Base description which applies to whole site

Artikel 2: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water

A: Algemene doelstelling

Een toename van voedselzekerheid; verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne; duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen, het tegengaan van klimaatverandering en een vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering.

B: Rol en verantwoordelijkheid

In afstemming met de Minister van Economische Zaken, de Staatssecretaris van Economische Zaken, de Minister van Infrastructuur en Milieu en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu draagt de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking bij aan het zeker stellen dat internationale publieke goederen zoals een stabiel klimaat, gezonde ecosystemen, grondstoffen, voedsel en water beschikbaar blijven voor huidige en toekomstige generaties.

De Minister is verantwoordelijk voor:

Financieren

  • De financiering van diverse programma’s gericht op duurzame economische ontwikkeling, voedsel- en waterzekerheid, toegang tot moderne energie, klimaatadaptatie en-verduurzaming van grondstofwinning. In toenemende mate wordt ingezet op financiering van programma’s waarin oog is voor de dwarsverbanden die tussen deze mondiale uitdagingen bestaan. Groeiende druk op natuurlijke hulpbronnen dwingt tot verduurzaming en een integrale benadering die synergie tussen de verschillende thema’s bevordert. De programma’s worden uitgevoerd door multilaterale instellingen, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, (lokale) overheden, centrale programma uitvoerders (zoals FMO en RVO), in consultatie en samenwerking met andere donoren (waaronder DFID, BMZ, USAID en SIDA) en via publiek-private partnerschappen.

  • De financiering van verschillende multilaterale en internationale instellingen, die een sleutelrol spelen bij de verzameling van gegevens, analyse en (formulering van de) aanpak van vraagstukken op het gebied van deze thema’s.

Stimuleren

  • Nadruk op de verduurzaming van de dienstverlening en een integrale benadering die synergie tussen de verschillende thema’s bevordert

  • Het stimuleren van een inclusieve benadering met extra aandacht voor vrouwen en jongeren

  • Het intensiveren van de samenwerking tussen overheden, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en de private sector gericht op bovengenoemde doelstellingen.

  • Inzet van Nederlandse deskundigheid en technologie bij het realiseren van de ontwikkelingsdoelstellingen.

Regisseren

  • Inzet van Nederlandse deskundigheid en technologie bij het realiseren van de ontwikkelingsdoelstellingen.

Thema

Resultaatgebied

Indicator

Streefwaarden 2017

Streefwaarden 2020

Voedselzekerheid

Uitbannen van de huidige honger en ondervoeding

Aantal mensen met verbeterde inname van voedsel

10 miljoen in dat jaar bereikt

20 miljoen in dat jaar bereikt

 

Stimuleren van duurzame en inclusieve groei van de landbouwsector

Aantal boeren met toegenomen productiviteit en inkomen

4,5 miljoen in dat jaar bereikt

5,5 miljoen in dat jaar bereikt

 

Creëren van ecologisch duurzame voedselsystemen

Aantal hectare landbouwgrond dat eco-efficiënter wordt gebruikt

3 miljoen in dat jaar bereikt

5 miljoen in dat jaar bereikt

Water

Drinkwater, sanitaire voorzieningen en hygiëne

Het aantal mensen met toegang tot een verbeterde waterbron

1 miljoen in dat jaar bereikt

8 miljoen, cumulatief

(30 miljoen, cumulatief in 2030)

 

Drinkwater, sanitaire voorzieningen en hygiëne

Het aantal mensen met toegang tot verbeterde sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiënische leefomstandigheden

1,5 miljoen in dat jaar bereikt

12 miljoen, cumulatief

(50 miljoen, cumulatief in 2030)

 

Verbeterd stroomgebied beheer en veilige delta’s

Het aantal mensen dat voordeel ondervindt van verbeterd stroomgebied beheer en veiligere delta’s

3 miljoen in dat jaar bereikt

20 miljoen, cumulatief

Klimaat

Hernieuwbare energie

Aantal mensen met toegang tot hernieuwbare energie

2,3 miljoen in dat jaar bereikt

11,5 miljoen, cumulatief

(50 miljoen, cumulatief in 2030)

C: Beleidswijzigingen

  • Opname in de begroting van nieuwe indicatoren. De streefwaarde voor verbeterde inname van voedsel voor 2017 is gesteld op 10 miljoen personen. Dit is in lijn met resultaten van 2015.

  • In 2017 wordt gestreefd naar 4,5 miljoen boer(inn)en met toegenomen productiviteit en inkomen. In 2015 was het resultaat 1,7 miljoen boer(inn)en. Voor 2017 is de streefwaarde beduidend hoger omdat de resultaten 2015 waarschijnlijk hoger liggen dan de gemeten waarden. In 2017 wordt ook een hogere waarde verwacht door betere monitoring en focus van de programma’s.

  • Voor ecologische duurzame voedselsystemen zal 3 miljoen hectare landbouwgrond eco-efficienter worden gebruikt in 2017. Deze streefwaarde is beduidend hoger dan het resultaat in 2015. Toen was het resultaat 0,6 miljoen hectare. Ook hier zijn de werkelijke resultaten 2015 waarschijnlijk hoger dan de gemeten waarden. Zoals bij productiviteit en inkomen van boer(inn)en, wordt ook hier in 2017 een beter resultaat verwacht door betere monitoring en focus van de programma’s.

  • In 2017 zullen 1 miljoen personen toegang krijgen tot een verbeterde waterbron en 1,5 mensen tot een verbeterde vorm van sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne. In 2015 was dit respectievelijk 1,6 miljoen en 3 miljoen. In 2017 wordt gestart met de nieuwe WASH strategie voor de realisatie van de doelstellingen voor de SDG periode van 2016–2030 (30 miljoen mensen met duurzame toegang tot veilig drinkwater en 50 miljoen mensen met duurzame toegang tot sanitaire voorzieningen). In de opstartperiode zal het jaarlijks te bereiken aantal mensen lager zijn dan in de afgelopen jaren. In de jaren daarna zullen de aantallen geleidelijk stijgen naar 4 miljoen mensen per jaar voor sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne en 2 a 3 miljoen mensen per jaar voor drinkwater.

  • In 2017 zullen 3 miljoen mensen voordeel ondervinden van verbeterd stroomgebied beheer en veilige delta’s. In 2015 lag dit aantal op hetzelfde niveau.

  • Als gevolg van de beleidsdoorlichting hernieuwbare energie is een nieuw doel geformuleerd: «in 2030 zullen 50 miljoen mensen in ontwikkelingslanden toegang hebben tot hernieuwbare energie». Voor 2017 is het doel om 2,3 miljoen mensen toegang te geven. Het doel is gebaseerd op een jaarlijkse toename van 7% ten opzichte van het gemiddeld resultaat in de periode 2012–2015.

  • Zoals uiteengezet in de Kamerbrief over het Meerjarenplan Klimaatfinanciering zal in 2017 ingezet worden op verdere integratie van van klimaat en armoedebestrijding: de aanpak van klimaat kan niet zonder de aanpak van armoede en andersom.

  • Sterkere inzet op klimaatgerelateerde schaarste en conflict in de landen Jordanië, Libanon, de Palestijnse Gebieden en Egypte, onder andere via bijdragen aan duurzaam watergebruik en energie.

  • Sterkere inzet op het tegengaan van ontbossing als gevolg van de Verklaring van Amsterdam van EU landen. De inzet richt zich op het vergroten van het aantal landen binnen de EU/Europa die de verklaringen onderschrijven en op het identificeren van beleids- en andere maatregelen die de gestelde doelen voor 2020 helpen realiseren.

  • Geleidelijk meer focus op stedelijke delta’s. De Kamerbrief Internationale Waterambitie (2016) en de formele lancering van de deltacoalitie in mei 2016 in Rotterdam, zijn hiervoor de basis.

D1: Budgettaire gevolgen van beleid

Beleidsartikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water

Bedragen in EUR 1.000

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Verplichtingen

 

615.198

735.329

476.815

512.167

463.083

463.538

463.538

                   

Uitgaven:

               
                   

Programma-uitgaven totaal

 

525.705

642.801

660.072

668.271

667.002

667.002

673.457

 

waarvan juridisch verplicht

     

90%

       
                   

2.1

Toename van voedselzekerheid

288.463

337.295

347.795

337.795

340.795

340.795

345.795

                   
 

Subsidies

               
   

Internationaal onderwijsprogramma voedselzekerheid

32.691

2.700

         
   

Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector

 

103.423

73.886

67.799

73.885

73.885

73.885

   

Kennis en capaciteitsopbrouw ten behoeve van voedselzekerheid

 

34.129

77.013

70.442

69.582

69.582

74.582

   

Uitbannen huidige honger en voeding

 

17.000

21.000

21.000

21.000

21.000

21.000

                   
                   
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

               
   

realiseren ecologische houdbare voedselsystemen

 

34.700

31.998

38.656

34.430

34.430

34.430

   

Landenprogramma's voedselzekerheid

 

145.343

143.898

139.898

141.898

141.898

141.898

                   

2.2

Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie

153.293

188.782

195.210

200.283

194.714

194.714

195.714

                   
 

Subsidies

               
   

Integraal waterbeheer

24.577

36.623

32.895

33.918

33.854

33.854

34.854

   

Drinkwater en sanitatie

38.561

42.110

41.140

42.290

42.290

42.290

42.290

                   
                   
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

               
   

Wereldbank

14.985

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

10.000

   

Landenprogramma's integraal waterbeheer

40.049

53.399

64.150

67.050

61.425

61.425

61.425

   

Landenprogramma's drinkwater en sanitatie

33.334

46.650

47.025

47.025

47.145

47.145

47.145

                   
                   

2.3

Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering

83.949

116.724

117.067

130.193

131.493

131.493

131.948

                   
 

Subsidies

               
   

Hernieuwbare energie

20.597

29.400

27.500

34.000

36.000

36.000

36.000

   

Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en klimaat algemeen

26.178

39.464

42.008

51.229

51.229

51.229

51.229

                   
 

Bijdragen (inter) nationale organisaties

               
   

Klimaat: algemene vrijwillige en verplichte bijdragen

9.299

14.240

18.140

14.840

14.840

14.840

14.840

   

GEF

0

20.750

20.750

20.750

20.750

20.750

20.750

   

UNEP

7.143

5.142

5.142

7.142

7.142

7.142

7.142

   

Landenprogramma's klimaatbeleid

19.043

5.550

1.795

500

500

   
   

Centrale klimaat programma's (non-ODA)

 

1.821

1.375

1.375

675

675

675

   

Contributie IZA/IZT

291

357

357

357

357

357

357

D2: Budgetflexibiliteit

De in 2017 geplande uitgaven voor duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid en water zijn voor het merendeel juridisch verplicht. Deze verplichtingen hangen samen met lopende, meerjarige programma’s. Enkele verplichte bijdragen aan multilaterale organisaties (bijvoorbeeld FAO) worden jaarlijks vastgelegd, en worden derhalve in 2017 juridisch verplicht. De Kamerbrief Nederlandse inzet voor wereldwijde voedselzekerheid van november 2014 is nader uitgewerkt. De uitvoering is in 2016 gestart; een deel van de hieruit voortvloeiende verplichtingen is reeds in 2016 aangegaan, het resterende deel zal naar verwachting in 2017 worden aangegaan.

E: Toelichting op de financiële instrumenten

2.1. Toename van voedselzekerheid

Het beleid gericht op voedselzekerheid wordt uitgevoerd in bilaterale programma’s in de partnerlanden, via het multilaterale kanaal en via centraal gefinancierde programma’s. Private sectorontwikkeling is in veel programma’s een uitgangspunt. Afgelopen jaar zijn de activiteiten binnen de portefeuille herschikt en de namen van de financiële instrumenten gewijzigd. De activiteitenportfolio is hiermee coherenter en inzichtelijker ingedeeld volgens de resultaatsgebieden zoals beschreven in de Kamerbrief Nederlandse inzet voor wereldwijde voedselzekerheid. In het kader van het programma Samenspraak en Tegenspraak wordt met maatschappelijke organisaties samengewerkt aan het realiseren van voedsel- en voedingszekerheid.

De instrumenten bestaan uit:

  • Uitbannen van de huidige honger en ondervoeding

    Inzet is om aantoonbaar bij te dragen aan verbeterde inname van voedsel en om meer ondervoede kinderen toegang te geven tot betere voeding. Met UNICEF en de Global Alliance for Improved Nutrition (GAIN) wordt in zes partnerlanden gewerkt aan betere voeding voor jonge kinderen en hun moeders. Partnerschappen blijven een belangrijk en effectief onderdeel van de Nederlandse inzet. Met onder meer het Amsterdam Initiative against Malnutrition (AIM) laat Nederland internationaal zien dat samenwerking meer oplevert dan de som der delen. Via de bilaterale programma’s in de partnerlanden wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners bijgedragen aan lokale vergroting van voedingszekerheid door te investeren in verbetering van koopkracht en toegang tot gezond en nutriëntenrijk voedsel. Teneinde invulling te geven aan de door de Tweede Kamer gewenste groei van dit instrument, zal in 2017 een aantal nieuwe initiatieven worden ondersteund op het gebied van voeding.

  • Bevorderen van inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector

    Doel is om bij te dragen aan verhoging van productiviteit en inkomen, betere markttoegang en verhoogde weerbaarheid van kleinschalige boeren/boerinnen te bereiken. Met de Nederlandse landbouwsector wordt samengewerkt via Agriterra, AgriProfocus en de Topsectoren Agrofood en Tuinbouw/Uitgangsmaterialen. Het partnerschap met de Wereldbank wordt verder uitgebouwd en Nederland participeert in het private sector loket van het door de Wereldbank beheerde Global Agriculture and Food Security Program (GAFSP). In Afrika wordt de samenwerking onder meer voortgezet met Wageningen Universiteit, diverse maatschappelijke organisaties en internationale partners zoals met het International Fertilizer Development Center (IFDC). Afrikaanse overheden worden gesteund in de hervorming van hun landbouwbeleid in het kader van het Comprehensive African Agriculture Development Programme (CAADP). Private investeringen in de landbouw worden bevorderd in de programma’s en in samenwerking met het World Economic Forum. Met de bilaterale programma’s in dertien partnerlanden wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners bijgedragen aan ontwikkeling van de kleinschalige landbouw door te investeren in productiviteitsverbetering, markttoegang en ketenontwikkeling.

  • Realiseren van ecologisch houdbare voedselsystemen

    Doel is om meer landbouwgrond onder duurzamer beheer te brengen en aantoonbaar bij te dragen aan efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen (bodem, water, mest).

    Met het International Fund for Agricultural Development (IFAD) en het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW) van het Netherlands Space Office (NSO) wordt bijgedragen aan het klimaatweerbaar maken van de kleinschalige landbouw. Daarnaast zal in 2017 een aantal nieuwe initiatieven worden ondersteund op het gebied van ecologisch duurzame voedselproductie. Via de bilaterale programma’s in de partnerlanden wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in de verduurzaming van inclusieve voedselproductie en het hele ecologische systeem waarin boer(inn)en opereren.

  • Versterking van kennis en capaciteitsopbouw ten behoeve van voedselzekerheid

    Het doel is om kleinschalige boeren/boerinnen te bereiken met verbeterde technologieën en/of nieuwe kennis en vaardigheden, met name door middel van intensieve voorlichting en training. Verzekerde toegang tot land is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. In 2017 zullen minimaal 200.000 boeren/boerinnen van landcertificaten worden voorzien. De investeringen bestaan uit faciliteiten en samenwerkingsverbanden die kennis en kunde van de Nederlandse private sector, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties koppelen aan capaciteitsversterking in lage inkomenslanden, zoals via het Food & Business Knowledge Network (F&BKN), het Netherlands Initiative for Capacity development in Higher Education (Internationaal onderwijsprogramma NICHE), en de Netherlands Academy on Land Governance (LANDac). Met de Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR) wordt internationaal landbouwkundig- en voedingsonderzoek uitgevoerd. Voor verzekerde toegang tot land wordt samengewerkt met organisaties op het gebied van landrechten zoals het Kadaster International, de International Land Coalition (ILC) en het Global Land Tool Network (GLTN).

2.2. Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitaire voorzieningen

De drie prioritaire thema’s binnen het speerpunt water sluiten aan bij SDG 6 (water) en andere aan water gerelateerde SDG doelen. Het betreft i) efficiënt watergebruik, met name in de landbouw (SDG 6.4); ii) verbeterd stroomgebiedbeheer en veilige delta’s (SDG 6.3, 6.5 en 6.6) en iii) verbeterde toegang tot veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen (SDG 6.1 en 6.2). De SDG agenda zal dan ook leidend worden voor de Nederlandse inzet op het speerpunt water. De instrumenten hiervoor blijven bilaterale programma’s van de ambassades in de partnerlanden en centraal gefinancierde programma’s via multilaterale instellingen, via RVO (onder andere private sector instrumentarium), en via maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen. Als actief lid van «Friends of Water» bij de VN in New York, zet Nederland zich in voor versterking van de multilaterale architectuur om de voortgang op de waterdoelen beter te monitoren. Ook neemt Nederland (MP Rutte) deel in het High Level Panel on Water van tien regeringsleiders. In de periode 2016–2018 zal dit Panel een impuls geven aan de mondiale uitvoeringsagenda voor waterzekerheid.

  • Efficiënt watergebruik, met name in de landbouw

    Operationalisering van de nieuwe database over waterproductiviteit bij de FAO. Hiermee kan de realisatie van de doelstelling van 25% productiviteitsverhoging ten opzichte van 2009 objectief worden gemonitord. In 2017 zullen projecten via vooral het multilaterale kanaal verder opschalen en zal de 25% waterproductiviteitsverhoging over een groter areaal worden bereikt. In de bilaterale programma’s in minstens 50% van de partnerlanden die op dit thema inzetten zal de 25% doelstelling worden bereikt. De database zal dan ook «water accounting» mogelijk maken. Op basis hiervan zal beleidsadvisering over efficiënter watergebruik plaatsvinden aan overheden en stakeholders. Tegelijkertijd zal worden geïnvesteerd in de vertaling naar praktische adviezen voor boeren. Met name vrouwen zullen worden opgeleid om die adviezen over te brengen op een manier waarop boeren er ook naar kunnen handelen.

  • Verbeterd stroomgebiedbeheer en veilige delta’s

    Geleidelijk meer focus op stedelijke delta’s. De Kamerbrief Internationale Waterambitie (2016) en de formele lancering van de deltacoalitie in mei 2016 in Rotterdam, zijn hiervoor de basis. In de deltacoalitie delen twaalf deltalanden, waaronder Nederland, onderling kennis en ervaringen en behartigen ze gezamenlijk de belangen van delta’s als hotspots op het gebied van water- en voedselzekerheid en klimaatadaptatie. Een groter deel van de financiering van de plannen voor beter stroomgebiedbeheer en de uitvoering daarvan zal zich op die gebieden richten. Want daar kan de Nederlandse specifieke expertise goed tot zijn recht komen. Meer dan zeven miljoen mensen in deze gebieden zullen hierdoor in 2017 beter worden beschermd tegen overstromingen. Wat betreft grensoverschrijdend waterbeheer blijft de focus op zeven internationale stroomgebieden gehandhaafd; de meerderheid via het multilaterale kanaal (Wereldbank), de rest bilateraal, via de stroomgebiedsorganisatie of via een maatschappelijke organisatie. In 2017 zullen meer dan drie miljoen mensen hier profijt van hebben in de vorm van betere irrigatie en drainage, betere bescherming tegen overstromingen, betere energie- of drinkwatervoorziening en vitale ecosystemen

  • Verbeterde toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen

    Institutionele versterking, gerichte inzet op de meest kwetsbare groepen, zal nog sterker in de programmering worden meegenomen. Op basis van de ervaring met genderanalyse van de afgelopen jaren zullen programma’s gender-sensitief worden uitgevoerd, wat de effectiviteit en de duurzaamheid ten goede zal komen. Zowel het multilaterale en het bilaterale kanaal, maatschappelijk organisaties en private sector instrumenten worden hierbij ingezet. In nieuwe programma’s zal, zoals ingegeven door de SDG’s, financiële hefboomwerking meer nadruk krijgen, bijvoorbeeld door het mobiliseren van de lokale financiële sector. Want overheden (incl. donorlanden) alleen kunnen nooit de benodigde investeringen mobiliseren om de mondiale waterdoelen te realiseren. In Kenia zal de eerste Water Financing Facility gestalte krijgen. Het betrekken van de private sector bij water wordt in 2017 gefaciliteerd door een call for proposals van de faciliteit voor publiek private partnerschappen, het Fonds Duurzaam Water.

2.3. Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering

Klimaat en hernieuwbare energie

  • Voortzetten van de inzet op klimaatadaptatie. Het gaat dan vooral om voedselzekerheid en water en extra inzet op een geïntegreerde aanpak via duurzaam landschapsbeheer.

  • Nederland werkt nauw samen met de Wereldbank om internationale bedrijven te bewegen de waardering van natuurlijk kapitaal te integreren in hun besluitvorming. Overheden in opkomende economieën alsook de private sector (agrarische sector, textiel sector en financiële sector) worden gestimuleerd om te komen tot duurzamer gebruik van natuurlijke hulpbronnen.

  • In 2017 wordt een nieuwe door RVO te beheren energiefaciliteit gestart met activiteiten gericht op het ondersteunen van drie tot vijf landen in de regio Midden-Oosten/Noord-Afrika bij hun transitie naar een duurzame energievoorziening. Ook wordt in 2017 een gerichte inzet gepleegd om de toegang tot hernieuwbare energie voor tenminste 100.000 vluchtelingen en ontheemden in deze regio te verbeteren.

  • Ontwikkelen van innovatieve financieringsinstrumenten is van groot belang. Op die wijze kan de private sector worden aangespoord om versneld op klimaatrelevante wijze in ontwikkelingslanden te investeren. Ook is er een noodzaak voor het introduceren van innovatieve producten en technieken. In dit verband zal aansluiting met het topsectorenbeleid gezocht worden. Ten slotte zal in 2017 een besluit worden genomen over de herkapitalisering van het Groene Klimaat Fonds (GCF) en de Global Environment Facility (GEF). Daarnaast blijft Nederland betrokken bij UNEP door het verstrekken van een algemene bijdrage. Daarbij zet Nederland zich in om de Nederlandse ambities terug te laten komen in het UNEP-werkprogramma. Klimaatdiplomatie zal een belangrijke inzet blijven. De inzet is om met gelijkgezinde landen en niet-statelijke actoren (zoals bedrijven, steden en lagere overheden) actief te blijven inzetten op wereldwijde opvolging van de ambities van het internationale klimaatverdrag. In dit verband is ook van belang dat mogelijke geopolitieke gevolgen van de opwarming van de aarde goed worden meegewogen in de ontwikkeling van internationaal beleid. Daarom zal ook in 2017 een conferentie in het kader van Planetary Security worden georganiseerd in Nederland.

  • Nederland zal blijven bevorderen dat het GCF een leidende rol behoud voor een gender responsive financieringsaanpak. Daarnaast benadrukt Nederland het belang van gender bij het uitvoeren van klimaatdiplomatie; bij het bevorderen van een transitie naar duurzame, groene groei spelen vrouwen een belangrijke rol als agents of change.

Duurzaam beheer van grondstoffen

  • Met steun van het Verenigd Koninkrijk, de Europese Commissie, bedrijven als Apple, Philips en Intel en de ngo’s Solidaridad en IPIS lanceerde Nederland in 2016 het initiatief voor een European Partnership for Responsible Minerals (EPRM). In 2017 zal dit partnerschap daadwerkelijk actief moeten worden. Het partnerschap heeft tot doel de vraag naar en het aanbod van verantwoord gewonnen conflictmineralen (tantalum, tin, tungsten en goud) te vergroten, door activiteiten gericht op het verbeteren van de omstandigheden waaronder deze mineralen worden gewonnen en door de uitwisseling van kennis en ervaring met betrekking tot het gebruik en de inkoop van deze conflictmaterialen.

  • Het bevorderen van verantwoorde mijnbouw via de activiteit «Responsible Mining Index» liep in 2016 enige vertraging op. Hierdoor vindt de publicatie van een eerste index mogelijk pas in 2017 plaats.

  • Verder blijft Nederland bijdragen aan het vergroten van de maatschappelijke en ontwikkelingsimpact van de winning van mineralen in ontwikkelingslanden door nieuwe bijdragen aan programma’s van het IMF (Managing Natural Resources Wealth Topical Fund) en de Wereldbank (Extractives Global Programmatic Support) en aan het internationaal secretariaat van het Extractives Industries Transparancy Initiative.

Licence