Base description which applies to whole site

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 (in € mln.)
   

Art.

Uitgaven

Ontvangsten

Stand ontwerpbegroting 2017

 

5.878,3

5.878,3

Stand vastgestelde begroting 2017

 

5.878,3

5.878,3

         

Belangrijkste suppletoire mutaties

     

Kaderrelevante mutaties

     

1.

Saldo 2016

18

 

550,8

 

Verwerking saldo 2016 op de artikelen

alle

579,1

28,3

2.

Kasschuif Infrastructuurfonds

18

– 250,0

– 250,0

3.

Overboekingen naar PF/GF/BCF:

     
 

– Beter Benutten

12/13

– 47,4

– 47,4

 

– Regionet

13

– 5,5

– 5,5

 

– A58 Aansluiting Goes

12

– 4,5

– 4,5

 

– Overig

13

– 3,4

– 3,4

4.

Eenvoudig Beter

18

– 53,8

– 53,8

5.

Afrekening ProRail vierde kwartaal 2016

13/17

51,9

51,9

6.

Afroming eigen vermogen Rijkswaterstaat

18

32,5

32,5

7.

Overboekingen naar BDU:

     
 

– Beter Benutten

12

– 13,7

– 13,7

 

– OV-SAAL middellange termijn

13

– 7,5

– 7,5

 

– Regionet

13

– 5,5

– 5,5

 

– Overig

13

0,0

0,0

8.

Beter Benutten – ITS

12

– 12,9

– 12,9

9.

Bijdragen derden

12/15/17

8,0

8,0

10.

NS Sociale Veiligheid

13

– 5,7

– 5,7

 

Overige mutaties

alle

– 0,6

– 0,6

Stand 1e suppletoire begroting 2017

 

6.139

6.139

Toelichting

1. Saldo 2016

De begroting van het Infrastructuurfonds vertoont over het jaar 2016 een voordelig saldo van circa € 550,8 miljoen. Dit saldo wordt gevormd door de saldering van de in dat jaar gerealiseerde uitgaven en ontvangsten. Het voordelig saldo wordt in 2017 als verhoging van de ontvangsten geboekt op het artikelonderdeel 18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen. In dit wetsvoorstel is naast deze ontvangstenverhoging ook het volledige voordelig saldo op de juiste uitgaven- en ontvangstenartikelen (producten) begrotingtechnisch verwerkt.

2. Kasschuif Infrastructuurfonds

Via het generale beeld is een kasschuif van € 250 miljoen van 2017 naar 2018 (€ 60 miljoen) en 2019 (€ 190 miljoen) op het Infrastructuurfonds verwerkt. De kasschuif is in de 1e suppletoire begroting op artikel 18 verwerkt en zal in de ontwerpbegroting 2018, als de totale programmering wordt geactualiseerd, over de artikelen worden verdeeld.

3. Overboekingen naar Provinciefonds, Gemeentefonds en BTW-compensatiefonds

Dit betreft overboekingen naar het Provinciefonds, het Gemeentefonds en het BTW-compensatiefonds in het kader van het programma Beter Benutten (– € 47,4 miljoen), Regionet (– € 5,5 miljoen), A58 Aansluiting Goes (– € 4,5 miljoen) en overige overboekingen (– € 3,4 miljoen).

4. Eenvoudig Beter

Bij Ontwerpbegroting 2017 zijn op het Infrastructuurfonds en Deltafonds middelen vrijgemaakt voor Eenvoudig Beter. De vrijgemaakte middelen staan gereserveerd op artikelonderdeel 18.16 Reservering Omgevingswet van het Infrastructuurfonds en worden tranchegewijs naar Hoofdstuk XII overgeheveld waar de uitgaven voor de stelselherziening van het omgevingsrecht worden verantwoord. Bij de Voorjaarsnota wordt € 97,1 miljoen overgeheveld naar de begroting Hoofdstuk XII, waarvan € 53,8 miljoen in 2017.

5. Afrekening ProRail vierde kwartaal 2016

ProRail ontvangt voor de in uitvoering zijnde aanlegprojecten ieder kwartaal voorschotten. Deze voorschotten worden het daaropvolgende kwartaal per project afgerekend op basis van de werkelijke gemaakte kosten. De technische afrekening over het vierde kwartaal van 2016 van te hoog bevoorschotte projecten aan ProRail bedraagt € 51,9 miljoen.

6. Afroming eigen vermogen Rijkswaterstaat

Het eigen vermogen van een baten-lastenagentschap is via de Regeling agentschappen gebonden aan een maximumomvang van 5 procent van de gemiddelde jaaromzet, berekend over de laatste drie jaar. De maximale omvang van het eigen vermogen wordt door Rijkswaterstaat met € 32,5 miljoen overschreden. Conform de regeling agentschappen wordt het surplus eigen vermogen uiterlijk bij de eerstvolgende suppletoire begrotingswet afgedragen aan de eigenaar (IenM). Voor het surplus eigen vermogen van Rijkswaterstaat geldt dat – in lijn met het zwaartepunt van de herkomst – deze middelen vooralsnog toegevoegd worden aan het kader van het Infrastructuurfonds.

7. Overboekingen naar BDU

Dit betreft overboekingen naar de BDU in het kader van het programma Beter Benutten (– € 13,7 miljoen), OV-SAAL middellange termijn (– € 7,5 miljoen), Regionet (– € 5,5 miljoen) en overige overboekingen (– € 0,0 miljoen).

8. Beter Benutten – ITS

In de brief van 21 november 2016 (Kamerstukken II, 34 550 A, nr. 19) over de Voortgang MIRT is de Tweede Kamer in het kader van het vervolgprogramma Beter Benutten geïnformeerd over het innovatiepartnership Talking Traffic waarin onderdelen als Reisinformatiediensten, Data Ontsluiting en C-ITS worden uitgevoerd. De IenM-middelen zijn beschikbaar op het Infrastructuurfonds. De verantwoording van deze uitgaven vindt plaats op de begroting HXII. Bij de Voorjaarsnota wordt € 30,1 miljoen overgeheveld naar de begroting Hoofdstuk XII, waarvan € 12,9 miljoen in 2017.

9. Bijdragen derden

Deze post bestaat uit diverse bijdragen van derden. De belangrijkste bijdragen zijn:

  • Regionale bijdragen voor wegenprojecten: N65 Vught – Haaren (€ 51,1 miljoen, waarvan € 3,5 miljoen in 2017), N50 Ens – Emmeloord (€ 4,4 miljoen), A73 Venlo (€ 1,6 miljoen), Beter Benutten (€ 8,2 miljoen, waarvan € 3,6 miljoen in 2017).

  • Regionale bijdragen voor vaarwegenprojecten: Verruiming Twentekanalen, fase 2 (€ 6,4 miljoen, waarvan € 0,4 miljoen in 2017) en Beter Benutten (– € 2,4 miljoen).

  • ERTMS heeft een aantal subsidies toegekend gekregen vanuit het EU-fonds Connecting Europe Facility for Transport (CEF Transport). In totaal wordt € 28,9 miljoen ontvangen, waarvan € 2,7 miljoen in 2017. Deze ontvangsten worden toegevoegd aan het ERTMS budget.

10. NS Sociale Veiligheid

Op de begroting Hoofdstuk XII worden uitgaven verantwoord om de sociale veiligheid op en rond het spoor van zowel NS-personeel als reizigers te vergroten. Hiertoe wordt € 9,3 miljoen overgeheveld naar de begroting Hoofdstuk XII, waarvan € 5,7 miljoen in 2017.

Licence