Omschrijving van de samenhang in het beleid
Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.
Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 18 Scheepvaart en havens (Intermodaal vervoer), 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s (Externe veiligheid) en 13 Ruimtelijke ontwikkeling (Reservering Omgevingswet) van de Begroting hoofdstuk XII.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 227.281 | 3.699 | 84.239 | 41.308 | 9.607 | 5.704 | 1 |
Uitgaven | 235.889 | – 35.474 | 24.292 | 41.308 | 9.472 | 105.569 | 0 |
Waarvan juridisch verplicht: | 100% | ||||||
18.01 Saldo van de afgesloten rekeningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.02 Beter Benutten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.03 Intermodaal vervoer | 1.272 | 904 | 4.723 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.04 Gebiedsgerichte aanpak (UPR) | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.06 Externe veiligheid | 1.085 | 3.622 | 4.568 | 1.008 | 872 | 769 | 0 |
18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.07.01 Nationale basisinform.voorz. en ov. Uitgaven. | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.07.02 Subsidies algemeen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.08 Netwerkoverstijgende kosten | 233.531 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.08.01 Apparaatskosten RWS | 212.266 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 212.266 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.08.02 Overige netwerkoverstijgende kosten | 21.265 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 13.965 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.11 Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.11.01 Programmaruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.11.02 Beleidsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.12.01 Beheer en onderhoud | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.12.02 Vervanging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.13 Tol gefinancierde uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.14 Minregel: rentevrijval | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.15 Ramingsbijstelling en Kasschuif | 0 | – 40.000 | – 60.000 | 0 | 0 | 100.000 | 0 |
18.15.01 Ramingbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.15.02 Kasschuif | 0 | – 40.000 | – 60.000 | 0 | 0 | 100.000 | 0 |
18.16 Reservering Omgevingswet | 0 | 0 | 75.001 | 40.300 | 8.600 | 4.800 | 0 |
18.09 Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.09.01 Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.09.02 Tolopgave | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen | 24.166 | 207.607 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2030 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2030.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
18 | Overige uitgaven en ontvangsten | Uitgaven | – 35.474 | 24.292 | 41.308 | 9.472 | 105.569 | 0 | 0 | 0 |
18.01 | Saldo afgesloten rekeningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.02 | Beter Benutten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.03 | Intermodaal vervoer | 904 | 4.723 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.04 | Gebiedsgerichte aanpak (UPR) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.06 | Externe veiligheid | 3.622 | 4.568 | 1.008 | 872 | 769 | 0 | 0 | 0 | |
18.07 | Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.08 | Netwerkoverstijgende kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.11 | Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.12 | Nader toe te wijzen BenO en Vervanging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.13 | Tol gefinancierde uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.14 | Minregel: rentevrijval | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.15 | Ramingsbijstelling | – 40.000 | – 60.000 | 0 | 0 | 100.000 | 0 | 0 | 0 | |
18.16 | Reservering Omgevingswet | 0 | 75.001 | 40.300 | 8.600 | 4.800 | 0 | 0 | 0 | |
18.09 | Tolopgave | Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.10 | Saldo van de afgesloten rekeningen | 207.607 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2016–2030 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
18 | Overige uitgaven en ontvangsten | Uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 777.970 | 794.980 | 1.718.118 |
18.01 | Saldo afgesloten rekeningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.02 | Beter Benutten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.03 | Intermodaal vervoer | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5.627 | |
18.04 | Gebiedsgerichte aanpak (UPR) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.06 | Externe veiligheid | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10.839 | |
18.07 | Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.08 | Netwerkoverstijgende kosten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.11 | Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 772.300 | 772.300 | 1.544.600 | |
18.12 | Nader toe te wijzen BenO en Vervanging | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.13 | Tol gefinancierde uitgaven | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.14 | Minregel: rentevrijval | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.15 | Ramingsbijstelling | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
18.16 | Reservering Omgevingswet | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 5.670 | 22.680 | 157.051 | |
0 | ||||||||||
18.09 | Tolopgave | Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18.10 | Saldo van de afgesloten rekeningen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 207.607 |
18.02 Beter Benutten
Motivering
Op dit artikelonderdeel waren de middelen voor het vervolgprogramma Beter Benutten gereserveerd. Het vervolgprogramma Beter Benutten, dat loopt van 2015 tot en met 2017, heeft inmiddels meer vorm gekregen en volgens het zwaartepunt principe zijn deze middelen toegewezen aan artikel 12 Hoofdwegennet.
18.03 Intermodaal vervoer
Motivering
Realisatie van de doelen is in belangrijke mate afhankelijk van andere factoren, zoals het gedrag van verladers, vervoerders en consumenten en bestuurlijke afspraken over het ruimtelijk beleid. Het effect van deze beleidsdoelstelling is dat de bereikbaarheid van economisch belangrijke gebieden verbetert.
RSC Maasvlakte
Producten
Uit het BCI-onderzoek Goederenvervoer per spoor, marktontwikkelingen en beleid (2009) is naar voren gekomen dat spoorgoederenknooppunten in het achterland een belangrijke rol kunnen spelen voor het havennetwerk en voor binnenlandse verladers in het achterland. Als vervolg hierop is in 2010 een beleidskader spoorgoederenknooppunten ontwikkeld. Op basis van dit beleidskader is in 2012–2013 een stimuleringsprogramma tot uitvoering gekomen, de subsidieregeling Bundeling van Goederenstromen voor vervoer over het spoor (BGS). Deze regeling wordt in 2016 geëvalueerd. Op basis daarvan wordt besloten of voor het nog resterende budget de regeling opnieuw voor aanvragen zal worden opengesteld.
Totaal | Oplevering | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | later | huidig | vorig |
Multi- en modaalvervoer | ||||||||||||
RSC Maasvlakte | 8 | 8 | 2 | 1 | 5 | 2016 | 2014 | |||||
Totaal | 8 | 2 | 1 | 5 | ||||||||
Begroting (IF 18.03) | 1 | 5 |
18.06 Externe Veiligheid
Motivering
Het budget is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS, Kamerstukken II 2005–2006 30 373, nr. 2). De opgenomen kasreeks heeft betrekking op het RWS-programma «aankopen en saneren van kwetsbare objecten in het kader van basisnet».
Producten
Saneringsopgave voor Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen tot en met 2035.
18.11 Investeringsruimte
Motivering
Zoals toegelicht in de begroting op hoofdlijnen wordt een deel van de budgettaire ruimte die beschikbaar komt door de verlenging van de planperiode volledig vrij beschikbaar gehouden voor toekomstige kabinetten. Deze ruimte wordt aangemerkt als beleidsruimte. Op dit artikelonderdeel wordt het deel van deze beleidsruimte die nog niet concreet is toebedeeld aan modaliteiten verantwoord. Dit betreft een totaal bedrag van € 1,5 miljard. Dit bedrag kan nog wijzigen, indien het komend jaar blijkt dat de omvang van de doorlopende verplichtingen voor de jaren 2029 en 2030 moet worden bijgesteld.
Daarnaast is sprake van beleidsruimte bij de modaliteit Spoor als gevolg van het ramen van structurele en geoormerkte ontvangsten die voortkomen uit de Hoofdrailnet en HSL-concessie (totaal € 400 miljoen). Totaal komt hiermee de beleidsruimte op het Infrastructuurfonds uit op € 1,9 miljard.
18.13 Tolgefinancierde uitgaven
Motivering
Op dit artikelonderdeel waren de uitgaven opgenomen die uit tol gefinancierd worden bij de projecten ViA15 en de Blankenburgverbinding. In 2015 is de Tolwet aangenomen in zowel de Tweede als de Eerste Kamer en is op 15 maart 2016 in werking getreden. Daarmee is een basis gelegd voor tolheffing bij deze twee projecten. Deze uitgavenruimte is overgeboekt naar artikel 12 Hoofdwegennet.
18.14 Minregel rentevrijval
Motivering
Met het in 2009 uitgekeerde superdividend van NS (€ 1,4 miljard) is een eeuwig lopende schuld van ProRail afgelost. De rentevrijval die door deze aflossing ontstond binnen het Infrastructuurfonds tot en met 2020 werd daarbij ingezet voor de financiering van spoorambities (Kamerstukken II 2009–2010 28 165, nr. 105). In de begroting 2015 heeft een correctie plaatsgevonden op het Infrastructuurfonds voor de rentevrijval in de periode 2021–2028 (€ 64 miljoen per jaar). Deze verlaging is technisch verwerkt via een minregel op artikel 18, met daarbij de afspraak dat bij verlenging van het Infrastructuurfonds deze minregel zal worden ingepast binnen de begroting van het Infrastructuurfonds. Deze minregel is nu ingepast.
18.15 Ramingsbijstelling en kasschuif
Motivering
In de begroting 2016 is vanaf 2026 een structurele ramingsbijstelling van € 100 miljoen per jaar toegepast. Deze verlaging is toen technisch verwerkt via een minregel op artikel 18, met daarbij de afspraak dat bij verlenging van het Infrastructuurfonds deze minregel zal worden ingepast binnen de begroting van het Infrastructuurfonds. Deze minregel is nu ingepast. Daarnaast is er sprake van een kasschuif van € 40 miljoen van 2016 naar 2017 en kasschuif van € 100 miljoen van 2017 naar 2020 ten behoeve van het rijksbrede financiële beeld. De meerjarige programmering wordt hier niet op aangepast.
18.16 Reservering Omgevingswet
Motivering
Voor de eerste investeringen ten behoeve van het Digitale Stelsel Omgevingswet als onderdeel van het programma Omgevingswet zijn middelen vrijgemaakt uit de investeringsruimten van alle modaliteiten op de investeringsfondsen. Op dit artikelonderdeel is de reservering opgenomen voor de implementatie van de Omgevingswet, naar aanleiding van het ondertekenen van het Hoofdlijnenakkoord financiële afspraken stelselherziening omgevingsrecht door de Minister van IenM en de koepels VNG, IPO en UvW op 21 april 2016. Deze reservering is bestemd voor de eenmalige kosten waaronder de investeringen voor het digitale stelsel en de invoeringsondersteuning voor de Omgevingswet. Deze middelen worden op de Begroting hoofdstuk HXII verantwoord. Bij vervolg van dit programma zonder aanvullende externe financiering zal er additioneel bijgedragen worden vanuit alle modaliteiten op de investeringsfondsen.