Introductie
Rijkswaterstaat (RWS) is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. RWS beheert en ontwikkelt de rijkswegen, -vaarwegen en -wateren en zet in op een duurzame leefomgeving.
Samen met anderen werkt RWS aan een land dat beschermd is tegen overstromingen. Waar voldoende groen is en voldoende en schoon water. En waar je vlot en veilig van A naar B kunt. Samenwerken aan een veilig, leefbaar en bereikbaar Nederland. Dat is Rijkswaterstaat.
Het Ministerie van IenM kent een scheiding tussen beleid, toezicht en uitvoering. RWS fungeert hierbij als uitvoeringsorganisatie van het ministerie. Het formuleren van beleid is belegd bij de beleidsdirectoraten-generaal. Dit betekent dat de doelstellingen van het agentschap afhankelijk zijn van de (veelal lange termijn-) beleidsdoelstellingen en kaders die door IenM worden aangegeven. Deze beleidsdoelen zijn geformuleerd in de beleidsartikelen van de beleidsbegroting Hoofdstuk XII.
Producten en diensten
RWS treedt op als manager van het gebruik van een aantal hoofdinfrastructuurnetwerken (hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet, hoofdwatersystemen), als beheerder van die netwerken, als realisator van uitbreidingen van deze netwerken en als adviseur voor het ten aanzien hiervan te voeren beleid. RWS voert deze taken uit vanuit een netwerkbenadering. Belangrijkste producten zijn:
-
– Verkeersmanagement: het inzetten van instrumenten en hulpmiddelen om vraag en aanbod op elk moment zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen en om het verkeersaanbod zo goed mogelijk af te wikkelen. Het betreft vooral bediening van objecten als bruggen en sluizen, verstrekken van route-informatie en incidentmanagement.
-
– Watermanagement: reguleren van de hoeveelheden water in het hoofdwatersysteem en van de kwaliteit daarvan, door het hanteren van de te onderscheiden categorieën «vasthouden/bergen/afvoeren» en «schoonhouden/scheiden/zuiveren».
-
– Beheer, onderhoud en vervanging: instandhouding van objecten en areaal op een vooruitstrevende, toekomstgerichte manier, gericht op het ook in technische zin steeds verder ontwikkelen van het netwerk of systeem.
-
– Aanleg: dit betreft investeringen om de functionaliteit van het netwerk te vergroten. Nieuwe verbindingen of verbreding van bestaande. Sleutelwoord: capaciteitsvergroting.
-
– Beleidsondersteuning en -advisering: het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid.
-
– Leveren van kennis en expertise: ten behoeve van beleidsondersteuning en -advisering, milieu en leefomgeving, grote (aanleg)projecten en aansturing projecten en uitvoeringsorganisaties, het verstrekken van subsidies en basisinformatie.
Totaal | Realisatie 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||
Omzet IenM | 2.224.488 | 2.323.511 | 2.173.987 | 2.136.835 | 2.096.244 | 2.060.019 | 1.899.632 |
Omzet nutv werkzaamheden | 252.495 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Omzet overige departementen | 61.005 | 28.360 | 28.360 | 28.360 | 28.360 | 28.360 | 28.360 |
Omzet derden | 159.464 | 172.895 | 175.683 | 177.970 | 178.861 | 177.316 | 177.316 |
Rentebaten | 156 | 800 | 800 | 800 | 800 | 800 | 800 |
Bijzondere baten | 3.484 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 | 3.000 |
Vrijval voorziening | 21.880 | ||||||
Totaal baten | 2.470.477 | 2.781.061 | 2.381.830 | 2.346.965 | 2.307.265 | 2.269.495 | 2.109.108 |
Lasten | |||||||
Apparaatskosten | 1.001.817 | 1.010.701 | 997.445 | 983.843 | 968.700 | 967.212 | 950.308 |
Personele kosten | 775.035 | 744.971 | 744.372 | 739.920 | 728.615 | 726.950 | 710.100 |
waarvan eigen personeel | 701.290 | 690.488 | 691.030 | 690.405 | 682.198 | 681.841 | 664.990 |
waarvan externe inhuur | 73.745 | 52.983 | 51.842 | 48.015 | 44.917 | 43.609 | 43.610 |
waarvan overige p-kosten | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | |
Materiele kosten | 226.782 | 265.730 | 253.073 | 243.923 | 240.085 | 240.262 | 240.208 |
waarvan apparaat ICT | 24.628 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 54.683 | 56.000 | 56.000 | 56.000 | 56.000 | 56.000 | 56.000 |
waarvan overige M-kosten | 147.471 | 179.730 | 167.073 | 157.923 | 154.085 | 154.262 | 154.208 |
Onderhoud | 1.362.290 | 1.712.637 | 1.326.662 | 1.305.399 | 1.280.843 | 1.244.559 | 1.101.075 |
Rentelasten | 4.562 | 8.748 | 8.748 | 8.748 | 8.748 | 8.749 | 8.750 |
Afschrijvingskosten | 34.811 | 39.975 | 39.975 | 39.975 | 39.975 | 39.975 | 39.975 |
Materieel | 33.769 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 | 38.500 |
waarvan apparaat ICT | 3.856 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 | 6.000 |
Immaterieel | 1.042 | 1.475 | 1.475 | 1.475 | 1.475 | 1.475 | 1.475 |
Dotaties | 64.310 | 0 | |||||
Bijzondere lasten | 1.351 | ||||||
Totaal lasten | 2.469.141 | 2.772.061 | 2.372.830 | 2.337.965 | 2.298.266 | 2.260.495 | 2.100.108 |
Saldo | 1.336 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 |
Dotatie aan reserve Rijksrederij | 10.416 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 |
te verdelen resultaat | – 9.080 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Baten
Omzet IenM
De omzet IenM betreft de omzet voor activiteiten (en de daarmee samenhangende producten) die RWS verricht voor IenM, zoals:
-
– het beheer en onderhoud van de infrastructuur en waterkwaliteit;
-
– de apparaatskosten (personeel en materieel) van RWS die verband houden met de aanleg, verkeers- en watermanagement en onderhoud van infrastructuur;
-
– de capaciteit die RWS levert in het kader van zijn kennis- en adviestaken en de activiteiten in het kader van Leefomgeving.
Als gevolg van de tegenvallende ruilvoetontwikkeling heeft het Kabinet besloten tot ramingsbijstellingen op de departementale begrotingen. Voor de IenM begrotingen gaat het om een ramingsbijstelling van € 106 miljoen per jaar. De ramingbijstelling is naar rato van de begrotingsomvang in 2017 verdeeld over Hoofdstuk XII (€ 12 miljoen per jaar), het Infrastructuurfonds (€ 81 miljoen per jaar) en het Deltafonds (€ 13 miljoen per jaar). Het aandeel van RWS in deze ramingsbijstelling bedraagt € 18 duizend voor de jaren 2017 en verder.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totale ramingsbijstelling Rijkswaterstaat | 0 | 18 | 18 | 18 | 18 | 18 |
RWS vult de bezuiniging in door deze te verwerken in het opdrachtenpakket aan het Nederlands Normalisatie Instituut (NNI).
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Deltafonds | 469.429 | 406.553 | 418.295 | 407.459 | 398.149 | 393.086 | |
Artikel 1 | Investeren in waterveiligheid | 1.757 | 401 | 401 | 401 | 401 | 401 |
waarvan programma | 1.757 | 401 | 401 | 401 | 401 | 401 | |
Artikel 3 | Beheer Onderhoud en Vervanging | 173.329 | 127.845 | 135.194 | 128.538 | 101.790 | 121.059 |
waarvan programma | 173.329 | 127.845 | 135.194 | 128.538 | 101.790 | 121.059 | |
Artikel 5 | Netwerkgebonden kosten en overig | 292.898 | 278.028 | 281.932 | 277.752 | 275.029 | 271.626 |
waarvan programma | 72.225 | 61.729 | 61.711 | 61.356 | 61.363 | 61.478 | |
Artikel 7 | Waterkwaliteit | 1.445 | 279 | 768 | 768 | 20.929 | 0 |
waarvan programma | 1.445 | 279 | 768 | 768 | 20.929 | 0 | |
Infrastructuurfonds | 1.788.428 | 1.710.365 | 1.664.392 | 1.641.642 | 1.611.365 | 1.456.244 | |
Artikel 12 | Hoofdwegennet | 1.135.975 | 1.105.514 | 1.079.902 | 1.069.794 | 1.043.716 | 968.041 |
waarvan programma | 678.037 | 664.128 | 647.173 | 644.147 | 617.635 | 552.483 | |
Artikel 15 | Hoofdvaarwegennet | 652.453 | 604.850 | 584.489 | 571.848 | 567.650 | 488.203 |
waarvan programma | 374.208 | 332.080 | 315.205 | 305.432 | 302.241 | 225.453 | |
Hoofdstuk XII | 65.654 | 57.069 | 54.148 | 47.143 | 50.505 | 50.302 | |
Artikel 11 | Integraal waterbeleid | 16.801 | 16.043 | 15.029 | 15.045 | 15.053 | 15.053 |
Artikel 13 | Ruimtelijke ontwikkeling | 15.685 | 12.671 | 8.430 | 6.512 | 9.853 | 9.771 |
Artikel 14 | Wegen en verkeersveiligheid | 3.801 | 5.205 | 5.205 | 5.205 | 5.205 | 5.205 |
Artikel 15 | OV-keten | 798 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Artikel 16 | Openbaar vervoer en spoor | 0 | 1.022 | 1.022 | 1.022 | 1.022 | 1.022 |
Artikel 17 | Luchtvaart | 9.026 | 49 | 4.797 | 49 | 49 | 49 |
waarvan programma | 8.955 | 0 | 4.748 | 0 | 0 | 0 | |
Artikel 18 | Scheepvaart en Havens | 1.290 | 1.441 | 1.441 | 1.441 | 1.441 | 1.441 |
Artikel 19 | Klimaat | 3.029 | 3.785 | 3.244 | 3.116 | 3.120 | 3.011 |
Artikel 20 | Lucht en geluid | 2.365 | 1.419 | 804 | 1.251 | 1.260 | 1.248 |
Artikel 21 | Duurzaamheid | 6.382 | 8.405 | 8.294 | 8.265 | 8.265 | 8.265 |
Artikel 22 | Omgevingsveiligheid en milieurisico's | 4.008 | 4.607 | 3.508 | 2.863 | 2.863 | 2.863 |
Artikel 97 | Algemeen departement | 2.469 | 2.422 | 2.374 | 2.374 | 2.374 | 2.374 |
waarvan programma | 302 | 283 | 283 | 283 | 283 | 283 | |
Totaal | 2.323.511 | 2.173.987 | 2.136.835 | 2.096.244 | 2.060.019 | 1.899.632 | |
Van totaal omzet IenM | |||||||
– | apparaats- en afschrijvingskosten en rentelasten | 1.013.253 | 987.242 | 971.352 | 955.318 | 955.377 | 938.474 |
– | programma | 1.310.258 | 1.186.744 | 1.165.482 | 1.140.926 | 1.104.642 | 961.158 |
Nog uit te voeren werkzaamheden
Dit betreffen middelen die RWS in 2015 van het moederdepartement heeft ontvangen en bestemd waren voor werkzaamheden die gepland waren in 2015, maar waarvan de uitvoering doorloopt in 2016 (€ 253 miljoen).
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen heeft betrekking op van andere ministeries ontvangen vergoedingen voor het gebruik van vaartuigen van de Rijksrederij. De bijdrage van het Ministerie van Defensie ten behoeve van de Rijksrederij in 2017 ev. betreft een extrapolatie van het jaar 2016. Over de precieze bijdrage in 2017 ev. vindt nog nader overleg plaats.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Ministerie van Defensie | 15.500 | 15.500 | 15.500 | 15.500 | 15.500 | 15.500 |
Ministerie van Financiën | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 |
Ministerie van Economische zaken | 7.860 | 7.860 | 7.860 | 7.860 | 7.860 | 7.860 |
Totaal | 28.360 | 28.360 | 28.360 | 28.360 | 28.360 | 28.360 |
Omzet derden
De omzet derden heeft betrekking op vergoedingen van onder meer provincies, gemeenten en de Europese Unie in het kader van het beheer en onderhoud van de infrastructuur en de kennis- en adviesfunctie. Daarnaast bevat deze post de verwachte opbrengsten uit schaderijdingen en schadevaringen ter dekking van de kosten van reparatiewerkzaamheden, opbrengsten uit vergunningverlening, beheeropbrengsten op het areaal, opbrengsten voor de Nationale Bewegwijzeringsdienst en adviezen over leefomgeving aan onder meer gemeenten.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Schaderijdingen/schadevaringen | 24.500 | 24.500 | 24.500 | 24.500 | 24.500 | 24.500 |
Vergunningen WVO | 19.000 | 19.000 | 19.000 | 19.000 | 19.000 | 19.000 |
Vergoeding provincies etc. | 38.000 | 38.000 | 38.000 | 38.000 | 38.000 | 38.000 |
Nationale Bewegwijzeringsdienst | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 |
Beheeropbrengsten areaal | 45.000 | 48.000 | 50.000 | 50.000 | 50.000 | 50.000 |
Overig | 26.395 | 26.183 | 26.470 | 27.361 | 25.816 | 25.816 |
Totaal | 172.895 | 175.683 | 177.970 | 178.861 | 177.316 | 177.316 |
Bijzondere baten
De geraamde bijzondere baten betreffen voornamelijk verwachte boekwinst op de verkoop van vaste activa.
Lasten
Personele kosten
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal fte | 8.544 | 8.682 | 8.564 | 8.517 | 8.447 | 8.429 | 8.214 |
Eigen Personeelskosten | 701.290 | 690.488 | 691.030 | 690.405 | 682.198 | 681.841 | 664.990 |
Inhuur | 73.745 | 52.983 | 51.842 | 48.015 | 44.917 | 43.609 | 43.610 |
Een aantal ontwikkelingen zorgt bij RWS in de komende jaren voor een toename van het aantal ambtelijke fte ten opzichte van de Begroting 2016. In 2017 neemt het aantal fte toe door:
-
– Kasschuif apparaat: In de begroting 2014 heeft het kabinet besloten om op de fondsen te werken met een overprogrammering. Dit instrument heeft als doel om zorg te dragen dat vertragingen bij projecten niet onmiddellijk tot onderbesteding leiden op de fondsen. In de praktijk betekent dit dat Rijkswaterstaat eerder capaciteit voor projecten inzet dan er oorspronkelijk begroot was. Doordat de voorbereidende werkzaamheden voor deze projecten niet in een later stadium opnieuw hoeven te worden uitgevoerd is een kasschuif verwerkt binnen de apparaatbudgetten vanuit de periode na 2020 naar voren. Het effect op de organisatieomvang bedraagt 108 fte in 2017 en 178 in 2018 aflopend naar 0 fte in 2020.
-
– Omzetting niet kerntaken Basis ICT: RWS heeft in 2012 op IV/ICT gebied een aantal niet-kerntaken benoemd. Een deel hiervan wordt als dienst ingekocht bij de marktpartijen. Het afnemen van diensten zorgt voor reductie van inhuur maar vraagt ook iets van de beheerorganisatie en de borging van kennis en uitvoering. Inmiddels is duidelijk geworden dat het inkopen van diensten niet betekent dat er geen eigen (beheer)activiteiten meer hoeven te worden uitgevoerd of dat er geen (technische ICT en Industriële Automatisering) kennis meer aanwezig hoeft te zijn om als volwaardig gesprekspartner op te treden. RWS heeft op dit niveau veel kennis en vaardigheden verloren en is daardoor kwetsbaar geworden. Daarom is opnieuw beperkte bijstelling nodig in de verdeling van kerntaken en niet-kerntaken en is een omzetting geëffectueerd van 50 fte, waarvan 13 fte in 2018.
-
– Ontwerpbureau RWS: Met de oprichting van een eigen ontwerpbureau wordt een deel van het ontwerpen weer in eigen beheer uitgevoerd. Het gaat dan met name om ontwerpen in de weg- en waterbouw (sluizen, bruggen en wegen). De ervaring heeft geleerd dat door alles bij de markt te beleggen de kennispositie van RWS en het kennisbehoud binnen RWS onder druk komen te staan. Dit heeft risico’s tot gevolg. Daarnaast kan een eigen ontwerpbureau de aantrekkelijkheid van RWS als werkgever vergroten, een welkome ontwikkeling gezien de flinke wervingsopgave waar RWS komende jaren voor gesteld staat. Met het ontwerpbureau zijn in 2016 10 fte en in 2017 en latere jaren 20 fte gemoeid.
-
– Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing (DCC): het DCC, dat namens de Minister van IenM uitvoering geeft aan het crisisbeheersingsbeleid, is sinds 2015 verantwoordelijk voor het dossier nucleair. In 2015 is onderzocht wat de noodzakelijke producten en inzet zijn die hiermee gemoeid gaan, wat tot een beperkte uitbreiding van de formatie van 2,5 fte heeft geleid.
Eigen personeel
De kracht van Rijkswaterstaat ligt in de zakelijke en professionele wijze waarop het zijn kerntaken uitvoert. Om daarop te kunnen sturen is gedefinieerd welke taken RWS met eigen mensen uitvoert (de kerntaken) en welke taken aan de markt worden overgelaten (de niet-kerntaken).
De bovengenoemde kosten van externe inhuur betreffen de inzet van derden op de kerntaken van RWS. Daarnaast vindt er inzet van derden plaats op taken die RWS van de markt betrekt (niet-kerntaken). Deze inhuur van niet-kerntaken vindt plaats uit programmiddelen. Omwille van de aansluiting op de Rijksbrede rapportages is ervoor gekozen om de daarmee samenhangende kosten ook hier afzonderlijk inzichtelijk te maken. In de doorlichting van het agentschap RWS (Kamerstukken II 2015–2016 34 300 A, nr. 68) is vastgesteld dat de huidige uitzondering op de regeling agentschappen, waarin is geregeld dat RWS het beheer en onderhoud (programma) in het agentschap mag verantwoorden, kan komen te vervallen. Voor RWS verandert hiermee niets aan de huidige situatie, waarbij inhuur van expertise plaatsvindt uit programmiddelen voor taken die RWS van de markt betrekt.
Inhuur apparaat (kerntaken)
RWS streeft ernaar om de inhuur van externen op kerntaken zoveel mogelijk te beperken vanuit het basisprincipe dat Rijkswaterstaat op kerntaken eigen mensen inzet, ter vermindering van de kwetsbaarheid en het verkleinen van de afhankelijkheid van externen. Inhuur op kerntaken vindt in beginsel alleen plaats als er sprake is van piekbelasting in de directe productie of in geval van onderbezetting, ziekte of vervanging. Inhuur op kerntaken kan ook een keuze zijn als vanuit de arbeidsmarkt hele specifieke kennis/specialisme niet kan worden aangetrokken.
Door een aantal maatregelen zal de inhuur op kerntaken de komende jaren gaan dalen:
-
– extra inzet op het werven van voldoende gekwalificeerd eigen personeel en versnelling van het wervingsproces om vacatures zo snel mogelijk in te vullen;
-
– een flexibele interne pool om snel interne inzet te kunnen organiseren;
-
– versterking van cruciale kennis binnen de organisatie is geborgd met interne loopbaanontwikkeling;
-
– er zijn afspraken gemaakt over omzetting van niet-kerntaken naar kerntaken.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Inhuur kerntaken | 73.745 | 52.983 | 51.842 | 48.015 | 44.917 | 43.609 | 43.610 |
Inhuur programma (niet-kerntaken)
Gelet op de productieopgave van RWS blijft de inhuur op taken die bij de markt zijn gelegd (de niet-kerntaken) in 2017 op ongeveer hetzelfde niveau als voorgaande jaren. Voor het betrekken van externe capaciteit op niet-kerntaken geldt dat deze zoveel mogelijk op basis van op productafspraken gebaseerde contracten zal worden gedaan, tenzij dat om inhoudelijke of aansturingsredenen niet doelmatig is.
Daarnaast is besloten om met ingang van 2016 geleidelijk 100 fte aan niet-kerntaken, waarvoor veelal werd ingehuurd, om te zetten naar eigen personeel om de kennis binnen RWS verder te borgen en de afhankelijkheid van de markt te laten afnemen. Daarbovenop wordt om gelijksoortige redenen geleidelijk aan van 2016 tot en met 2018 oplopend 50 fte op het gebied van basis ICT omgezet naar eigen personeel.
Hierdoor zal de inhuur op niet-kerntaken de komende jaren geleidelijk gaan dalen. De inhuur op niet-kerntaken in het primaire proces wordt met name onder de posten onderhoud en aanleg op het Infrastructuurfonds en het Deltafonds verantwoord.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Inhuur niet-kerntaken | 146.983 | 142.680 | 123.608 | 106.835 | 96.385 | 86.835 | 86.835 |
Materiële kosten
De materiële kosten omvatten onder andere ICT, huisvesting, bureaukosten en communicatie.
Onderhoud
De kosten beheer en onderhoud hebben betrekking op de kosten die in rekening worden gebracht door derden (met name aannemers en ingenieursbureaus). Deze voeren werkzaamheden uit die direct bijdragen aan het beheer en de instandhouding van de infrastructuur.
realisatie 20151 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Rekening-courant RHB 1 januari + stand depositorekening | 481.793 | 462.943 | 250.657 | 283.432 | 310.507 | 307.182 | 273.857 |
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+/+) | 2.457.497 | 2.528.566 | 2.376.530 | 2.346.965 | 2.307.265 | 2.269.495 | 2.109.098 |
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) | – 2.436.714 | – 2.732.086 | – 2.327.555 | – 2.297.990 | – 2.258.291 | – 2.220.520 | – 2.060.123 |
Totaal operationele kasstroom | 20.783 | – 203.520 | 48.975 | 48.975 | 48.975 | 48.975 | 48.975 |
Totaal investeringen (-/-) | – 23.750 | – 28.982 | – 29.400 | – 60.900 | – 60.900 | – 60.900 | – 60.900 |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+/+) | 2.434 | ||||||
Totaal investeringskasstroom | – 21.316 | – 28.982 | – 29.400 | – 60.900 | – 60.900 | – 60.900 | – 60.900 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Eenmalige storting door het moederdepartement (+/+) | 7.300 | 15.800 | 14.200 | 6.000 | 8.600 | 8.600 | 8.600 |
Aflossingen op leningen (-/-) | – 42.117 | – 23.584 | – 34.000 | – 38.000 | – 42.000 | – 72.000 | – 42.000 |
Beroep op leenfaciliteit (+/+) | 16.500 | 28.000 | 33.000 | 71.000 | 42.000 | 42.000 | 42.000 |
Totaal financieringskasstroom | – 18.317 | 20.216 | 13.200 | 39.000 | 8.600 | – 21.400 | 8.600 |
Rekening-courant RHB 31 december 2012 + stand depositorekening) (=1+2+3+4) | 462.943 | 250.657 | 283.432 | 310.507 | 307.182 | 273.857 | 270.532 |
Toelichting
Operationele kasstroom
Hieronder vallen de inkomsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering. Meerjarig wordt gestreefd naar een stabiel saldo van baten en lasten.
Investeringskasstroom
Hieronder vallen de verkopen van activa en de nieuwe investeringen. De investeringen hebben betrekking op het in stand houden van de activa van RWS. Deels betreft het investeringen in activasoorten, zoals voertuigen, waarbij de omvang van de jaarlijkse investeringen op een constant niveau ligt.
Financieringskasstroom
Hieronder vallen alle geldstromen die gerelateerd zijn aan de financiering van het agentschap. RWS doet een beroep op de leenfaciliteit bij het Ministerie van Financiën ter financiering van de investeringen. Daarnaast wordt in de begroting van het agentschap rekening gehouden met aflossing op deze leenfaciliteit. De storting door moederdepartement betreft de aflossing van de langlopende vordering die RWS heeft op het moederdepartement.
Omschrijving | 2015 realisatie | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Apparaatskosten per eenheid areaal (x € 1) | |||||||
Hoofdwegennet | 24.646 | 25.915 | 24.947 | 24.877 | 24.420 | 24.283 | 24.077 |
Hoofdvaarwegennet | 24.719 | 25.951 | 25.575 | 25.445 | 25.255 | 25.193 | 25.113 |
Hoofdwatersystemen | 1.068 | 1.148 | 1.112 | 1.102 | 1.093 | 1.087 | 1.069 |
Apparaatskosten t.o.v. omzet | |||||||
Apparaatskosten t.o.v. omzet | 29% | 25% | 28% | 25% | 22% | 23% | 21% |
Tarieven per fte (x € 1) | |||||||
Kosten per fte | 128.710 | 123.017 | 122.588 | 122.297 | 121.518 | 121.601 | 119.948 |
Omzet BLD per product (x € 1.000) | |||||||
Hoofdwatersystemen | 401.466 | 468.044 | 410.080 | 421.822 | 410.986 | 401.676 | 396.614 |
Hoofdwegen | 934.897 | 1.135.592 | 1.104.334 | 1.080.607 | 1.070.499 | 1.044.421 | 968.746 |
Hoofdvaarwegen | 557.634 | 653.214 | 605.625 | 585.189 | 572.656 | 563.658 | 488.411 |
Overig | 330.491 | 66.661 | 53.948 | 49.216 | 42.103 | 50.265 | 45.861 |
TOTAAL | 2.224.488 | 2.323.511 | 2.173.987 | 2.136.835 | 2.096.244 | 2.060.019 | 1.899.632 |
Bezetting | |||||||
Fte formatie | 8.544 | 8.685 | 8.564 | 8.517 | 8.447 | 8.429 | 8.404 |
Overhead | 13% | 13% | 13% | 13% | 13% | 13% | 13% |
Exploitatiesaldo | |||||||
Exploitatiesaldo | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% |
Gebruikerstevredenheid | |||||||
Publieksgerichtheid | 65% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% |
Gebruikerstevredenheid HWS | 65% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% | 70% |
Gebruikerstevredenheid HWN | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% |
Gebruikerstevredenheid HVWN | 69% | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% | 75% |
Ontwikkeling pinwaarde | |||||||
Hoofdwatersystemen | 70 | 80 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Hoofdwegen | 99 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Hoofdvaarwegen | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 |
Toelichting
Apparaatkosten per eenheid areaal
Deze indicator geeft informatie over hoe de kosten die het apparaat van RWS maakt voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud zich ontwikkelen ten opzichte van het areaal. Een dalende trend van de kosten per eenheid areaal geeft een indicatie van een toename in de efficiëntie van de organisatie op het gebied van Beheer en Onderhoud en Verkeersmanagement.
Percentage apparaatskosten ten opzichte van de omzet
Deze indicator geeft de verhouding weer tussen de kosten van het apparaat en de totale omzet (inclusief GVKA-middelen) van RWS.
Kosten per fte
Deze indicator geeft de ontwikkeling weer van de kosten (loonkosten en materiële kosten) per formatieve ambtelijke FTE. Wanneer deze kosten dalen kan dit een indicatie van een toename in doelmatigheid van de organisatie zijn.
Omzet per productgroep
In de tabel is de Omzet IenM uitgesplitst naar de verschillende netwerken.
Organisatiegrootte in fte
Deze voorgeschreven indicator geeft aan hoe de ambtelijke formatie van RWS zich ontwikkelt.
Percentage overhead
Deze indicator geeft aan welk deel van het ambtelijke personeel (in fte) binnen RWS zich bezig houdt met de bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering bevat alle processen die ondersteunend zijn aan de organisatie. Het streven is daarbij voortdurend een optimale kwalitatieve en kwantitatieve omvang van de bedrijfsvoering.
Exploitatiesaldo (% van de omzet)
Deze voorgeschreven indicator toont de ontwikkeling van het exploitatiesaldo als percentage van de omzet.
Gebruikerstevredenheid
Publieksgerichtheid: geeft aan hoe tevreden onze gebruikers en partners over RWS zijn als publieke dienstverlenende organisatie. Dan gaat het over zaken als «luisteren; verwachtingenmanagement; aanspreekbaarheid; houding en gedrag en de wijze waarop wij communiceren».
Gebruikerstevredenheid (per netwerk)
Deze indicator geeft aan hoe tevreden onze gebruikers over de kwaliteit van de drie netwerken zijn. Denk daarbij aan veiligheid, doorstroming; kwaliteit infrastructuur en tijdige en betrouwbare informatievoorziening (gekoppeld aan de netwerken).
Ontwikkeling PIN-waarden
De ontwikkeling van de PIN-waarden (prestatie-indicator waarden) geeft een beeld hoe de ontwikkeling is in de toestand van het door RWS beheerde areaal. Het weergegeven cijfer betreft een index ten opzichte van het jaar 2015. De bijlage instandhouding bij de begrotingen van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds biedt inzicht in instandhouding en de gehanteerde PIN-waarden.