie en seismologie in werking te laten treden. Deze wet regelt wat de zorgplichten (publieke taken) van de Minister zijn op het gebied van weer, klimaat en seismologie. Voorheen werd in de ingetrokken wet het KNMI expliciet genoemd als uitvoeringsorganisatie. De verantwoordelijkheid voor publieke taken op het gebied van weer, klimaat en seismologie(zorgplichten) en de uitvoering van die taken worden op deze manier ontkoppeld. Dit maakt het makkelijker om in te spelen op zich in de toekomst voordoende ontwikkelingen. In zijn algemeenheid kan deze wet beter inspelen op internationale en Europese ontwikkelingen. Zo wordt een luchtvaartmeteorologische dienstverlener nu op basis van de Wet luchtvaart aangewezen door de Minister in plaats van de wettelijke aanwijzing in de Wet op het KNMI. Ten slotte maakt de wet het mogelijk om meer te werken op basis van vraagsturing.
Als gevolg van de voorgenomen samenwerking tussen het RIVM en het KNMI op ICT gebied (SSC Campus) dalen de personele kosten per 1 januari 2015 met ca. € 2 mln. door overgang van circa 25 fte vanuit het KNMI naar het RIVM. De materiele kosten stijgen echter met ongeveer hetzelfde bedrag vanwege de kosten van de dienstverlening van SSC Campus aan het KNMI.
Producten en diensten
Om de bovengenoemde algemene beleidsdoelstelling te bereiken levert het KNMI voortdurend informatie, kennis en data op het gebied van meteorologie en seismologie. Deze worden permanent «up to date» gehouden volgens de modernste inzichten van wetenschap en techniek. Informatie, kennis en data moeten ook effectief op de plaatsen terechtkomen waar ze daadwerkelijk nodig zijn: bij burgers, brandweer, politie, water- en wegbeheerders, luchtvaartautoriteiten, bedrijven, beleidsmakers en rampenbestrijders. Daarbij spelen ook de particuliere weerbureaus en de media een belangrijke rol. Het KNMI heeft zijn producten en diensten ingedeeld in de productgroepen Meteorologie en Seismologie. Daarnaast wordt Aardobservatie als product onderscheiden. Meetbare gegevens voor deze productgroepen zijn opgenomen in het beleidsartikel 23.
Realisatie 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet IenM | 38.571 | 42.357 | 43.346 | 43.772 | 47.386 | 38.954 | 38.839 |
Omzet overige departementen | 1.231 | 2.129 | 2.329 | 2.329 | 2.329 | 2.329 | 2.329 |
Omzet derden | 19.231 | 18.223 | 18.223 | 18.223 | 18.223 | 18.223 | 18.223 |
Rentebaten | 68 | 110 | 95 | 80 | 65 | 50 | 35 |
Vrijval voorzieningen | 741 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal baten | 59.842 | 62.819 | 63.993 | 64.404 | 68.003 | 59.556 | 59.426 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 46.254 | 49.176 | 43.308 | 41.303 | 40.911 | 40.470 | 40.342 |
– personele kosten | 31.936 | 31.596 | 28.235 | 26.425 | 26.138 | 25.785 | 25.649 |
* waarvan eigen personeel | 30.620 | 29.535 | 27.823 | 26.013 | 25.726 | 25.373 | 25.237 |
* waarvan externe inhuur | 1.316 | 2.061 | 412 | 412 | 412 | 412 | 412 |
– materiële kosten | 14.318 | 17.580 | 15.073 | 14.878 | 14.773 | 14.685 | 14.693 |
* waarvan apparaat ICT | 3.836 | 2.391 | 2.391 | 2.391 | 2.391 | 2.391 | 2.391 |
* waarvan bijdrage aan SSO’s | 3.112 | 3.005 | 3.005 | 3.005 | 3.005 | 3.005 | 3.005 |
Aardobservatie | 8.468 | 10.682 | 17.001 | 19.417 | 23.408 | 15.402 | 15.400 |
Rentelasten | 219 | 242 | 280 | 280 | 280 | 280 | 280 |
Afschrijvingskosten | |||||||
– materieel | 2.577 | 2.719 | 3.404 | 3.404 | 3.404 | 3.404 | 3.404 |
* waarvan apparaat ICT | 1.861 | 1.986 | 1.986 | 1.986 | 1.986 | 1.986 | 1.986 |
– immaterieel | |||||||
Overige kosten | |||||||
– dotaties voorzieningen | 49 | ||||||
Totaal lasten | 57.567 | 62.819 | 63.993 | 64.404 | 68.003 | 59.556 | 59.426 |
Saldo van baten en lasten | 2.276 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet IenM
De omzet IenM betreft een vergoeding voor de producten op het gebied van meteorologie, seismologie en aardobservatie. Het betreft zowel een vergoeding voor de wettelijk taken als de vergoeding van RWS, ILT en beleids-DG’s voor het maatwerk.
Specificatie omzet IenM | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
Hoofdstuk XII | ||||||
Artikel 11 Waterkwantiteit | 558 | 400 | 400 | 400 | 400 | 400 |
Artikel 16 Spoor | 74 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Artikel 17 Luchtvaart | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Artikel 19 Klimaat | 318 | 218 | 218 | 218 | 218 | 108 |
Artikel 23 Meteorologie en seismologie en aardobservatie | 35.886 | 39.047 | 40.660 | 44.219 | 35.797 | 35.792 |
Artikel 97 Algemeen departement | 2.400 | |||||
Inzet middelen balans | 2.670 | 1.142 | – 45 | 10 | 0 | 0 |
Bijdrage ILT | 313 | 313 | 313 | 313 | 313 | 313 |
Bijdrage RWS | 115 | 2.226 | 2.226 | 2.226 | 2.226 | 2.226 |
Totaal | 42.357 | 43.346 | 43.772 | 47.386 | 38.954 | 38.839 |
Van totale omzet IenM | ||||||
* apparaats- en afschrijvingskosten en rentelasten | 31.675 | 26.345 | 24.355 | 23.978 | 23.552 | 23.439 |
* programma | 10.682 | 17.001 | 19.417 | 23.408 | 15.402 | 15.400 |
De bedragen per product zijn:
Omzet IenM per product | 2014 | 2015 |
---|---|---|
Meteorologie | 31.101 | 25.852 |
Seismologie | 574 | 493 |
Aardobservatie | 10.682 | 17.001 |
Totaal | 42.357 | 43.346 |
Omzet overige departementen
De opbrengst overige departementen heeft betrekking op vergoedingen voor de inzet van KNMI-capaciteit voor maatwerk dat wordt uitgevoerd in opdracht van deze departementen.
Specificatie omzet overige departementen | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
Rijksinstituut voor Veiligheid en Milieu | 246 | 246 | 246 | 246 | 246 | 246 |
Het Ministerie van Defensie | 933 | 933 | 933 | 933 | 933 | 933 |
Het Ministerie van Economische Zaken | 950 | 950 | 950 | 950 | 950 | 950 |
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | |
Totaal | 2.129 | 2.329 | 2.329 | 2.329 | 2.329 | 2.329 |
De bijdrage van het Ministerie van Defensie is een bijdrage voor onderhoud infrastructuur. De Minister van Economische Zaken is verantwoordelijk voor het kader van de Mijnbouwwet. De bijdrage van het Ministerie van Economische Zaken betreft dienstverlening op seismologisch gebied. De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor het Kernstopverdrag. De bijdrage betreft Internationale klimatologie.
Omzet derden
Opbrengsten luchtvaart zijn inkomsten uit een drietal tarieven die via Eurocontrol of LVNL bij luchtvaartmaatschappijen in rekening worden gebracht. Projecten extern gefinancierd bestaat uit gelden van de Europese Unie, ESA/Estec, Universiteiten en NSO ter financiering van onderzoeksprojecten in de meteorologie. De opbrengsten dataverstrekking en licenties bestaan uit ontvangsten van voornamelijk weerproviders voor door het KNMI aan hen geleverde meteorologische data.
Specificatie omzet derden | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
Opbrengsten luchtvaart | 9.434 | 9.434 | 9.434 | 9.434 | 9.434 | 9.434 |
Projecten extern gefinancierd | 7.534 | 7.534 | 7.534 | 7.534 | 7.534 | 7.534 |
Dataverstrekkingen en licenties | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 | 500 |
Overige opbrengsten | 755 | 755 | 755 | 755 | 755 | 755 |
Totaal | 18.223 | 18.223 | 18.223 | 18.223 | 18.223 | 18.223 |
Lasten
Personele kosten
De specificatie van de personele kosten is als volgt:
Bedragen x € 1.000 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal fte | 352 | 318 | 313 | 309 | 304 | 304 |
Eigen personeelskosten | 29.535 | 27.823 | 26.013 | 25.726 | 25.373 | 25.237 |
Inhuur | 2 061 | 412 | 412 | 412 | 412 | 412 |
Materiële kosten
De materiële uitgaven omvatten onder andere ICT, huisvesting, communicatie.
Stand slotwet 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Rekening-courant RHB 1 januari + stand depositorekening | 19.081 | 28.404 | 23.373 | 22.363 | 24.740 | 26.303 | 21.165 |
2. | Totaal operationele kasstroom | 11.323 | 1.984 | 3.048 | 5.124 | 4.798 | – 1.028 | – 2.650 |
3a. | Totaal investeringen (-/-) | – 1.878 | – 2.876 | – 6.783 | – 3.192 | – 3.884 | – 3.000 | – 3.000 |
3b. | Totaal boekwaarde desinvesteringen (+/+) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
3. | Totaal investeringskasstroom | – 1.878 | – 2.876 | – 6.783 | – 3.192 | – 3.884 | – 3.000 | – 3.000 |
4a. | Eenmalige uitkeringen aan moederdepartement (-/-) | 0 | – 2.374 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4b. | Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+) | 1.253 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4c. | Aflossingen op leningen (-/-) | – 1.375 | – 1.765 | – 1.375 | – 1.155 | – 950 | – 1.110 | – 1.270 |
4d. | Beroep op leenfaciliteit (+/+) | 4.100 | 1.600 | 1.600 | ||||
4. | Totaal financieringskasstroom | – 122 | – 4.139 | 2.725 | 445 | 650 | – 1.110 | – 1.270 |
5. | Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 28.404 | 23.373 | 22.363 | 24.740 | 26.303 | 21.165 | 14.245 |
(maximale roodstand 0,5 miljoen €) |
Toelichting
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen en mutaties in de voorzieningen en vooruitontvangen bedragen.
Investeringskasstroom
Investeringen vinden vooral plaats in waarneemapparatuur en computersystemen. De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft het, op basis van de Regeling agentschappen, uitkeren van het surplus aan eigen vermogen aan de eigenaar. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de Voorjaarsnota 2014.
Financieringskasstroom
Het beroep op de leenfaciliteit van het Ministerie van Financiën betreft investeringen met een afschrijvingstermijn van 10 jaar of langer.
Omschrijving Generiek Deel | Realisatie 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kostprijzen per product (groep) | |||||||
– percentage overhead (*) | 123 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
– fte’s overhead (*) | 105 | 100 | 78 | 77 | 76 | 74 | 74 |
Tarieven/uur (*) | 107 | 100 | 98 | 95 | 96 | 96 | 96 |
Omzet per produktgroep | |||||||
– Meteorologie | 20.892 | 31.101 | 25.852 | 23.894 | 23.560 | 23.161 | 23.048 |
– Seismologie | 1.589 | 574 | 493 | 461 | 418 | 391 | 391 |
– Aardobservatie | 16.090 | 10.682 | 17.001 | 19.417 | 23.408 | 15.402 | 15.400 |
FTE-totaal (excl. externe inhuur) | 369 | 352 | 318 | 313 | 309 | 304 | 304 |
Saldo van baten en lasten (%) | 4% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Algemene weersverwachtingen en adviezen | |||||||
– afwijking min.temperatuur (°C) | – 0,01 | ABS (<0,5) | ABS (<0,5) | ABS (<0,5) | ABS (<0,5) | ABS (<0,5) | ABS (<0,5) |
– afwijking max.temperatuur (°C) | – 0,25 | ABS (<0,5) | ABS (<0,5) | ABS (<0,5) | ABS (<0,5) | ABS (<0,5) | ABS (<0,5) |
– gemiddelde afwijking windsnelheid (m/s) | 0,26 | ABS (<1,0) | ABS (<1,0) | ABS (<1,0) | ABS (<1,0) | ABS (<1,0) | ABS (<1,0) |
Maritieme verwachtingen | |||||||
– tijdigheid marifoonbericht (%) | 99,3 | > 99 | > 99 | > 99 | > 99 | > 99 | > 99 |
* Geindexeerd: 2014 = 100
Toelichting
De bezuinigingen slaan bij het KNMI voornamelijk neer op de personele kosten. Zowel de fte’s overhead als de fte’s productief zullen in ongeveer gelijke verhoudingen verminderen. Het percentage overhead zal daardoor niet veranderen. De tarieven per uur zullen stijgen omdat de materiële- en afschrijvingskosten met minder fte terugverdiend moeten worden.
Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)
Introductie
De missie van de NEa luidt: «De Nederlandse Emissieautoriteit borgt als onafhankelijke uitvoeringsorganisatie de realisatie van nationale doelstellingen op het terrein van klimaat en hernieuwbare energie.» De NEa doet dit op transparante en rechtvaardige wijze, waarbij ze een effectieve en efficiënte uitvoering nastreeft.
Producten en diensten
De uitvoering van de wettelijke taken van het agentschap NEa vallen onder de eindverantwoordelijkheid van het bestuur van de NEa dat als zodanig een ZBO is. Het gaat daarbij waar het emissiehandel betreft om het verlenen en actualiseren van emissievergunningen, het beheren van de CO2- en NOx- registers en toezicht en handhaving van de wetgeving. Voor wat betreft biobrandstoffen gaat het om uitvoering en toetsing van de Richtlijnen Hernieuwbare energie en Brandstofkwaliteit.
Realisatie 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet moederdepartement | 7.370 | 7.595 | 7.183 | 7.140 | 6.882 | 6.740 | 6.740 |
Omzet overige departementen | 16 | ||||||
Omzet derden | 75 | 45 | 50 | 55 | 60 | 65 | 65 |
Rentebaten | 5 | ||||||
Totaal baten | 7.466 | 7.640 | 7.233 | 7.195 | 6.942 | 6.805 | 6.805 |
Lasten | |||||||
apparaatskosten | 6.417 | 7.189 | 6.575 | 6.470 | 6.440 | 6.517 | 6.521 |
– personele kosten | 5.288 | 5.899 | 5.569 | 5.576 | 5.380 | 5.380 | 5.370 |
* waarvan eigen personeel | 3.905 | 4.765 | 4.834 | 4.893 | 4.760 | 4.765 | 4.760 |
* waarvan externe inhuur | 1.383 | 1.134 | 735 | 683 | 620 | 615 | 610 |
– materiële kosten | 1.129 | 1.290 | 1.006 | 894 | 1.060 | 1.137 | 1.151 |
* waarvan apparaat ICT | 417 | 883 | 880 | 835 | 790 | 740 | 735 |
* waarvan bijdrage aan SSO’s | |||||||
rentelasten | 24 | 28 | 27 | 24 | 15 | 8 | 4 |
afschrijvingskosten | 423 | 423 | 631 | 701 | 487 | 280 | 280 |
– materieel | 1 | 1 | |||||
* waarvan apparaat ICT | 0 | ||||||
– immaterieel | 422 | 422 | 631 | 701 | 487 | 280 | 280 |
Totaal lasten | 6.864 | 7.640 | 7.233 | 7.195 | 6.942 | 6.805 | 6.805 |
Saldo van baten en lasten | 602 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet IenM
De omzet moederdepartement is een vergoeding voor het leveren van producten en diensten betreffende wettelijke- en niet wettelijke taken vanuit ETS en werkzaamheden voortkomend uit de Richtlijnen voor hernieuwbare energie en brandstoffenkwaliteit.
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Artikel 19 Klimaat | 6.943 | 7.183 | 7.140 | 6.882 | 6.740 | 6.740 |
Inzet middelen balans | 652 | |||||
Totaal | 7.595 | 7.183 | 7.140 | 6.882 | 6.740 | 6.740 |
Lasten
Personele kosten
De specificatie van de personele kosten is als volgt:
2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Aantal fte’s | 53 | 54 | 53,4 | 50,7 | 50,1 | 50,1 |
Eigen personeelskosten (x € 1.000) | 4.765 | 4.834 | 4.893 | 4.760 | 4.765 | 4.760 |
Inhuur (x € 1.000) | 1.134 | 735 | 683 | 620 | 615 | 610 |
Materiële kosten
De materiële uitgaven omvatten onder andere ICT en communicatie.
Stand slotwet 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. Rekening-courant RHB 1 januari + stand depositorekeningen | 5.612 | 2.363 | 1.807 | 1.828 | 1.849 | 1.856 | 1.856 |
2. Totaal operationele kasstroom | – 1199 | 423 | 631 | 701 | 487 | 280 | 280 |
3a. totaal investeringen (-/-) | 0 | – 700 | – 700 | 0 | 0 | 0 | 0 |
3b. totaal desinvesteringen (+/+) | |||||||
3. Totaal investeringskasstroom | 0 | – 700 | – 700 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4a. eenmalige uitkering aan moederdepart. (-/-) | – 1650 | – 579 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4b. eenmalige storting door moederdepart. (+/+) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
4c. aflossingen op leningen (-/-) | – 400 | – 400 | – 610 | – 680 | – 480 | – 280 | – 280 |
4d. beroep op leenfaciliteit (+/+) | 0 | 700 | 700 | ||||
4. Totaal financieringskasstroom | – 2.050 | – 279 | 90 | – 680 | – 480 | – 280 | – 280 |
5. Rekening courant RHB 31 december + stand depositorekeningen (=1+2+3+4) | 2.363 | 1.807 | 1.828 | 1.849 | 1.856 | 1.856 | 1.856 |
Maximale roodstand € 0,5 mln. |
Toelichting
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen.
Investeringskasstroom
In 2014 wordt gestart met de bouw van een biobrandstoffenregister dat medio 2015 gereed moet zijn en in gebruik worden genomen.
Financieringskasstroom
Vanwege de bouw van het biobrandstoffenregister zal zowel in 2014 als in 2015 een beroep op de leenfaciliteit gedaan worden. De raming van de aflossingen is gebaseerd op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën.
De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft het, op basis van de Regeling agentschappen, uitkeren van het surplus aan eigen vermogen aan de eigenaar. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de Voorjaarsnota 2014.
Doelmatigheidsindicatoren | Realisatie 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 |
---|---|---|---|---|---|---|
Kostprijzen per product (x € 1): | ||||||
Naleving ETS (per broeikasgasinstallatie) | 6.916 | 7.474 | 6.890 | 6.850 | 6.820 | 6.820 |
Registeradministratie ETS/rekeninghouders zonder verplichting (per rekening) | 1.154 | 1.071 | 1.100 | 1.050 | 1.000 | 1.000 |
Tijdelijk regime HEB / Nieuw regime (per deelnemer) | 6.725 | 6.720 | 6.720 | 6.200 | 6.200 | |
Infodesk NEa (per vraag) | 106 | 105 | 105 | 104 | 104 | |
Tarieven per uur (x € 1): | ||||||
Laag | 83 | 75 | 75 | 75 | 75 | 75 |
Midden | 95 | 95 | 94 | 94 | 93 | 92 |
Hoog | 125 | 124 | 123 | 122 | 121 | 120 |
FTE totaal (excl. externe inhuur) | 40,7 | 53 | 54 | 53,4 | 50,7 | 50,1 |
Omzet per productgroep (x € 1.000) | ||||||
Naleving ETS stationair | 3.209 | 3.303 | 3.158 | 3.342 | 3.302 | 3.212 |
Naleving ETS luchtvaart | 222 | 283 | 285 | 300 | 350 | 350 |
Tijdelijk regime HEB | 1.580 | 1.360 | ||||
Project nieuw regime HEB | 1.162 | 1.100 | 2.000 | 1.600 | 1.600 | |
Infodesk | 233 | 240 | 235 | 230 | 225 | |
Registeradministratie ETS rekeninghouders zonder verplichtingen | 214 | 215 | 275 | 285 | 295 | |
Communicatie en voorlichting | 385 | |||||
Registeradministratie handelaren | 256 | |||||
Nationale Verplichtingen onder EU en VN | 91 | 119 | 120 | 120 | 120 | 120 |
NEa brede producten en diensten | 544 | 193 | 195 | 195 | 195 | 195 |
Overige producten/diensten | 286 | 285 | 323 | 350 | 293 | |
Projecten | 2.663 | 222 | 225 | 350 | 450 | 450 |
Totaal | 7.370 | 7.595 | 7.183 | 7.140 | 6.882 | 6.740 |
Saldo van baten en lasten (%) | 8,9 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Kwaliteitsindicatoren | ||||||
Naleving ETS stationair | ||||||
Vergunningen verleend binnen wettelijke termijn | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% |
Meldingen afgehandeld binnen wettelijke termijn | 95% | >99% | 100% | 100% | 100% | 100% |
BKG’s waarvoor toezichtactiviteit heeft plaatsgevonden | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% | |
Emissie ETS stationair waarvoor tijdig emissierechten zijn ingeleverd | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | |
Naleving ETS luchtvaart | ||||||
Monitoringsplannen binnen gestelde termijn getoetst | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | |
Meldingen binnen wettelijke termijn afgehandeld | 100% | 100% | 100% | 100% | 100% | |
Tijdelijk regime Hernieuwbare energie en biobrandstoffen | ||||||
Tijdig ingediende biobrandstofbalansen | 90% | 90% | 90% | 90% | 90% | |
Deelnemers tijdelijk regime HEB waarvoor toezichtsactiviteit heeft plaatsgevonden | 20% | 20% | 20% | 20% | 20% | |
Infodesk NEa | ||||||
Vragen binnen de gestelde termijn afgerond | 95% | 95% | 95% | 95% | 95% | |
NEa brede producten en diensten | ||||||
Aantal gegronde bezwaarprocedures waarbij de NEa onjuist heeft gehandeld | <2 | <2 | <2 | <2 | <2 | |
Project afbouw NOx-emissiehandel | ||||||
Register NOxonline | 100% | >95% | ||||
Algemeen | ||||||
Aantal formele klachten | 0 | <4 | <4 | <4 | <4 | <4 |
Directe uren/totaal aantal gewerkte uren | 58% | >65% | >66% | >68% | >70% | >70% |
Toelichting
Uitgangspunt van de NEa is dat zij op een doelmatige wijze haar rol als bevoegd gezag voor emissiehandel en voor Hernieuwbare energie en Brandstofkwaliteit binnen Nederland vervult. In onderstaande tabel zijn de indicatoren voor de komende jaren weergegeven.
Meldingen en vergunningen ETS stationair
Het gaat hier om het percentage meldingen en vergunningen dat binnen de wettelijke termijn van acht weken is afgehandeld.
Register NOx online
In 2014 zal de laatste jaarafsluiting voor NOx-emissiehandel (over het jaar 2013) plaatsvinden. Vanaf 2015 zal het NOx-register niet meer online zijn.
Directe uren/totaal aantal gewerkte uren
Hieronder wordt verstaan het percentage van het totaal aantal directe uren gedeeld door het totaal aantal gewerkte uren van alle medewerkers (primair en secundair proces). Gewerkte uren is gelijkgesteld aan de beschikbare productieve uren op jaarbasis, zoals vastgesteld in de tarievennotitie.