Base description which applies to whole site

BIJLAGE 1 SZA-KADER INCLUSIEF VERDIEPINGSHOOFDSTUK

Deze bijlage bevat de volgens de Rijksbegrotingvoorschriften (RBV) verplichte aansluitingstabellen en (per artikel) de verplichte tabellen van het verdiepingshoofdstuk. In aanvulling daarop zijn dergelijke tabellen ook voor de premiegefinancierde regelingen opgenomen. De bijlage begint met een toelichting op de opbouw van het SZA-kader.

B.1.1 HET SZA-KADER

Het SZA-kader bevat zowel uitgaven van regelingen die begrotingsgefinancierd zijn als uitgaven van regelingen die premiegefinancierd zijn. De begrotingsgefinancierde uitgaven worden uit belastinginkomsten betaald. De premiegefinancierde uitgaven worden voornamelijk door middel van premies gefinancierd. Tabel B.1.1 bevat een toelichting op de opbouw van de SZA-uitgaven.

Tabel B1.1 SZA uitgaven (x € 1 mld)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Totale uitgaven begroting

31,9

33,6

34,2

34,7

34,7

34,7

– Correctie rijksbijdragen

12,8

14,0

14,0

13,9

13,9

13,9

– Correctie LIV en LKV

0,5

0,9

0,9

0,9

– Correctie RBG-eng

0,5

0,6

0,5

0,5

0,4

0,4

– Correctie ontvangsten

0,8

0,6

0,6

0,6

0,7

0,6

+ Loon- en prijsbijstelling

0,0

0,2

0,5

0,7

1,0

1,3

A. SZA-uitgaven begroting

17,7

18,6

19,1

19,4

19,8

20,2

Totale uitgaven premie

56,6

57,0

58,5

58,7

59,5

60,6

– Correctie ontvangsten

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

0,4

B. SZA-uitgaven premie

56,2

56,7

58,1

58,3

59,1

60,2

             

C. Integratie-uitkering sociaal domein

2,7

2,6

2,4

2,3

2,2

2,3

             

Totale SZA-uitgaven (lopende prijzen) (A+B+C)

76,7

77,9

79,6

80,1

81,2

82,7

Allereerst wordt voor een dubbeltelling gecorrigeerd omdat sociale fondsen voor een deel gefinancierd worden uit begrotingsmiddelen (correctie rijksbijdragen). Dit betreft hoofdzakelijk een bijdrage aan het Ouderdomsfonds, welke nodig is omdat de opbrengsten van de AOW-premie onvoldoende zijn om de AOW-uitgaven te dekken. In 2017 worden de SZA-uitgaven hierdoor met € 14,0 miljard gecorrigeerd. Tevens vallen de apparaatuitgaven van SZW en enkele andere uitgaven niet onder het SZA-kader maar onder het kader Rbg-eng (€ 0,6 miljard). Voor het gedeelte van de ontvangsten dat tot de niet-belastingontvangsten wordt gerekend wordt eveneens gecorrigeerd: € 0,6 miljard (terugontvangsten Kinderopvang en Tegemoetkoming ouders) en € 0,4 miljard (ontvangsten UFO). Het uitgavenplafond (SZA-kader) wordt in lopende prijzen uitgedrukt, wat betekent dat rekening wordt gehouden met toekomstige loon- en prijsontwikkelingen en de gevolgen daarvan voor de uitgaven. Voor de begrotingsgefinancierde regelingen staan de hiervoor gereserveerde middelen (€ 0,2 miljard) niet op de SZW-begroting, maar op een afzonderlijke begrotingspost die door de Minister van Financiën wordt beheerd. De premiegefinancierde uitgaven zijn al uitgedrukt in lopende prijzen.

De middelen voor de Wsw en het participatiebudget maken onderdeel uit van de integratie-uitkering sociaal domein. Deze uitgaven blijven onderdeel van het SZA-kader en worden bijgeteld.

In lopende prijzen bedragen de SZA-uitgaven in 2017 € 77,9 miljard.

B.1.2 DE AANSLUITINGSTABELLEN

In dit onderdeel van de begroting worden de samenvattende aansluitingstabellen van de premie- en de begrotingsgefinancierde regelingen weergegeven, zowel voor de uitgaven als voor de ontvangsten. De mutaties in deze tabellen worden per artikel gedetailleerd opgenomen in het verdiepingshoofdstuk in onderdeel B.1.3 van deze bijlage.

De opbouw van deze tabellen verschilt van elkaar. Bij de begrotingsgefinancierde regelingen worden, conform de RBV, de mutaties als gevolg van de nota van wijziging, de 1e suppletoire begroting (Voorjaarsnota) en de nieuwe mutaties (Miljoenennota) vermeld. Bij de premiegefinancierde regelingen is geen sprake van een nota van wijziging of van een suppletoire wet. Voor deze regelingen worden de mutaties uitgesplitst naar uitvoeringsmutaties, macromutaties, loon- en prijsmutaties, beleidsmatige mutaties en kasschuiven. Bovendien wordt een onderverdeling aangebracht in reëel en nominaal.

Tabel B.1.2 Aansluitingstabel uitgaven begrotingsgefinancierd begroting 2016 naar begroting 2017 (bedragen x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Ontwerpbegroting 2016

31.767.150

32.179.881

32.726.718

33.414.820

33.843.461

 

Vastgestelde begroting 2016

31.867.150

32.483.581

33.030.418

33.718.520

34.147.161

 
             

Mutaties Voorjaarsnota

362.362

153.204

396.949

307.868

181.686

 

Totaal tot en met Voorjaarsnota

32.229.512

32.636.785

33.427.367

34.026.388

34.328.847

 
             

Mutaties Miljoenennota

– 372.596

965.155

809.616

637.368

332.346

 
             

Ontwerpbegroting 2017

31.856.916

33.601.940

34.236.983

34.663.765

34.661.193

34.729.049

Tabel B.1.3 Aansluitingstabel ontvangsten begrotingsgefinancierd begroting 2016 naar begroting 2017 (bedragen x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Ontwerpbegroting 2016

1.724.007

1.730.656

1.720.218

1.744.960

1.740.604

 

Vastgestelde begroting 2016

1.724.007

1.730.656

1.720.218

1.744.960

1.740.604

 
             

Mutaties Voorjaarsnota

125.490

25.678

38.228

38.179

47.946

 

Totaal tot en met Voorjaarsnota 1e suppletoire begroting

1.849.497

1.756.334

1.758.446

1.783.139

1.788.550

 
             

Mutaties Miljoenennota

35.419

11.947

23.727

13.372

23.987

 
             

Ontwerpbegroting 2017

1.884.916

1.768.281

1.782.173

1.796.511

1.812.537

1.792.170

Tabel B.1.4 Aansluitingstabel uitgaven premiegefinancierd begroting 2016 naar begroting 2017 (bedragen x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Ontwerpbegroting 2016 reëel

56.288.265

56.012.449

55.777.122

55.593.984

55.379.790

55.213.124

Mutaties:

           

Uitvoeringsmutaties

111.339

166.286

228.658

197.607

173.584

204.341

Macro mutaties

– 935.794

– 1.153.391

– 1.237.593

– 1.224.200

– 1.154.833

– 1.105.398

Loon- en prijsontwikkeling

1.225.206

1.219.128

1.218.708

1.210.484

1.207.018

1.204.846

Beleidmatige mutaties

– 47.675

77.593

970.879

280.325

256.949

245.249

Kasschuiven

– 69.029

34.320

20.754

1.043

13.309

13.582

Diverse overige mutaties

37.390

– 50.037

– 15.004

6.082

– 3.213

– 2.889

Stand ontwerpbegroting 2017 reëel

56.609.702

56.306.348

56.963.524

56.065.325

55.872.604

55.772.855

             

Ontwerpbegroting 2016 nominaal

1.207.751

1.944.785

2.532.297

3.205.970

3.798.832

4.394.690

Mutaties:

           

Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

17.455

8.614

228.901

645.643

1.046.605

1.670.387

Uitdelen loon- en prijsontwikkeling

– 1.225.206

– 1.219.128

– 1.218.708

– 1.210.484

– 1.207.018

– 1.204.846

Stand ontwerpbegroting 2017 nominaal

0

734.271

1.542.490

2.641.129

3.638.419

4.860.231

             

Ontwerpbegroting 2017 totaal

56.609.702

57.040.619

58.506.014

58.706.454

59.511.023

60.633.086

Tabel B.1.5 Aansluitingstabel ontvangsten premiegefinancierd begroting 2016 naar begroting 2017 (bedragen x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Ontwerpbegroting 2016 reëel

385.000

385.000

385.000

385.000

385.000

385.000

             

Mutaties:

           

1. Uitvoering

– 14.905

– 33.105

– 33.105

– 33.105

– 33.105

– 33.105

2. Loon- en prijsbijstelling 2016

6.885

6.885

6.885

6.885

6.885

6.885

Stand ontwerpbegroting 2017 reëel

376.980

358.780

358.780

358.780

358.780

358.780

             

Ontwerpbegroting 2016 nominaal

7.840

12.043

16.279

20.561

24.889

29.262

Mutaties:

           

3. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

– 955

1.530

3.449

5.974

9.566

14.527

4. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2016

– 6.885

– 6.885

– 6.885

– 6.885

– 6.885

– 6.885

Stand ontwerpbegroting 2017 nominaal

0

6.688

12.843

19.650

25.570

36.904

             

Ontwerpbegroting 2017 totaal

376.980

365.468

371.623

378.430

386.350

395.684

B.1.3 HET VERDIEPINGSHOOFDSTUK

Dit onderdeel bevat het verdiepingshoofdstuk van de SZW-begroting. In deze paragraaf wordt voor alle artikelen op de SZW-begroting de mutatie van uitgaven en ontvangsten tussen de ontwerpbegroting 2016 en de huidige ontwerpbegroting 2017 gedetailleerd toegelicht. Dit gebeurt zowel voor de begrotingsgefinancierde als voor de premiegefinancierde regelingen. Ook hier verschilt de opbouw van de begrotingsgefinancierde tabellen met die van de premiegefinancierde (zie de opmerking onder B.1.2).

B.1.3.1 Arbeidsmarkt

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 1 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

21.233

19.751

21.619

20.799

20.919

20.919

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

1.042

– 130

– 450

– 450

– 450

– 450

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Overboekingen met andere departementen

– 217

– 3.929

– 50

     

2. Kasschuif

 

300

– 300

     

3. Budgettair neutrale herschikkingen

700

         
             

Stand ontwerpbegroting 2017

22.758

15.992

20.819

20.349

20.469

20.469

  • 1. De belangrijkste overboekingen met andere departementen zijn de overboeking naar het Ministerie van VWS ten behoeve van de Gezondheidsraad en de jaarlijkse bijdrage aan het Ministerie van EZ ten behoeve van het maatschappelijke programma arbeidsomstandigheden, dat door TNO wordt uitgevoerd.

  • 2. Met een kasschuif sluiten de middelen «programma duurzame inzetbaarheid» beter aan op de behoefte.

  • 3. Budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 1 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

29.636

36.067

36.067

36.067

36.067

36.067

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Bijstelling boeteontvangsten

– 5.636

– 12.067

– 12.067

– 12.067

– 12.067

– 12.067

             

Stand ontwerpbegroting 2017

24.000

24.000

24.000

24.000

24.000

24.000

  • 1. Bijstelling van de raming boeteontvangsten op basis van realisatiegegevens over voorgaande jaren. De realisaties van de boeteontvangsten laten niet de stijging zien die was verwacht op grond van de Fraudewet van 2013.

B.1.3.2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 2 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

6.611.078

6.719.127

6.722.097

6.822.849

6.943.585

6.989.970

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

– 49.987

– 49.731

173.994

183.309

100.322

104.180

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2016

71.798

72.852

76.102

77.293

78.129

78.632

2. Macro mutaties

– 15.408

– 57.220

– 9.870

10.260

15.004

24.365

3. Mutaties Caribisch Nederland

 

506

740

974

1.208

1.441

4. Overboekingen met departementen

– 2.042

269

134

     

5. Budgettair neutrale herschikkingen

26

– 2.044

– 2.044

– 2.044

– 2.044

– 2.044

6. Kasschuif

1.700

– 850

– 850

   

7. Intertemporele tegemoetkoming

85.000

90.000

– 10.625

– 21.875

– 21.875

– 21.875

8. Verhoging minimumjeugdloon

   

1.000

2.000

3.000

5.000

9. No-riskpolis

– 1.381

– 2.302

– 3.177

– 3.755

– 4.202

 

10. Subsidie projecten dienstverlening en samenwerking

9.400

25.050

30.050

     

11. Schuldhulpverlening

500

4.000

3.000

     

12. Diversen

– 250

– 63

       
             

Stand ontwerpbegroting 2017

6.708.734

6.802.144

6.980.551

7.068.161

7.113.127

7.179.669

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 2. De ramingen voor het Macrobudget participatiewetuitkeringen, de AIO en de TW zijn aangepast op basis van ontwikkelingen in de werkloosheid en realisaties op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV, de SVB en de gemeenten.

  • 3. Deze ramingsbijstelling heeft betrekking op volume- en prijsontwikkelingen en op de koersverschillen tussen de dollar en de euro.

  • 4. Er zijn in totaal drie overboekingen met andere departementen verwerkt. De voornaamste betreft een overboeking in 2016 van integratiemiddelen Caribisch Nederland ad € 2,3 miljoen naar BZK.

  • 5. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 6. De kasschuif heeft betrekking op de uitvoering van het amendement gericht op sport door kinderen uit gezinnen met lage inkomens waarvoor vooral in 2017 extra middelen nodig zijn.

  • 7. De intertemporele tegemoetkoming dekt de feitelijke kosten voor gemeenten door de verhoogde asielinstroom. De verrekening van de intertemporele tegemoetkoming met de gemeentelijke budgetten Particiaptiewetuitkeringen vindt plaats vanaf 2018.

  • 8. Een hoger minimumjeugdloon maakt het voor werkgevers minder aantrekkelijk om jongeren in dienst te nemen (stijgende loonkosten). Hierdoor zullen er naar verwachting iets meer personen in de bijstand terecht komen.

  • 9. De no-riskpolis financiert personen met beschut werk die ziek thuis zitten. Aangezien (een deel van de) personen met beschut werk met loonkostensubsidie aan het werk zijn, vindt er met ingang van de no-riskpolis een verschuiving plaats van middelen van loonkostensubsidie naar de no-riskpolis.

  • 10. In verband met de Doorstart naar nieuw werk wordt voor de subsidieregeling Tijdelijke regeling cofinanciering projecten dienstverlening werkzoekenden en projecten samenwerking en regie arbeidsmarkt verdeeld over drie jaren een bedrag van in totaal € 64,5 miljoen beschikbaar gesteld.

  • 11. Middelen bestemd voor het bevorderen van professionaliteit van de schuldhulpverlening, het doorontwikkelen van innovatieve aanpakken en het verbeteren van de registratie en beschikbaarheid van gegevens binnen de gemeentelijke schuldhulpverlening.

  • 12. Diverse overige mutaties.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 2 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

3.475

2.572

2.572

2.572

0

0

Mutatie 1e suppletoire begroting

22.930

         
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Ontvangsten

10.460

         
             

Stand ontwerpbegroting 2017

36.865

2.572

2.572

2.572

0

0

  • 1. De ontvangstenmutatie is een gevolg van terugvorderingen naar aanleiding van de verantwoordingen door de gemeenten over de uitvoering van de Wet participatiebudget over 2013 en 2014 (van voor de decentralisatie in het sociaal domein).

B.1.3.3 Arbeidsongeschiktheid

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 3 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

765

778

802

828

866

903

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

– 26

– 28

– 31

– 35

– 41

– 46

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2016

14

14

14

14

15

16

2. Ramingsbijstelling

 

23

24

25

27

29

             

Stand ontwerpbegroting 2017

753

787

809

832

867

902

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 2. De ramingsbijstelling heeft betrekking op volume- en prijsontwikkelingen en op de koersverschillen tussen dollar en euro.

Uitgaven premiegefinancierd artikel 3 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

9.189.075

9.229.927

9.277.775

9.391.053

9.537.754

9.690.865

             

Mutaties:

           

1. Uitvoering

– 60.261

– 33.225

– 18.589

– 19.489

– 14.686

– 14.210

2. Verlaging ao-tegemoetkoming

 

– 30.027

– 30.029

– 30.415

– 30.821

– 31.151

3. Loon- en prijsbijstelling 2016

156.723

157.843

159.103

161.203

163.824

166.599

4. Herschikking premie en begroting

 

– 15.000

       

5. Overig

– 500

3.921

5.220

5.294

5.368

5.440

Stand ontwerpbegroting 2017 reëel

9.285.037

9.313.439

9.393.480

9.507.646

9.661.439

9.817.543

             

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

159.101

260.325

348.575

441.685

539.829

641.972

Mutaties:

           

6. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

– 2.378

58.969

116.853

177.458

252.809

353.736

7. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2016

– 156.723

– 157.843

– 159.103

– 161.203

– 163.824

– 166.599

Stand ontwerpbegroting 2017 nominaal

0

161.451

306.325

457.940

628.814

829.109

             

Stand ontwerpbegroting 2017 totaal

9.285.037

9.474.890

9.699.805

9.965.586

10.290.253

10.646.652

  • 1. Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV zijn de geraamde uitgaven aan de arbeidsongeschiktheidsregelingen naar beneden bijgesteld. De IVA-uitgaven zijn naar beneden bijgesteld, voornamelijk door een lagere gemiddelde jaaruitkering. De WGA-uitgaven zijn bijna gelijk gebleven. Het aantal personen met een WGA-uitkering is naar beneden bijgesteld, terwijl de gemiddelde jaaruitkering naar boven is bijgesteld. De WAO-uitgaven zijn naar boven bijgesteld door een hogere gemiddelde jaaruitkering en een hoger aantal herlevingen.

  • 2. In 2017 wordt de ao-tegemoetkoming verlaagd van € 212,06 netto per jaar naar € 175,63 netto per jaar. Hiermee worden onder andere de kosten voor herziening van de Wml gedekt.

  • 3. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 4. Budgettair neutrale herschikking tussen de begrotings- en premiegefinancierde re-integratiemiddelen.

  • 5. Diverse overige mutaties. De grootste mutatie betreft het besparingsverlies uit de WIA-taakstelling, namelijk jaarlijks € 5 miljoen vanaf 2017. Zie ook de toelichting op de beleidswijzigingen in beleidsartikel 3.

  • 6. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 7. Zie 3.

B.1.3.4 Jonggehandicapten

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 4 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

3.174.376

3.221.648

3.140.274

3.193.948

3.234.251

3.269.241

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

3.910

– 15.000

       
             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2016

53.229

53.493

51.084

51.239

51.313

51.462

2. Ramingsbijstelling

– 22.351

         

3. Verlaging ao-tegemoetkoming

 

– 13.148

– 13.149

– 13.148

– 13.149

– 13.148

4. Voortgezette werkregeling

 

3.500

8.500

8.500

4.000

4.000

5. Herschikking begroting en premie

 

15.000

       

6. Verhoging minimumjeugdloon

 

19.300

26.800

18.800

16.400

16.400

7. Voorfinanciering re-integratie Wajong

45.000

– 45.000

       
             

Stand ontwerpbegroting 2017

3.254.164

3.239.793

3.213.509

3.259.339

3.292.815

3.327.955

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 2. Bijstelling van de raming op basis van de Juninota van het UWV. De gemiddelde uitkering bleek lager dan eerder geraamd.

  • 3. In 2017 wordt de ao-tegemoetkoming verlaagd van € 212,06 netto per jaar naar € 175,63 netto per jaar. Hiermee worden onder andere de kosten voor herziening van de Wml gedekt.

  • 4. De voortgezette werkregeling in de Wajong2010 wordt gewijzigd omdat deze niet uitvoerbaar blijkt te zijn. Met de noodzakelijke wijziging van de voortgezette werkregeling wordt ook geregeld dat de Wajongers die nu in oude Wajong zitten en overstappen naar de nieuwe Wajong geen 7 jaar meer hoeven te wachten voor ze in de voortgezette werkregeling stromen. Deze wijziging zorgt voor hogere uitkeringslasten.

  • 5. Budgettair neutrale herschikking tussen de begrotings- en premiegefinancierde re-integratiemiddelen.

  • 6. Het wettelijk minimumjeugdloon wordt vanaf 2017 verhoogd. Door de koppeling van Wajonguitkeringen van 23-minners aan het minimumjeugdloon leidt dit tot hogere uitkeringslasten.

  • 7. Voorfinanciering re-integratie Wajong.

B.1.3.5 Werkloosheid

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

66.620

67.296

61.557

79.040

97.802

116.744

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

746

568

561

721

892

1.065

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2016

898

1.088

1.074

1.380

1.709

2.041

2. Uitvoering

– 12.351

– 7.857

– 13.301

– 12.903

– 10.162

– 6.935

3. Tijdelijke regeling tegemoetkoming Dagloonbesluit

 

113.000

       

4. Perspectief 50+

 

16.250

16.250

     

5. Budgettair neutrale herschikkingen

400

         
             

Stand ontwerpbegroting 2017

56.313

190.345

66.141

68.238

90.241

112.915

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 2. Op basis van uitvoeringsinformatie van het UWV is het verwachte aantal IOW-uitkeringen naar beneden bijgesteld.

  • 3. Dit betreft de eenmalige tegemoetkoming in het kader van de tijdelijke regeling tegemoetkoming Dagloonbesluit.

  • 4. Introductie van het Actieplan «Perspectief voor vijftigplussers».

  • 5. Budgettair neutrale herschikking binnen de SZW-begroting ten behoeve van de voorlichtingscampagne «Aanpak ouderenwerkloosheid».

Uitgaven premiegefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

6.658.779

6.446.619

6.273.082

5.979.357

5.615.517

5.323081

             

Mutaties:

           

1. Macro mutaties

– 935.794

– 1.134.926

– 1.217.924

– 1.204.744

– 1.136.184

– 1.085.803

2. Loon- en prijsbijstelling 2016

115.871

107.445

101.551

96.627

90.393

85.320

3. Betalingssystematiek WW

– 83.000

– 32.000

– 2.000

     

4. Dienstverlening WW

0

0

– 60.000

– 58.636

– 57.051

– 55.466

5. Overige mutaties

3.938

12.062

10.875

11.000

13.000

18.000

Stand ontwerpbegroting 2017 reëel

5.759.794

5.399.200

5.105.584

4.823.604

4.525.675

4.285.132

             

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

134.170

200.500

264.543

319.074

363.225

405.264

Mutaties:

           

6. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

– 18.299

6.607

18.739

40.199

72.829

117.928

7. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2016

– 115.871

– 107.445

– 101.551

– 96.627

– 90.393

– 85.320

Stand ontwerpbegroting 2017 nominaal

0

99.662

181.731

262.646

345.661

437.872

             

Stand ontwerpbegroting 2017 totaal

5.759.794

5.498.862

5.287.315

5.086.250

4.871.336

4.723.004

  • 1. Op basis van neerwaarts bijgestelde werkloosheidsramingen van het CPB en uitvoeringsinformatie van het UWV is de raming van het volume uitkeringsjaren WW meerjarig neerwaarts bijgesteld. Ook de raming van het saldo overige lasten en baten WW is op basis van uitvoeringsinformatie meerjarig neerwaarts bijgesteld. Dit betreft onder meer de uitkeringslasten van de regeling onwerkbaar weer en het verhaal op loonovername bij faillissement.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 3. De betalingssystematiek van de WW-uitkering is als gevolg van de inkomensverrekening in de Wwz overgegaan van een wekensystematiek naar een maandsystematiek. Onder de Wwz wordt de uitkering pas na afloop van de maand waarop deze betrekking heeft uitbetaald. In de jaren waarin de inkomensverrekening ingroeit (2015–2018) zorgt dit voor een kaseffect waardoor de WW-uitgaven lager uitkomen. Bij de ontwerpbegroting 2016 was het effect in de jaren 2016–2018 nog niet verwerkt.

  • 4. Het UWV stapt over op een aanpak met meer gerichte, persoonlijke dienstverlening aan WW-gerechtigden. Hiervoor wordt structureel extra uitvoeringsbudget toegekend. De wijziging naar meer effectieve dienstverlening leidt tot een inverdieneffect op uitkeringslasten. Naar verwachting treedt vanaf 2018 een besparing op van jaarlijks circa € 60 miljoen. De precieze omvang van de besparing is afhankelijk van de volumeontwikkeling in de WW.

  • 5. Diverse overige mutaties.

  • 6. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 7. Zie 2.

Ontvangsten premiegefinancierd artikel 5 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

385.000

385.000

385.000

385.000

385.000

385.000

             

Mutaties:

           

1. Uitvoering

– 14.905

– 33.105

– 33.105

– 33.105

– 33.105

– 33.105

2. Loon- en prijsbijstelling 2016

6.885

6.885

6.885

6.885

6.885

6.885

Stand ontwerpbegroting 2017 reëel

376.980

358.780

358.780

358.780

358.780

358.780

             

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

7.840

12.043

16.279

20.561

24.889

29.262

Mutaties:

           

3. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

– 955

1.530

3.449

5.974

9.566

14.527

4. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2016

– 6.885

– 6.885

– 6.885

– 6.885

– 6.885

– 6.885

Stand ontwerpbegroting 2017 nominaal

0

6.688

12.843

19.650

27.570

36.904

             

Stand ontwerpbegroting 2017 totaal

376.980

365.468

371.623

378.430

386.350

395.684

  • 1. Overheidswerkgevers zijn eigen-risicodragers voor de WW. De WW-uitgaven worden door UWV verhaald op deze werkgevers. De raming van de ontvangsten uit verhaal is naar beneden bijgesteld op grond van uitvoeringsinformatie van het UWV.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de ontvangsten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 3. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de ontvangsten (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 4. Zie 2.

B.1.3.6 Ziekte en zwangerschap

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 6 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

7.416

7.467

7.568

7.673

7.828

7.983

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

235

232

228

223

216

208

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2016

131

134

136

137

140

143

2. Ramingsbijstelling

– 513

– 383

– 383

– 383

– 383

– 383

             

Stand ontwerpbegroting 2017

7.269

7.450

7.549

7.650

7.801

7.951

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 2. De ramingsbijstelling Ziekteverzekering CN heeft betrekking op volume- en prijsontwikkelingen en op de koersverschillen tussen de dollar en de euro. De volumeraming van de TAS is bijgesteld op basis van uitvoeringsinformatie uit de Juninota van de SVB.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 6 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

0

0

0

0

0

0

Mutatie 1e suppletoire begroting

428

         
             

Stand ontwerpbegroting 2017

428

0

0

0

0

0

Uitgaven premiegefinancierd artikel 6 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

2.595.413

2.592.945

2.607.884

2.623.955

2.633.223

2596.555

             

Mutaties:

           

1. Uitvoering

– 39.955

– 78.662

– 117.714

– 137.884

– 157.516

– 142.461

2. Loon- en prijsbijstelling 2016

50.983

50.463

49.940

50.057

49.954

49.056

3. Transitievergoeding na 2 jaar ziekte

   

755.000

215.000

180.000

180.000

4. Vertraging ZW-pilots

7.500

15.000

       

5. Kraamverlof

     

57.000

57.000

57.000

6. No-risk polis beschut werk

2.700

4.620

8.500

10.440

12.370

0

7. Overig

0

265

744

690

451

333

Stand ontwerpbegroting 2017 reëel

2.616.641

2.584.631

3.304.354

2.819.258

2.775.482

2.740.483

             

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

52.807

81.052

110.184

140.015

170.075

197.162

Mutaties:

           

8. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

– 1.824

17.564

30.963

49.432

74.726

109.101

9. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2016

– 50.983

– 50.463

– 49.940

– 50.057

– 49.954

– 49.056

Stand ontwerpbegroting 2017 nominaal

0

48.153

91.207

139.390

194.847

257.207

             

Stand ontwerpbegroting 2017 totaal

2.616.641

2.632.784

3.395.561

2.958.648

2.970.329

2.997.690

  • 1. Zowel bij de ZW als bij de WAZO hebben zich meevallers voorgedaan. Bij de ZW is het aantal zieke werklozen in de raming afhankelijk gemaakt van het aantal WW-gerechtigden. Dit leidt tot een neerwaartse bijstelling van het ZW-volume. Bij de WAZO is de raming naar beneden bijgesteld omdat het totaal aantal geboortes lager ligt dan eerder geraamd.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 3. Bij ontslag van een werknemer wegens (langdurige) arbeidsongeschiktheid is de werkgever een transitievergoeding verschuldigd, na de periode van loondoorbetaling. Werkgevers zullen voor deze kosten van de transitievergoeding door het UWV worden gecompenseerd. Een wetsvoorstel van deze strekking is in voorbereiding. De compensatievergoeding zal worden gefinancierd vanuit het Awf, waar een verhoging van de premie tegenover staat. Zie ook de beschrijving bij beleidswijzigingen in beleidsartikel 6.

  • 4. De pilots Ziektewet zijn vertraagd waardoor een besparingsverlies is opgetreden in 2016 en 2017.

  • 5. Per 1 januari 2019 wordt het kraamverlof uitgebreid van 2 naar 5 dagen. Voor deze 3 extra dagen wordt een uitkering verstrekt door UWV. Zie ook de beschrijving bij beleidswijzigingen in beleidsartikel 6.

  • 6. In de derde nota van wijziging van de Participatiewet is geregeld dat de no-riskpolis ook voor de doelgroep beschut werk geldt om zo het creëren van beschutte werkplekken door gemeenten te stimuleren. Zie ook de beschrijving bij beleidswijzigingen in beleidsartikel 2.

  • 7. Diverse overige mutaties.

  • 8. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 9. Zie 2.

B.1.3.7 Kinderopvang

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 7 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

2.365.471

2.400.090

2.418.555

2.435.880

2.452.270

2.460.341

Nota van wijziging

 

200.000

200.000

200.000

200.000

200.000

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

41.072

– 59.965

– 8.491

20.811

39.899

61.525

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2016

37.693

39.941

41.075

41.801

42.356

42.826

2. Ramingsbijstelling

– 3.531

– 3.290

20.147

15.740

11.973

11.671

3. Peuterwetsvoorstel

 

3.822

39.654

36.230

31.607

26.219

4. Directe financiering

2.900

10.266

       

5. Risicoreservering directe financiering

 

5.100

       

6. Overboekingen departementen

– 545

         

7. Kasschuiven

– 1.995

1.995

       

8. Budgettair neutrale herschikkingen

158

         
             

Stand ontwerpbegroting 2017

2.441.223

2.597.959

2.710.940

2.750.462

2.778.105

2.802.582

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 2. De uitvoeringsinformatie van de Belastingdienst leidt per saldo tot een opwaartse ramingsbijstelling van structureel € 9 miljoen. Dit betreft € 12 miljoen hogere uitgaven en € 3 miljoen hogere ontvangsten. Deze ramingsbijstelling is het saldo van onder andere een hoger aantal kinderen en een lager aantal uren per kind dan geraamd. Daarnaast treden er kaseffecten op, onder andere doordat nabetalingen minder snel plaatsvinden dan geraamd. Tot slot is in 2017 sprake van een éénmalige meevaller van € 15 miljoen, omdat cijfers van het CBS laten zien dat het verlengen van het recht op kinderopvangtoeslag bij werkloosheid van 3 tot 6 maanden in 2017 minder kost dan eerder was aangenomen.

  • 3. De wet harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang leidt per 2018 tot extra uitgaven en ontvangsten kinderopvangtoeslag. Een deel van deze extra uitgaven wordt gedekt door de vrijval van middelen bij gemeenten (stopzetten decentralisatie-uitkering Wet Oke).

  • 4. Dit betreffen de uitgaven aan DUO en SZW (€ 66.000) voor de ontwikkeling van directe financiering in 2016 en 2017.

  • 5. De ervaring leert dat de budgettaire gevolgen van een ICT-traject van te voren moeilijk te ramen zijn. Bovendien zijn er nog verschillende uitwerkpunten rondom directe financiering die hun weerslag kunnen hebben op de uitvoeringskosten. Mede op advies van de ADR is daarom besloten, in deze fase van de ontwikkeling, een risicoreserve van 50% aan te houden.

  • 6. Dit betreft overboekingen naar het Ministerie van OCW voor het masterplan onderwijshuisvesting en onderzoek naar samenwerking scholen en kinderopvang.

  • 7. Er zijn twee kasschuiven die ervoor zorgen dat de beschikbare middelen beter aansluiten op de behoefte.

  • 8. Diverse budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 7 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

1.432.185

1.419.277

1.405.343

1.398.525

1.396.785

1.396.785

Mutatie 1e suppletoire begroting

62.845

5.768

14.113

15.450

26.102

27.893

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Ramingsbijstelling

 

1.488

4.523

1.208

2.453

2.548

2. Peuterwetsvoorstel

   

794

2.687

3.618

3.876

3. Stroomlijning invordering

         

500

             

Stand ontwerpbegroting 2017

1.495.030

1.426.533

1.424.773

1.417.870

1.428.958

1.431.602

  • 1. Ramingsbijstelling ontvangsten kinderopvangtoeslag op basis van uitvoeringsinformatie van de Belastingdienst (zie ook uitgavenmutatie nr. 2).

  • 2. Zie uitgavenmutatie nr. 3.

  • 3. Het betreft incidentele budgettaire effecten als gevolg van het stroomlijnen van invorderingsregelgeving belastingen en toeslagen. Deze worden gereserveerd op de begroting.

B.1.3.8 Oudedagsvoorziening

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 8 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

40.014

36.953

31.544

31.065

32.144

33.568

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

– 16.129

– 215

– 211

– 219

– 215

– 223

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2016

381

545

484

485

494

516

2. Ramingsbijstelling

 

– 12.396

– 7.875

– 6.356

– 7.419

– 7.864

             

Stand ontwerpbegroting 2017

24.266

24.887

23.942

24.975

25.004

25.997

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 2. Op basis van de realisatiegegevens over 2015 zijn de geraamde uitgaven aan de OBR meerjarig neerwaarts bijgesteld. Bij de 1e suppletoire begroting waren de realisatiegegevens alleen voor 2016 verwerkt, omdat het onderzoek naar het (niet-) gebruik van de OBR nog niet was afgerond. Daarnaast zijn de geraamde uitgaven aan de Algemene Ouderdomsverzekering CN opwaarts bijgesteld. Deze bijstelling heeft betrekking op volume- en prijsontwikkelingen en op de koersverschillen tussen de dollar en de euro.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 8 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

0

0

0

0

0

0

Mutatie 1e suppletoire begroting

2.123

         
             

Stand ontwerpbegroting 2017

2.123

0

0

0

0

0

Uitgaven premiegefinancierd artikel 8 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

35.912.550

35.932.414

35.854.693

35.856.615

35.860.530

35.874.835

             

Mutaties:

           

1. Uitvoering

206.054

272.039

367.733

367.391

367.159

385.937

2. Loon- en prijsbijstelling 2016

872.979

874.989

879.236

875.023

875.171

876.051

3. Uitstel kostendelersnorm

   

156.733

     

4. Overig

3.082

35

22

38

38

38

Stand ontwerpbegroting 2017 reëel

36.994.665

37.079.477

37.259.417

37.099.067

37.102.898

37.136.861

             

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

835.604

1.362.239

1.754.085

2.236.179

2.642.160

3.052.281

Mutaties:

           

5. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

37.375

– 89.524

24.676

333.443

583.753

1.004.608

6. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2016

– 872.979

– 874.989

– 879.236

– 875.023

– 875.171

– 876.051

Stand ontwerpbegroting 2017 nominaal

0

397.726

899.525

1.694.599

2.350.742

3.180.838

             

Stand ontwerpbegroting 2017 totaal

36.994.665

37.477.203

38.158.942

38.793.666

39.453.640

40.317.699

  • 1. De ramingsbijstelling heeft voornamelijk te maken met hogere uitgaven aan de partnertoeslag in de AOW. Daarnaast is nieuwe uitvoeringsinformatie van de SVB in de ramingen verwerkt. Tot slot valt de indexatie van de AOW hoger uit dan eerder geraamd.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 3. De invoering van de kostendelersnorm AOW wordt uitgesteld naar 2019, daarmee voert dit kabinet de kostendelersnorm niet meer in.

  • 4. Diverse overige mutaties.

  • 5. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 6. Zie 2.

B.1.3.9 Nabestaanden

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 9 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

1.083

1.112

1.147

1.184

1.238

1.291

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

95

94

93

92

90

88

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2016

21

22

23

24

25

25

2. Ramingsbijstelling

 

25

25

24

24

25

             

Stand ontwerpbegroting 2017

1.199

1.253

1.288

1.324

1.377

1.429

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 2. De ramingsbijstelling Algemene weduwen en wezen verzekering CN heeft betrekking op volume- en prijsontwikkelingen en op de koersverschillen tussen de dollar en de euro.

Uitgaven premiegefinancierd artikel 9 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

449.969

434.728

419.761

410.614

409.981

405.544

             

Mutaties:

           

1. Uitvoering

– 33.109

– 36.189

– 42.949

– 47.821

– 54.091

– 57.192

2. Loon- en prijsbijstelling 2016

5.699

5.441

5.144

4.947

4.852

4.749

3. Verdrag Marokko

 

1.600

2.100

3.100

4.100

5.100

4. Overig

220

         

Stand ontwerpbegroting 2017 reëel

422.779

405.580

384.056

370.840

364.842

358.201

             

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

5.776

8.704

9.399

9.639

9.946

10.055

Mutaties:

           

5. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

– 77

1.500

2.746

4.264

6.285

9.121

6. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2016

– 5.699

– 5.441

– 5.144

– 4.947

– 4.852

– 4.749

Stand ontwerpbegroting 2017 nominaal

0

4.763

7.001

8.956

11.379

14.427

             

Stand ontwerpbegroting 2017 totaal

422.779

410.343

391.057

379.796

376.221

372.628

  • 1. Op basis van uitvoeringsinformatie van de SVB is de raming meerjarig neerwaarts bijgesteld. De bijstelling wordt voornamelijk veroorzaakt door een lager volume.

  • 2. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 3. In de raming werd uitgegaan van opzegging van het bestaande sociaal verzekeringsverdrag met Marokko. Onlangs is echter een nieuw sociaal verzekeringsverdrag met Marokko gesloten, dat zorgt voor hogere uitkeringslasten dan bij opzegging het geval geweest zou zijn.

  • 4. Diverse overige mutaties.

  • 5. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitkeringen (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 6. Zie 2.

B.1.3.10 Tegemoetkoming ouders

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 10 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

5.329.468

5.302.483

5.285.071

5.266.157

5.248.384

5.233.671

Mutatie Nota van wijziging

100.000

103.700

103.700

103.700

103.700

103.700

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

– 6.478

– 7.919

– 9.060

– 10.746

– 15.203

– 16.676

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2016

10.436

9.178

9.431

9.653

9.963

10.212

2. Ramingsbijstelling

37.608

18.793

13.657

6.486

– 1.653

– 8.783

3. Verdrag Marokko

 

4.400

300

300

700

500

4. Verhoging WKB-bedragen

 

130.000

130.000

130.000

130.000

130.000

             

Stand ontwerpbegroting 2017

5.471.034

5.560.635

5.533.099

5.505.550

5.475.891

5.452.624

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitkeringslasten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 2. Een hoger aantal eenoudergezinnen dan verwacht leidt tot hogere uitgaven. In latere jaren slaat de per saldo tegenvaller om in een meevaller door een afnemend aantal kinderen.

  • 3. In de raming werd uitgegaan van opzegging van het bestaande sociaal verzekeringsverdrag met Marokko. Onlangs is echter een nieuw sociaal verzekeringsverdrag met Marokko gesloten, dat zorgt voor hogere uitkeringslasten dan bij opzegging het geval geweest zou zijn.

  • 4. Het eerste en tweede kindbedrag van het kindgebonden budget worden met € 100 verhoogd om de inkomenspositie van gezinnen met lage en middeninkomens te ondersteunen. Doordat het tweede kindbedrag in 2016 eenmalig met € 33 was verhoogd zou dit bedrag in 2017 weer met € 33 zijn gedaald. Per saldo stijgt het tweede kindbedrag in 2017 ten opzichte van 2016 derhalve met € 67.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 10 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

239.915

243.212

244.011

243.954

243.910

243.910

Mutatie 1e suppletoire begroting

20.111

20.570

23.932

22.644

22.190

21.607

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Ramingsbijstelling

34.136

22.017

20.341

12.730

9.232

7.972

2. Stroomlijning invordering

0

0

0

10.900

23.100

– 500

             

Stand ontwerpbegroting 2017

294.162

285.799

288.284

290.228

298.432

272.989

  • 1. De raming van de WKB-ontvangsten is op basis van uitvoeringsgegevens bijgesteld.

  • 2. Het betreft incidentele budgettaire effecten als gevolg van het stroomlijnen van invorderingsregelgeving belastingen en toeslagen. Deze worden gereserveerd op de begroting.

B.1.3.11 Uitvoering

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 11 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

458.267

434.652

416.443

385.203

377.476

375.519

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

– 34.102

– 36.676

– 39.959

– 40.852

– 50.313

– 50.163

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2016

6.915

6.556

6.276

5.804

5.687

5.687

2. Ramingsbijstelling

 

– 8.126

– 7.072

– 6.573

– 6.651

– 6.615

3. Kasschuiven

– 300

5.500

– 1.700

– 1.000

– 500

– 1.000

4. Tijdelijke regeling tegemoetkoming Dagloonbesluit

 

18.000

       

5. Dienstverlening Wajong-2010

 

5.000

6.000

8.000

10.000

13.000

6. Herschikking begroting en premie

3.058

         

7. Overboekingen departementen

213

         

8. Perspectief 50+ werkgeversbenadering

 

7.000

7.000

     

9. Overige mutaties

2.031

2.572

1.304

104

104

104

             

Stand ontwerpbegroting 2017

436.082

434.478

388.292

350.686

335.803

336.532

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitvoeringskosten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 2. De raming is bijgesteld op basis van volumeontwikkelingen van de verschillende regelingen die worden uitgevoerd door het UWV en de SVB.

  • 3. Er zijn 2 kasschuiven verwerkt. Eén ten behoeve van voorfinanciering Vernieuwing AKW. Het bedrag van voorfinanciering wordt in latere jaren in mindering gebracht op het SVB-uitvoeringsbudget en alleen toegekend na positief advies van het Bureau ICT Toetsing. De ander om de beschikbare middelen voor de handhavingsrichtlijn beter aan te sluiten op de behoefte.

  • 4. Gereserveerde uitvoeringskosten ten behoeve van de eenmalige tegemoetkoming in het kader van de tijdelijke regeling tegemoetkoming Dagloonbesluit. Werkelijke kosten worden op basis van de uitvoeringstoets vastgesteld.

  • 5. Mensen in de Wajong-2010 blijken langer begeleiding nodig te hebben dan eerder werd aangenomen. Omdat het in het kader van de Banenafspraak belangrijk is dat deze groep goede ondersteuning van het UWV krijgt is het dienstverleningsbudget meerjarig verhoogd.

  • 6. De verdeling tussen begroting- en premiegefinancierde uitvoeringskosten wordt regulier aangepast op basis van informatie van het UWV en de SVB.

  • 7. Van het Ministerie van VWS is een bijdrage ontvangen in de kosten van het Centrum Indicatiestelling Zorg.

  • 8. Introductie van het advies voor de 2e loopbaan in combinatie met een centraal aanspreekpunt voor werkgevers om de wendbaarheid van werkende 50-plussers op de arbeidsmarkt te vergroten.

  • 9. Diverse overige mutaties waaronder de uitvoeringskosten voor de regeling scholingsvouchers.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 11 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

0

0

0

0

0

0

Mutatie 1e suppletoire begroting

16.320

         
             

Stand ontwerpbegroting 2017

16.320

0

0

0

0

0

Uitgaven premiegefinancierd artikel 11 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016 reëel

1.482.479

1.375.816

1.343.927

1.332.390

1.322.785

1.322.244

             

Mutaties:

           

1. Macro mutaties

 

– 18.465

– 19.669

– 19.456

– 18.649

– 15.595

2. Ramingsbijstelling

 

4.387

2.437

– 920

– 3.419

– 3.719

3. Loon- en prijsbijstelling 2016

22.951

22.947

23.734

22.627

22.824

23.071

4. Kasschuiven

– 69.029

34.320

20.754

1.043

13.309

13.582

5. Herschikking begroting en premie

38.610

37.936

36.755

36.330

36.137

35.986

6. Integraal plan herbeoordelingen

10.000

37.000

25.000

     

7. Dienstverlening WW

12.825

59.800

60.375

58.636

57.051

55.466

8. ICT UWV en SVB

 

5.000

5.000

10.000

20.000

20.000

9. Transitievergoeding na 2 jaar ziekte

   

32.000

8.000

8.000

8.000

10. Uitvoeringskosten WTL en LIV

2.300

6.600

8.200

7.200

6.300

6.300

11. Perspectief 50+

 

10.000

10.000

     

12. Overige mutaties

30.650

– 51.320

– 31.880

– 10.940

– 22.070

– 26.700

Stand ontwerpbegroting 2017 reëel

1.530.786

1.524.021

1.516.633

1.444.910

1.442.268

1.434.635

             

Stand ontwerpbegroting 2016 nominaal

20.293

31.965

45.511

59.378

73.597

87.956

Mutaties:

           

13. Bijstellingen grondslag en indexatiepercentage

2.658

13.498

34.924

40.847

56.203

75.893

14. Overhevelen loon- en prijsbijstelling 2016

– 22.951

– 22.947

– 23.734

– 22.627

– 22.824

– 23.071

Stand ontwerpbegroting 2017 nominaal

0

22.516

56.701

77.598

106.976

140.778

             

Stand ontwerpbegroting 2017 totaal

1.530.786

1.546.537

1.573.334

1.522.508

1.549.244

1.575.413

  • 1. De raming is aangepast aan de ontwikkelingen in de werkloosheid.

  • 2. De raming is bijgesteld op basis van volumeontwikkelingen van de verschillende regelingen die worden uitgevoerd door het UWV en de SVB.

  • 3. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitvoeringskosten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 4. Kasschuiven om gereserveerde middelen beter aan te laten sluiten op de behoefte.

  • 5. De verdeling tussen begroting- en premiegefinancierde uitvoeringskosten wordt regulier aangepast op basis van informatie van het UWV en de SVB. De herschikking bij begrotingsgefinancierd is grotendeels opgenomen in de 1e suppletoire begroting. De reeksen in deze bijlage bij de begrotingsgefinancierde en premiegefinancierde uitgaven komen dan ook niet overeen (zie de algemene opmerkingen aan het begin van deze bijlage).

  • 6. Toegekende middelen in het kader van het integrale plan herbeoordelingen.

  • 7. Het UWV stapt over op een aanpak met meer gerichte, persoonlijke dienstverlening aan WW-gerechtigden. Dit betreft zowel de structurele middelen als de tijdelijke middelen in het kader van «doorstart naar nieuw werk».

  • 8. Reservering ten behoeve van de Veranderagenda SVB en de projectportfolio van het UWV.

  • 9. Gereserveerde middelen voor publieke uitvoering van de transitievergoeding na langdurig arbeidsongeschiktheid.

  • 10. Gereserveerde middelen voor uitvoering van de Wet tegemoetkomingen loondomein, inclusief het Lage-InkomensVoordeel.

  • 11. Intensieve ondersteuning aan werkzoekenden die het hoogste risico hebben op langdurige werkloosheid in het kader van Perspectief vijftigplussers.

  • 12. Diverse overige mutaties waaronder de inzet van vrijgevallen reserveringen ter dekking van het integraal plan herbeoordelingen, dienstverlening Wajong-2010 en ICT.

  • 13. Nominale ontwikkeling als gevolg van bovenstaande mutaties van de uitvoeringskosten (grondslag) en als gevolg van aanpassingen van de indexcijfers.

  • 14. Zie 3.

B.1.3.12 Rijksbijdragen

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 12 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

13.378.898

13.511.495

13.205.037

13.725.374

13.941.118

14.147.718

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

50.827

12.050

101.847

91.657

82.825

106.981

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Verlaging ao-tegemoetkoming

 

– 30.027

– 30.030

– 30.414

– 30.823

– 31.151

             

2. Ramingsbijstelling MEV

– 391.400

596.400

443.300

60.500

– 162.600

– 403.400

3. Loon- en prijsbijstelling 2016

346

1.388

1.262

1.423

1.478

3.955

4. Rijksbijdrage kraamverlof

     

57.000

57.000

57.000

5. Diverse mutaties

– 809

– 779

– 788

– 786

– 784

– 3.478

             

Stand ontwerpbegroting 2017

12.806.278

13.957.930

14.027.086

13.904.754

13.888.214

13.877.625

  • 1. Ter dekking van de o.a. verhoging van het minimumjeugdloon is de ao-tegemoetkoming verlaagd. Een deel van die verlaging komt uit het premiegedeelte van de ao-tegemoetkoming en is dus zichtbaar als een verlaging van de rijksbijdrage.

  • 2. De ramingen van de rijksbijdragen zijn op basis van macro-economische gegevens van het CPB bijgesteld.

  • 3. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2016 te brengen.

  • 4. Per 1 januari 2019 wordt het kraamverlof uitgebreid van 2 naar 5 dagen. Voor deze 3 extra dagen wordt een uitkering verstrekt door het UWV. Zie ook de beschrijving bij beleidswijzigingen in beleidsartikel 6.

  • 5. Diverse overige mutaties.

B.1.3.13 Integratie en maatschappelijke samenhang

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 13 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

144.278

138.627

131.926

129.989

129.989

129.989

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

132.837

182.317

174.510

111.851

76.284

46.412

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Loon- en prijsbijstelling 2016

714

662

669

669

669

669

2. Expertisecentrum sociale stabiliteit

 

– 100

– 1.600

– 1.600

– 1.000

– 1.000

3. Ramingsbijstelling leningen

7.000

         

4. Overboekingen met departementen

– 100

         

5. Kasschuiven

– 4.000

2.000

2.000

     

6. Taalakkoord

– 100

– 155

       
             

Stand ontwerpbegroting 2017

280.629

323.351

307.505

240.909

205.942

176.070

  • 1. De loon- en prijsbijstelling 2016 is overgeheveld om de uitgaven op prijspeil 2016 te brengen.

  • 2. Een deel van de beschikbare middelen voor het expertisecentrum sociale stabiliteit heeft betrekking op apparaat. Dit leidt tot een herschikking met artikel 96.

  • 3. De raming voor 2016 is bijgesteld op grond van uitvoeringsinformatie van DUO.

  • 4. Naar het Ministerie van OCW is een bijdrage in de kosten van de Taskforce Future is Diversity overgeboekt.

  • 5. De op grond van het bestuursakkoord Rijk-Gemeenten geraamde middelen voor screening van vluchtelingen op opleiding en werkervaring zijn doorgeschoven naar 2017 en 2018, omdat er eerst nog voorbereidingen op de uitvoering moeten worden getroffen.

  • 6. Budgettair neutrale herschikking in verband met uitvoeringskosten Taalakkoord.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 13 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

800

600

200

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2017

800

600

200

0

0

0

B.1.3.96 Apparaat

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 96 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

262.254

261.598

254.226

283.125

282.848

283.188

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

15.852

10.379

10.564

7.431

6.462

6.475

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Expertisecentrum sociale stabiliteit

 

100

1.600

1.600

1.000

1.000

2. Overboekingen met departementen

1.222

968

975

975

975

975

3. Budgettair neutrale herschikkingen

 

3.260

2.217

3.560

3.650

3.650

4. Kasschuiven

– 5.296

1.510

193

1.572

1.571

450

5. Businesscase RSO

– 3.541

509

10.136

– 2.086

– 2.349

167

             

Stand ontwerpbegroting 2017

270.491

278.324

279.911

296.177

294.157

295.905

  • 1. Een deel van de beschikbare middelen voor het expertisecentrum sociale stabiliteit heeft betrekking op apparaat. Dit leidt tot een herschikking met beleidsartikel 13.

  • 2. Er zijn in totaal 6 overboekingen met andere departementen verwerkt. De belangrijkste betreft een structurele overboeking van € 1,1 miljoen van het Ministerie van VWS in verband met opsporing zorgfraude.

  • 3. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 4. Er zijn twee kasschuiven die ervoor zorgen dat de beschikbare middelen beter aansluiten op de behoefte.

  • 5. De raming van de uitgaven en ontvangsten van de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) is aangepast aan de nieuwe businesscase. Hierin is verwerkt de loon- en prijsbijstelling 2016 en het actuele aansluitschema van de deelnemende departementen op de RSO.

Ontvangsten begrotingsgefinancierd artikel 96 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

17.996

28.928

32.025

63.842

63.842

63.842

Mutatie 1e suppletoire begroting

733

– 660

183

85

– 346

– 430

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Business case RSO

– 3.541

509

10.136

– 2.086

– 2.349

167

             

Stand ontwerpbegroting 2017

15.188

28.777

42.344

61.841

61.147

63.579

  • 1. Zie uitgavenmutatie 5.

B.1.3.98 Algemeen

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 98 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

47.231

42.086

38.755

44.377

39.861

39.861

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

– 6.244

– 4.256

– 6.560

– 3.489

– 2.297

– 3.520

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Overboekingen met departementen

230

– 32

– 32

– 32

– 32

– 32

2. Budgettair neutrale herschikkingen

– 805

– 2.915

– 2.301

– 3.479

– 3.569

– 3.569

3. Kasschuif RCN

– 1.464

366

366

366

366

 

4. Verdeling doorstart naar werk

1.000

2.500

1.500

     
             

Stand ontwerpbegroting 2017

39.948

37.749

31.728

37.743

34.329

32.740

  • 1. Er zijn in totaal 4 overboekingen met andere departementen verwerkt.

  • 2. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. Er is een kasschuif verwerkt zodat de gereserveerde middelen beter aansluiten op de behoefte.

  • 4. Uitvoeringskosten Agentschap SZW voor de SER-pilots TAW en versterking samenwerking arbeidsmarktregio’s.

B.1.3.99 Nominaal en onvoorzien

Uitgaven begrotingsgefinancierd artikel 99 (x € 1.000)
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Stand ontwerpbegroting 2016

90.282

147.315

683.639

987.329

1.032.882

1.004.482

Mutatie 1e suppletoire begroting 2016

228.712

121.484

– 86

– 52.436

– 56.785

– 57.652

             

Nieuwe mutaties:

           

1. Uitdelen LPO naar artikelen

– 8.030

– 7.306

– 7.033

– 6.561

– 6.444

– 6.444

2. Budgettair neutrale herschikkingen

– 125.467

– 221.439

– 85.107

– 69.811

– 72.184

– 65.177

3. Overboekingen departementen

– 140.691

– 21.988

– 28.883

– 34.270

– 38.434

– 11.888

4. Diverse reserveringen en dekkingen

– 31

18.997

– 5.916

27.356

38.016

14.363

5. Kasschuiven

– 9.000

– 8.200

– 12.800

30.000

0

0

6. Compensatie werkgevers minimumjeugdloon

     

145.000

100.000

100.000

7. Bestrijding armoede onder kinderen

 

100.000

100.000

100.000

100.000

100.000

             

Stand ontwerpbegroting 2017

35.775

128.863

643.814

1.126.607

1.097.051

1.077.684

  • 1. Toedeling van de loon- en prijsbijstelling 2016 naar de begrotingsartikelen om de budgetten op prijspeil 2016 te brengen.

  • 2. Budgettair neutrale herschikkingen binnen de SZW-begroting.

  • 3. Er zijn verschillende overboekingen met andere departementen verwerkt. De twee voornaamste betreffen de in het uitwerkingsakkoord verhoogde asielinstroom afgesproken verhoging van het participatiebudget dat het Rijk aan gemeenten beschikbaar stelt (€ 136 miljoen in 2016) en de bonus beschut werk (€ 11 miljoen in 2017 oplopend tot € 26 miljoen in 2020).

  • 4. Diverse reserveringen en dekkingen binnen de SZW-begroting.

  • 5. Diverse kasschuiven.

  • 6. Om werkgevers te compenseren voor de verhoging van het minimumjeugdloon, ontvangen zij via de systematiek van de Wet tegemoetkoming loondomein (Wtl) een tegemoetkoming in de loonkosten met ingang van 2018. Het budgettaire beslag bedraagt 100 mln. De uitbetaling vindt na afloop van het kalenderjaar plaats. Omdat de verhoging van het minimumjeugdloon ingaat per 1 juli 2017, ontvangen werkgevers over 2018 een eenmalige extra tegemoetkoming om werkgevers ook voor dit eerste halfjaar te compenseren.

  • 7. Om ervoor te zorgen dat ook kinderen die opgroeien in een gezin met een laag inkomen kansrijk kunnen opgroeien, stelt het Rijk structureel € 100 miljoen beschikbaar voor benodigdheden in natura voor kinderen (0 tot 18 jaar), waardoor ze mee kunnen doen en die ze nu missen door armoede.

Licence