Base description which applies to whole site

Moties en toezeggingen

Omschrijving van de motie of toezegging

Vindplaats

Stand van zaken

In aansluiting op het rapport-Kersten zal een onafhankelijke partij opnieuw kijken naar hoogte en intensiteit van het jaarlijkse onderhoud aan De Groene Draeck. Deze «second opinion» zal voorzien van een oordeel aan de Tweede Kamer worden gezonden (eerder dan bij de begroting 2017), inclusief een uiteenzetting over de gemaakte keuze het onderhoud onder te brengen bij Defensie.

Begrotingsbehandeling 2016, 14 oktober 2015

De second opinion is inclusief appreciatie op 2 juni 2016 aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 X, nr. 110). Naar aanleiding van de second opinion is het onderhoudsbudget naar beneden bijgesteld.

Er wordt bezien of de Groene Draeck kan worden ondergebracht in een aparte stichting (i.p.v. de Stichting Kroongoederen).

Begrotingsbehandeling 2016, 14 oktober 2015

De Groene Draeck is in het voorjaar van 2016 uit de Stichting Kroongoederen gehaald en is sindsdien in privé-eigendom van Prinses Beatrix.

Het kabinet zal bezien hoe het onderhoud van de Groene Draeck zichtbaar kan worden gemaakt in de begroting van de Koning.

Begrotingsbehandeling 2016, 14 oktober 2015

De Groene Draeck is opgenomen in de extracomptabele bijlage bij de begroting en het jaarverslag van de Koning.

De voorspelbaarheid van groot onderhoud aan paleizen kan worden vergroot door een meerjarenplanning op te stellen. Deze planning wordt opgenomen in de begroting Wonen en Rijksdienst en de bijlage bij de begroting van de Koning.

Begrotingsbehandeling 2016, 14 oktober 2015

In de begroting van Wonen en Rijksdienst is een meerjarenplanning opgenomen die inzicht geeft in de geplande onderzoeken naar en het meerjarig groot onderhoud/renovatie van de paleizen. Deze meerjarenplanning is eveneens opgenomen in de extracomptabele bijlage bij de begroting van de Koning.

Indien de motie van Raak c.s. (34 300-I, nr. 5) wordt aangenomen, zal het kabinet een brief aan de Tweede Kamer sturen met een technische uiteenzetting over het schrappen van belastingvrijstellingen voor de Koning (art. 40.2 Grondwet). Indien een initiatiefwetsvoorstel hierover wordt aangenomen, zal het kabinet dit van een contraseign voorzien.

Begrotingsbehandeling 2016, 14 oktober 2015

Deze toezegging is uitgewerkt in onderstaande toelichting bij dit overzicht.

In de begroting 2017 zal uitvoeriger worden ingegaan op de motivering van de belastingvrijstelling bij de erf- en successiebelasting van het staatshoofd naar de troonopvolger.

Begrotingsbehandeling 2016, 14 oktober 2015

Deze toezegging is uitgewerkt in onderstaande toelichting bij dit overzicht.

Het kabinet zal de Tweede Kamer – voor mei 2016 – een brief sturen met een nadere duiding bij de belastingvrijstelling over de vermogensbestanddelen die ten dienste staan aan de koninklijke functie.

Begrotingsbehandeling 2016, 14 oktober 2015

Deze toezegging is uitgewerkt in onderstaande toelichting bij dit overzicht.

Via de extracomptabele bijlage van de begroting zal een verwijzing worden gemaakt naar de website van het Koninklijk Huis en daarmee naar de stichtingen waarin vermogensbestanddelen zijn ondergebracht die functioneel zijn voor het uitoefenen van het koningschap.

Begrotingsbehandeling 2016, 14 oktober 2015

De verwijzing is opgenomen in de extracomptabele bijlage bij de begroting en het jaarverslag van de Koning.

Motie-Van Raak c.s. over hoe de belastingvrijstellingen van de Koning ongedaan kunnen worden gemaakt (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 I, nr. 5)

Begrotingsbehandeling 2016, 14 oktober 2015

De uitvoering van de motie is uitgewerkt in onderstaande toelichting bij dit overzicht.

Motie-Van der Burg over een second opinion over de onderhoudskosten van De Groene Draeck (Kamerstukken II, 2015–2016,34 300 I, nr. 6)

Begrotingsbehandeling 2016, 14 oktober 2015

De second opinion is inclusief appreciatie op 2 juni 2016 aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 X, nr. 110). Naar aanleiding van de second opinion is het onderhoudsbudget naar beneden bijgesteld.

Motie-Recourt over openstellen van paleizen voor het publiek (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 I, nr. 7)

Begrotingsbehandeling 2016, 14 oktober 2015

In april 2016 is de openstelling van Paleis Noordeinde en de Koninklijke Stallen bekendgemaakt, die de afgelopen zomer reeds plaatsvond. Het Koninklijke Paleis op de Dam is al te bezichtigen. Verder is Paleis Huis ten Bosch in het najaar 2015 opengesteld geweest (voorafgaand aan de verbouwing). Over dit laatste is ook een brief naar de Kamer gegaan (Kamerstukken II, 2014–2015, 34 000 XVIII, nr. 22).

Fiscale vrijstellingen

Tijdens de behandeling van hoofdstuk I van de rijksbegroting in de Tweede Kamer op 14 oktober 2015 heb ik, naar aanleiding van de indiening van een motie-Van Raak c.s. over het ongedaan maken van de belastingvrijstelling van de Koning (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 I, nr. 5) toegezegd technische informatie te verschaffen over een wijziging van de Grondwet. In dit kader zal ik verder ingaan op de verschillende belastingvrijstellingen, waaronder die van belasting op de vermogensbestanddelen ten dienste van de koninklijke functie.

Met betrekking tot de belastingvrijstellingen is op 27 oktober 2015 de motie-Van Raak c.s. over het ongedaan maken van de belastingvrijstelling van de Koning (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 I, nr. 5) aangenomen en zijn de motie-Pechtold/Van Raak over het vaststellen van de koninklijke inkomens met inachtneming van de Wet normering topinkomens (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 I, nr. 9) en de motie-Bontes over een einde aan de fiscale voordelen van de leden van het koninklijk huis (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 I, nr. 10) verworpen.

De grondwettelijke regeling van belastingvrijdom is opgenomen in artikel 40 van de Grondwet. Het rapport «Evaluatie begroting van de Koning en onderzoek rationale van belastingvrijdom en hoogte grondwettelijke uitkeringen» dat u op 19 juni 2015 (Kamerstukken II, 2014–2015, 34 000 I, nr.11) is toegezonden, bevat een overzicht van de belastingvrijstellingen, met inbegrip van een vrijstelling van douanerechten voor staatshoofden op basis van een Europese richtlijn.

De Koning en leden van het koninklijk huis zijn belastingplichtig en betalen belasting. Daarbij bestaan enkele bijzondere, grondwettelijk geregelde vrijstellingen die verband houden met het bijzondere karakter van het ambt van de Koning. Hoofdelementen van deze belastingvrijstellingen van de Koning en (enkele) leden van het koninklijk huis hebben betrekking op hun grondwettelijke uitkeringen zoals geregeld in de Grondwet en verder uitgewerkt in de Wet Financieel Statuut van het Koninklijk Huis (WFSKH) en op erfenissen of schenkingen door leden van het koninklijk huis uit hoofde van hun functie.

De procedure van grondwetsherziening is geregeld in de artikelen 137 tot en met 142 van de Grondwet. Andere relevante bepalingen zijn de artikelen van de Grondwet over de procedure van wetgeving, de artikelen 73, 81 tot en met 88, omdat een wijziging van de Grondwet plaatsvindt door de indiening, behandeling en aanneming van een wetsvoorstel in eerste lezing en een wetsvoorstel in tweede lezing. Nadat een voorstel tot grondwetsherziening in eerste lezing in beide Kamers met tenminste een gewone meerderheid is aangenomen, ondertekend en bekendgemaakt, wordt op enig moment de Tweede Kamer ontbonden. Daarna wordt het voorstel in tweede lezing ingediend bij de Staten-Generaal en kunnen de beide Kamers het voorstel alleen aannemen met een meerderheid van tenminste twee derden. Een wetsvoorstel dat betrekking heeft op de Koning krijgt in de regel de vorm van een voorstel van rijkswet. Dit houdt in dat ook de relevante bepalingen voor de procedure van rijkswetgeving in het Statuut voor het Koninkrijk van toepassing zijn, met name de artikelen 15 tot en met 22. De gedane toezegging ten aanzien van een schets van de procedure heeft betrekking op een initiatiefvoorstel van rijkswet tot grondwetsherziening en omvat de mogelijkheid van ambtelijke bijstand hierbij door de drie betrokken ministeries. Een voorstel tot deconstitutionalisering van belastingvrijstellingen dat technisch van aard is en de actuele grondwettelijke uitkeringen netto continueert, gaat vergezeld van een overgangsregeling en een voorstel tot aanpassing van relevante wetgeving.

Extracomptabele bijlage bij de begroting van de Koning 2017

Binnen de Rijksbegroting worden ook op begrotingen van andere ministeries uitgaven geraamd die in verband met het koningschap kunnen worden beschouwd. Het gaat om de begrotingen van Veiligheid en Justitie en Defensie voor de beveiliging, Wonen en Rijksdienst voor het ter beschikking stellen van paleizen en Buitenlandse Zaken voor uitgaande staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis en inkomende bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders. De betreffende ministers zijn ervoor verantwoordelijk. De begroting van de Koning en deze andere begrotingen vormen het stelsel van te ramen en verantwoorden uitgaven die samenhangen met de uitoefening van het koningschap.

In deze extracomptabele bijlage worden bovengenoemde uitgaven gepresenteerd. Door deze uitgaven op een integrale wijze bij de begroting van de Koning te presenteren, wordt de vindbaarheid van en het inzicht in deze uitgaven vergroot. De extracomptabele bijlage brengt geen verandering in de ministeriële verantwoordelijkheid voor de respectievelijke begrotingsposten.

Naast de uitgaven die in verband met het koningschap kunnen worden beschouwd, zijn ook andere onderwerpen opgenomen in paragraaf 2 «Overige onderwerpen». Dit betreft de uitgaven voor het onderhoud aan de Groene Draeck en een verwijzing naar de stichtingen die vermogensbestanddelen bevatten die functioneel zijn voor de uitoefening van het koningschap.

1. Geraamde uitgaven die in verband met het koningschap kunnen worden beschouwd

De voor 2017 geraamde uitgaven worden hieronder per begroting nader toegelicht.3

Buitenlandse Zaken (begroting V, artikel 4)

(x € 1.000)

Raming 2017

Buitenlandse Zaken

2.000

Voor uitgaven ten behoeve van uitgaande staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis, inkomende bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en Internationale Organisaties wordt € 2 mln. geraamd.

Wonen en Rijksdienst (begroting XVIII, artikel 6)

(x € 1.000)

Raming 2017

Wonen en Rijksdienst

15.000

Krachtens de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis (artikel 4) worden drie paleizen ter beschikking gesteld aan de Koning. Dit zijn paleis Huis ten Bosch, paleis Noordeinde en het Koninklijk Paleis te Amsterdam. De uitvoering hiervan vindt plaats via de begroting van Wonen en Rijksdienst.

Als bijdrage aan het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) voor huisvesting van het Koninklijk Huis, Hoge Colleges van Staat en het Ministerie van Algemene Zaken is in de begroting € 52 mln. opgenomen, waarvan € 15 mln. voor de paleizen.

De € 15 mln. voor de paleizen die aan het Rijksvastgoedbedrijf wordt betaald, is opgebouwd uit een aantal componenten.

  • Ten eerste € 5 mln. rente en afschrijving voor investeringen die vanaf 2010 via de leenfaciliteit zijn gefinancierd en zijn geactiveerd op de balans van het RVB.

  • Ten tweede € 6 mln. voor regulier dagelijks en planmatig onderhoud. Hiervoor worden de technische installaties onderhouden en – indien zij aan het einde van hun technische levensduur zijn – vervangen, worden storingen verholpen, en worden gebouwen geschilderd, onderhouden en hersteld. Evenzo worden terreinen onderhouden en hersteld. Voor het onderhoud aan de paleizen geldt, vanwege het veelal monumentale karakter van de objecten, een hogere norm dan voor kantoren.

  • Het restant (€ 4 mln.) betreft betalingen van Wonen en Rijksdienst aan het RVB voor kleinere investeringen op basis van wet- en regelgeving (o.a. brandveiligheid), kosten voor kleinere aanpassingen, voor apparaatinzet en voor heffingen.

Ook voor latere jaren zijn deze middelen nodig, omdat gebouwen structureel onderhouden moeten worden, er langdurig wordt afgeschreven en er rente wordt betaald op de leningen.

Door de investeringen voor paleis Huis ten Bosch loopt dit op met circa € 1,5 mln. per jaar vanaf 2018.

Conform een toezegging van de Minister-President gedaan bij de behandeling van de ontwerpbegroting 2016 van de Koning geeft onderstaande meerjarenplanning inzicht in geplande onderzoeken naar en het meerjarig groot onderhoud/renovatie van de paleizen. Over de wijze waarop zulke projecten gefinancierd worden is de Tweede Kamer geïnformeerd in de brief van 2 december 2015 (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 XVIII, nr. 45).

 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Onderzoek

Koninklijk Paleis Amsterdam

Renovatie/groot onderhoud:

           

• Paleis Huis ten Bosch

lopend

lopend

lopend

     

• Koninklijk Paleis Amsterdam

geen

geen

geen

geen

geen

geen

• Paleis Noordeinde

geen

geen

geen

geen

geen

geen

Op dit moment zijn geen nieuwe, toekomstige renovaties in de paleizen voorzien. Wel is één onderzoek voorzien naar een mogelijk toekomstige renovatie van de Burgerzaal in het Koninklijk Paleis te Amsterdam. Verder wordt regulier dagelijks en planmatig onderhoud in de paleizen uitgevoerd, zoals hierboven beschreven.

Paleis Huis ten Bosch

De totale investeringen voor de renovatie zijn begroot op € 59 mln. Via de begroting van Wonen en Rijksdienst wordt via de leenfaciliteit meerjarig in totaal € 15 mln. bijgedragen aan de renovatie. De overige € 44 mln. komt ten laste van de voor het paleis gecreëerde voorziening op de balans van het agentschap Rijksvastgoedbedrijf.

Paleis Noordeinde

In 2017 worden geen verbouwingen of renovaties uitgevoerd.

Koninklijk Paleis Amsterdam

Voor 2017 staan geen verbouwingen of renovaties op het programma. In 2017 start voor de Burgerzaal een bouwhistorisch onderzoek. Dit is nodig om een bouwkundig plan te kunnen maken voor een mogelijke renovatie van de zaal.

Veiligheid en Justitie (begroting VI, artikel 36)

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft op basis van de Politiewet 2012 de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de leden van het Koninklijk Huis en is daarmee verantwoordelijk voor een adequate en proportionele uitvoering van de beveiliging rondom de leden van het Koninklijk Huis en woon- en werkverblijven. De Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Defensie zorgen voor de uitvoering daarvan in personele zin. Deze ministers hebben middelen voor deze beveiligingstaken op hun begroting staan, ongeacht of deze uitgaven voor beveiliging betrekking hebben op leden van het kabinet, van de Kamers der Staten-Generaal of van het Koninklijk Huis. De Minister voor Wonen en Rijksdienst zorgt voor een adequate uitvoering van fysieke beveiliging van woon- en werkverblijven. Vanwege veiligheidsrisico’s worden deze uitgaven niet nader toegerekend, omdat daar informatie over de beveiliging aan zou kunnen worden ontleend naar de te beveiligen objecten en personen.

Defensie (begroting X, artikel 5), uitgaven bewaking koninklijke paleizen

De Minister van Defensie is beheersverantwoordelijk en verantwoordelijk voor de vaststelling van de omvang, samenstelling en de vereiste mate van gereedheid van de Koninklijke Marechaussee (KMar). De uitvoering is opgedragen aan de KMar. Het gezag over de KMar berust bij meerdere ministeries. Afhankelijk van de betreffende taak zijn dat de Ministeries van Veiligheid en Justitie, Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en Defensie. In artikel 4 van de Politiewet (2012) wordt de KMar onder meer het bewaken en beveiligen van koninklijke paleizen opgedragen.

2. Overige onderwerpen

Defensie (begroting X, artikel 2, apparaatsuitgaven), uitgaven Groene Draeck

De Groene Draeck is in 1957 door de Nederlandse bevolking aan toenmalig kroonprinses Beatrix geschonken. De Staat gaf bij deze gelegenheid mede het onderhoud van de Groene Draeck als geschenk. De uitgaven voor het onderhoud aan de Groene Draeck betreffen met name personele uitgaven en worden daarom onder dit instrument begroot. Naar aanleiding van het second opinion onderzoek (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300 X, nr. 110) en de motie Van der Burg (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 300-I, nr. 6) is besloten het jaarlijkse onderhoudsbudget bij te stellen naar € 87.000 en de uitvoering van het onderhoud bij het Ministerie van Defensie te laten zolang Prinses Beatrix gebruik maakt van de Groene Draeck. Meerjarig wordt daarom een totaalbedrag van € 87.000 geraamd voor het onderhoud aan de Groene Draeck. Dit betreft het hieronder gepresenteerde begrote budget.

Artikel 2 Taakuitvoering Zeestrijdkrachten (bedragen x € 1.000)
 

2017

2018

2019

2020

2021

Onderhoud Groene Draeck

87

87

87

87

87

Stichtingen

Op de website van het Koninklijk Huis is een overzicht van stichtingen opgenomen, waarin vermogensbestanddelen zijn ondergebracht die functioneel zijn voor het uitoefenen van het koningschap. Te denken valt aan de stichting Kroongoederen van het Huis Oranje-Nassau, waarin bijvoorbeeld de Gouden Koets is ondergebracht, en de stichting Koninklijke Geschenken, die de geschenken beheert welke aan de Koning zijn aangeboden bij bijvoorbeeld staatsbezoeken. Voor meer informatie over de stichtingen wordt verwezen naar de rubriek «Financiën Koninklijk Huis» op www.koninklijkhuis.nl. In deze rubriek is informatie beschikbaar over diverse aan het Koninklijk Huis gerelateerde financiële onderwerpen, zoals de begroting van de Koning, maar ook over andere (financiële) onderwerpen die losstaan van de begrotingssystematiek.

3

Naast de in de extracomptabele bijlage gepresenteerde uitgaven staat bij het Ministerie van Economische Zaken de subsidie voor Kroondomein Het Loo op de begroting. Deze subsidie hangt niet samen met de uitoefening van het koningschap. De subsidie is inzichtelijk gemaakt en toegelicht op artikel 8 van de begroting van Economische Zaken (XIII).

Licence